Belangrijkste ontwikkelingen 2021 en 2022
In dit hoofdstuk staan belangrijke actuele ontwikkelingen centraal; events en schokken die in 2022 effect hebben op de Nederlandse economie. De oorlog in Oekraïne is daarbij het eerste in het oog springende nieuwsfeit. De oorlog heeft in de eerste plaats dramatische consequenties voor de levens van de mensen in Oekraïne. Op economisch vlak voelt de hele wereld, in meer of mindere mate, de effecten van de oorlog. In de eerste paragraaf zullen de effecten van de oorlog op de Nederlandse goederenhandel worden besproken en in de tweede paragraaf zal het gaan over de hoge inflatie in Nederland en wereldwijd, die deels te maken heeft met de oorlog, maar deels ook andere oorzaken kent. Paragraaf 2.4 en 2.5 behandelen economische schokken die al langere tijd effect hebben op de Nederlandse economie: de coronacrisis en Brexit.
2.1Belangrijkste bevindingen
Oorlog
De Nederlandse goederenexport naar Oekraïne en Rusland is sinds maart 2022 fors in waarde onderuit gegaan. De exportwaarde naar Oekraïne was in maart 84 procent lager dan in diezelfde maand van 2021 en voor de export naar Rusland was dat een krimp van 67 procent. In april was de krimp – ten opzichte van april 2021 – met respectievelijk 48 en 62 procent kleiner.
De waarde van de invoer uit Oekraïne daalde tevens enorm: in maart en april 2022 t.o.v. 2021 met respectievelijk 10 en 79 procent. Bij de importwaarde uit Rusland is het een wat ander verhaal, omdat hier afnemende importvolumes sterk worden gecompenseerd door sterk oplopende importprijzen, met name van minerale brandstoffen.
Prijzen
Als gevolg van tekorten, ontregelde waardeketens en grote vraag naar bepaalde producten na de coronacrisis zijn de prijzen wereldwijd enorm opgelopen. Sinds eind 2021 is de inflatie erg hoog: de consumentenprijzen lagen in april 2022 bijna 10 procent hoger dan in 2021; de afzetprijzen van de industrie lagen gemiddeld zelfs 29 procent hoger dan een jaar eerder. Die hoge afzetprijzen stuwen de inflatie voor consumenten vervolgens weer op. De invoerprijs was dus veel hoger, wat veel industriële producenten (zoals onder meer in de aardolie-industrie, de chemische industrie en de voedingsmiddelenindustrie) in de verkoopprijs verrekenden.
Coronacrisis
De coronacrisis, die in maart 2020 uitbrak, had een acute en grote impact op de Nederlandse economie. Het bbp kromp fors en ook de internationale goederen- en dienstenhandel nam acuut en sterk af. Het herstel van met name de goederenhandel was ook snel en robuust. In het laatste kwartaal van 2020 was het in- en uitvoervolume van goederen alweer hoger dan vóór het uitbreken van de coronacrisis. De dienstenhandel herstelde echter niet van de initiële schok en zakte in 2020 en in een groot deel van 2021 zelfs verder weg. Dit had vooral te maken met de reisbeperkingen en het mede daardoor fors afgenomen internationale reisverkeer, maar ook door een afname in bepaalde dienstenstromen door gewijzigde fiscale regelgeving in Nederland (zie ook hoofdstuk 4 in deze publicatie). In het eerste kwartaal van 2022 liet het in- en uitvoervolume van de dienstenhandel een verbetering zien.
Brexit
Brexit heeft vooralsnog vooral een negatief effect gehad op de doorvoer van goederen (wederuitvoer en quasi-doorvoer) via Nederland naar het VK. In de eerste vier maanden van 2022 lag dat niveau maar liefst 27 procent onder dat van 2015. Heel anders is het beeld wat de uitvoer van Nederlandse makelij betreft. Dat lag in 2022 maar liefst 30 procent boven het niveau van 2015.
2.2Sterke afname Nederlandse export naar Oekraïne en Rusland
De oorlog in Oekraïne, die startte op 24 februari 2022, heeft duidelijk effect gehad op de Nederlandse goederenhandel met zowel Oekraïne als Rusland. In maart is de Nederlandse goederenexport naar beide landen sterk afgenomen. Zo was de export naar Oekraïne in maart 2022 84 procent lager dan in maart 2021 en voor de export naar Rusland was dat 67 procent (zie ook CBS, 2022a). In april waren de afnames (respectievelijk –48 en –62 procent ten opzichte van april 2021) kleiner. Zie figuur 2.2.1.
Waarde van de import uit Rusland juist fors hoger dan in 2021
Bij de import uit Oekraïne en Rusland spelen afnames van het importvolume en forse stijgingen van de invoerprijzen tegelijkertijd een rol. In vergelijking met maart 2021 nam de import in maart van dit jaar met 31 procent in gewicht af, maar door de forse prijsstijging van bijvoorbeeld maïs en zonnebloemolie bleef de waarde nog aardig op niveau. In april is het importvolume volledig onderuitgegaan en dat verklaart een afname van de importwaarde met maar liefst 79 procent in vergelijking met april 2021.
De import uit Rusland is in waarde nog steeds hoog wat verklaard kan worden door de hoge olie- en gasprijzen. Wel was de toename van de importwaarde in april (+61 procent ten opzichte van april 2021) fors lager dan de toename in maart (+115 procent ten opzichte van maart 2021). Dit heeft ook te maken met afnemende importvolumes. Het gewicht van de import uit Rusland was in april 2022 circa 16 procent lager dan in april 2021; in maart was het gewicht van de import nog 2 procent groter dan in maart een jaar eerder.
Type handel | Januari | Februari | Maart | April |
---|---|---|---|---|
Import uit Oekraïne | 47,7 | 60,4 | -9,5 | -79,2 |
Import uit Rusland | 152,6 | 91,3 | 114,8 | 60,5 |
Export naar Oekraïne | 46,8 | 2,5 | -84,1 | -48,2 |
Export naar Rusland | 18,3 | 4,9 | -67,0 | -61,9 |
1)Voor een zo goed mogelijke vergelijking met 2021 wordt hier de handel inclusief quasi-doorvoer weergegeven (op CBS-StatLine is de handel exclusief quasi-doorvoer beschikbaar). |
Import uit Rusland veel groter dan de andere drie stromen samen
De import uit Rusland is in geldwaarde vele malen groter dan de waarde van de drie andere stromen samen. Zie figuur 2.2.2. Dat heeft te maken met het zeer grote belang van de minerale brandstoffen in de invoer uit Rusland. In 2021 bestond maar liefst 87 procent van de totale importwaarde uit Rusland uit dergelijke producten (CBS, 2022b). In de eerste vier maanden van 2022 voerde Nederland voor maar liefst 13,3 miljard in uit Rusland en dat is vrijwel het dubbele van de invoer in dezelfde maanden van 2021. De tweede stroom betreft de export naar Rusland met 1,6 miljard euro in de eerste vier maanden van 2022 gevolgd door de import uit Oekraïne (0,6 miljard euro) en de export naar Oekraïne (geslonken tot 0,3 miljard euro).
2022* | 2021* | |
---|---|---|
Import uit Oekraïne | 0,63 | 0,63 |
Import uit Rusland | 13,27 | 6,62 |
Export naar Oekraïne | 0,32 | 0,44 |
Export naar Rusland | 1,61 | 2,31 |
1)Voor een zo goed mogelijke vergelijking met 2021 wordt hier de handel inclusief quasi-doorvoer | ||
weergegeven (op CBS-StatLine is de handel exclusief quasi-doorvoer beschikbaar). |
Ook metalen uit Rusland fors in prijs gestegen
De Nederlandse invoer uit Rusland wordt dus gedomineerd door minerale brandstoffen. Daarbij gaat het vooral om ruwe aardolie, maar ook om significante hoeveelheden aardgas, aardolieproducten en steenkool. We hebben ook gezien dat de invoer uit Rusland met afstand de grootste stroom is in de goederenhandel met Rusland en Oekraïne. De logische consequentie is dat de handel met andere goederen dan minerale brandstoffen relatief beperkt is. Toch zitten hier ook goederen bij die belangrijk zijn voor Nederlandse productie- en voedingsketens. Zo importeert Nederland, op grote afstand van de minerale brandstoffen, relatief veel koper, nikkel, aluminium, ijzer en staal uit Rusland. In de eerste vier maanden is de importwaarde van deze metalen uit Rusland daarbij flink toegenomen wat ook hier te maken heeft met significante prijsstijgingen in 2022. Zie figuur 2.2.3.
Wat betreft de invoer uit Oekraïne spelen granen (met name maïs) en plantaardige oliën (met name zonnebloemolie) een hoofdrol. In 2021 betrof ruim de helft van de invoer uit Oekraïne maïs en zonnebloemolie (CBS, 2022c). De Nederlandse invoerwaarde van maïs lag in de eerste vier maanden van 2022 nog boven het niveau van 2021, omdat de prijsstijgingen groter waren dan de afname van het invoergewicht.
Kijken we echter specifiek naar de twee oorlogsmaanden maart en april 2022 dan zien we dat het importgewicht van maïs circa 60 procent onder het importniveau van dezelfde periode in 2021 ligt en de waarde 51 procent. Bij de import van zonnebloemolie uit Oekraïne was dat een afname van zelfs 74 procent in gewicht en 69 procent in waarde.
De import uit Rusland is in gewicht veel minder afgenomen tijdens de twee oorlogsmaanden. Voor minerale brandstoffen geldt een afname in maart en april van 7 procent in vergelijking met 2021 en voor metalen (koper, nikkel, aluminium, ijzer en staal) uit Rusland gaat het om een afname van 17 procent.
2022* | 2021* | |
---|---|---|
Import uit Rusland | . | . |
Koper(werken) | 627 | 328 |
Nikkel(werken) | 419 | 166 |
Ijzer en staal | 286 | 155 |
Aluminium(werken) | 217 | 38 |
. | . | |
Import uit Oekraïne | . | . |
Graan | 234 | 191 |
Plantaardige oliën | 151 | 169 |
Oliehoudende zaden en vruchten | 44 | 34 |
Ertsen | 34 | 102 |
1)Voor een zo goed mogelijke vergelijking met 2021 wordt hier de handel inclusief quasi-doorvoer | ||
weergegeven (op CBS-StatLine is de handel exclusief quasi-doorvoer beschikbaar). |
Sterke afname export van machines en apparaten
Nederland exporteert met name machines en apparaten en farmaceutische producten naar Rusland en Oekraïne. De export van deze twee goederen is in de eerste vier maanden van 2022 fors in waarde afgenomen in vergelijking met 2021. Dit heeft onder andere te maken met de Europese sancties tegen Rusland.
2022* | 2021* | |
---|---|---|
Export naar Rusland | . | . |
Machines en apparaten | 402 | 666 |
Farmaceutische producten | 243 | 403 |
Wetenschappelijke instrumenten | 134 | 144 |
Kunststof(werken) | 112 | 110 |
. | . | |
Export naar Oekraine | . | . |
Machines en apparaten | 77 | 88 |
Farmaceutische producten | 27 | 90 |
Wegvoertuigen | 26 | 28 |
Minerale brandstoffen | 17 | 7 |
1)Voor een zo goed mogelijke vergelijking met 2021 wordt hier de handel inclusief quasi-doorvoer | ||
weergegeven (op CBS-StatLine is de handel exclusief quasi-doorvoer beschikbaar). |
2.3Ontwikkeling handelsprijzen
Als gevolg van toenemende vraag nadat de coronagolven zijn gaan liggen enerzijds, en door leveringsproblemen anderzijds, zijn wereldwijde vraag en aanbod van goederen en diensten niet meer goed op elkaar afgestemd en zijn waardeketens ontregeld. Door nieuwe lockdowns in Chinese productie- en havensteden, oorlog in Oekraïne en verminderde (graan)export uit dat land, onzekerheid rondom (toekomstige) gasleveranties, schaarste aan voedselgrondstoffen, chip- en containertekorten en handelsconflicten zijn prijzen de afgelopen maanden enorm opgelopen. De inflatie is sinds eind 2021 hoog: in april 2022 waren de consumentenprijzen bijna 10 procent hoger dan in diezelfde periode een jaar eerder (CBS, 2022g). De hoge prijzen kunnen de koopkracht van consumenten verlagen, waardoor de vraag naar goederen en diensten afneemt en de economie afkoelt.
Inflatie als gevolg van haperende handelsstromen, oorlogsgeweld en gas- en olieblokkades
Globalisering heeft de afgelopen 20 tot 30 jaar bijgedragen aan een relatief lage inflatie. De opwaartse inflatiedruk nu is groot door onder andere hardnekkige toeleveringsproblemen, de energieprijzen en geopolitieke spanningen (Meinema, 2022). Inflatie is voor veel landen een duidelijk en actueel probleem geworden. Zelfs vóór de Rusland-Oekraïne oorlog schoot het algemeen prijspeil omhoog als gevolg van stijgende grondstofprijzen en onevenwichtigheden tussen vraag en aanbod (IMF, 2022; Gourinchas, 2022).
In figuur 2.3.1 is de ontwikkeling van de handelsprijzen zichtbaar. Daarin zien we dat de handelsprijzen in 2020 onder het niveau van 2015 lagen, waarbij de daling van de invoerprijzen het grootst was. Dat komt onder andere omdat Nederland relatief veel aardolie(producten) invoert. Doordat veel landen in lockdown gingen, nam de vraag naar olie af en zakte de olieprijs in. Daaraan voorafgaand was er bovendien onenigheid tussen olieproducerende landen die tot overproductie en ongekend lage prijzen leidde (RTL Nieuws, 2020). Fabrieken draaiden tijdens de eerste coronagolf maar deels, het transport verminderde sterk en het vliegverkeer viel nagenoeg stil. Vanaf midden 2021 namen de in- en uitvoerprijzen toe op vergelijkbare wijze. In maart van 2022 waren de prijzen bijna 25 procent hoger dan in 2015.
Invoer | Uitvoer | ||
---|---|---|---|
2019* | januari, 2019* | 100,1 | 101,9 |
2019* | februari, 2019* | 101,7 | 103 |
2019* | maart, 2019* | 101,6 | 102,5 |
2019* | april, 2019* | 101,8 | 102,2 |
2019* | mei, 2019* | 100,4 | 103,2 |
2019* | juni, 2019* | 99,8 | 101,1 |
2019* | juli, 2019* | 99,3 | 101,5 |
2019* | augustus, 2019* | 99,2 | 100,5 |
2019* | september, 2019* | 99,4 | 100,9 |
2019* | oktober, 2019* | 98,7 | 100,1 |
2019* | november, 2019* | 98,4 | 99,5 |
2019* | december, 2019* | 100,1 | 100,4 |
2020* | januari, 2020* | 100 | 101 |
2020* | februari, 2020* | 100,4 | 101,7 |
2020* | maart, 2020* | 95,9 | 99,1 |
2020* | april, 2020* | 92,3 | 95,5 |
2020* | mei, 2020* | 91,5 | 96,7 |
2020* | juni, 2020* | 95,1 | 96,5 |
2020* | juli, 2020* | 93,5 | 97,6 |
2020* | augustus, 2020* | 93,8 | 96,8 |
2020* | september, 2020* | 93,4 | 96,9 |
2020* | oktober, 2020* | 93,4 | 96,3 |
2020* | november, 2020* | 93,6 | 96,2 |
2020* | december, 2020* | 95,7 | 97,3 |
2021* | januari, 2021* | 97,1 | 98,8 |
2021* | februari, 2021* | 100,6 | 101,9 |
2021* | maart, 2021* | 99,7 | 104,4 |
2021* | april, 2021* | 101,1 | 104,9 |
2021* | mei, 2021* | 104 | 107 |
2021* | juni, 2021* | 107,4 | 104,9 |
2021* | juli, 2021* | 106,3 | 108,2 |
2021* | augustus, 2021* | 108,7 | 109,2 |
2021* | september, 2021* | 109,6 | 109,6 |
2021* | oktober, 2021* | 113,3 | 112,5 |
2021* | november, 2021* | 115,2 | 112,9 |
2021* | december, 2021* | 114,9 | 114,1 |
2022* | januari, 2022* | 119,9 | 120,9 |
2022* | februari, 2022* | 122,5 | 120,2 |
2022* | maart, 2022* | 123,4 | 123,7 |
Grondstofprijzen naar ongekende hoogte
Wereldwijd is er een groot tekort aan bepaalde grondstoffen ontstaan, onder andere doordat er tijdens de coronapandemie nauwelijks voorraden zijn aangelegd of uitgeput raakten toen de vraag weer sterk toenam. Ook leveringsproblemen en hogere transportkosten droegen hieraan bij. Dat zorgde voor een prijsstijging bij verschillende productgroepen, zie figuur 2.3.2. Industriële producenten in Nederland voeren veel grond- en brandstoffen in vanuit andere landen voor hun productie. In 2020 daalden veel importprijzen nog door overcapaciteit, minder vraag door de coronacrisis en de lage olieprijs. In 2021 en 2022 hebben belangrijke importproducten een sterke prijsstijging ondergaan. Vlees, groenten en fruit, plantaardige oliën, granen, papier, ijzer en staal en aluminium zijn enkele voorbeelden van producten die veel duurder zijn geworden op de wereldmarkt. Een gevolg van die dure grondstoffen is dat grondstofrijke landen als Zuid-Afrika, Brazilië en Rusland hun export(waarde) harder zien groeien dan Europa en de VS (Nauta, 2022).
Voor aluminium uit het buitenland betaalden Nederlandse industriële producenten in april van dit jaar 61 procent meer dan een jaar eerder. De prijs van aluminium wordt onder meer gestuwd door de grote vraag. Daar komen nog sluitingen van smelterijen in China vanwege lockdowns tegen lokale corona-uitbraken bovenop. China is ’s werelds grootste producent van aluminium. Ook in Europa zijn smelterijen stilgelegd omdat het door de hoge energieprijzen niet meer rendabel was om open te blijven. De spanningen rond Oekraïne spelen ook een rol, want Rusland is een belangrijke aluminiumproducent en bij een conflict zouden de Russische leveringen verstoord kunnen worden (Nieuws.nl, 2022; Bakker, 2022).
Ook de invoer van papierpulp werd in 2021 en 2022 duurder. Door problemen met transport en de grote vraag naar karton vanwege het webwinkelen is er een tekort aan papierpulp. De voorraden van pulp wereldwijd zijn sterk gedaald (RTL Nieuws, 2022). Het wordt gebruikt in bijvoorbeeld luiers, wc-papier en boeken (NOS Nieuws, 2021). In april 2021 lag de invoerprijs van papierpulp 4 procent hoger dan een jaar eerder. In 2022 steeg de prijs van papierpulp afkomstig uit het buitenland met nog eens bijna 30 procent ten opzichte van het voorgaande jaar.
Ook de prijsstijging van plantaardige oliën houdt aan: in april 2021 lagen de invoerprijzen ruim 60 procent hoger dan een jaar eerder. In april 2022 betaalden Nederlandse producenten bijna 50 procent meer voor plantaardige oliën uit het buitenland dan in april 2021. Deze prijsstijging is met name te wijten aan het wereldwijde productietekort of moeilijke omstandigheden voor de oogst en export (zoals de oorlog in Oekraïne), lage voorraden door een matige eerdere oogst en de verhoogde consumptie van biodiesel wereldwijd (NU, 2021; Engwerda, 2021; Nieuwe Oogst, 2021).
Product | April 2020 | April 2021 | April 2022* |
---|---|---|---|
Vlees | 0,1 | 3,0 | 25,1 |
Groenten en fruit |
3,5 | -3,3 | 11,6 |
Plantaardige oliën | 1,2 | 60,2 | 49,6 |
Granen | -3,3 | 12,1 | 36,0 |
Pulp, papier en karton |
-7,4 | 3,9 | 29,5 |
IJzer en staal | -6,4 | 26,0 | 60,1 |
Aluminium | -10,3 | 17,0 | 61,0 |
Afzetprijzen industrie 29 procent hoger in april 2022
De afzetprijzen van de Nederlandse industrie in binnen- en buitenland waren in april gemiddeld 29 procent hoger dan in april 2021. De toename van de afzetprijzen van de industrie is sinds juli 2021 ongekend groot. In de afgelopen maanden zorgde de oorlog in Oekraïne voor extra druk op de prijzen, bovenop de prijsstijgingen die ontstonden door het snelle herstel van de economie na de coronacrisis (CBS, 2022e). Hogere producentenprijzen stuwen ook de inflatie voor consumenten. De afzetprijzen in het buitenland stegen harder dan die in Nederland.
Figuur 2.3.3 geeft de verandering in afzetprijzen in april 2021 en 2022 weer ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder voor de grootste industrieën. In de eerste plaats zijn de prijzen van brandstoffen en energie fors toegenomen. In maart 2022 kostte een vat ruwe North Sea Brent ongeveer 101 euro. Dat was ruim 83 procent meer dan een jaar eerder (CBS, 2022e). Dit werkt dan weer door in verwerkte producten bijvoorbeeld door brandstof voor transport, verwarming van kassen of productie van kunstmest. Ook de prijsstijging in de chemische industrie hangt sterk samen met de olieprijs. Producenten van voedingsmiddelen, rubber en kunststof, en metaalproducten voerden hun afzetprijzen tevens fors op. Bij de machine-industrie, elektrotechnische industrie en auto-industrie bleef de prijsstijging relatief beperkt. De grootste prijsstijgingen waren in 2022 waar te nemen, maar ook in 2021 hadden sommige industrieën al (fors) hogere afzetprijzen ten opzichte van april 2020.
April 2022* | April 2021 | |
---|---|---|
Aardolie | 108,6 | 99,5 |
Chemie | 45 | 28,8 |
Voedingsmiddelen | 21,6 | 5,3 |
Rubber en kunststof | 18,7 | 5,1 |
Metaalproducten | 17,6 | 2,9 |
Machine | 6,4 | 0,9 |
Elektrotechnisch | 5 | -1,9 |
Auto | 3,1 | 1,8 |
1)De acht genoemde industrieën zijn samen goed voor bijna 80 procent van de de industrie. |
2.4Ontwikkelingen Nederlandse economie en internationale handel sinds de coronacrisis
2021 was opnieuw een bewogen jaar voor de Nederlandse economie en samenleving. Aan het begin van het jaar bevond Nederland zich nog in één van de zwaarste coronalockdowns. Al vanaf 13 oktober 2020 werden er nieuwe coronamaatregelen afgekondigd, die gaandeweg het najaar en de winter werden verzwaard en een steeds grotere impact op het dagelijks leven kregen. Van 23 januari tot 28 april 2021 gold er zelfs een ‘harde lockdown’ met een landelijke avondklok om de opmars van het virus verder te beteugelen. Door de harde lockdown, met sluiting van hele bedrijfstakken als de horeca en cultuursector en reisbeperkingen, stagneerde het herstel van de Nederlandse economie in de winter van 2020/2021. In het vierde kwartaal van 2020 was er geen economische groei ten opzichte van het voorgaande kwartaal, en in het eerste kwartaal van 2021 groeide het bbp met slechts 0,1 procent. Daarmee was de economie begin 2021 nog 3,5 procent kleiner dan aan het eind van 2019, vlak voor de uitbraak van de coronapandemie. Zie figuur 2.4.1.
Ontwikkeling bbp | ||
---|---|---|
2015 | 1e kwartaal, 2015 | 100 |
2015 | 2e kwartaal, 2015 | 100,3 |
2015 | 3e kwartaal, 2015 | 100,7 |
2015 | 4e kwartaal, 2015 | 100,7 |
2016 | 1e kwartaal, 2016 | 101,6 |
2016 | 2e kwartaal, 2016 | 101,8 |
2016 | 3e kwartaal, 2016 | 103,0 |
2016 | 4e kwartaal, 2016 | 103,8 |
2017 | 1e kwartaal, 2017 | 104,4 |
2017 | 2e kwartaal, 2017 | 105,3 |
2017 | 3e kwartaal, 2017 | 106,0 |
2017 | 4e kwartaal, 2017 | 106,9 |
2018 | 1e kwartaal, 2018 | 107,3 |
2018 | 2e kwartaal, 2018 | 108,0 |
2018 | 3e kwartaal, 2018 | 108,3 |
2018 | 4e kwartaal, 2018 | 108,7 |
2019 | 1e kwartaal, 2019 | 109,5 |
2019 | 2e kwartaal, 2019 | 109,9 |
2019 | 3e kwartaal, 2019 | 110,4 |
2019 | 4e kwartaal, 2019 | 110,8 |
2020 | 1e kwartaal, 2020 | 109,2 |
2020 | 2e kwartaal, 2020 | 100,6 |
2020 | 3e kwartaal, 2020 | 106,9 |
2020 | 4e kwartaal, 2020 | 106,9 |
2021* | 1e kwartaal, 2021* | 106,9 |
2021* | 2e kwartaal, 2021* | 111,0 |
2021* | 3e kwartaal, 2021* | 112,7 |
2021* | 4e kwartaal, 2021* | 113,5 |
2022* | 1e kwartaal, 2022* | 114,0 |
Bbp in eerste kwartaal 2022 bijna 3 procent groter dan voor de coronacrisis
Het tweede kwartaal van 2021 was de definitieve ommekeer in het economisch herstel. De harde lockdown werd stap voor stap afgebouwd en de Nederlandse samenleving ging van het slot. Het bbp groeide in dat kwartaal met 3,8 procent, met name door fors hogere consumentenbestedingen, overheidsuitgaven en een hoger handelsoverschot. Daarmee was de omvang van de Nederlandse economie in dat kwartaal weer vrijwel even groot als voor de coronapandemie. In de drie kwartalen daarna groeide de Nederlandse economie gestaag door. In het eerste kwartaal van 2022 was de omvang van het bbp bijna 3 procent groter dan voor de uitbraak van het coronavirus. Natuurlijk gold dit niet voor alle bedrijfstakken. Zo was de toegevoegde waarde in de bedrijfstak cultuur en recreatie in het eerste kwartaal van 2022 nog steeds een vijfde kleiner dan voor de coronacrisis. De bedrijfstak industrie was in het eerste kwartaal van 2022 6 procent groter dan eind 2019, en de zakelijke dienstverlening bijna 3 procent.
Invoer goederen | Invoer diensten | Uitvoer goederen | Uitvoer diensten | ||
---|---|---|---|---|---|
2019 | 1e kwartaal, 2019 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 |
2019 | 2e kwartaal, 2019 | 101,1 | 103,0 | 100,6 | 104,2 |
2019 | 3e kwartaal, 2019 | 103,1 | 102,7 | 102,0 | 104,4 |
2019 | 4e kwartaal, 2019 | 104,4 | 97,2 | 102,8 | 101,6 |
2020* | 1e kwartaal, 2020* | 99,5 | 102,2 | 99,9 | 103,4 |
2020* | 2e kwartaal, 2020* | 92,6 | 86,4 | 91,6 | 88,7 |
2020* | 3e kwartaal, 2020* | 101,5 | 87,2 | 101,2 | 90,3 |
2020* | 4e kwartaal, 2020* | 104,9 | 83,6 | 104,2 | 85,8 |
2021* | 1e kwartaal, 2021* | 104,3 | 81,8 | 104,8 | 84,4 |
2021* | 2e kwartaal, 2021* | 108,1 | 78,8 | 108,1 | 84,9 |
2021* | 3e kwartaal, 2021* | 109,7 | 87,8 | 108,6 | 95,0 |
2021* | 4e kwartaal, 2021* | 111,1 | 79,6 | 109,4 | 89,2 |
2022* | 1e kwartaal, 2022* | 106,0 | 91,5 | 106,0 | 97,4 |
Hevige krimp en snel herstel goederenhandel
Het volume van de Nederlandse in- en uitvoer van zowel goederen als diensten maakte aan het begin van de coronacrisis een forse, snelle krimp door, zoals figuur 2.4.2 laat zien. Het tweede kwartaal van 2020 was voor de goederenhandel het dieptepunt; zowel het volume van de goedereninvoer als van de uitvoer was toen ongeveer 11 procent kleiner dan in het vierde kwartaal van 2019. Het betrekkelijk snelle herstel van de wereldhandel was ook in Nederland goed te merken. In het vierde kwartaal van 2020 was het in- en uitvoervolume alweer hoger dan vóór het uitbreken van de coronacrisis. Ondanks nieuwe coronagolven in binnen- en buitenland groeide het volume van de goederenhandel in 2021 gestaag door. Het eerste kwartaal van 2022 stond het volume van de Nederlandse goederenhandel onder druk. Dit wordt mogelijk veroorzaakt door de onevenwichtigheden en de wereldwijde tekorten en problemen in logistieke ketens, hoge prijzen, nieuwe lockdowns in China en de instabiele economische situatie na de inval van Rusland in Oekraïne.
Grote klap dienstenhandel en langzaam herstel
De impact van de coronacrisis op de internationale dienstenhandel was aanvankelijk van vergelijkbare orde als voor de goederenhandel. Het volume van de dienstenexport was in het tweede kwartaal van 2020 bijna 13 procent kleiner dan eind 2019, het importvolume 11 procent kleiner. In tegenstelling tot de goederenhandel herstelde de in- en uitvoer van diensten niet, en zakte zelfs verder weg. De coronamaatregelen, reisbeperkingen en mede daardoor fors afgenomen internationale reisverkeer waren hier onder andere debet aan, maar ook afnemende dienstenhandel door gewijzigde fiscale regelgeving in Nederland (zie ook hoofdstuk 4 in deze publicatie). In het eerste kwartaal van 2022 was het volume van de dienstenexport nog 6 procent kleiner, en de dienstenimport 10 procent kleiner dan voor het uitbreken van de coronacrisis. In waarde is de dienstenimport wel alweer groter dan in 2019 (CBS, 2022h).
Invoerwaarde uit China in 2021 25 procent boven niveau 2019
Figuur 2.4.3 laat de ontwikkeling van de Nederlandse invoerwaarde van goederen uit de drie grootste importlanden zien sinds het uitbreken van de coronacrisis. De goedereninvoer uit China ontwikkelde zich in beide corona-jaren op momenten anders dan de invoer uit onze buurlanden en de overige invoer. De uitbraak van het coronavirus begon in China, en China reageerde daarop met een algehele lockdown van de getroffen gebieden. De Chinese export, waaronder die naar Nederland, kromp aanzienlijk, maar herstelde in het voorjaar van 2020 snel. In juli 2020 was de invoerwaarde uit China alweer op het niveau van voor de coronacrisis (hiervoor is het gemiddelde van de invoerwaarde in 2019 genomen). Onze buurlanden werden, net als Nederland, wat later in de winter getroffen door de coronacrisis en de lockdowns waren enkele maanden later dan in China. De krimp in de goedereninvoer uit Duitsland en België (en de invoer uit alle andere landen) daalde met name in april en mei van 2020. Ook deze invoer groeide daarna weer snel, maar bleef nog onder het niveau van 2019. Augustus is een vakantiemaand – ook al ging niet iedereen daadwerkelijk op vakantie in 2020 – en kent doorgaans een lagere handel.noot1
Begin 2021 stond de invoer uit China ook onder druk, mogelijk door oplevende corona-cijfers en extra voorzichtigheid rondom de aanloop naar de Olympische Winterspelen (Reuters, 2022). Ook in Europa was de winter van 2020/2021 moeilijk met de komst van de Deltavariant van het coronavirus en opnieuw strenge lockdowns. In maart 2021 trad het herstel in de handel definitief in en had de goedereninvoer de weg naar boven gevonden. Over heel 2021 bezien was de invoerwaarde uit China een kwart groter dan in 2019, ten opzichte van 17 procent importgroei uit Duitsland, 15 procent groei van de goedereninvoer uit België en 12 procent groei in de invoer uit de niet-top-3 partnerlanden. In de winter en het voorjaar van 2022 werd China opnieuw getroffen door groeiende ziekteaantallen en het Zero-Covid-beleid drukt daarmee opnieuw de Chinese export en inmiddels ook de Chinese economische groei (Bloomberg, 2022).
Jaar | Maand | Duitsland | België | China | Overige landen |
---|---|---|---|---|---|
2020 | jan, 2020 | 125.1 | 97.2 | 115.2 | 118.9 |
2020 | feb, 2020 | 119.0 | 91.9 | 86.0 | 110.6 |
2020 | mrt, 2020 | 127.6 | 95.7 | 81.4 | 117.0 |
2020 | apr, 2020 | 102.8 | 75.6 | 93.2 | 92.8 |
2020 | mei, 2020 | 99.4 | 77.2 | 101.0 | 91.0 |
2020 | jun, 2020 | 120.6 | 92.9 | 112.0 | 104.0 |
2020 | jul, 2020 | 116.7 | 90.3 | 114.8 | 102.7 |
2020 | aug, 2020 | 106.2 | 84.8 | 103.0 | 94.5 |
2020 | sep, 2020 | 129.3 | 92.9 | 113.7 | 108.7 |
2020 | okt, 2020 | 127.4 | 97.2 | 111.3 | 109.5 |
2020 | nov, 2020 | 129.8 | 96.7 | 113.8 | 111.8 |
2020 | dec, 2020 | 128.6 | 104.6 | 105.5 | 113.0 |
2021* | jan, 2021* | 125.0 | 91.8 | 108.1 | 103.4 |
2021* | feb, 2021* | 130.5 | 92.3 | 97.1 | 109.2 |
2021* | mrt, 2021* | 154.6 | 112.0 | 118.6 | 137.3 |
2021* | apr, 2021* | 141.1 | 105.4 | 111.3 | 128.0 |
2021* | mei, 2021* | 136.1 | 110.0 | 110.7 | 121.8 |
2021* | jun, 2021* | 150.3 | 117.5 | 117.5 | 133.8 |
2021* | jul, 2021* | 142.3 | 116.2 | 121.3 | 131.5 |
2021* | aug, 2021* | 134.1 | 110.2 | 131.1 | 131.6 |
2021* | sep, 2021* | 152.5 | 129.3 | 138.9 | 138.8 |
2021* | okt, 2021* | 151.5 | 125.4 | 129.7 | 149.0 |
2021* | nov, 2021* | 165.0 | 137.6 | 151.8 | 160.8 |
2021* | dec, 2021* | 173.1 | 135.2 | 159.6 | 152.8 |
2.5Brexit maakt goederendoorvoer minder aantrekkelijk
Op 31 januari 2020 had het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie al formeel verlaten, waarna er een overgangsperiode volgde waarin het VK zich nog aan de Europese handelsregels hield. Hiermee wilde men acute verstoringen van de handel na de Brexit voorkomen en tijd hebben om de nieuwe handelsregels in een handelsakkoord vast te leggen. Die transitieperiode eindigde op 31 december 2020. Op 1 januari 2021 is de Brexit effectief geworden met de toepassing van nieuwe regels omtrent de handel tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU (Europese Commissie, 2021).
Minder goederen via Nederland naar het VK na Brexit…
Het vertrek van het VK uit de EU heeft met name effect gehad op de goederen van buitenlandse makelij die via Nederland naar andere landen getransporteerd worden (lees: wederuitvoer en quasi-doorvoer). In de eerste vier maanden van 2022 liggen deze goederenstromen fors onder het niveau van de jaren 2015 tot en met 2020 (zie goederenstroom ‘Door Nederland naar VK’ in figuur 2.5.1). In 2015 (het jaar voor het Brexit referendum) ging er qua waarde 27 procent meer goederen via ons land de Noordzee over dan in 2022. Het heeft ermee te maken dat door Brexit in principe twee keer invoerrechten betaald moeten worden voor goederen van niet-EU-makelij die via Nederland naar het Verenigd Koninkrijk gaan. Daarnaast moeten handelaren ook tweemaal douaneformaliteiten afhandelen en eventuele controles doormaken (CBS, 2021a). Het is daarmee aantrekkelijker geworden voor Britse bedrijven om goederen rechtstreeks te importeren zonder tussenstop in Nederland. De totale doorvoer via Nederland van goederen naar alle bestemmingen is in dezelfde periode juist sterk in waarde gestegen.
Door Nederland naar VK | Door Nederland totaal | Nederlandse makelij naar VK | Nederlandse makelij totaal | |
---|---|---|---|---|
2015 | 100 | 100 | 100 | 100 |
2016 | 96 | 98 | 114 | 95 |
2017 | 99 | 115 | 107 | 107 |
2018 | 102 | 120 | 101 | 113 |
2019 | 114 | 127 | 117 | 118 |
2020 | 90 | 122 | 90 | 110 |
2021 | 52 | 132 | 121 | 126 |
2022 | 73 | 174 | 130 | 152 |
1)'Door Nederland' betreft hier de som van wederuitvoer en quasi-doorvoer (voor een zo goed mogelijke vergelijking door de tijd) |
… Maar wel meer goederen van Nederlandse makelij naar het VK
Ook de goederenexport van Nederlandse makelij met bestemming Verenigd Koninkrijk blijft in ontwikkeling (procentuele groei) achter bij de totale goederenexport van Nederlandse makelij, maar de verschillen zijn hier veel kleiner dan bij de doorvoerstromen.noot2 De waarde van de goederenexport van Nederlandse makelij met bestemming VK lag in de eerste vier maanden van 2022 maar liefst 30 procent boven het niveau van 2015 (bij doorgaande uitvoer was dat dus 27 procent lager). Mogelijke verklaringen voor het nog steeds hoge niveau van de export van Nederlandse makelij naar het VK in 2021 en 2022 zijn enerzijds de hoge prijzen voor producten in de afzet naar het VK (zoals chemische producten en minerale brandstoffen) en anderzijds het feit dat verschillende handelsbeperkende maatregelen (vooral bij de landbouw) pas later dit jaar worden ingevoerd (Jukema et al., 2022).
Nauwelijks groei bij de export van voeding en dranken
Figuur 2.5.2 laat zien dat de exportwaarde van Nederlandse voeding en dranken naar het Verenigd Koninkrijk in de eerste vier maanden van 2022 op een iets (+6 procent) hoger niveau lag dan in dezelfde periode in 2015 (een jaar voor het Brexitreferendum). Het CBS rapporteerde eerder dat Nederlandse bedrijven in 2021 zelfs minder verse en bederfelijke groenten en fruit, zoals paprika’s, komkommers, uien en peren, naar het VK uitvoerden in 2020 (CBS, 2021b). Nederlandse exporteurs moeten, nu het VK geen EU-lidstaat meer is, naast langere transporttijden rekening houden met niet-tarifaire maatregelen en controles (zie ook CBS, 2021a en 2021c). Er werd in de eerste vier maanden van 2022 wel voor een hogere waarde aan bereide voedingsmiddelen, veevoeder en alcoholvrije dranken naar het VK verscheept dan in dezelfde periode in 2015, waardoor er toch een kleine exportgroei zichtbaar is voor de productcategorie voeding en dranken.
Bij alle andere productcategorieën lag de exportwaarde in de eerste vier maanden van 2022 juist op een veel hoger niveau dan in dezelfde periode in 2015. De exportwaarde van Nederlandse chemische producten (zoals geneesmiddelen en kunststof) was in 2022 circa 47 procent dan in dezelfde periode in 2015. Wat betreft fabricaten (waaronder papier en karton, medische instrumenten en apparaten, speelgoed) was deze groei 20 procent, bij minerale brandstoffen (zoals geraffineerde aardolieproducten en elektrische energie) 24 procent, bij vervoermaterieel (bijvoorbeeld personenauto's of andere voertuigen voor wegvervoer) 19 procent, en bij grondstoffen en natuurproducten alsook bij machines en apparaten zelfs 61 procent. Onder de productcategorie grondstoffen en natuurproducten vallen bijvoorbeeld bloemen en planten en plantaardige oliën en vetten. In de eerste vier maanden van 2022 verkochten Nederlandse bedrijven ruim dubbel zo veel bloemen en planten (qua waarde) aan het VK ten opzichte van dezelfde periode in 2015. Voor plantaardige oliën is dat zelfs bijna 3 keer zoveel. Binnen de groep machines en apparaten zien we met name exportgroei in chips en halfgeleiderelementen, elektromedische en radiologische apparatuur, kantoormachines naar het VK.
2022* | 2021* | 2020 | 2019 | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|
Chemische producten | 1599 | 1387 | 1197 | 1477 | 1086 |
Fabricaten | 1239 | 1464 | 970 | 1196 | 1033 |
Grondstoffen en natuurproducten | 856 | 857 | 564 | 681 | 532 |
Machines en apparaten | 1082 | 1382 | 712 | 855 | 674 |
Minerale brandstoffen | 1389 | 772 | 460 | 1082 | 1116 |
Vervoermaterieel | 540 | 411 | 471 | 575 | 452 |
Voeding en dranken | 1533 | 1374 | 1330 | 1526 | 1441 |
Twee keer zoveel zakelijke diensten naar VK dan voor referendum
Tegelijkertijd groeide de exportwaarde van diensten naar het VK met 96 procent tot 7,5 miljard euro in het eerste kwartaal van 2022 ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2015, het jaar voor het Brexitreferendum. Dat komt met name door veel meer export van zakelijke diensten (waaronder juridische en accountingdiensten) en vervoersdiensten dan in 2015. Met een gemeenschappelijk aandeel van 58 procent zijn deze dienstensoorten de belangrijkste vormen van dienstenexport naar het VK. In vergelijking met het eerste kwartaal van 2015 namen in 2022 de uitgaven van Britse toeristen en zakelijke reizigers tijdens hun verblijf in Nederland met 60 procent af.
2.6Literatuur
Literatuur
Bakker, K. (2022). Papier en aluminium blijven in prijs stijgen. FoodBusiness.
Bloomberg (2022). China’s export growth weakens to 2020 low as lockdowns bite. Bloomberg.
CBS (2021a). 121 miljoen euro invoerrechten betaald over import uit het VK. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2021b). Minder voedingsproducten het Kanaal over. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2021c). Handel in voeding en dranken onderhevig aan kwaliteit verbeterende regels. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2021d). Veel doorvoer van goederen, opbrengsten relatief laag. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2022a). Export naar Oekraïne en Rusland sterk afgenomen. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2022b). 87 procent import uit Rusland betreft minerale brandstoffen. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2022c). 84 procent van ingevoerde zonnebloemolie in 2021 kwam uit Oekraïne. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2022d). Inflatie 9,6 procent in april. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2022e). Afzetprijzen industrie 29 procent hoger in april. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2022f). Internationale handel; in- en uitvoerwaarde kerncijfers. [Dataset]. Geraadpleegd op 23 juni 2022.
CBS (2022g). Producentenprijzen (PPI); afzet-, invoer-, verbruiksprijzen, index 2015=100. [Dataset]. Geraadpleegd op 23 juni 2022.
CBS (2022h). Dienstenimport terug op pre-coronaniveau. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Engwerda, J. (2021). Koolzaadimport blijft duur voor EU. Food Agribusiness.
Europese Commissie (2021). De handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK. Brussel/Luxemburg: Europese Commissie.
Gourinchas, P. O. (2022). War Dims Global Economic Outlook as Inflation Accelerates. IMF Blog.
IMF (2022). World Economic Outlook: War Sets Back the Global Recovery. Washington: International Monetary Fund.
Jukema, G.D., Ramaekers, P. & Berkhout, P. (Red.) (2022). De Nederlandse agrarische sector in internationaal verband – editie 2022. Wageningen/Heerlen/Den Haag: Wageningen Economic Research en Centraal Bureau voor de Statistiek.
Meinema, A. (2022). Alles wordt steeds duurder, wanneer komt er een eind aan? NOS nieuws.
Nauta, H. (2022). De wereldhandel draait op volle toeren: in 2021 versleepten we voor 28,5 biljoen dollar aan goederen. Trouw.
Nieuwe Oogst (2021). Biodieselproductie stuwt vraag naar oliezaden.
Nieuws.nl (2022). Prijs aluminium naar hoogste niveau sinds 2008.
NOS Nieuws (2021). Kerstkaarten mogelijk 25 procent duurder vanwege ‘pulp friction’.
NU (2021). Vrees voor duurdere koolzaadolie en tarwemeel door slechte oogst.
Reuters (2022). China ends 2021 with the worst COVID week since taming original epidemic. Reuters.
RTL Nieuws (2020). Olieprijs in vrije val door conflict tussen Saudi-Arabië en Rusland.
RTL Nieuws (2022). Papierproducent verwacht duurder wc-papier door oorlog in Oekraïne.
Noten
Maand op maand vergelijkingen moeten met voorzichtigheid worden geïnterpreteerd omdat deze cijfers niet prijs- of seizoensgecorrigeerd zijn.
Langs de invoerzijde zien we dezelfde trend: importwaarde uit het VK is 28 procent hoger in 2021 dan in 2015; de totale importwaarde is in dezelfde periode gegroeid met 42 procent.