Maatschappij

Cijfers - Veiligheid en recht

In 2017 registreerde de politie 49 misdrijven per duizend inwoners, ongeveer net zoveel als in 1980. In 2003 ging het nog om 93 misdrijven per duizend inwoners. De geregistreerde criminaliteit steeg in de jaren 50 tot de jaren 90 vooral door een toename van het aantal vermogensmisdrijven zoals diefstal en inbraak. De criminaliteitsgolf was niet alleen zichtbaar in de geregistreerde misdrijven, maar ook in het aantal delicten waarvan burgers aangaven slachtoffer te zijn geworden, en in het aantal gevallen van moord en doodslag.

In 2017 werden veruit de meeste geregistreerde misdrijven gepleegd in Amsterdam: 103 geregistreerde misdrijven per duizend inwoners. Ook in Rotterdam, Utrecht en Eindhoven vond relatief veel geregistreerde criminaliteit plaats met tussen de 82 en 90 misdrijven per duizend inwoners. Arnhem en Maastricht behoren tot de wat kleinere gemeenten met relatief veel criminaliteit.

In 2017 woonden in Den Haag 175 geregistreerde verdachten per 10 duizend inwoners, het hoogste aantal van alle Nederlandse gemeenten. Ook in Rotterdam, Lelystad, Almere, Leeuwarden en Arnhem woonden relatief veel verdachten van een misdrijf (meer dan 150 verdachten per 10 duizend inwoners). Een stuk minder verdachten, 109 verdachten per 10 duizend inwoners, hadden Utrecht als woongemeente. In de zuidelijke provincies woonden in Heerlen en Helmond relatief veel geregistreerde verdachten.

In 2016 verklaarde de rechter in 82,5 duizend zaken een verdachte schuldig aan het plegen van een misdrijf, ruim 11 procent minder dan in 2012. Het grootste aantal schuldigverklaringen werd uitgesproken voor vermogensmisdrijven en gewelds- en seksuele misdrijven. Het aantal personen dat schuldig werd bevonden aan het plegen van een verkeersmisdrijf was in 2016 ruim 23 procent lager dan in 2012.

In 2016 hebben rechters 115,8 duizend sancties voor misdrijven opgelegd. De meest voorkomende sanctie was de vrijheidsstraf, gevolgd door de taakstraf en de geldboete. Het aandeel vrijheidsstraffen is toegenomen van 25 procent in 2006 tot 32 procent in 2016. Verder werden in 2016 relatief meer taakstraffen opgelegd en minder geldboetes dan tien jaar eerder.

Het aandeel mensen dat slachtoffer is geworden van criminaliteit daalt al ruim tien jaar haast onafgebroken. In 2005 zeiden bijna drie op de tien Nederlanders slachtoffer te zijn geweest van een delict. In 2017 is dit 15 procent, een daling van 45 procent. Tegelijk met de daling van de criminaliteit voelen steeds minder mensen zich wel eens onveilig.

In de meeste politiedistricten daalde het percentage van de bevolking dat slachtoffer was van een misdrijf tussen 2012 en 2017. In de politiedistricten Den Haag Centrum en Den Haag Zuid was deze daling met 10 procentpunt het sterkst. Het slachtofferschap was in 2017 het hoogst in de districten Utrecht Stad en Amsterdam Noord. In beide districten was 26 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder slachtoffer van een misdrijf; dit percentage was niet noemenswaardig lager dan in 2012. In Fryslân was het slachtofferschap in 2017 met 10 procent het laagst. Dit was 4 procentpunt lager dan in 2012.

In 2017 kregen de brandweerkorpsen 73 duizend alarmeringen van brand binnen. Het aantal alarmeringen dat telefonisch gemeld wordt, is al jaren redelijk constant rond 38,5 duizend. Het aantal alarmeringen van automatische brandmeldinstallaties neemt wel af. De brandweer kreeg in 2017 bijna 67 duizend verzoeken om hulp, meer dan in 2016. De hoogte van het aantal hulpverleningen is erg afhankelijk van het weer. Bij storm en wateroverlast is meer inzet van de brandweer gewenst.

In 2017 ontving Nederland 30 635 asielzoekers en nareizigers, 550 minder dan in 2016. Het percentage nareizigers in het totaal steeg in 2017 naar 47. In 2016 was dat 38 procent. Het is het hoogste aandeel nareizigers sinds asielzoekers de mogelijkheid hebben via een speciale procedure familieleden te laten overkomen.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
- Nihil
- (Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0(0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets(blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2017-2018 2017 tot en met 2018
2017/2018 Het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2017/’18 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2017 en eindigend in 2018
2015/’16-2017/’18 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2015/’16 tot en met 2017/’18

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Erratum

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is er toch achteraf een onvolkomenheid geconstateerd. Onze excuses hiervoor.

Vrijdag 18 februari 2022

Economie – cijfers energie

Het eerste figuur is vervangen. In de titel en legenda stond ‘aanbod en verbruik’, dat is vervangen door ‘productie en verbruik’. De cijfers zijn niet aangepast.