Buitenlandse investeringen en multinationals
Internationalisering en directe buitenlandse investeringen hebben een duidelijke positieve impact op de productiviteitsgroei en uiteindelijk de welvaart van een land. Buitenlandse investeringen zijn dan ook belangrijk voor landen, omdat daarmee buitenlands kapitaal wordt binnengebracht en ze een belangrijke bijdrage aan de economie kunnen leveren. Nederland is als stabiele economische hub aantrekkelijk voor buitenlandse bedrijven. Multinationals zijn belangrijke actoren in deze directe buitenlandse investeringen en zijn derhalve interessant om in dit hoofdstuk nader te bestuderen. In dit hoofdstuk komen eerst de inkomende en uitgaande directe investeringen in en door Nederland aan bod. Daarna wordt ingezoomd op de multinationals, waarbij onderscheid gemaakt wordt naar multinationals onder buitenlandse of Nederlandse zeggenschap.
8.1Belangrijkste bevindingen
Wereldwijd is een herstel zichtbaar van de directe investeringen ten opzichte van het coronajaar 2020. Ook de inkomende en uitgaande directe investeringspositie van Nederland laat in 2021 een stevig herstel zien, maar ligt nog onder het niveau van 2019. Desondanks blijft Nederland een van de belangrijkste spelers op het wereldtoneel op het gebied van directe investeringen. Evenals in voorgaande jaren stroomt een aanzienlijk deel van de directe investeringen die Nederland binnenkomen door naar het buitenland; circa 65 procent van de directe investeringen komt voor rekening van Bijzondere Financiële Instellingen (BFI’s) en houdstermaatschappijen (holdings).
Ook als de geldstromen van BFI’s buiten beschouwing worden gelaten, behoorde Nederland in 2021 nog steeds tot de vijf landen waarin het meest geïnvesteerd wordt. De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland zijn zowel de grootste directe investeerders in Nederland als de landen waarin het meest wordt geïnvesteerd door Nederlandse entiteiten. Noemenswaardig in dit opzicht is de verhuizing van het hoofdkantoor van Shell naar het Verenigd Koninkrijk, wat heeft gezorgd voor een forse toename van directe investeringen vanuit het Verenigd Koninkrijk (in bedrijfsonderdelen die in Nederland zijn achtergebleven).
Multinationals zijn belangrijke actoren in de internationale investeringsstromen van en naar Nederland.noot1 In 2020 waren ruim 24 duizend multinationals actief in ons land; dat zijn er 9 procent minder dan in 2019. Multinationals vormen een kleine 2 procent van alle bedrijven in het Nederlandse bedrijfsleven (ruim 1,3 miljoen bedrijven in 2020).noot2 Ondanks dat het aantal multinationals in Nederland in de periode 2010–2020 is gegroeid, blijft het aandeel in het bedrijfsleven relatief stabiel omdat er ook veel niet-multinationale bedrijven bijgekomen zijn. In 2020 stond bijna 60 procent van de multinationals onder buitenlandse zeggenschap en afgerond 40 procent onder Nederlandse zeggenschap. De daling in het aantal multinationals in 2020 kwam volledig voor rekening van Nederlandse multinationals.
Multinationals boden in 2020 werk aan 2,3 miljoen mensen in Nederland; een daling van een half procent ten opzichte van 2019. Daarmee waren multinationals in 2020 goed voor 37 procent van de totale werkgelegenheid in het Nederlandse bedrijfsleven. Vooral bij Nederlandse multinationals in de bedrijfstakken horeca en de verhuur en overig zakelijke diensten daalde de werkgelegenheid in 2020. Deze laatste bedrijfstak is de bedrijfstak waar Nederlandse multinationals de meeste personen werk verschaffen; hiertoe behoren bijvoorbeeld arbeidsbemiddelaars en uitzendbureaus. Buitenlandse multinationals verschaffen het meeste werk in de groot- en detailhandel en in de industrie.
Circa 68 procent van de multinationals in Nederland is een two-way trader, en heeft dus zowel import als export van goederen en/of diensten. Tussen de 80 en 85 procent van de goederenhandel, en meer dan 90 procent van de dienstenhandel van het bedrijfsleven komt voor rekening van multinationals. Daarbij spelen buitenlandse multinationals een grote rol: twee derde van de goederenhandel en 90 procent van de dienstenhandel van multinationals komt voor rekening van buitenlandse multinationals. De goederen- en dienstenhandel van multinationals liet in coronajaar 2020 een krimp zien. Bij de goederenhandel daalde vooral de in- en uitvoerwaarde van Nederlandse multinationals in de industrie, specialistische zakelijke diensten, energievoorziening en de groot- en detailhandel. De krimp in de dienstenhandel in 2020 kwam vooral voor rekening van buitenlandse multinationals. Aan de invoerzijde hadden vooral buitenlandse multinationals in de verhuur en overig zakelijke dienstverlening en in de industrie minder dienstenimport. Aan de uitvoerkant varieerde het beeld meer.
De meeste buitenlandse multinationals in Nederland stonden in 2019 onder Amerikaanse zeggenschap (bijna 3 duizend bedrijven). Multinationals uit de VS, het VK, Duitsland, België en Frankrijk vormen meer dan 65 procent van de buitenlandse bedrijven in Nederland. Op hun beurt hadden Nederlandse multinationals in 2019 de meeste dochterbedrijven in Duitsland (2 900) gevolgd door de Verenigde Staten (1 900). Ten opzichte van 2018 is het aantal Nederlandse dochterondernemingen in Duitsland flink gegroeid (+330), evenals in China (+35). Nederlandse dochterondernemingen in Duitsland boden in 2019 werk aan circa 350 duizend mensen; een groei van ruim 6 procent ten opzichte van 2018. In de VS bieden Nederlandse bedrijven werk aan circa 300 duizend mensen, ofwel 2 procent meer dan in 2018. In Polen, Frankrijk en Italië daalde de werkgelegenheid bij Nederlandse filialen.
8.2Macro-overzicht directe buitenlandse investeringen
In deze paragraaf wordt ingegaan op de directe investeringspositie van Nederland, gebaseerd op macro-cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB) en OESO. Een onderneming met directe investeringen uit het buitenland is een onderneming waarin een investeerder uit een ander land tenminste 10 procent bezit van het gewone aandelenkapitaal of van de stemrechten of het equivalent daarvan. Het gaat hierbij om een blijvend belang en om verkrijging van substantiële invloed in het management van de onderneming bijvoorbeeld door een fusie, overname, bouw van nieuwe faciliteiten, herinvestering van winsten uit overzeese activiteiten of leningen tussen onderdelen van de onderneming.
Directe buitenlandse investeringen herstellen na coronadip
In 2021 herstelden de wereldwijde buitenlandse investeringstransacties zich tot ruim boven het niveau van voor de coronapandemie. Wereldwijd steeg de waarde van de transacties in 2021 met 88 procent ten opzichte van 2020, waarmee de waarde eind 2021 zelfs 37 procent boven het pre-coronaniveau lag. De Verenigde Staten en China waren veruit de belangrijkste bestemmingen voor nieuwe directe buitenlandse investeringen. Samen zijn deze landen verantwoordelijk voor 40 procent van de wereldwijde directe investeringstransacties in 2021. De Verenigde Staten waren tevens de bron van bijna een kwart van de nieuwe investeringen in het buitenland, op grote afstand gevolgd door Duitsland en Japan (OESO, 2022).noot3 Ondanks het herstel in 2021 zijn de vooruitzichten voor 2022 uiterst onzeker als gevolg van onder andere de opgelopen geopolitieke spanningen.
Ook in Nederland zitten de inkomende en uitgaande investeringsposities weer in de lift, na een dip in 2020 (zie figuur 8.2.1). De buitenlandse investeringen in Nederland zijn in het coronajaar afgenomen. Niet verrassend, gegeven de wereldwijde onzekerheid als gevolg van de pandemie. Veel buitenlandse bedrijven stelden hun investeringsbeslissingen uit of wijzigden hun plannen. De totale investeringen in Nederland (lees: inkomende investeringen) zijn in 2021 met 4 procent gestegen ten opzichte van 2020 tot 4 709 miljard euro. Nederland behoort hiermee net als de voorgaande jaren tot de landen met de grootste buitenlandse directe investeringen ter wereld. De inkomende investeringspositie ligt nog onder het niveau van 2019, maar de investeringspositie exclusief BFI’s en holdings ligt eind 2021 wel boven het pre-coronaniveau. De uitgaande investeringen van Nederland in het buitenland zijn met 2 procent gestegen ten opzichte van 2020, tot 5 696 miljard euro. Ook bij de uitgaande investeringen werd in 2021 het niveau van 2019 nog niet behaald.
Jaar | Exclusief BFI's en holdings | BFI's en holdings | |
---|---|---|---|
Uitgaand | 2021, Uitgaand | 1984 | 3712 |
Uitgaand | 2020, Uitgaand | 1850 | 3722 |
Uitgaand | 2019, Uitgaand | 1896 | 4039 |
Uitgaand | 2018, Uitgaand | 1838 | 3821 |
Uitgaand | 2017, Uitgaand | 1820 | 3877 |
Uitgaand | 2016, Uitgaand | 1834 | 3697 |
Uitgaand | 2015, Uitgaand | 1644 | 3522 |
Inkomend | 2021, Inkomend | 1629 | 3080 |
Inkomend | 2020, Inkomend | 1374 | 3153 |
Inkomend | 2019, Inkomend | 1381 | 3475 |
Inkomend | 2018, Inkomend | 1349 | 3323 |
Inkomend | 2017, Inkomend | 1275 | 3454 |
Inkomend | 2016, Inkomend | 1254 | 3288 |
Inkomend | 2015, Inkomend | 1209 | 3038 |
Bron: DNB |
Nederland nog steeds een belangrijk doorstroomland
Een groot deel van de binnenkomende directe buitenlandse investeringen stroomt Nederland weer uit zonder waarde toe te voegen aan de reële economie. Dit geldt zowel voor de geldstromen van BFI’s als van holdings. BFI’s en holdings hebben weinig werknemers, zijn vaak niet fysiek in ons land gevestigd en hun (eventuele) activiteit bestaat voornamelijk uit financiële dienstverlening binnen de eigen ondernemingsgroep. Nederland fungeert voor deze entiteiten voornamelijk als doorstroomland. Andere belangrijke Europese doorstroomlanden zijn bijvoorbeeld Ierland en Luxemburg.
Nederland is van oudsher populair als doorstroomland vanwege o.a. het fiscale stelsel.
Nederland stond in 2021 op plek vier van de Corporate Tax Haven Index van het Tax Justice Network (TJN). Deze ranglijst geeft weer welke landen multinationals het meest helpen om weinig belasting te betalen en bestaat uit een score voor fiscale aantrekkelijkheid van het land en een score voor de financiële activiteit van multinationals in het land. Hoewel Nederland gemeten naar fiscale aantrekkelijkheid buiten de top-10 staat, scoort Nederland hoog op de index omdat een relatief groot deel van de wereldwijde directe investeringen door Nederland loopt. Het uitgebreide verdragennetwerk, de deelnemingsvrijstelling en het (tot 2021) ontbreken van bronbelasting op dividend, rente en royalty’s maken het voor multinationals namelijk aantrekkelijk om inkomens via Nederland te laten stromen. In de afgelopen jaren heeft Nederland, mede vanwege de toenemend kritische houding van de (inter)nationale politiek, verschillende maatregelen genomen om fiscale doorstroom minder aantrekkelijk te maken (Commissie Doorstroomvennootschappen, 2021).
BFI’s en holdings zijn verantwoordelijk voor maar liefst 65 procent van de inkomende en uitgaande directe investeringen in Nederland. De inkomende investeringspositie van BFI’s en holdings is in 2021 licht gedaald (–2 procent) tot 3 080 miljard euro ten opzichte van 2020. De inkomende investeringspositie van de overige sectoren (sectoren die niet BFI’s of holdings zijn, bijvoorbeeld niet-financiële instellingen, de financiële instellingen, overheid of huishoudens) is met maar liefst 19 procent gestegen tot 1 629 miljard. De uitgaande investeringspositie van de BFI’s en holdings is in 2021 nagenoeg constant gebleven en bedroeg eind 2021 3 712 miljard euro, terwijl voor de overige sectoren sprake was van een toename van 7 procent tot 1 984 miljard.
Ook wanneer we de doorstroom buiten beschouwing laten, behoort Nederland wereldwijd tot de grootste directe investeringslanden. Exclusief BFI’snoot4 is Nederland, net als vorig jaar, de op een na grootste speler wat betreft de uitgaande directe investeringspositie, na de Verenigde Staten. Inkomend is Nederland na de Verenigde Staten, China en het Verenigd Koninkrijk de nummer vier (OESO, 2022). Aangezien doorstroom via holdings eveneens nauwelijks een bijdrage levert aan de Nederlandse economie, is het redelijk om deze net als BFI’s buiten beschouwing te laten bij de hierop volgende analyse naar de geografie van directe investeringspartners.
Meeste directe investeringen uit de VS
Net als in 2020 vonden in 2021 de meeste investeringen in Nederland plaats door Amerikaanse bedrijven. Van de totale inkomende directe investeringspositie in Nederland kwam in 2021 ongeveer 20 procent uit de Verenigde Staten, na correctie voor investeringen via BFI’s en holdings. Zoals weergegeven in figuur 8.2.2 completeren het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Luxemburg en Frankrijk de top-5 van in Nederland investerende landen. De structurele hoge plaats van Luxemburg als één van de belangrijkste investeringspartners komt doordat de getoonde rangorde betrekking heeft op het land waar de investering direct vandaan komt. Vaak bestaat echter een verschil tussen waar de investering direct vandaan komt en het land waar het hoofdkantoor van een onderneming zich bevindt. Luxemburg is net als Nederland een doorstroomland en dankt haar positie in de top-5 aan haar rol als belangrijke ‘tussenschakel’ tussen de oorspronkelijke eigenaar en het Nederlandse bedrijf waarin er wordt geïnvesteerd (Hagendoorn, 2020). De opvallende stijging van Frankijk op de ranglijst komt voor rekening van bedrijven in de auto-industrie en informatie en communicatiesector.
Verenigde Staten | Verenigd Koninkrijk | Duitsland | Luxemburg | Frankrijk | |
---|---|---|---|---|---|
2015 | 2 | 4 | 3 | 1 | 8 |
2016 | 1 | 4 | 3 | 2 | 10 |
2017 | 4 | 1 | 3 | 2 | 9 |
2018 | 4 | 2 | 1 | 3 | 8 |
2019 | 2 | 4 | 1 | 3 | 5 |
2020 | 1 | 4 | 2 | 3 | 6 |
2021 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
Verenigd Koninkrijk | Verenigde Staten | Duitsland | Zwitserland | Brazilië | |
---|---|---|---|---|---|
2015 | 2 | 1 | 4 | 3 | 5 |
2016 | 2 | 1 | 5 | 3 | 4 |
2017 | 1 | 2 | 4 | 3 | 5 |
2018 | 3 | 1 | 5 | 2 | 4 |
2019 | 1 | 2 | 4 | 3 | 5 |
2020 | 2 | 1 | 3 | 4 | 5 |
2021 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
De top-5 van landen waar Nederland in investeert wordt de afgelopen jaren afwisselend aangevoerd door het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, zoals te zien in figuur 8.2.3. In 2021 zijn deze twee landen gezamenlijk verantwoordelijk voor bijna 30 procent van de Nederlandse uitgaande directe investeringspositie, na correctie voor BFI’s en holdings. De structurele plek voor Brazilië in de top-5 is voornamelijk toe te schrijven aan bedrijven in de olie-industrie.
Toenemend belang Verenigd Koninkrijk als investeringspartner
Mede dankzij de verhuizing van het hoofdkantoor van Shell klimt het Verenigd Koninkrijk naar de 2e plaats van inkomende investeringspartners. De verhuizing van Shell van Nederland naar het Verenigd Koninkrijk per 31 december 2021 zorgt voor een toename van de inkomende investeringen in Nederland. Dit komt doordat de nog in Nederland gevestigde bedrijfsonderdelen nu een buitenlandse eigenaar hebben. Op het moment van verhuizen bedroeg de beurswaarde van de toen nog Royal Dutch Shell geheten entiteit ongeveer 150 miljard euro. In 2020 verhuisde met Unilever ook al een (voorheen) Nederlandse multinational naar het Verenigd Koninkrijk.
Sterke toename aandeel kapitaaldeelnemingen
Om een indicatie van structurele investeringsactiviteit te krijgen kan worden gekeken naar het aandeel van kapitaaldeelnemingen in de investeringspositie. Een investeringspositie kan opgesplitst worden in kapitaaldeelnemingen (inclusief herinvesteringen) en onderlinge schulden. Kapitaaldeelnemingen zijn een goede graadmeter voor nieuwe investeringen, zoals bijvoorbeeld oprichtingen, fusies en overnames. Schuldstromen zijn vaak gedreven door fiscale doelen of de korte termijn financieringsbehoefte van multinationals en zijn een minder goede graadmeter voor de bijdrage van directe investeringen aan economische groei (Hemmerlé, 2021).
In 2021 zijn de kapitaaldeelnemingen aan de ontvangstenkant toegenomen tot ruim boven het niveau van voor de coronacrisis, zie figuur 8.2.4. Kapitaaldeelnemingen zijn over het algemeen minder volatiel dan leningen en een betere indicator voor structurele directe investeringsposities. De forse stijging van de deelnemingen is mede te danken aan de verhuizing van het hoofdkantoor van Shell naar het Verenigd Koninkrijk. De schuldpositie is licht hoger dan voor de coronacrisis. Ook aan de uitgavenkant is de grotere investeringspositie voornamelijk toe te schrijven aan toegenomen kapitaaldeelnemingen.
Jaar | Deelnemingen | Schulden | |
---|---|---|---|
Uitgaand | 2021, Uitgaand | 1400 | 584 |
Uitgaand | 2020, Uitgaand | 1289 | 560 |
Uitgaand | 2019, Uitgaand | 1336 | 560 |
Uitgaand | 2018, Uitgaand | 1305 | 533 |
Uitgaand | 2017, Uitgaand | 1304 | 515 |
Uitgaand | 2016, Uitgaand | 1333 | 500 |
Uitgaand | 2015, Uitgaand | 1184 | 460 |
Inkomend | 2021, Inkomend | 1225 | 404 |
Inkomend | 2020, Inkomend | 989 | 385 |
Inkomend | 2019, Inkomend | 960 | 421 |
Inkomend | 2018, Inkomend | 931 | 418 |
Inkomend | 2017, Inkomend | 894 | 381 |
Inkomend | 2016, Inkomend | 873 | 381 |
Inkomend | 2015, Inkomend | 808 | 401 |
Bron: DNB |
8.3Multinationals in Nederland
In deze paragraaf wordt ingezoomd op multinationals in Nederland; de grote actoren achter de internationale investeringsstromen en internationale handel. Hoeveel multinationals telt het Nederlandse bedrijfsleven? Hoeveel staan er onder buitenlandse zeggenschap? Hoe belangrijk zijn deze bedrijven voor de werkgelegenheid in het Nederlandse bedrijfsleven en de internationale goederen- en dienstenhandel? Deze en andere vragen worden beantwoord aan de hand van Inward en Outward Foreign Affiliates Statistics voor de periode 2010–2020.
Een multinational is een onderneming die de uiteindelijke zeggenschap heeft over bedrijven in twee of meer landen. Het belang van multinationals voor de Nederlandse economie is groot, onder andere op het gebied van de totale toegevoegde waarde en de werkgelegenheid. Ook dragen multinationals relatief veel bij aan technologische innovaties (CBS, 2018a). Tenslotte zijn multinationals belangrijke toegangspoorten tot internationale markten en verbinden zij de binnenlandse waardeketen met de wereldwijde waardeketen (Cadestin et al., 2019; CBS, 2018b). In een globaliserende en digitale wereld is Nederland, als handelsland bij uitstek, relatief afhankelijk van de internationale economie en multinationals voor haar welvaart.
In 10 jaar tijd vonden 23 procent meer multinationals de weg naar ons land
Allereerst brengen we de ontwikkeling van het aantal multinationals in kaart voor de periode 2010–2020, zie figuur 8.3.1. Ten opzichte van 2010 is het aantal multinationals met bijna 23 procent gegroeid. Zo waren er in 2020 24 345 multinationals actief in het Nederlandse bedrijfsleven. Dit komt neer op ongeveer 1,8 procent van het totale Nederlandse bedrijfsleven. Ondanks dat het aantal multinationals groeit, blijft het aandeel in het bedrijfsleven van jaar tot jaar vrijwel gelijk. Dat komt doordat het aantal niet-multinationals (vooral zelfstandig ondernemers en zzp-ers) ook is gegroeid. Deze groep bedrijven en eenpitters groeide met 44 procent in de periode 2010–2020.
Recordaantal buitenlandse multinationals koos voor Nederland
Het CBS maakt een onderscheid tussen Nederlandse en buitenlandse multinationals. De eerste groep omvat bedrijven onder (ultieme) Nederlandse zeggenschap met dochters (meerderheidsdeelnemingen) in het buitenland. De tweede groep bestaat uit in Nederland gevestigde buitenlandse dochterondernemingen, waarover de uiteindelijke zeggenschap in het buitenland ligt. Nederland staat in internationaal uitdagende tijden nog steeds goed op de kaart bij buitenlandse bedrijven: bijna 60 procent van de multinationals in 2020 stond onder buitenlandse zeggenschap (zie figuur 8.3.1). Buitenlandse multinationals zijn goed voor een aanzienlijk deel van de productie, innovatie-uitgaven en internationale handel van Nederland (CBS, 2018). Het valt op dat de toename in het aantal multinationals in de periode 2010–2020 vooral wordt veroorzaakt door de grote stijging van het aantal buitenlandse multinationals (deze groei was bijna 70 procent). Het aantal buitenlandse multinationals was in 2020 daarmee nog nooit zo groot, terwijl het aantal Nederlandse multinationals in 2020 licht daalde. Het aantal Nederlandse multinationals liet tussen 2010 en 2020 een daling zien van ongeveer 13 procent.noot5
Jaar | Buitenlandse multinationals | Nederlandse multinationals |
---|---|---|
2010 | 8580 | 11265 |
2011 | 10520 | 10335 |
2012 | 10845 | 9865 |
2013 | 11970 | 9570 |
2014 | 12340 | 9770 |
2015 | 12615 | 9665 |
2016 | 13145 | 9775 |
2017 | 13940 | 9890 |
2018 | 14155 | 9800 |
2019* | 14475 | 10315 |
2020* | 14525 | 9820 |
Er zijn verschillende redenen waarom buitenlandse bedrijven zich in Nederland willen vestigen. Zo heeft Nederland een erg gunstige ligging in Europa, een sterk ontwikkelde logistieke en data-infrastructuur, een relatief hoogopgeleide bevolking en een gunstig fiscaal vestigingsklimaat. Ook de Brexit is een mogelijke verklaring voor de verdere toename van het aantal bedrijven onder buitenlandse zeggenschap in ons land. Veel bedrijven in het Verenigd Koninkrijk ondervinden na de Brexit namelijk problemen door extra administratie, douane-procedures, btw-aangifte, langere levertijden en een vertraagd bereik van de Europese afzetmarkt. Een vestiging openen in de EU, bijvoorbeeld in Nederland, is een manier om de nieuwe muur van bureaucratie deels te ontlopen, vanwege noodzakelijke EU-vergunningen of het kunnen blijven aantrekken van Europees talent (zie bijvoorbeeld Rijksoverheid, 2020). Sinds het Brexit-referendum in 2016 hebben bijna 220 Britse bedrijven voor ons land gekozen (Rijksoverheid, 2021).
Bijna 4 op de 10 werkzame personen werkt bij een multinational
In 2020 was ongeveer 37 procent van de werkzame personen in het Nederlandse bedrijfsleven, ofwel 2,3 miljoen mensen, in dienst van een multinationale onderneming. Dit aandeel is in de periode 2010–2020 vrijwel gelijk gebleven. Kijken we naar absolute aantallen, dan komt naar voren dat het aantal werknemers bij multinationals met 405 duizend is toegenomen ten opzichte van 2010. Uit figuur 8.3.2 blijkt dat deze toename zich grotendeels voordeed bij buitenlandse multinationals.
Jaar | Buitenlandse multinationals | Nederlandse multinationals |
---|---|---|
2010 | 819 | 1084 |
2011 | 854 | 1052 |
2012 | 857 | 1153 |
2013 | 872 | 1149 |
2014 | 868 | 1208 |
2015 | 918 | 1245 |
2016 | 965 | 1286 |
2017 | 1017 | 1324 |
2018 | 1055 | 1377 |
2019* | 1096 | 1277 |
2020* | 1092 | 1216 |
Krimp in werkgelegenheid vooral bij bestaande bedrijven
In 2020 was een afname te zien in de werkgelegenheid binnen Nederlandse multinationals, zie figuur 8.3.3 voor een decompositie van de krimp. De grootste daling deed zich voor in de bedrijfstakken horeca, de verhuur en handel van onroerend goed, en in de verhuur en overige zakelijke diensten (bijv. schoonmaakbedrijven, arbeidsbemiddelaars of reisbureaus); bedrijfstakken die relatief sterk te lijden hadden onder de coronacrisis. Het overgrote deel van de afname in werkgelegenheid bij Nederlandse multinationals was autonome krimp (intensieve marge), ofwel krimp in het personeelsbestand van bestaande bedrijven, en in mindere mate door overname door een buitenlands bedrijf of door een opheffing (extensieve marge). Buitenlandse multinationals kenden een kleinere daling in het aantal werkzame personen in 2020. Hier daalde het aantal werkzame personen door autonome krimp en bedrijfsopheffingen, maar dit werd voor een groot deel gecompenseerd door een groei in werkgelegenheid bij nieuw opgerichte buitenlandse multinationals en overnames van Nederlandse bedrijven door buitenlandse bedrijven.
Groei/krimp bij bestaande bedrijven | Opheffingen | Overnames | Oprichtingen | Overige mutaties | |
---|---|---|---|---|---|
Buitenlandse multinationals | -26 | -10 | 13 | 18 | 1 |
Nederlandse multinationals | -52 | -9 | -4 | 1 | 2 |
Bij alle Nederlandse multinationals samen werkten in 2020 circa 124 duizend personen méér (afgerond 1,2 miljoen) dan bij de groep van buitenlandse multinationals (1,1 miljoen). Kijken we naar het gemiddeld aantal werkzame personen per soort bedrijf, dan blijkt dat de doorsnee Nederlandse multinational circa 18 mensen in dienst had, en gemiddeld 122 werkzame personen. De mediane buitenlandse multinational had 7 mensen in dienst, en het gemiddelde lag op 74 werkzame personen. Bij niet-multinationals werkten gemiddeld 3 werkzame personen per bedrijf in 2020 en was de mediaan 1. Dat toont aan dat de gemiddelde werkgelegenheid bij multinationals zo hoog uitvalt door een aantal hele grote werkgevers die het gemiddelde naar boven trekken. De doorsnee multinational is qua werkgelegenheid bescheidener in omvang.
In welke bedrijfstakken zijn multinationals vooral actief?
Het grootste aandeel van de multinationals in Nederland is actief in de groot- en detailhandel, gevolgd door de specialistische zakelijke dienstverlening en de industrie. In figuur 8.3.4 is te zien dat de verdeling van multinationals naar bedrijfstak sterk verschilt van het totale Nederlandse bedrijfsleven (multinationals plus niet-multinationals). Zo maakt ongeveer 30 procent van de bedrijven in het totale Nederlandse bedrijfsleven deel uit van de sector specialistische zakelijke dienstverlening, tegen respectievelijk 16 en 19 procent van de buitenlandse en Nederlandse multinationals.
Veel buitenlandse multinationals zijn actief in de groot- en detailhandel (zie figuur 8.3.4): 38 procent van de buitenlandse multinationals versus 30 procent van de Nederlandse multinationals behoort hiertoe. In het totale Nederlandse bedrijfsleven is dit ongeveer een vijfde van alle bedrijven. De reden dat buitenlandse multinationals relatief actiever in deze sector zijn, is dat Nederland relatief veel groothandelaren kent met een buitenlands moederbedrijf of een buitenlands dochterbedrijf. Dit heeft te maken met de aard van de activiteiten die groot- en detailhandelaren in Nederland ontplooien. Deze bedrijven vormen een onmisbare schakel tussen binnenlandse en buitenlandse leveranciers en afnemers, leveren ondersteunende diensten en verbinden zodoende vele sectoren in binnen- en buitenland. Daarbij is de groothandel bij uitstek een bedrijfstak die andere bedrijfstakken in staat stelt hun goederen en diensten in het buitenland af te zetten, of uit het buitenland te betrekken (Wong, 2019; Notten & Wong, 2019). Daarnaast worden grote buitenlandse industriële bedrijven, denk bijvoorbeeld aan Japanse autofabrikanten die in Nederland een Europees logistiek centrum hebben, vaak als groothandel aangemerkt (Van den Berg & Mounir, 2019).
Type bedrijf | Industrie | Groot- en detailhandel | Vervoer en opslag | Informatie en communicatie | Specialistische zakelijke diensten | Verhuur en overige zakelijke diensten | Overige bedrijfstakken |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Buitenlandse multinationals | 13,9 | 37,8 | 6,5 | 12,3 | 16,2 | 5,2 | 8,1 |
Nederlandse multinationals | 17,2 | 30,4 | 6,2 | 9,6 | 18,5 | 6,4 | 11,7 |
Totale Nederlandse bedrijfsleven | 5,6 | 20,4 | 4,1 | 8,2 | 30,3 | 6,9 | 24,5 |
Multinationals in groot- en detailhandel bieden werk aan 663 duizend personen
Uit figuur 8.3.5 blijkt dat bedrijfstak groot- en detailhandel de grootste werkgever in het totale Nederlandse bedrijfsleven is. Dit geldt ook voor de werkgelegenheid bij multinationals. Ongeveer 30 procent van alle werkzame personen in loondienst bij buitenlandse multinationals was in 2020 actief in de groot- en detailhandel. Voor Nederlandse multinationals was dit 28 procent. Met een aandeel van 22 procent is de industrie, binnen de groep buitenlandse multinationals, de tweede grootste werkgever. Voor werknemers van Nederlandse multinationals is dit de bedrijfstak verhuur en overige zakelijke diensten: bijna een kwart is werkzaam in deze bedrijfstak, waartoe uitzendbureaus en arbeidsbemiddelaars behoren. Kijken we door de jaren heen, dan blijkt dat de grootste toename in het aantal werkzame personen binnen de groep buitenlandse multinationals zich voordoet bij de bedrijfstak informatie en communicatie. Interessant is dat ondanks dat de specialistische zakelijke diensten in 2020 een van de grotere sectoren was qua aantal multinationals, er relatief weinig werkzame personen in loondienst waren: 7 procent van de werknemers bij buitenlandse multinationals en 9 procent van de werknemers van Nederlandse multinationals.
Type bedrijf | Industrie | Groot- en detailhandel | Vervoer en opslag | Informatie en communicatie | Specialistische zakelijke diensten | Verhuur en overige zakelijke diensten | Overige bedrijfstakken |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Buitenlandse multinationals | 21,6 | 30,0 | 10,7 | 9,4 | 7,2 | 12,4 | 8,6 |
Nederlandse multinationals | 15,7 | 27,5 | 9,3 | 5,1 | 8,8 | 24,0 | 9,5 |
Totale Nederlandse bedrijfsleven | 13,0 | 26,0 | 6,9 | 5,9 | 13,3 | 16,5 | 18,5 |
Bijna 2 900 Amerikaanse multinationals actief in Nederland
Door de tijd heen is er weinig veranderd in de top-10 herkomstlanden van buitenlandse multinationals. De meeste buitenlandse multinationals in het Nederlandse bedrijfsleven staan nog steeds onder Amerikaanse, Duitse, Britse, Belgische of Franse zeggenschap, zie figuur 8.3.6. Samen vormen deze vijf landen meer dan 65 procent van alle buitenlandse bedrijven in Nederland. Met circa 2 900 bedrijven onder Amerikaanse zeggenschap is de VS nog steeds onze belangrijkste investeringspartner als het gaat om het aantal multinationals dat actief is in Nederland. Dat komt neer op 21 procent van alle bedrijven onder buitenlandse zeggenschap. Duitsland volgde, met 2 200 bedrijven in Nederland, op ruime afstand. Ten opzichte van voorgaande jaren is er een stijging te zien in het aantal Britse bedrijven in Nederland, mogelijk in aanloop naar de Brexit en zodoende een aanwezigheid in de Europese Unie zeker te stellen (NOS, 2021).