Maatschappij
Cijfers - Welzijn
Nederlanders zijn een gelukkig volk. Bijna 9 op de 10 volwassenen (18 jaar of ouder) gaven in 2017 aan gelukkig te zijn. Een iets minder grote groep, 85 procent van de volwassenen, is tevreden met het leven. De afgelopen jaren is het aandeel mensen dat zegt gelukkig of tevreden te zijn nagenoeg gelijk gebleven.
De mate waarin mensen gelukkig zijn hangt onder meer samen met hun burgerlijke staat. Getrouwde volwassenen zijn het vaakst gelukkig: ruim 9 op de 10 zegt gelukkig te zijn. Daarna volgen ongehuwden, van hen is 85 procent gelukkig. Mensen die gescheiden of verweduwd zijn, zijn het minst vaak gelukkig. Van hen geeft bijna 80 procent aan gelukkig te zijn.
Tevredenheid is er op vrijwel alle terreinen van het leven, maar is het grootst met betrekking tot de woning waarin men woont (87 procent). Een bijna even grote groep is tevreden over de woonbuurt. Minder tevreden zijn mensen met hun lichamelijke gezondheid, de hoeveelheid beschikbare vrije tijd en de financiële situatie.
Hoe gelukkig mensen zijn hangt onder meer samen met hoe goed of slecht ze hun gezondheid vinden. Ruim 95 procent van de volwassenen met een als zeer goed ervaren gezondheid zegt gelukkig te zijn, slechts 1 procent is ongelukkig. Van de volwassenen die hun gezondheid als slecht of zeer slecht ervaren is 55 procent gelukkig en 16 procent ongelukkig.
Ouderen zijn vaak tevreden met de hoeveelheid vrije tijd die ze hebben. Onder 65- tot 75-jarigen geldt dit voor bijna 95 procent. Vanaf 75-jarige leeftijd neemt deze tevredenheid weer iets af. Jongeren zijn minder vaak tevreden met de hoeveelheid vrije tijd die ze hebben. Mensen van 25 tot 35 jaar zijn hier het minst tevreden over: 64 procent van hen is tevreden, en 14 procent is ontevreden.
In 2017 maakte 26 procent van de volwassenen in Nederland zich veel zorgen over hun financiën in de toekomst. De helft van alle 18-plussers maakte zich hierover geen zorgen, 24 procent had weinig zorgen. Het aandeel volwassenen dat aangeeft zich veel zorgen te maken over hun toekomstige financiën is de afgelopen jaren gedaald; in 2013 ging het nog om 32 procent.
Rokers zijn over het algemeen minder tevreden over hun gezondheid dan niet-rokers. Dat geldt zowel voor de lichamelijke als voor de psychische gezondheid. Van de rokers is 65 procent tevreden met hun ervaren lichamelijke gezondheid, 76 procent is tevreden met hun psychische gezondheid. Onder niet-rokers is dat 71 procent en 85 procent.
Het persoonlijk welzijn is hoger naarmate het hoogst behaalde onderwijsniveau hoger is. Ruim drie kwart van de hoogopgeleiden vindt dat zij een hoog persoonlijk welzijn hebben. Van de laagopgeleiden vindt de helft dat. Middelbaar opgeleiden vallen daar met bijna 60 procent tussenin. De score op persoonlijk welzijn is gebaseerd op het oordeel van mensen over verschillende aspecten van het leven, zoals hun financiële situatie, hun gezondheid, het sociale leven en de woonomgeving.