Maatschappij - Cijfers
Milieu
In 2017 produceerde elke inwoner van ons land 493 kilogram afval. Tien jaar daarvoor was dat nog 569 kilogram. Van deze hoeveelheid werd 57 procent (281 kilogram) gescheiden en 43 procent (212 kilogram) ongescheiden ingezameld. Van het ongescheiden ingezamelde afval werd een deel alsnog machinaal gescheiden. Tussen 2007 en 2017 is het percentage ongescheiden ingezameld afval gedaald van 51 naar 43 procent.
In 2017 was bijna de helft van het industriële afval (14,7 miljard kilogram) dierlijk en plantaardig afval uit de voedings- en genotmiddelenindustrie. Het overgrote deel (95 procent) van dit industriële afval kreeg een nuttige bestemming, zoals recycling of verbranden met energieterugwinning. Glas en papier werden voor 100 procent, metaalafval voor 98 procent en dierlijk en plantaardig afval, de grootste afvalstroom, voor 99 procent gerecycled.
In 2018 produceerde de Nederlandse veestapel 161 miljoen kilogram fosfaat. Dat is 5 procent minder dan een jaar eerder. Dit is vooral het gevolg van de afname van de veestapel en een beperking van de hoeveelheid fosfor in het ruw- en krachtvoer van melkvee. Van de fosfaatproductie door de veestapel was 55 procent afkomstig van rundvee, 23 procent van varkens, 17 procent van pluimvee en 5 procent van het overige vee.
Van de hoeveelheid fosfor die in 2017 in de Nederlandse landbouwkringloop werd opgenomen, kwam 96 procent (77,8 miljoen kilogram) uit krachtvoer en kunstmest. Via dierlijke producten als vlees en melk, mestafzet buiten de landbouw, en via plantaardige producten als granen, groenten en fruit werd fosfor afgevoerd. Het fosforoverschot is het verschil tussen de aanvoer en afvoer. In 2017 was het overschot 4 miljoen kilogram fosfor. Dit komt terecht in de bodem.
In 2017 was de Nederlandse uitstoot van verzurende stoffen (stikstofoxiden, ammoniak en zwaveldioxide) bijna 66 procent lager dan in 1990. Vooral tussen 1990 en 2000 daalde de uitstoot fors. Bij stikstofoxiden is sinds 1990 een geleidelijke afname zichtbaar. De uitstoot van zwaveldioxide bleef tussen 2003 en 2007 stabiel om pas daarna te dalen. De Nederlandse uitstoot van broeikasgassen (kooldioxide, methaan, distikstofoxide, fluorhoudende gassen) lag in 2017 bijna 13 procent onder het niveau van 1990.
In 2017 werd een kwart van de broeikasgassen uitgestoten door de energiebedrijven. De bijdrage van de industrie, verkeer en vervoer, en de landbouw was respectievelijk 19 procent, 16 procent en 14 procent. Ruim de helft van de Nederlandse uitstoot van verzurende stoffen kwam uit de landbouw, bijna een kwart uit het verkeer en vervoer.
Bedrijven in de delfstoffenwinning, industrie en openbare energie- en watervoorziening hebben in 2017 voor 565 miljoen euro in het milieu geïnvesteerd. Hiervan is 79 procent besteed aan voorzieningen die tot een betere luchtkwaliteit en een schonere energievoorziening moeten leiden. In 2017 waren de milieu-investeringen 75 procent lager dan in 2016 (2,15 miljard euro). Milieu-investeringen kunnen jaarlijks behoorlijk fluctueren. In 2016 waren ze het hoogst sinds 2007.
Het Nederlandse oppervlaktewater wordt vervuild door lozingen van bedrijven, restlozingen van rioolwaterzuiveringsinstallaties, vervuiling die via de lucht wordt aangevoerd en door uit- en afspoeling uit landbouwgrond. Rioolwaterzuivering haalt een deel van de vervuiling uit het afvalwater. Zonder rioolwaterzuivering zou in 2017 de belasting van het oppervlaktewater met stikstof en fosfor 51 procent en 64 procent hoger hebben gelegen. Voor de zware metalen koper, lood en cadmium zou dat 51 procent, 38 procent en 35 procent zijn.
In de land- en tuinbouw zijn in 2016 iets minder gewasbeschermingsmiddelen gebruikt dan in 2012. Gemeten over de zestig gewassen daalde de oppervlakte grond waarop gewasbeschermingsmiddelen zijn gebruikt in de periode 2012–2016 sterker dan het gebruik. De jaarlijkse dosering was in 2016 dus hoger dan in 2012. Van het totale gebruik (5,7 miljoen kilogram werkzame stof in 2016) werd 88 procent toegepast op 11 gewassen. Drie aardappelgewassen (consumptie-, poot- en zetmeelaardappelen) namen hiervan 40 procent in.