Buitenlandse investeringen en multinationals
Internationalisering en directe buitenlandse investeringen hebben een duidelijke positieve impact op de productiviteitsgroei en uiteindelijk de welvaart van een land. Buitenlandse investeringen zijn dan ook belangrijk voor landen, omdat daarmee buitenlands kapitaal wordt binnengebracht en ze een belangrijke bijdrage aan de economie kunnen leveren. Nederland is als stabiele economische hub aantrekkelijk voor buitenlandse bedrijven. Multinationals zijn belangrijke actoren in deze directe buitenlandse investeringen en zijn derhalve interessant om in dit hoofdstuk nader te bestuderen. In dit hoofdstuk komen eerst de inkomende en uitgaande directe investeringen in en door Nederland aan bod. Daarna wordt ingezoomd op de multinationals, waarbij onderscheid gemaakt wordt naar multinationals onder buitenlandse of Nederlandse zeggenschap.
8.1Belangrijkste bevindingen
Wereldwijd is een herstel zichtbaar van de directe investeringen ten opzichte van het coronajaar 2020. Ook de inkomende en uitgaande directe investeringspositie van Nederland laat in 2021 een stevig herstel zien, maar ligt nog onder het niveau van 2019. Desondanks blijft Nederland een van de belangrijkste spelers op het wereldtoneel op het gebied van directe investeringen. Evenals in voorgaande jaren stroomt een aanzienlijk deel van de directe investeringen die Nederland binnenkomen door naar het buitenland; circa 65 procent van de directe investeringen komt voor rekening van Bijzondere Financiële Instellingen (BFI’s) en houdstermaatschappijen (holdings).
Ook als de geldstromen van BFI’s buiten beschouwing worden gelaten, behoorde Nederland in 2021 nog steeds tot de vijf landen waarin het meest geïnvesteerd wordt. De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland zijn zowel de grootste directe investeerders in Nederland als de landen waarin het meest wordt geïnvesteerd door Nederlandse entiteiten. Noemenswaardig in dit opzicht is de verhuizing van het hoofdkantoor van Shell naar het Verenigd Koninkrijk, wat heeft gezorgd voor een forse toename van directe investeringen vanuit het Verenigd Koninkrijk (in bedrijfsonderdelen die in Nederland zijn achtergebleven).
Multinationals zijn belangrijke actoren in de internationale investeringsstromen van en naar Nederland.noot1 In 2020 waren ruim 24 duizend multinationals actief in ons land; dat zijn er 9 procent minder dan in 2019. Multinationals vormen een kleine 2 procent van alle bedrijven in het Nederlandse bedrijfsleven (ruim 1,3 miljoen bedrijven in 2020).noot2 Ondanks dat het aantal multinationals in Nederland in de periode 2010–2020 is gegroeid, blijft het aandeel in het bedrijfsleven relatief stabiel omdat er ook veel niet-multinationale bedrijven bijgekomen zijn. In 2020 stond bijna 60 procent van de multinationals onder buitenlandse zeggenschap en afgerond 40 procent onder Nederlandse zeggenschap. De daling in het aantal multinationals in 2020 kwam volledig voor rekening van Nederlandse multinationals.
Multinationals boden in 2020 werk aan 2,3 miljoen mensen in Nederland; een daling van een half procent ten opzichte van 2019. Daarmee waren multinationals in 2020 goed voor 37 procent van de totale werkgelegenheid in het Nederlandse bedrijfsleven. Vooral bij Nederlandse multinationals in de bedrijfstakken horeca en de verhuur en overig zakelijke diensten daalde de werkgelegenheid in 2020. Deze laatste bedrijfstak is de bedrijfstak waar Nederlandse multinationals de meeste personen werk verschaffen; hiertoe behoren bijvoorbeeld arbeidsbemiddelaars en uitzendbureaus. Buitenlandse multinationals verschaffen het meeste werk in de groot- en detailhandel en in de industrie.
Circa 68 procent van de multinationals in Nederland is een two-way trader, en heeft dus zowel import als export van goederen en/of diensten. Tussen de 80 en 85 procent van de goederenhandel, en meer dan 90 procent van de dienstenhandel van het bedrijfsleven komt voor rekening van multinationals. Daarbij spelen buitenlandse multinationals een grote rol: twee derde van de goederenhandel en 90 procent van de dienstenhandel van multinationals komt voor rekening van buitenlandse multinationals. De goederen- en dienstenhandel van multinationals liet in coronajaar 2020 een krimp zien. Bij de goederenhandel daalde vooral de in- en uitvoerwaarde van Nederlandse multinationals in de industrie, specialistische zakelijke diensten, energievoorziening en de groot- en detailhandel. De krimp in de dienstenhandel in 2020 kwam vooral voor rekening van buitenlandse multinationals. Aan de invoerzijde hadden vooral buitenlandse multinationals in de verhuur en overig zakelijke dienstverlening en in de industrie minder dienstenimport. Aan de uitvoerkant varieerde het beeld meer.
De meeste buitenlandse multinationals in Nederland stonden in 2019 onder Amerikaanse zeggenschap (bijna 3 duizend bedrijven). Multinationals uit de VS, het VK, Duitsland, België en Frankrijk vormen meer dan 65 procent van de buitenlandse bedrijven in Nederland. Op hun beurt hadden Nederlandse multinationals in 2019 de meeste dochterbedrijven in Duitsland (2 900) gevolgd door de Verenigde Staten (1 900). Ten opzichte van 2018 is het aantal Nederlandse dochterondernemingen in Duitsland flink gegroeid (+330), evenals in China (+35). Nederlandse dochterondernemingen in Duitsland boden in 2019 werk aan circa 350 duizend mensen; een groei van ruim 6 procent ten opzichte van 2018. In de VS bieden Nederlandse bedrijven werk aan circa 300 duizend mensen, ofwel 2 procent meer dan in 2018. In Polen, Frankrijk en Italië daalde de werkgelegenheid bij Nederlandse filialen.
8.2Macro-overzicht directe buitenlandse investeringen
In deze paragraaf wordt ingegaan op de directe investeringspositie van Nederland, gebaseerd op macro-cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB) en OESO. Een onderneming met directe investeringen uit het buitenland is een onderneming waarin een investeerder uit een ander land tenminste 10 procent bezit van het gewone aandelenkapitaal of van de stemrechten of het equivalent daarvan. Het gaat hierbij om een blijvend belang en om verkrijging van substantiële invloed in het management van de onderneming bijvoorbeeld door een fusie, overname, bouw van nieuwe faciliteiten, herinvestering van winsten uit overzeese activiteiten of leningen tussen onderdelen van de onderneming.
Directe buitenlandse investeringen herstellen na coronadip
In 2021 herstelden de wereldwijde buitenlandse investeringstransacties zich tot ruim boven het niveau van voor de coronapandemie. Wereldwijd steeg de waarde van de transacties in 2021 met 88 procent ten opzichte van 2020, waarmee de waarde eind 2021 zelfs 37 procent boven het pre-coronaniveau lag. De Verenigde Staten en China waren veruit de belangrijkste bestemmingen voor nieuwe directe buitenlandse investeringen. Samen zijn deze landen verantwoordelijk voor 40 procent van de wereldwijde directe investeringstransacties in 2021. De Verenigde Staten waren tevens de bron van bijna een kwart van de nieuwe investeringen in het buitenland, op grote afstand gevolgd door Duitsland en Japan (OESO, 2022).noot3 Ondanks het herstel in 2021 zijn de vooruitzichten voor 2022 uiterst onzeker als gevolg van onder andere de opgelopen geopolitieke spanningen.
Ook in Nederland zitten de inkomende en uitgaande investeringsposities weer in de lift, na een dip in 2020 (zie figuur 8.2.1). De buitenlandse investeringen in Nederland zijn in het coronajaar afgenomen. Niet verrassend, gegeven de wereldwijde onzekerheid als gevolg van de pandemie. Veel buitenlandse bedrijven stelden hun investeringsbeslissingen uit of wijzigden hun plannen. De totale investeringen in Nederland (lees: inkomende investeringen) zijn in 2021 met 4 procent gestegen ten opzichte van 2020 tot 4 709 miljard euro. Nederland behoort hiermee net als de voorgaande jaren tot de landen met de grootste buitenlandse directe investeringen ter wereld. De inkomende investeringspositie ligt nog onder het niveau van 2019, maar de investeringspositie exclusief BFI’s en holdings ligt eind 2021 wel boven het pre-coronaniveau. De uitgaande investeringen van Nederland in het buitenland zijn met 2 procent gestegen ten opzichte van 2020, tot 5 696 miljard euro. Ook bij de uitgaande investeringen werd in 2021 het niveau van 2019 nog niet behaald.
Jaar | Exclusief BFI's en holdings | BFI's en holdings | |
---|---|---|---|
Uitgaand | 2021, Uitgaand | 1984 | 3712 |
Uitgaand | 2020, Uitgaand | 1850 | 3722 |
Uitgaand | 2019, Uitgaand | 1896 | 4039 |
Uitgaand | 2018, Uitgaand | 1838 | 3821 |
Uitgaand | 2017, Uitgaand | 1820 | 3877 |
Uitgaand | 2016, Uitgaand | 1834 | 3697 |
Uitgaand | 2015, Uitgaand | 1644 | 3522 |
Inkomend | 2021, Inkomend | 1629 | 3080 |
Inkomend | 2020, Inkomend | 1374 | 3153 |
Inkomend | 2019, Inkomend | 1381 | 3475 |
Inkomend | 2018, Inkomend | 1349 | 3323 |
Inkomend | 2017, Inkomend | 1275 | 3454 |
Inkomend | 2016, Inkomend | 1254 | 3288 |
Inkomend | 2015, Inkomend | 1209 | 3038 |
Bron: DNB |
Nederland nog steeds een belangrijk doorstroomland
Een groot deel van de binnenkomende directe buitenlandse investeringen stroomt Nederland weer uit zonder waarde toe te voegen aan de reële economie. Dit geldt zowel voor de geldstromen van BFI’s als van holdings. BFI’s en holdings hebben weinig werknemers, zijn vaak niet fysiek in ons land gevestigd en hun (eventuele) activiteit bestaat voornamelijk uit financiële dienstverlening binnen de eigen ondernemingsgroep. Nederland fungeert voor deze entiteiten voornamelijk als doorstroomland. Andere belangrijke Europese doorstroomlanden zijn bijvoorbeeld Ierland en Luxemburg.
Nederland is van oudsher populair als doorstroomland vanwege o.a. het fiscale stelsel.
Nederland stond in 2021 op plek vier van de Corporate Tax Haven Index van het Tax Justice Network (TJN). Deze ranglijst geeft weer welke landen multinationals het meest helpen om weinig belasting te betalen en bestaat uit een score voor fiscale aantrekkelijkheid van het land en een score voor de financiële activiteit van multinationals in het land. Hoewel Nederland gemeten naar fiscale aantrekkelijkheid buiten de top-10 staat, scoort Nederland hoog op de index omdat een relatief groot deel van de wereldwijde directe investeringen door Nederland loopt. Het uitgebreide verdragennetwerk, de deelnemingsvrijstelling en het (tot 2021) ontbreken van bronbelasting op dividend, rente en royalty’s maken het voor multinationals namelijk aantrekkelijk om inkomens via Nederland te laten stromen. In de afgelopen jaren heeft Nederland, mede vanwege de toenemend kritische houding van de (inter)nationale politiek, verschillende maatregelen genomen om fiscale doorstroom minder aantrekkelijk te maken (Commissie Doorstroomvennootschappen, 2021).
BFI’s en holdings zijn verantwoordelijk voor maar liefst 65 procent van de inkomende en uitgaande directe investeringen in Nederland. De inkomende investeringspositie van BFI’s en holdings is in 2021 licht gedaald (–2 procent) tot 3 080 miljard euro ten opzichte van 2020. De inkomende investeringspositie van de overige sectoren (sectoren die niet BFI’s of holdings zijn, bijvoorbeeld niet-financiële instellingen, de financiële instellingen, overheid of huishoudens) is met maar liefst 19 procent gestegen tot 1 629 miljard. De uitgaande investeringspositie van de BFI’s en holdings is in 2021 nagenoeg constant gebleven en bedroeg eind 2021 3 712 miljard euro, terwijl voor de overige sectoren sprake was van een toename van 7 procent tot 1 984 miljard.
Ook wanneer we de doorstroom buiten beschouwing laten, behoort Nederland wereldwijd tot de grootste directe investeringslanden. Exclusief BFI’snoot4 is Nederland, net als vorig jaar, de op een na grootste speler wat betreft de uitgaande directe investeringspositie, na de Verenigde Staten. Inkomend is Nederland na de Verenigde Staten, China en het Verenigd Koninkrijk de nummer vier (OESO, 2022). Aangezien doorstroom via holdings eveneens nauwelijks een bijdrage levert aan de Nederlandse economie, is het redelijk om deze net als BFI’s buiten beschouwing te laten bij de hierop volgende analyse naar de geografie van directe investeringspartners.
Meeste directe investeringen uit de VS
Net als in 2020 vonden in 2021 de meeste investeringen in Nederland plaats door Amerikaanse bedrijven. Van de totale inkomende directe investeringspositie in Nederland kwam in 2021 ongeveer 20 procent uit de Verenigde Staten, na correctie voor investeringen via BFI’s en holdings. Zoals weergegeven in figuur 8.2.2 completeren het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Luxemburg en Frankrijk de top-5 van in Nederland investerende landen. De structurele hoge plaats van Luxemburg als één van de belangrijkste investeringspartners komt doordat de getoonde rangorde betrekking heeft op het land waar de investering direct vandaan komt. Vaak bestaat echter een verschil tussen waar de investering direct vandaan komt en het land waar het hoofdkantoor van een onderneming zich bevindt. Luxemburg is net als Nederland een doorstroomland en dankt haar positie in de top-5 aan haar rol als belangrijke ‘tussenschakel’ tussen de oorspronkelijke eigenaar en het Nederlandse bedrijf waarin er wordt geïnvesteerd (Hagendoorn, 2020). De opvallende stijging van Frankijk op de ranglijst komt voor rekening van bedrijven in de auto-industrie en informatie en communicatiesector.
Verenigde Staten | Verenigd Koninkrijk | Duitsland | Luxemburg | Frankrijk | |
---|---|---|---|---|---|
2015 | 2 | 4 | 3 | 1 | 8 |
2016 | 1 | 4 | 3 | 2 | 10 |
2017 | 4 | 1 | 3 | 2 | 9 |
2018 | 4 | 2 | 1 | 3 | 8 |
2019 | 2 | 4 | 1 | 3 | 5 |
2020 | 1 | 4 | 2 | 3 | 6 |
2021 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
Verenigd Koninkrijk | Verenigde Staten | Duitsland | Zwitserland | Brazilië | |
---|---|---|---|---|---|
2015 | 2 | 1 | 4 | 3 | 5 |
2016 | 2 | 1 | 5 | 3 | 4 |
2017 | 1 | 2 | 4 | 3 | 5 |
2018 | 3 | 1 | 5 | 2 | 4 |
2019 | 1 | 2 | 4 | 3 | 5 |
2020 | 2 | 1 | 3 | 4 | 5 |
2021 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 |
De top-5 van landen waar Nederland in investeert wordt de afgelopen jaren afwisselend aangevoerd door het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, zoals te zien in figuur 8.2.3. In 2021 zijn deze twee landen gezamenlijk verantwoordelijk voor bijna 30 procent van de Nederlandse uitgaande directe investeringspositie, na correctie voor BFI’s en holdings. De structurele plek voor Brazilië in de top-5 is voornamelijk toe te schrijven aan bedrijven in de olie-industrie.
Toenemend belang Verenigd Koninkrijk als investeringspartner
Mede dankzij de verhuizing van het hoofdkantoor van Shell klimt het Verenigd Koninkrijk naar de 2e plaats van inkomende investeringspartners. De verhuizing van Shell van Nederland naar het Verenigd Koninkrijk per 31 december 2021 zorgt voor een toename van de inkomende investeringen in Nederland. Dit komt doordat de nog in Nederland gevestigde bedrijfsonderdelen nu een buitenlandse eigenaar hebben. Op het moment van verhuizen bedroeg de beurswaarde van de toen nog Royal Dutch Shell geheten entiteit ongeveer 150 miljard euro. In 2020 verhuisde met Unilever ook al een (voorheen) Nederlandse multinational naar het Verenigd Koninkrijk.
Sterke toename aandeel kapitaaldeelnemingen
Om een indicatie van structurele investeringsactiviteit te krijgen kan worden gekeken naar het aandeel van kapitaaldeelnemingen in de investeringspositie. Een investeringspositie kan opgesplitst worden in kapitaaldeelnemingen (inclusief herinvesteringen) en onderlinge schulden. Kapitaaldeelnemingen zijn een goede graadmeter voor nieuwe investeringen, zoals bijvoorbeeld oprichtingen, fusies en overnames. Schuldstromen zijn vaak gedreven door fiscale doelen of de korte termijn financieringsbehoefte van multinationals en zijn een minder goede graadmeter voor de bijdrage van directe investeringen aan economische groei (Hemmerlé, 2021).
In 2021 zijn de kapitaaldeelnemingen aan de ontvangstenkant toegenomen tot ruim boven het niveau van voor de coronacrisis, zie figuur 8.2.4. Kapitaaldeelnemingen zijn over het algemeen minder volatiel dan leningen en een betere indicator voor structurele directe investeringsposities. De forse stijging van de deelnemingen is mede te danken aan de verhuizing van het hoofdkantoor van Shell naar het Verenigd Koninkrijk. De schuldpositie is licht hoger dan voor de coronacrisis. Ook aan de uitgavenkant is de grotere investeringspositie voornamelijk toe te schrijven aan toegenomen kapitaaldeelnemingen.
Jaar | Deelnemingen | Schulden | |
---|---|---|---|
Uitgaand | 2021, Uitgaand | 1400 | 584 |
Uitgaand | 2020, Uitgaand | 1289 | 560 |
Uitgaand | 2019, Uitgaand | 1336 | 560 |
Uitgaand | 2018, Uitgaand | 1305 | 533 |
Uitgaand | 2017, Uitgaand | 1304 | 515 |
Uitgaand | 2016, Uitgaand | 1333 | 500 |
Uitgaand | 2015, Uitgaand | 1184 | 460 |
Inkomend | 2021, Inkomend | 1225 | 404 |
Inkomend | 2020, Inkomend | 989 | 385 |
Inkomend | 2019, Inkomend | 960 | 421 |
Inkomend | 2018, Inkomend | 931 | 418 |
Inkomend | 2017, Inkomend | 894 | 381 |
Inkomend | 2016, Inkomend | 873 | 381 |
Inkomend | 2015, Inkomend | 808 | 401 |
Bron: DNB |
8.3Multinationals in Nederland
In deze paragraaf wordt ingezoomd op multinationals in Nederland; de grote actoren achter de internationale investeringsstromen en internationale handel. Hoeveel multinationals telt het Nederlandse bedrijfsleven? Hoeveel staan er onder buitenlandse zeggenschap? Hoe belangrijk zijn deze bedrijven voor de werkgelegenheid in het Nederlandse bedrijfsleven en de internationale goederen- en dienstenhandel? Deze en andere vragen worden beantwoord aan de hand van Inward en Outward Foreign Affiliates Statistics voor de periode 2010–2020.
Een multinational is een onderneming die de uiteindelijke zeggenschap heeft over bedrijven in twee of meer landen. Het belang van multinationals voor de Nederlandse economie is groot, onder andere op het gebied van de totale toegevoegde waarde en de werkgelegenheid. Ook dragen multinationals relatief veel bij aan technologische innovaties (CBS, 2018a). Tenslotte zijn multinationals belangrijke toegangspoorten tot internationale markten en verbinden zij de binnenlandse waardeketen met de wereldwijde waardeketen (Cadestin et al., 2019; CBS, 2018b). In een globaliserende en digitale wereld is Nederland, als handelsland bij uitstek, relatief afhankelijk van de internationale economie en multinationals voor haar welvaart.
In 10 jaar tijd vonden 23 procent meer multinationals de weg naar ons land
Allereerst brengen we de ontwikkeling van het aantal multinationals in kaart voor de periode 2010–2020, zie figuur 8.3.1. Ten opzichte van 2010 is het aantal multinationals met bijna 23 procent gegroeid. Zo waren er in 2020 24 345 multinationals actief in het Nederlandse bedrijfsleven. Dit komt neer op ongeveer 1,8 procent van het totale Nederlandse bedrijfsleven. Ondanks dat het aantal multinationals groeit, blijft het aandeel in het bedrijfsleven van jaar tot jaar vrijwel gelijk. Dat komt doordat het aantal niet-multinationals (vooral zelfstandig ondernemers en zzp-ers) ook is gegroeid. Deze groep bedrijven en eenpitters groeide met 44 procent in de periode 2010–2020.
Recordaantal buitenlandse multinationals koos voor Nederland
Het CBS maakt een onderscheid tussen Nederlandse en buitenlandse multinationals. De eerste groep omvat bedrijven onder (ultieme) Nederlandse zeggenschap met dochters (meerderheidsdeelnemingen) in het buitenland. De tweede groep bestaat uit in Nederland gevestigde buitenlandse dochterondernemingen, waarover de uiteindelijke zeggenschap in het buitenland ligt. Nederland staat in internationaal uitdagende tijden nog steeds goed op de kaart bij buitenlandse bedrijven: bijna 60 procent van de multinationals in 2020 stond onder buitenlandse zeggenschap (zie figuur 8.3.1). Buitenlandse multinationals zijn goed voor een aanzienlijk deel van de productie, innovatie-uitgaven en internationale handel van Nederland (CBS, 2018). Het valt op dat de toename in het aantal multinationals in de periode 2010–2020 vooral wordt veroorzaakt door de grote stijging van het aantal buitenlandse multinationals (deze groei was bijna 70 procent). Het aantal buitenlandse multinationals was in 2020 daarmee nog nooit zo groot, terwijl het aantal Nederlandse multinationals in 2020 licht daalde. Het aantal Nederlandse multinationals liet tussen 2010 en 2020 een daling zien van ongeveer 13 procent.noot5
Jaar | Buitenlandse multinationals | Nederlandse multinationals |
---|---|---|
2010 | 8580 | 11265 |
2011 | 10520 | 10335 |
2012 | 10845 | 9865 |
2013 | 11970 | 9570 |
2014 | 12340 | 9770 |
2015 | 12615 | 9665 |
2016 | 13145 | 9775 |
2017 | 13940 | 9890 |
2018 | 14155 | 9800 |
2019* | 14475 | 10315 |
2020* | 14525 | 9820 |
Er zijn verschillende redenen waarom buitenlandse bedrijven zich in Nederland willen vestigen. Zo heeft Nederland een erg gunstige ligging in Europa, een sterk ontwikkelde logistieke en data-infrastructuur, een relatief hoogopgeleide bevolking en een gunstig fiscaal vestigingsklimaat. Ook de Brexit is een mogelijke verklaring voor de verdere toename van het aantal bedrijven onder buitenlandse zeggenschap in ons land. Veel bedrijven in het Verenigd Koninkrijk ondervinden na de Brexit namelijk problemen door extra administratie, douane-procedures, btw-aangifte, langere levertijden en een vertraagd bereik van de Europese afzetmarkt. Een vestiging openen in de EU, bijvoorbeeld in Nederland, is een manier om de nieuwe muur van bureaucratie deels te ontlopen, vanwege noodzakelijke EU-vergunningen of het kunnen blijven aantrekken van Europees talent (zie bijvoorbeeld Rijksoverheid, 2020). Sinds het Brexit-referendum in 2016 hebben bijna 220 Britse bedrijven voor ons land gekozen (Rijksoverheid, 2021).
Bijna 4 op de 10 werkzame personen werkt bij een multinational
In 2020 was ongeveer 37 procent van de werkzame personen in het Nederlandse bedrijfsleven, ofwel 2,3 miljoen mensen, in dienst van een multinationale onderneming. Dit aandeel is in de periode 2010–2020 vrijwel gelijk gebleven. Kijken we naar absolute aantallen, dan komt naar voren dat het aantal werknemers bij multinationals met 405 duizend is toegenomen ten opzichte van 2010. Uit figuur 8.3.2 blijkt dat deze toename zich grotendeels voordeed bij buitenlandse multinationals.
Jaar | Buitenlandse multinationals | Nederlandse multinationals |
---|---|---|
2010 | 819 | 1084 |
2011 | 854 | 1052 |
2012 | 857 | 1153 |
2013 | 872 | 1149 |
2014 | 868 | 1208 |
2015 | 918 | 1245 |
2016 | 965 | 1286 |
2017 | 1017 | 1324 |
2018 | 1055 | 1377 |
2019* | 1096 | 1277 |
2020* | 1092 | 1216 |
Krimp in werkgelegenheid vooral bij bestaande bedrijven
In 2020 was een afname te zien in de werkgelegenheid binnen Nederlandse multinationals, zie figuur 8.3.3 voor een decompositie van de krimp. De grootste daling deed zich voor in de bedrijfstakken horeca, de verhuur en handel van onroerend goed, en in de verhuur en overige zakelijke diensten (bijv. schoonmaakbedrijven, arbeidsbemiddelaars of reisbureaus); bedrijfstakken die relatief sterk te lijden hadden onder de coronacrisis. Het overgrote deel van de afname in werkgelegenheid bij Nederlandse multinationals was autonome krimp (intensieve marge), ofwel krimp in het personeelsbestand van bestaande bedrijven, en in mindere mate door overname door een buitenlands bedrijf of door een opheffing (extensieve marge). Buitenlandse multinationals kenden een kleinere daling in het aantal werkzame personen in 2020. Hier daalde het aantal werkzame personen door autonome krimp en bedrijfsopheffingen, maar dit werd voor een groot deel gecompenseerd door een groei in werkgelegenheid bij nieuw opgerichte buitenlandse multinationals en overnames van Nederlandse bedrijven door buitenlandse bedrijven.
Groei/krimp bij bestaande bedrijven | Opheffingen | Overnames | Oprichtingen | Overige mutaties | |
---|---|---|---|---|---|
Buitenlandse multinationals | -26 | -10 | 13 | 18 | 1 |
Nederlandse multinationals | -52 | -9 | -4 | 1 | 2 |
Bij alle Nederlandse multinationals samen werkten in 2020 circa 124 duizend personen méér (afgerond 1,2 miljoen) dan bij de groep van buitenlandse multinationals (1,1 miljoen). Kijken we naar het gemiddeld aantal werkzame personen per soort bedrijf, dan blijkt dat de doorsnee Nederlandse multinational circa 18 mensen in dienst had, en gemiddeld 122 werkzame personen. De mediane buitenlandse multinational had 7 mensen in dienst, en het gemiddelde lag op 74 werkzame personen. Bij niet-multinationals werkten gemiddeld 3 werkzame personen per bedrijf in 2020 en was de mediaan 1. Dat toont aan dat de gemiddelde werkgelegenheid bij multinationals zo hoog uitvalt door een aantal hele grote werkgevers die het gemiddelde naar boven trekken. De doorsnee multinational is qua werkgelegenheid bescheidener in omvang.
In welke bedrijfstakken zijn multinationals vooral actief?
Het grootste aandeel van de multinationals in Nederland is actief in de groot- en detailhandel, gevolgd door de specialistische zakelijke dienstverlening en de industrie. In figuur 8.3.4 is te zien dat de verdeling van multinationals naar bedrijfstak sterk verschilt van het totale Nederlandse bedrijfsleven (multinationals plus niet-multinationals). Zo maakt ongeveer 30 procent van de bedrijven in het totale Nederlandse bedrijfsleven deel uit van de sector specialistische zakelijke dienstverlening, tegen respectievelijk 16 en 19 procent van de buitenlandse en Nederlandse multinationals.
Veel buitenlandse multinationals zijn actief in de groot- en detailhandel (zie figuur 8.3.4): 38 procent van de buitenlandse multinationals versus 30 procent van de Nederlandse multinationals behoort hiertoe. In het totale Nederlandse bedrijfsleven is dit ongeveer een vijfde van alle bedrijven. De reden dat buitenlandse multinationals relatief actiever in deze sector zijn, is dat Nederland relatief veel groothandelaren kent met een buitenlands moederbedrijf of een buitenlands dochterbedrijf. Dit heeft te maken met de aard van de activiteiten die groot- en detailhandelaren in Nederland ontplooien. Deze bedrijven vormen een onmisbare schakel tussen binnenlandse en buitenlandse leveranciers en afnemers, leveren ondersteunende diensten en verbinden zodoende vele sectoren in binnen- en buitenland. Daarbij is de groothandel bij uitstek een bedrijfstak die andere bedrijfstakken in staat stelt hun goederen en diensten in het buitenland af te zetten, of uit het buitenland te betrekken (Wong, 2019; Notten & Wong, 2019). Daarnaast worden grote buitenlandse industriële bedrijven, denk bijvoorbeeld aan Japanse autofabrikanten die in Nederland een Europees logistiek centrum hebben, vaak als groothandel aangemerkt (Van den Berg & Mounir, 2019).
Type bedrijf | Industrie | Groot- en detailhandel | Vervoer en opslag | Informatie en communicatie | Specialistische zakelijke diensten | Verhuur en overige zakelijke diensten | Overige bedrijfstakken |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Buitenlandse multinationals | 13,9 | 37,8 | 6,5 | 12,3 | 16,2 | 5,2 | 8,1 |
Nederlandse multinationals | 17,2 | 30,4 | 6,2 | 9,6 | 18,5 | 6,4 | 11,7 |
Totale Nederlandse bedrijfsleven | 5,6 | 20,4 | 4,1 | 8,2 | 30,3 | 6,9 | 24,5 |
Multinationals in groot- en detailhandel bieden werk aan 663 duizend personen
Uit figuur 8.3.5 blijkt dat bedrijfstak groot- en detailhandel de grootste werkgever in het totale Nederlandse bedrijfsleven is. Dit geldt ook voor de werkgelegenheid bij multinationals. Ongeveer 30 procent van alle werkzame personen in loondienst bij buitenlandse multinationals was in 2020 actief in de groot- en detailhandel. Voor Nederlandse multinationals was dit 28 procent. Met een aandeel van 22 procent is de industrie, binnen de groep buitenlandse multinationals, de tweede grootste werkgever. Voor werknemers van Nederlandse multinationals is dit de bedrijfstak verhuur en overige zakelijke diensten: bijna een kwart is werkzaam in deze bedrijfstak, waartoe uitzendbureaus en arbeidsbemiddelaars behoren. Kijken we door de jaren heen, dan blijkt dat de grootste toename in het aantal werkzame personen binnen de groep buitenlandse multinationals zich voordoet bij de bedrijfstak informatie en communicatie. Interessant is dat ondanks dat de specialistische zakelijke diensten in 2020 een van de grotere sectoren was qua aantal multinationals, er relatief weinig werkzame personen in loondienst waren: 7 procent van de werknemers bij buitenlandse multinationals en 9 procent van de werknemers van Nederlandse multinationals.
Type bedrijf | Industrie | Groot- en detailhandel | Vervoer en opslag | Informatie en communicatie | Specialistische zakelijke diensten | Verhuur en overige zakelijke diensten | Overige bedrijfstakken |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Buitenlandse multinationals | 21,6 | 30,0 | 10,7 | 9,4 | 7,2 | 12,4 | 8,6 |
Nederlandse multinationals | 15,7 | 27,5 | 9,3 | 5,1 | 8,8 | 24,0 | 9,5 |
Totale Nederlandse bedrijfsleven | 13,0 | 26,0 | 6,9 | 5,9 | 13,3 | 16,5 | 18,5 |
Bijna 2 900 Amerikaanse multinationals actief in Nederland
Door de tijd heen is er weinig veranderd in de top-10 herkomstlanden van buitenlandse multinationals. De meeste buitenlandse multinationals in het Nederlandse bedrijfsleven staan nog steeds onder Amerikaanse, Duitse, Britse, Belgische of Franse zeggenschap, zie figuur 8.3.6. Samen vormen deze vijf landen meer dan 65 procent van alle buitenlandse bedrijven in Nederland. Met circa 2 900 bedrijven onder Amerikaanse zeggenschap is de VS nog steeds onze belangrijkste investeringspartner als het gaat om het aantal multinationals dat actief is in Nederland. Dat komt neer op 21 procent van alle bedrijven onder buitenlandse zeggenschap. Duitsland volgde, met 2 200 bedrijven in Nederland, op ruime afstand. Ten opzichte van voorgaande jaren is er een stijging te zien in het aantal Britse bedrijven in Nederland, mogelijk in aanloop naar de Brexit en zodoende een aanwezigheid in de Europese Unie zeker te stellen (NOS, 2021).
Deense multinationals kozen in 2020 vaker voor Nederland
In 2020 is, in plaats van Italië, Denemarken de top-10 herkomstlanden voor multinationals binnengekomen, zie figuur 8.3.6. Omdat Denemarken geen al te groot land is, is voor veel bedrijven een stap over de grens een logische stap tot schaalvergroting en expansie. Het aantal Chinese multinationals in Nederland nam in 2020 ten opzichte van 2018 met 45 bedrijven af, terwijl het aantal bedrijven met een Zwitsers moederbedrijf juist toenam. Daardoor wisselden beide landen van plaats in de top-10.noot6
Land | Aantal |
---|---|
Verenigde Staten | 2865 |
Duitsland | 2205 |
Verenigd Koninkrijk | 1495 |
België | 1430 |
Frankrijk | 875 |
Japan | 575 |
Zwitserland | 520 |
China | 510 |
Zweden | 430 |
Denemarken | 320 |
In 2020 werkten zo’n 236 duizend mensen voor bedrijven waarvan het moederbedrijf in een van onze buurlanden gevestigd is. Duitse en Belgische multinationals boden in 2020 respectievelijk 10 duizend (+6 procent) en 23 duizend (+59 procent) extra mensen werk in vergelijking met 2018. De Verenigde Staten waren in 2020, net zoals in 2018, de grootste buitenlandse werkgever in het Nederlandse bedrijfsleven. Er werden in 2020 zo’n 10 duizend banen minder aangeboden door Britse multinationals in vergelijking met 2018.
9 op de 10 multinationals actief op internationale markt(en)
De twee groepen multinationals versus niet-multinationals verschillen in de mate waarin ze al dan niet internationaal handelen, zie figuur 8.3.7. Waar bij niet-multinationals in 2020 29 procent zakendeed met het buitenland, was dit respectievelijk 88 en 92 procent bij Nederlandse en buitenlandse multinationals. Multinationals hebben per definitie een internationale connectie, namelijk een moeder of dochter, die hen meer kennis over en contacten in buitenlandse markten verschaft dan niet-multinationals. Multinationals in de bedrijfstak industrie importeren/exporteren bovengemiddeld vaak goederen en/of diensten: slechts 4 procent van de industriële multinationals handelde in 2020 niet buiten de Nederlandse grenzen.
Multinationalstatus | Internationale handel | Geen internationale handel |
---|---|---|
Nederlandse multinationals | 92,2 | 7,8 |
Buitenlandse multinationals | 87,9 | 12,1 |
Niet-multinationals | 28,7 | 71,3 |
Ruim twee derde van de multinationals exporteert én importeert
In hoofdstuk 5 van deze publicatie hebben we de groep internationaal handelende bedrijven onderverdeeld in bedrijven die uitsluitend importeren, uitsluitend exporteren en two-way traders zijn (bedrijven die importeren én exporteren).noot7 Als we kijken naar multinationals, zien we dat 68 procent zowel exporteert als importeert. In de bedrijfstakken industrie en groot- en detailhandel is het aandeel two-way multinationale handelaren bovengemiddeld hoog. Zo blijkt dat 86 procent van de industriële multinationals zowel goederen en/of diensten importeert als exporteert. Voor multinationale groot- en detailhandelaars is dat 77 procent. Voor de multinationals actief in de bedrijfstak specialistische zakelijke dienstverlening kunnen we ruim de helft classificeren als een two-way trader.
Ruim 80 procent goederenimport door multinationals
Multinationals nemen een groot deel van de internationale goederen- en dienstenhandel van het Nederlandse bedrijfsleven voor hun rekening. Figuur 8.3.8 laat zien dat tussen de 80 en 85 procent van de in- en uitvoerwaarde van goederen voor rekening komt van multinationals en de resterende 15 tot 20 procent voor rekening van niet-multinationals. In 2020 is het aandeel van multinationals in de invoerwaarde licht gedaald, naar 81 procent, wat afgerond neerkomt op 245 miljard euro. In 2018 was dit aandeel nog 84 procent. Buitenlandse multinationals spelen de grootste rol in de import. In 2020 importeerden buitenlandse multinationals goederen ter waarde van 164,5 miljard euro; ruim twee derde van alle import van multinationals. Nederlandse multinationals vertoonden de grootste krimp in import ten opzichte van 2019, namelijk –16,7 miljard euro (–17 procent), tegen –14,8 miljard euro (–8 procent) bij buitenlandse multinationals. De invoerwaarde van niet-multinationals groeide licht in 2020.
Jaar | Nederlandse multinationals | Buitenlandse multinationals | Niet-multinationals | |
---|---|---|---|---|
Invoerwaarde | 2015, Invoerwaarde | 74,9 | 152,9 | 47,8 |
Invoerwaarde | 2018, Invoerwaarde | 95,1 | 175,7 | 53,4 |
Invoerwaarde | 2019*, Invoerwaarde | 97,5 | 179,3 | 56,7 |
Invoerwaarde | 2020*, Invoerwaarde | 80,8 | 164,5 | 58,4 |
Uitvoerwaarde | 2015, Uitvoerwaarde | 97,1 | 151,2 | 46 |
Uitvoerwaarde | 2018, Uitvoerwaarde | 110,4 | 177,9 | 50,5 |
Uitvoerwaarde | 2019*, Uitvoerwaarde | 115,9 | 181,2 | 53,2 |
Uitvoerwaarde | 2020*, Uitvoerwaarde | 104,5 | 175,5 | 53,5 |
Krimp in invoerwaarde Nederlandse multinationals voor alle bedrijfstakken
Figuur 8.3.9 laat zien waar de krimp of groei in de invoerwaarde van goederen door het Nederlandse bedrijfsleven in 2020 vandaan komt. Zo is te zien dat de krimp in de invoerwaarde van buitenlandse multinationals voornamelijk voor rekening komt van de buitenlandse multinationals in de industrie (–9,4 miljard euro), en dan met name doordat buitenlandse bedrijven in de aardolie en chemische industrie, de auto- en aanhangwagenindustrie en reparatie en installatie van machines minder invoerden. Ook buitenlandse multinationals in de bedrijfstak groot- en detailhandel importeerden fors minder (–4,6 miljard euro); deze importkrimp was redelijk verdeeld over de groot- en detailhandel en autohandel (waartoe veel grote buitenlandse autoproducenten behoren). En ook buitenlandse bedrijven in het vervoer en opslag importeerden in 2020 fors minder dan een jaar eerder (–3,2 miljard euro). Buitenlandse multinationals in de specialistische zakelijke dienstverlening wisten wel nog een invoergroei te realiseren in 2020 ten opzichte van 2019 (+2,5 miljard euro). De goedereninvoer van Nederlandse multinationals vertoonde in 2020 over de hele linie krimp; maar met name in de industrie (vooral de aardolie-industrie), specialistische zakelijke dienstverlening, energievoorziening en groot- en detailhandel (vooral de groothandel). De invoergroei bij niet-multinationals concentreert zich met name in de bedrijfstak groot- en detailhandel (met name groothandel).
Nederlandse multinationals | Buitenlandse multinationals | Niet-multinationals | |
---|---|---|---|
Industrie | -5,8 | -9,4 | -1,2 |
Energie- voorziening |
-3,8 | -0,2 | 0 |
Groot- en detailhandel | -2,3 | -4,4 | 2,4 |
Vervoer en opslag | -0,2 | -3,2 | 0,1 |
Specialistische zakelijke dienstverleing | -4,4 | 2,5 | -0,1 |
Overige sectoren |
-0,2 | -0,2 | 0,4 |
84 procent uitvoerwaarde door multinationals
De uitvoerwaarde van goederen vertoonde een vergelijkbaar patroon als de invoer, zoals figuur 8.3.8 liet zien. Buitenlandse multinationals zijn al jaren goed voor iets meer dan de helft van de goederenuitvoer. Zij leverden in 2020 circa 5,7 miljard euro uitvoerwaarde in (–3 procent) ten opzichte van een jaar eerder. Nederlandse multinationals zagen hun uitvoerwaarde dalen van 115,9 miljard euro in 2019 naar 104,5 miljard euro in 2020 (–10 procent). Niet-multinationals nemen circa 15–16 procent van de totale goederenuitvoer van het bedrijfsleven voor hun rekening, en zagen deze uitvoer licht groeien in 2020 ten opzichte van 2019; een plus van 300 miljoen euro. In totaal daalde de goederenuitvoer van het bedrijfsleven met 17 miljard (–15 procent).
Grootste krimp uitvoerwaarde in de industrie
Figuur 8.3.10 laat zien waar de krimp en groei in de goederenuitvoer tussen 2019 en 2020 vandaan komt. Veruit de grootste exportkrimp deed zich voor bij bedrijven in de industrie, zij voerden namelijk 12,8 miljard euro minder uit ten opzichte van 2019. Hiervan komt 7,2 miljard voor rekening van een krimp in de goederenuitvoer van buitenlandse multinationals (met name in de chemische en machine-industrie, de auto- en aanhangwagenindustrie, overige transportmiddelenindustrie en basismetaal). Ook Nederlandse multinationals leverden in 2020 3,8 miljard euro export in. Hier zat het zwaartepunt in de aardolie-industrie. De daling in de export door de bedrijfstak energievoorziening komt vrijwel volledig op conto van Nederlandse multinationals. Net als bij de invoer, concentreert de groei van de uitvoer van niet-multinationals zich in de bedrijfstak groot- en detailhandel. Opvallend is de tegengestelde ontwikkeling van de goederenuitvoer door bedrijven in de specialistische zakelijke dienstverlening. Hier lieten buitenlandse multinationals een kleine exportgroei zien, en Nederlandse multinationals juist een kleine krimp.
Nederlandse multinationals | Buitenlandse multinationals | Niet-multinationals | |
---|---|---|---|
Industrie | -3,8 | -7,2 | -1,8 |
Energie- voorziening |
-2,7 | 0 | 0 |
Groot- en detailhandel | -2,7 | -0,6 | 1,5 |
Vervoer en opslag | 0,5 | -0,1 | 0,3 |
Specialistische zakelijke dienstverleing | -2,3 | 2,2 | 0,1 |
Overige sectoren |
-0,3 | 0 | 0,4 |
Daling diensteninvoer bedrijfsleven voor 85 procent voor rekening van buitenlandse multinationals
In de in- en uitvoer van diensten door het bedrijfslevennoot8 spelen multinationals een nog grotere rol dan in de goederenhandel, zie figuur 8.3.11. Gemiddeld ruim 90 procent van zowel de diensteninvoer als –uitvoer komt de laatste jaren voor rekening van multinationals, waarin wederom buitenlandse multinationals de hoofdrol spelen. Met 106,2 miljard euro importeerden buitenlandse multinationals de meeste diensten in 2020, gevolgd door 32,9 miljard euro diensteninvoer door Nederlandse multinationals en 10,3 miljard euro import door niet-multinationals. Buitenlandse multinationals leverden in dat jaar ook de meeste invoer in (–7,5 miljard euro), Nederlandse en niet-multinationals elk minder dan een miljard. Daarmee komt circa 85 procent van de daling in de invoer van diensten op conto van buitenlandse multinationals.
Jaar | Nederlandse multinationals | Buitenlandse multinationals | Niet-multinationals | |
---|---|---|---|---|
Invoerwaarde | 2015, Invoerwaarde | 25,0 | 81,0 | 8,9 |
Invoerwaarde | 2018, Invoerwaarde | 29,4 | 113,5 | 11,1 |
Invoerwaarde | 2019*, Invoerwaarde | 33,7 | 113,8 | 10,9 |
Invoerwaarde | 2020*, Invoerwaarde | 32,9 | 106,2 | 10,3 |
Uitvoerwaarde | 2015, Uitvoerwaarde | 37,5 | 70,7 | 12,9 |
Uitvoerwaarde | 2018, Uitvoerwaarde | 35,1 | 102,5 | 14,8 |
Uitvoerwaarde | 2019*, Uitvoerwaarde | 41,3 | 111,9 | 13,7 |
Uitvoerwaarde | 2020*, Uitvoerwaarde | 39,3 | 107,8 | 13,1 |
Krimp in diensteninvoer vooral bij bedrijven in de verhuur en zakelijke dienstverlening
De krimp in de invoerwaarde van diensten van buitenlandse multinationals komt met name voor rekening van bedrijven in de bedrijfstak verhuur en overige zakelijke diensten, gevolgd door buitenlandse bedrijven in de industrie, zoals figuur 8.3.12 laat zien. Tot de eerstgenoemde bedrijfstak behoren bedrijven actief in de arbeidsbemiddeling zoals uitzendbureaus, leasebedrijven en bedrijven in de reisbemiddeling, schoonmaak en facilitymanagement. Mogelijk dat de coronacrisis vooral voor deze bedrijven een negatieve uitwerking had op de dienstenimport. Nederlandse multinationals in de specialistische zakelijke dienstverlening en verhuur en overige zakelijke diensten vertoonden de grootste invoerdaling van deze groep bedrijven. Tot die eerste bedrijfstak behoren onder andere bedrijven in de rechtskundige dienstverlening, architecten en ingenieurs, holdings en managementadviesbureaus, reclame en marketingonderzoek, en industrieel ontwerp. Deze daling hangt mogelijk ook samen met herstructureringen die grote multinationals hebben doorgevoerd, anticiperend op wijzigingen in fiscale regelgeving omtrent rentes en royalty’s (Poulissen et al., 2022). Zie ook het leeskader ‘Herstructurering geld- en dienstenstromen van multinationals’ in hoofdstuk 4 van deze publicatie.
Nederlandse multinationals | Buitenlandse multinationals | Niet-multinationals | |
---|---|---|---|
Industrie | 0,3 | -2,7 | 0 |
Groot- en detailhandel | 0,3 | -0,4 | 0,1 |
Vervoer en opslag | -0,1 | 0,3 | 0 |
Informatie en communicatie | 0,2 | 0,3 | 0,1 |
Specialistische zakelijke diensten | -0,9 | -0,5 | 0,2 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | -0,6 | -3,8 | -0,7 |
Overige sectoren | 0 | -0,6 | -0,1 |
Grootste afname dienstenexport bij buitenlandse multinationals
Ook bij de uitvoer van diensten waren buitenlandse multinationals verantwoordelijk voor de grootste afname in 2020 (zie figuur 8.3.13). Circa 4,1 miljard van de 6,7 miljard euro afname in dienstenexport kwam voor rekening van buitenlandse multinationals. Niettemin neemt deze groep bedrijven nog steeds de bulk van de exportwaarde voor zijn rekening. In 2020 ging het om 107,8 miljard euro; circa twee derde van de totale dienstenexport van het bedrijfsleven. De krimp in de uitvoer van diensten van buitenlandse multinationals concentreert zich in de verhuur en overige zakelijke diensten, en in het vervoer en opslag. Deze krimp wordt nog verzacht door een groei in de uitvoer van diensten in de informatie en communicatiesector. Hiertoe behoren bedrijven die bijvoorbeeld online betalingsverkeer mogelijk maken, en geprofiteerd hebben in de flinke opmars van online shoppen tijdens de coronacrisis.
Nederlandse multinationals | Buitenlandse multinationals | Niet-multinationals | |
---|---|---|---|
Industrie | -0,4 | -0,1 | 0 |
Groot- en detailhandel | 0,4 | 0,3 | 0 |
Vervoer en opslag | -0,3 | -3,2 | 0 |
Informatie en communicatie | 0 | 5,9 | 0 |
Specialistische zakelijke diensten | -1,9 | -1,1 | 0,1 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | -0,3 | -6 | -0,6 |
Overige sectoren | 0,5 | 0,1 | 0 |
8.4Activiteiten van Nederlandse multinationals in het buitenland
In deze paragraaf komt aan bod in welke landen Nederlandse multinationals vooral actief zijn, gemeten aan de hand van het aantal dochterondernemingen en hoeveel werkgelegenheid zij in het buitenland creëren. Daar waar mogelijk is een trend beschreven. De achtergrondinformatie en cijfers die in dit hoofdstuk zijn beschreven, zijn te vinden in de tabellenset van hoofdstuk 8, te vinden op de landingspagina van deze publicatie.
Aantal Nederlandse dochterondernemingen in buitenland veelal toegenomen
Ook in 2019 hadden Nederlandse bedrijven het vaakst dochterondernemingen in Duitsland, zoals blijkt uit figuur 8.4.1. Zo waren er in 2019 ruim 2 900 Nederlandse dochterondernemingen actief in Duitsland. Ten opzichte van 2018 groeide het aantal Nederlandse dochterondernemingen in Duitsland fors, namelijk met circa 330 stuks.
Ook in de Verenigde Staten zijn Nederlandse multinationals, met 1 900 dochterondernemingen, goed vertegenwoordigd. Frankrijk completeert de top-3, met ruim duizend Nederlandse dochterbedrijven, ruim 75 meer dan in 2018. Ook in China groeide het aantal Nederlandse dochters, van 660 in 2018 naar 695 in 2019. In Italië en Polen nam het aantal Nederlandse dochterondernemingen met respectievelijk 25 en 115 stuks af. Cijfers over het aantal Nederlandse ondernemingen in het Verenigd Koninkrijk – het derde land van bestemming in 2017 – ontbreken voor 2018 en 2019.
2019 | 2018 | |
---|---|---|
Duitsland | 2913 | 2584 |
Verenigde Staten | 1890 | 1865 |
Frankrijk | 1049 | 973 |
China | 695 | 660 |
Italië | 503 | 526 |
Polen | 445 | 558 |
Singapore | 385 | 385 |
Australië | 270 | 275 |
Canada | 270 | 255 |
India | 260 | 240 |
Bron: CBS, Eurostat | ||
1) In de cijfers van Duitsland, Italië en Polen is er vanaf 2018 een trendbreuk in het aantal Nederlandse dochterondernemingen. Daardoor zijn de cijfers wel met 2019 te vergelijken, maar minder goed met voorgaande jaren. |
6 procent meer werkzame personen bij Nederlandse dochterondernemingen in Duitsland
In 2019 waren er bijna 350 duizend werkzame personen bij Nederlandse dochterondernemingen in Duitsland, zie figuur 8.4.2. Dat is een groei van ruim 6 procent ten opzichte van 2018. Net als in 2018 waren Nederlandse multinationals in Duitsland in 2019 de grootste werkgevers van de Nederlandse multinationals in het buitenland, al was het aantal werkzame personen in 2017 nog groter. In dat jaar waren iets minder dan 360 duizend Duitsers werkzaam voor bedrijven die onder Nederlandse zeggenschap stonden.
Na Duitsland zijn in de Verenigde Staten de meeste personen werkzaam voor Nederlandse dochterondernemingen, namelijk bijna 300 duizend in 2019. Dat is een groei van 2 procent ten opzichte van 2018, toen er nog 293 duizend mensen in de VS werkzaam waren voor een Nederlands bedrijf. Een grote daling is te zien in de werkgelegenheid bij Nederlandse ondernemingen in Polen (–10 procent), Frankrijk (–14 procent) en Italië (–20 procent). Ook in België en Brazilië daalde het aantal werkzame personen bij bedrijven onder Nederlandse zeggenschap. In China groeide dit aantal met 8 procent. Buiten de top-10 was in 2019 regelmatig een krimp te zien in de werkgelegenheid bij Nederlandse bedrijven (Australië, Canada, Marokko, Tunesië) of geen groei.
Land | 2019 | 2018 |
---|---|---|
Duitsland | 349 | 327 |
Verenigde Staten | 299 | 293 |
Polen | 173 | 193 |
Frankrijk | 166 | 193 |
België | 84 | 86 |
Italië | 81 | 101 |
China | 77 | 71 |
Brazilië | 47 | 48 |
India | 39 | 34 |
Mexico | 37 | 37 |
Bron: CBS, Eurostat | ||
1) In de cijfers van Duitsland, Italië en Polen is er vanaf 2018 een trendbreuk in het aantal Nederlandse dochterondernemingen. Daardoor zijn de cijfers wel met 2019 te vergelijken, maar minder goed met voorgaande jaren. |
8.5Literatuur
Literatuur
Berg, van den, M. & Mounir, A. (2019). Een schets van de groothandel. In M. Jaarsma & R. Voncken (Red.), Internationaliseringsmonitor 2019, derde kwartaal: Groothandel. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Cadestin, C., Backer, De, K., Miroudot, S., Moussiegt, L., Rigo, D., & Ye, M. (2019). Multinational enterprises in domestic value chains.
CBS (2018a). Multinationals en niet-multinationals in de Nederlandse economie, 2010–2016. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2018b). Multinationals goed voor 30 procent economie. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Hagendoorn, E. (2020). VS nog belangrijker dan gedacht voor directe investeringen in Nederland. Economisch Statistische Berichten, ESB 105 4786, 276–277.
Hemmerlé, Y. (2021). Buitenlandse directe investeringen vallen in Nederland sterk terug. Economisch Statistische Berichten.
IMF (2020). Coordinated Direct Investment Survey (CDIS).
Notten, T. & Wong, K.F. (2019). Het belang van de groothandel voor de Nederlandse economie. In M. Jaarsma & R. Voncken (Red.), Internationaliseringsmonitor 2019, derde kwartaal: Groothandel. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
NOS (2021). Honderden Britse bedrijven overwegen door brexit naar Nederland te komen. NOS.
OESO (2022). FDI in Figures April 2022: Global FDI flows surge 88% in 2021, rising above pre-pandemic levels. Parijs: Organisation for Economic Co-operation and Development.
Poulissen, D., Rooyakkers, J. & Smit, R. (2022). De internationale dienstenhandel in woelige tijden. In J. Rooyakkers & D. Herbers (Red). Internationaliseringsmonitor 2022 tweede kwartaal, dienstenhandel: Ontwikkelingen en belemmeringen. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Rijksoverheid (2020). Recordaantal buitenlandse bedrijven kiest voor Nederland.
Rijksoverheid (2021). Corona, Brexit en vestigingsklimaat sturen komst buitenlandse bedrijven.
Wong, K. F. (2019). Het belang van de groothandel als poort naar de wereldmarkt. In M. Jaarsma & R. Voncken (Red.), Internationaliseringsmonitor 2019, derde kwartaal: Groothandel. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Noten
Een multinational wordt gedefinieerd als een bedrijf dat onder buitenlandse zeggenschap staat of zelf dochterondernemingen in het buitenland heeft. Dochterondernemingen worden gedefinieerd als bedrijven in het buitenland waarin een in Nederland gevestigd bedrijf, in Nederlandse handen, een meerderheidsbelang heeft. Zie ook begrippenlijst.
Tot het Nederlandse bedrijfsleven behoren bedrijven met een SBI-activiteit die tot de secties B tot en met N plus divisie S95 behoort, met uitzondering van bedrijven in de financiële sector (K), de landbouw (A), zorg (Q), openbaar bestuur (O), onderwijs (P), gezondheids- en welzijnszorg (Q), Cultuur, sport en recreatie (R), overige dienstverlening (S, behalve S95), huishoudens (T) en extraterritoriale organisaties (U). Deze afbakening wordt internationaal aangeduid als de ‘non-financial business economy’.
Wanneer wordt verwezen naar OESO (2022) dan hebben de cijfers en rangordes betrekking op directionele cijfers van de OESO. Voor de posities in de rest van dit hoofdstuk wordt uitgegaan van activa/passiva cijfers van DNB.
In de OESO cijfers zijn alleen de BFI’s (oftewel SPEs, Special Purpose Vehicles) buiten beschouwing gelaten. De gegevens met betrekking tot holdings zijn voor andere landen niet beschikbaar. Naar verwachting zal ook wanneer holdings buiten beschouwing worden gelaten Nederland tot de grootste landen van ingaande en uitgaande investeringen horen.
Ten opzichte van eerdere edities van de publicatie Nederland Handelsland is het totaal aantal Nederlandse multinationals in elk jaar ongeveer 20 procent lager dan eerder gerapporteerd. Dit komt doordat het CBS dit jaar een nieuwe methode gebruikt die het toelaat deze afbakening preciezer uit te voeren.
Deze vergelijking is gebaseerd op 2018 en niet 2019 in verband met een nog niet verwerkte methodebreuk in verslagjaar 2019.
Bij de typering van de internationale handelaren is er geen ondergrens gehanteerd om te filteren voor kleine handelaren. Importeurs (exporteurs) handelen in goederen en/of diensten; een two-way trader heeft zowel import als export van goederen en/of diensten.
Hier gaat het om de in- en uitvoer van diensten door het Nederlandse bedrijfsleven. Dit is exclusief diensten als reisverkeer (want dat betreft personen), en diensten verstrekt of verworven door bedrijven in de financiële sector, door de overheid, zorg, het onderwijs en de landbouw.