Economie
Cijfers - Macro-economie
De Nederlandse economie groeide in 2017 met 2,9 procent. Dat is een stuk forser dan in 2016. Toen bedroeg de economische groei 2,2 procent. Het is bovendien de hoogste groei sinds de crisis. De groei in 2017 is breed gedragen. Er is meer geïnvesteerd, meer uitgevoerd en meer geconsumeerd dan in 2016. De handel met het buitenland bleef echter ook in 2017 de motor achter de Nederlandse economie.
De economische groei van Nederland was in vrijwel alle regio’s zichtbaar, alleen in Groningen zorgde de afname van de aardgaswinning voor economische krimp. Ook de economieën van Friesland en Drenthe werden geremd door de aardgaswinning. De economie van Zuidoost-Noord-Brabant en Flevoland (vooral Almere) groeiden het sterkst. Zuidoost-Noord-Brabant (Eindhoven en omgeving) dankte zijn groei aan de industrie en de zakelijke dienstverlening. In Almere trok de economie aan door een sterke economische groei van de leasebedrijven.
De Nederlandse overheidsfinanciën voldoen voor het eerst sinds 2008 weer aan de Europese norm. De schuld bedroeg eind 2017 421 miljard euro, dit is 57,1 procent van het bruto binnenlands product (bbp). In 2016 was dit nog 62 procent. Volgens Europese regels moet de schuld van de eurolanden beneden de norm van 60 procent van het bbp liggen.
Het saldo van inkomsten en uitgaven van de overheid was met 9 miljard euro uitzonderlijk groot. Dit komt overeen met 1,2 procent van het bbp. Nederland voldoet al sinds 2013 aan de Europese tekortnorm van 3 procent.
Het consumentenvertrouwen is in mei 2018 een fractie afgenomen, maar ligt ruim boven het gemiddelde over de afgelopen twintig jaar (–3). Het consumentenvertrouwen schommelt al een jaar lang tussen 23 en 26. Na de dalingen in maart en april is het producentenvertrouwen in mei 2018 toegenomen. Het producentenvertrouwen ligt ruim boven het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar (0,8). Producenten waren in mei 2018 vooral positiever over de verwachte bedrijvigheid dan een maand eerder.