Economie
Cijfers - Energie
Het verbruik van elektriciteit in Nederland schommelt sinds 2006 rond 120 miljard kWh. Het elektriciteitsverbruik was het hoogst in 2008 met ruim 123 miljard kWh. Door onder andere de financiële crisis van 2008, de geringe economische groei die daarop volgde, en besparingseffecten van onder meer nieuwe energiezuinige apparaten, is dat verbruiksniveau sindsdien niet meer bereikt. Elektriciteit wordt aangeboden door zowel binnenlandse als buitenlandse producenten.
In 2016 is het energieverbruik door de industrie met 1,5 procent toegenomen ten opzichte van 2015. Zowel ontwikkelingen in industriële activiteiten als efficiencyslagen in het energieverbruik, zijn van invloed op het verbruik van energiedragers. De afgelopen jaren daalde het verbruik van energie door de industrie, met name doordat productieprocessen energiezuiniger zijn geworden. Ongeveer de helft van de energie komt uit aardoliegrondstoffen en –producten. De chemische en farmaceutische industrie zijn samen verantwoordelijk voor 63 procent van voor het energieverbruik in de industrie.
De winning van aardgas is na 2013 fors gedaald. Vanwege veiligheidsrisico’s door aardbevingen in Groningen, als gevolg van de gaswinning, is het productieplafond stapsgewijs teruggeschroefd. In 2017 werd nog 44 miljard kubieke meter aardgas gewonnen, bijna de helft van de hoeveelheid in 2013. Doordat minder gas uit de grond wordt gehaald, dalen de aardgasbaten van de overheid. De baten staan nog verder onder druk door de aardgasprijs, die in 2016 en 2017 voor grootverbruikers lager lag dan in de jaren daarvoor.
Steenkool wordt gebruikt voor de productie van elektriciteit, ijzer en staal. Het verbruik van steenkool voor de productie van elektriciteit is tot en met 2015 sterk toegenomen door het geleidelijk in gebruik nemen van nieuwe kolencentrales. Mede door het stopzetten van drie oude kolencentrales eind 2015 en twee centrales halverwege 2017, is het verbruik in 2016 en 2017 weer met een kwart gedaald (tot 10,2 miljard kg). Het verbruik van steenkool voor de ijzer- en staalproductie is, op een dip na in de jaren na de financiële crisis van 2008, vrij stabiel rond 4,5 miljard kg.
In 2017 is in Nederland 10 procent meer elektriciteit uit hernieuwbare bronnen opgewekt dan een jaar eerder: 17 miljard kilowattuur (kWh) tegen 15 miljard kWh in 2016. Windmolens hadden hierin met 58 procent het grootste aandeel, gevolgd door biomassa met 29 procent. Met zonnepanelen werd bijna 13 procent opgewekt en het aandeel van waterkracht bleef beperkt tot een half procent. De productie van wind- en zonne-energie neemt elk jaar verder toe, terwijl de bijdrage van biomassa daalt. Het aandeel duurzaam opgewekte stroom in het totale elektriciteitsverbruik nam toe van 12,5 procent in 2016 naar 13,8 procent in 2017.
Het verbruik van motorbrandstoffen voor het wegverkeer is in 2017 verder gestegen tot 10,7 miljard kg. Er werd met name meer benzine verbruikt, 3,5 procent meer dan in 2016. Ook de dieselverkoop laat na jaren van daling weer een opgaande lijn zien en stijgt met 3 procent ten opzichte van 2016. Autogas lijkt definitief uit de gratie te zijn met een verbruik van 148 miljoen kg het laagste verbruik ooit. Ten opzichte van vijf jaar geleden is het verbruik van autogas gehalveerd. Het verbruik van kerosine voor internationaal vliegverkeer steeg met 2,8 procent ten opzichte van 2016 naar recordhoogte.
In 2016 werd per Nederlandse woning gemiddeld 1 300 kubieke meter aardgas verbruikt voor verwarming. Er bestaan grote verschillen in het jaarlijkse aardgasverbruik tussen de verschillende woningtypen. Het jaarlijkse aardgasverbruik van een vrijstaande woning is bijvoorbeeld 2,6-maal zo hoog als van een appartement. Het gemiddelde elektriciteitsverbruik per woning bedroeg in 2016 ruim 2 900 kWh. Ook het elektriciteitsverbruik is afhankelijk van het woningtype. In appartementen (2 070 kWh) is het elektriciteitsverbruik gemiddeld de helft van het verbruik in vrijstaande woningen (4 120 kWh).
Het energieverbruik per inwoner is tussen 2000 en 2016 met 18 procent gedaald, van 32,2 GJ naar 26,4 GJ. Aardgas neemt nog steeds het grootste deel van het verbruik voor zijn rekening, te weten 75 procent, gevolgd door elektriciteit met ongeveer 15 procent. Het resterende deel van het energieverbruik betreft voornamelijk hernieuwbare energie (4,5 procent) en warmte (2,7 procent). Aardgas wordt voor het grootste deel gebruikt voor verwarming van de woning (80 procent) en fluctueert van jaar tot jaar, al naar gelang de strengheid van de winter. Het elektriciteitsverbruik fluctueert minder en lag in 2016 bijna 6 procent hoger dan in 2000.
In 2017 bedraagt het totale energieverbruik in Nederland 3 157 PJ. De belangrijkste energiedragers zijn aardgas met ruim 41 procent van het totaal, aardolie (bijna 39 procent) en steenkool (12 procent). Daarnaast is ruim 8 procent afkomstig van hernieuwbare bronnen, kernenergie en afval. Aardgas is voornamelijk afkomstig van Nederlandste bodem en wordt gebruikt voor warmteproductie en elektriciteitsopwekking. Ruwe aardolie en aardolieproducten worden voor een groot deel ingevoerd, en ook weer uitgevoerd. Van aardolie en aardolieproducten worden brandstoffen en producten zoals plastics gemaakt.