Economie - Trends
Opnieuw sterke economische groei
De Nederlandse economie groeide in 2018 met 2,7 procent. Dit is slechts iets minder dan de groei in 2017, toen de economie met 2,9 procent de sterkste economische groei in tien jaar tijd doormaakte. De Nederlandse economie groeit daarmee al negentien kwartalen op rij.
Arbeidsmarkt boekt records
De economische groeispurt was ook te merken op de arbeidsmarkt. Er zijn 259 duizend banen bijgekomen. Sinds 1995 kwamen er alleen in 2007 in een jaar tijd zoveel banen bij. Op de landbouw en de financiële dienstverlening na groeide de werkgelegenheid in alle bedrijfstakken. Vooral in de zakelijke dienstverlening, de handel, vervoer en horeca en in de zorg kwamen er veel banen bij. Mede hierdoor daalde het aantal werklozen met 88 duizend personen. Vooral bij mensen van 15 tot 25 jaar daalde de werkloosheid sterk. De jeugdwerkloosheid bereikte in 2018 dan ook het laagste niveau sinds 1975.
Met de stijging van het aantal banen kwamen er ook meer vacatures bij. Eind 2018 waren er voor iedere honderd werklozen 80 vacatures. De arbeidsmarkt is daarmee zelfs nog iets krapper dan vlak voor de crisis, toen er 79 vacatures per honderd werklozen waren. De spanning op de arbeidsmarkt is gedurende het jaar sterk opgelopen. Dit is ook te merken bij de sentimenten van ondernemers. Een kwart van de bedrijven zegt last te hebben van een gebrek aan personeel. Vooral bij uitzendbureaus, handel en vervoer en de ICT is de krapte groot.

Consument jaagt groei aan
De economische groei komt voor het grootste deel voor rekening van de binnenlandse bestedingen, consumptie en investeringen. De groei van de consumptie van huishoudens was het meest opvallend. Die bedroeg 2,5 procent, de grootste consumptiegroei van deze eeuw. Consumenten gaven vooral meer uit aan duurzame goederen zoals vervoermiddelen en elektrische apparaten. Ook in de horeca besteedden ze meer.
De investeringen leverden een bijna net zo grote bijdrage aan de economische groei als de consumptie. Opnieuw werd er meer geïnvesteerd in woningen en andere bouwwerken. Verder was er een sterke toename van de investeringen in vervoermiddelen en machines en installaties. De bijdrage van de buitenlandse handel aan de economische groei was bescheiden. De export groeide aanzienlijk minder dan in 2017.
Van alle bedrijfstakken groeide de bouw het hardst. Ook de zakelijke dienstverlening, waaronder uitzendbureaus, kende een snelle groei. Deze bedrijfstakken waren ook in 2017 de snelst groeiende. De minder goed presterende bedrijfstakken waren ook grotendeels dezelfde als in 2017. Opnieuw kromp de toegevoegde waarde (productie minus verbruik) bij de delfstoffenwinning en de financiële dienstverlening. De landbouw was de derde bedrijfstak met krimp, na een minimale groei in 2017.
Inkomensgroei trekt aan
In tegenstelling tot 2017 was de groei van de werkgelegenheid nu wel terug te zien in het totale inkomen van Nederlandse huishoudens. Het reëel beschikbaar inkomen steeg met 2,6 procent, de grootste inkomensgroei na 2001. De groei komt voor een groot deel voor rekening van de toename van het aantal werkenden. De bijdrage van de loonontwikkeling was bescheiden. Gecorrigeerd voor prijsstijgingen namen de cao-lonen per gewerkt uur slechts 0,3 procent toe. Sinds de crisis, vanaf 2009, is het beschikbaar inkomen van huishoudens iets sneller gegroeid dan het bruto binnenlands product (bbp).
Voor het bedrijfsleven was 2018 een uitstekend jaar. Het aantal faillissementen was deze eeuw niet eerder zo laag en de niet-financiële ondernemingen boekten een recordwinst van 255 miljard euro, ruim 24 miljard euro meer dan een jaar eerder.
Overheidsfinanciën op orde
De overheid boekte in 2018 een recordoverschot op de begroting van 11,3 miljard euro. Dat komt overeen met 1,5 procent van het bbp. Mede hierdoor daalde de staatsschuld verder, tot 52,4 procent van het bbp. De overheidsfinanciën voldoen daarmee ruimschoots aan de Europese normen.
Conjunctuur over hoogtepunt heen
De economische voorspoed van de afgelopen jaren ging lange tijd vergezeld van een hoog vertrouwen bij zowel ondernemers als consumenten. Daar kwam in de nazomer van 2018 plotseling verandering in. In een halfjaar tijd nam het consumentenvertrouwen met ruim twintig punten af. In februari 2019 was het consumentenvertrouwen voor het eerst in vier jaar weer negatief. Consumenten waren negatiever over zowel het algemene economische beeld als over de eigen financiën. Dat laatste hangt mogelijk samen met de aangekondigde lastenverzwaringen in de vorm van hogere energiebelasting en een verhoging van het lage btw-tarief.
Ook het producentenvertrouwen daalde in de loop van 2018 iets, maar bleef nog wel positief. Gecombineerd met de wat minder sterke groeicijfers in de tweede helft van het jaar betekent dit dat het economisch beeld in de laatste maanden van het jaar iets is verslechterd. De meeste indicatoren van de conjunctuurklok zitten nu in het oranje kwadrant: ze doen het beter dan de langjarige trend, maar slechter dan de afgelopen periode. Alleen de arbeidsmarktindicatoren, die altijd achterlopen in het conjunctuurbeeld, bevinden zich nog in het groene kwadrant.
Consumentenprijzen stijgen iets sneller
De consumentenprijzen lagen in 2018 gemiddeld 1,7 procent hoger dan in het voorgaande jaar. Dat is een iets hogere prijsstijging dan in 2017, maar nog steeds iets onder het streefdoel van 2 procent van de Europese Centrale Bank. Ook elders in de eurozone is de stijging van de consumentenprijzen beperkt. De afzetprijzen van de industrie stegen juist iets minder hard dan in 2017. Op de woningmarkt daarentegen was de prijsstijging daarentegen bijzonder hoog. De prijzen van bestaande koopwoningen stegen gemiddeld met 9 procent, de grootste stijging na 2001. De regionale verschillen in prijsstijging zijn groot: in de helft van de provincies lagen de huizenprijzen eind 2018 nog onder het niveau van de zomer van 2008, vlak voor het begin van de financiële crisis. In Amsterdam liggen de huizenprijzen daarentegen inmiddels ruim 40 procent hoger.