Internationale handel in diensten
In dit hoofdstuk staat de internationale dienstenhandel centraal. We gaan in op de ontwikkeling van de internationale handel in diensten over de tijd, waarbij ook de belangrijkste handelspartners en dienstensoorten onderscheiden worden. Daarnaast zien we hoe de internationale dienstenhandel in Nederland regionaal verspreid is. Waar in Nederland vindt veel dienstenhandel plaats, zowel absoluut als relatief? Tenslotte komt de internationale positie van Nederland als dienstenhandelaar aan bod: hoe belangrijk is Nederland voor de dienstenhandel van andere landen, als klant en als leverancier? Deze en meer aspecten komen in dit hoofdstuk aan bod om een overzicht te geven van de Nederlandse handel in diensten.
4.1Belangrijkste bevindingen
Dienstenexport nog niet op niveau van voor coronacrisis
De Nederlandse export van diensten bedroeg bijna 211 miljard euro in 2021. Dit is 5,7 procent meer dan in 2020, maar nog steeds 10,5 procent (–24,8 miljard euro) minder dan in het pre-coronajaar 2019. Met name de export van reisverkeersdiensten (uitgaven van toeristen en reizigers in Nederland) en de export van diensten door reisbemiddelaars en -platforms waren nog niet terug op het niveau van voor de coronacrisis. Ook de export van intellectueel eigendom (ontvangen vergoedingen voor het gebruik of licentie op distributie of reproductie van intellectueel eigendom zoals muziek, films, series, tv-formats en handelsmerken) nam de afgelopen twee jaar flink af. Deze daling hangt samen met veranderingen in fiscale regels in Nederland.
Het Verenigd Koninkrijk was in 2021 de belangrijkste bestemming van Nederlandse diensten. Het VK ontvangt met name zakelijke diensten en vervoersdiensten uit Nederland. Na het VK is Duitsland het belangrijkste exportland; hier spelen vervoersdiensten een hoofdrol. De Verenigde Staten staan op de derde plek, en ontvangen relatief veel financiële diensten uit Nederland, waarop een aantal multinationals bepaalde geld- en dienstenstromen verlegden naar buiten Nederland.
Importwaarde diensten 15 procent lager dan in 2019
De Nederlandse dienstenimport bedroeg in 2021 ruim 200 miljard euro. Dat is 7 procent meer dan in 2020, maar nog altijd ruim 15 procent onder het niveau van 2019. Ook voor de import van diensten geldt dat de coronacrisis en herstructureringen van geld- en dienstenstromen door multinationals het grootste deel van de krimp verklaren. Het aandeel van overige zakelijke diensten en vervoersdiensten in de totale diensteninvoer is groter geworden tussen 2019 en 2021. Vanwege de voortdurende coronacrisis en reisbeperkingen waren de uitgaven van Nederlandse reizigers in het buitenland (invoer van reisverkeersdiensten) in 2021 veel kleiner dan in 2019.
Net als in 2019 en 2020 werden de meeste diensten uit de Verenigde Staten geïmporteerd. Ondanks de Brexit was het Verenigd Koninkrijk de tweede leverancier van diensten. Ook het aandeel van Ierland, België, Frankrijk en Polen in de Nederlandse diensteninvoer groeide tussen 2019 en 2021. Grote handelspartners Zwitserland en Bermuda leverden mede door herstructurering door multinationals marktaandeel in en werden minder belangrijk in de Nederlandse diensteninvoer.
Ruim 70 procent dienstenhandel door vijf regio’s
Bijna de helft van de dienstenhandel van het Nederlandse bedrijfsleven komt voor rekening van bedrijven in de regio Groot-Amsterdam. Deze regio is samen met Groot-Rijnmond, de Agglomeratie ’s-Gravenhage, Zuidoost-Noord-Brabant en Utrecht goed voor ruim 70 procent van alle diensthandel in Nederland. Afgezet tegen alle bedrijven per COROP-gebied (regionale gebiedsindeling in Nederland), kennen Zeeuws-Vlaanderen (36 procent), Midden-Limburg (28 procent) en Zuid-Limburg (27 procent) relatief de meeste diensthandelaars.
Oost-Groningen, Arnhem/Nijmegen en Zuidoost-Drenthe zijn de drie regio’s met het grootste exportaandeel naar Duitsland. Wat betreft import van diensten uit Duitsland vervangt Zuidoost-Friesland de regio Arnhem/Nijmegen als één van drie regio’s met het grootste aandeel. De koploper in dienstenexport naar België is de regio Midden-Noord-Brabant; voor import van diensten is dit Zeeuws-Vlaanderen. De COROP-regio’s in Limburg zijn wat betreft dienstenexport en -import veel meer op Duitsland gericht dan op België.
Nederland belangrijkste klant én leverancier van diensten voor België
Bijna 15 procent van de Belgische dienstenhandel vindt plaats met Nederland. Daarmee was Nederland in 2019 in omvang de belangrijkste klant én leverancier van diensten voor België. Omgekeerd is het aandeel van België in de Nederlandse dienstenhandel een stuk kleiner (circa 5–6 procent). Met een aandeel van 5 á 6 procent staat Nederland op een vijfde plaats in de Duitse dienstenimport en -export. Daarmee is het aandeel dat Nederland heeft in de Duitse dienstenhandel aanzienlijk kleiner dan het aandeel van Duitsland in de Nederlandse dienstenhandel. Voor andere grote handelspartners als de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk geldt ook dat Nederland er relatief meer diensten afzet én van afneemt dan andersom. Voor landen als Polen, Zweden, IJsland en Litouwen is Nederland juist een belangrijkere partner dan andersom. De mate waarin er gehandeld wordt met een land hangt echter van veel factoren af. Zo speelt afstand een belangrijke rol, alsook de omvang van het partnerland. Hoe groter het partnerland, bijvoorbeeld in termen van bbp of bevolkingsomvang, hoe meer dienstenexport (ceteris paribus) (Cremers & Jaarsma 2020; Cremers et al. 2022).
4.2Export van diensten naar dienstensoort en land
De internationale handel in diensten is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse economie. De verdiensten aan de dienstenexport waren in 2020 goed voor circa 12 procent van het Nederlandse bbp. Dat verdienen we met de export van transportdiensten, betalingsdiensten, technische diensten, bijvoorbeeld gerelateerd aan de winning van olie en gas, vergoedingen voor het gebruik van licenties en intellectueel eigendom, uitgaven van toeristen en dagjesmensen in Nederland, telecommunicatie, advies- en accountantsdiensten en nog vele andere typen grensoverschrijdende dienstverlening. Iets meer dan 1 miljoen voltijdbanen in 2020 hingen direct of indirect samen met de export van diensten. Hoofdstuk 6 in deze publicatie gaat dieper in op de Nederlandse exportverdiensten en de werkgelegenheid die hiermee samenhangt.
Nederlandse dienstenexport is de coronacrisis nog niet te boven
Nederland exporteerde in 2021 voor bijna 211 miljard euro aan diensten, zie figuur 4.2.1. Hoewel dat 5,7 procent meer is dan in 2020, ligt de export 10,5 procent – 24,8 miljard euro – onder het niveau van 2019. Het was ook nog zo’n 2 miljard euro minder dan in 2018. De dienstenhandel is de forse krimp in coronajaar 2020 dus nog niet te boven. Een groot deel van die krimp na 2019 is te wijten aan de coronacrisis. Met name de export van reisverkeersdiensten nam enorm af door de reisbeperkingen die in 2020 en 2021 golden, waarmee ook de export van ondersteunende diensten voor het reisverkeer fors kleiner werd (websites en platforms om accommodaties, vliegtickets en taxi’s te boeken; passagiersvervoer in de luchtvaart; dienstverlening voor luchtvaart e.d.).
Herstructureringen dienstenstromen multinationals
Nederland voerde in 2020 en 2021 enkele veranderingen door in het belastingstelsel waardoor het voor multinationals minder aantrekkelijk werd om bepaalde dienstenstromen via Nederland te laten verlopen, waaronder rente- en royaltystromen (zie hiernavolgend tekstkader). Als gevolg hiervan voerden diverse bedrijven herstructureringen door in hun internationale diensten- en inkomensstromen, waardoor onder andere de Nederlandse export van intellectueel eigendom (ontvangen vergoedingen en royalty’s) in 2021 fors kleiner was dan in 2019 (Poulissen et al., 2022). Naast de coronacrisis en herstructureringen van bedrijven waren 2020 en 2021 onzekere jaren voor zowel de Nederlandse als de wereldwijde economie met onder andere de nog steeds gespannen handelsrelatie tussen de VS en China, onzekerheden rondom Brexit, en diverse aanbod- en vraagverstoringen zoals de chiptekorten en krapte op de arbeidsmarkt.
| Export | |
|---|---|
| 2014* | 167,1 |
| 2015* | 185,1 |
| 2016* | 180,1 |
| 2017* | 190,6 |
| 2018* | 212,7 |
| 2019* | 235,5 |
| 2020* | 199,4 |
| 2021* | 210,7 |
Herstructurering geld- en dienstenstromen van multinationals
De hoogopgeleide beroepsbevolking, de goede digitale en fysieke infrastructuur en investeringen in innovatie en technologie, de gunstige ligging in Europa met mainports als de Rotterdamse haven en Schiphol, en een voor bedrijven gunstig belastingstelsel maken dat Nederland een goed vestigingsklimaat heeft voor onder andere grote, internationale bedrijven. Nederland speelt een belangrijke rol in het structureren van belastingen door multinationals (DNB, 2020). Een holding of bijzondere financiële instelling (BFI) in Nederland stelt multinationals in staat om grote inkomens- of vermogenstransacties voor het moederbedrijf via Nederland te laten plaatsvinden. Mede door het grote aantal BFI’s in Nederland en de grote geldstromen die zij verwerken is Nederland een van de grootste ontvangers én investeerders wereldwijd (DNB, 2020). Zie ook hoofdstuk 8 in deze publicatie voor meer informatie en cijfers over de directe buitenlandse investeringen in en van Nederland.
De dividenden, rentes en royalty’s die voortkomen uit deze directe buitenlandse investeringen stromen vaak ook door Nederland (Lejour et al., 2019). Deze rente- en royaltybetalingen waren vóór 2021 niet onderhevig aan bronbelasting in Nederland, wat inhoudt dat deze geldstromen niet in Nederland belast werden, maar (eventueel) in het land van bestemming met de daar geldende winstbelasting. Echter, in zogenaamde ‘belastingparadijzen’ wordt geen of weinig winstbelasting geheven en een aanzienlijk deel van de inkomsten die Nederland uitgaan, heeft deze landen als bestemming (Berentsen, 2020).
Met de Wet bronbelasting is dit per 1 januari 2021 veranderd en zijn bepaalde rente- en royaltybetalingen aan in Nederland gevestigde onderdelen van internationaal opererende multinationals wel onderhevig aan een bronbelasting. Ook internationale betalingen die omwille van belastingstructurering via Nederland worden geleid worden sinds 2021 belast met deze bronbelasting en met ingang van 2024 zullen dividenden die naar laag-belastende landen stromen eveneens in Nederland worden belast. Poulissen et al. (2022) laten zien dat multinationals in Nederland op deze wetswijziging hebben geanticipeerd en gereageerd met een herstructurering van hun bedrijfsvoering en bepaalde diensten- en geldstromen niet meer via Nederland te laten lopen. Dit heeft negatieve consequenties voor de internationale dienstenhandel van Nederland aangezien sommige stromen onder de definitie van de internationale dienstenhandel vallen. Denk bijvoorbeeld aan de internationale verrekening van royalty’s tussen moeder- en dochtermaatschappijen, zoals betalingen voor het gebruik van intellectueel eigendom (bijvoorbeeld een geregistreerd handelsmerk, bepaalde zelfontwikkelde software of rechten op films en muziek).
Reisverkeersdiensten aan belang ingeboet
In figuur 4.2.2 wordt de samenstelling van de Nederlandse export van diensten in de afgelopen drie jaar weergegeven. De export van verzekeringsdiensten, persoonlijke, culturele en recreatieve diensten, overheidsdiensten, export van onderhouds- en reparatiediensten en bouwdiensten vormen slechts een hele kleine rol in de totale Nederlandse dienstenexport. De reisverkeersdiensten waren in 2019, met 7,5 procent van de totale export, nog de vijfde dienstensoort. In 2021 is dat belang afgenomen tot 3,9 procent.
Vervoersdiensten steeds belangrijker in dienstenexport
Met een aandeel van circa 30 procent in de totale export voert de zakelijke dienstverlening de lijst met belangrijkste dienstensoorten de afgelopen jaren heel stabiel aan. Vervoersdiensten, in 2021 goed voor ruim 22 procent van de totale dienstenexport, nemen gaandeweg een steeds groter aandeel in. Mogelijk spelen de sterk gestegen energie- en brandstofprijzen sinds het einde van de zomer van 2021 hier ook een rol in.
De export van intellectueel eigendom (ontvangen vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom) was in 2021 fors kleiner dan in 2019. Dat heeft vooral te maken met de eerdergenoemde herstructureringen van dienstenstromen door grote multinationals.
| Zakelijke diensten | Vervoersdiensten | Vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom |
Telecommunicatie, computer- en informatiediensten |
Financiële diensten | Reisverkeer | Diensten verbonden aan de be- en verwerking van goederen |
Bouwdiensten | Onderhoud en reparatie | Overheidsdiensten | Persoonlijke, culturele en recreatieve diensten |
Verzekeringsdiensten | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2021* | 61,8 | 47,2 | 32,4 | 31,0 | 11,7 | 8,2 | 7,8 | 2,8 | 2,3 | 2,0 | 1,9 | 1,4 |
| 2020* | 59,6 | 39,2 | 36,5 | 31,3 | 8,8 | 8,8 | 5,7 | 2,6 | 2,1 | 1,7 | 1,6 | 1,4 |
| 2019* | 68,4 | 42,8 | 51,7 | 29,3 | 8,5 | 17,6 | 6,5 | 3,3 | 2,3 | 1,8 | 2,1 | 1,2 |
Krimp in zakelijke dienstverlening door R&D en overige zakelijke diensten
In figuur 4.2.3 wordt de top-5 geëxporteerde diensten verder uitgesplitst. Binnen de export van zakelijke diensten vertegenwoordigt de categorie ‘technische diensten, aan de handel gerelateerde diensten en overige zakelijke diensten’ de meeste exportwaarde (30,2 miljard euro), gevolgd door professionele en managementadviesdiensten (26,1 miljard euro). Tot de eerste groep zakelijke diensten behoren onder andere diensten van architecten-, ingenieurs-, wetenschappelijke- en andere technische diensten, aan de mijnbouw, olie- en gaswinning verbonden diensten bijvoorbeeld op een buitenlands boorplatform, en operationele leasing van bijvoorbeeld vliegtuigen. Ook platforms (bijvoorbeeld voor het bemiddelen van reizen, taxidiensten of accommodatie) kunnen hieronder vallen. De afname in reisverkeer tijdens de coronacrisis ging dan ook samen met de krimp in de export van deze dienstensoort tussen 2019 en 2021. Voorbeelden van professionele en managementadviesdiensten zijn juridische diensten, accounting, auditing, boekhouding en belastingadvies, zakelijk advies, managementadvies en public relations, adverteren, marktonderzoek en opiniepeilingen.
Binnen de vervoersdiensten zijn de overige vervoersdiensten het grootst. Daaronder vallen het vracht- en passagiersvervoer en de ondersteunende diensten voor vervoer via het spoor, via de weg, de binnenvaart en per pijpleiding. Het vrachtvervoer is daarbij verreweg het grootst. Na de overige vervoersdiensten is de export van luchtvaartdiensten het grootst, met 14,1 miljard euro, gevolgd door zeevaartdiensten met 13,1 miljard euro. Tot deze diensten behoren passagiers- en vrachtvervoer door de lucht en over zee, en diensten ter ondersteuning hiervan, verleend aan buitenlands ingezetenen. Binnen de vervoersdiensten kromp alleen de luchtvaart tussen 2019 en 2020; de andere diensten lieten een groei zien.
Bij de ontvangen vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom wordt de meeste exportwaarde vertegenwoordigd door vergoedingen voor het gebruik van audiovisuele diensten, waarbij we kunnen denken aan vergoedingen voor distributierechten op muziek en films, en door franchises en soortgelijke handelsmerken. Bij de export van informatiediensten zijn de computerdiensten het belangrijkst. Deze dienstensoort omvat onder andere vergoedingen voor gebruik, distributie of eigendomsrechten van software. Dit laatste onderdeel liet in 2021 een grote krimp zien ten opzichte van 2019.noot1
Bij de financiële diensten tenslotte kunnen we alleen uitsplitsen tussen expliciet in rekening gebrachte financiële diensten en indirecte financiële diensten. Daarbij speelt de laatste categorie bijna geen rol in de Nederlandse dienstenexport.
| 2021* | 2019* | |
|---|---|---|
| R&D diensten | 5,5 | 9,5 |
| Professionele en management- adviesdiensten |
26,1 | 24,1 |
| Aan de handel gerelateerde en overige zakelijke diensten |
30,2 | 34,8 |
| . | . | |
| Zeevaart | 13,2 | 10,5 |
| Luchtvaart | 14,1 | 15,4 |
| Overig vervoer | 18,5 | 15,7 |
| Post- en koeriersdiensten | 1,5 | 1,2 |
| . | . | |
| Franchises en soortgelijke rechten | 13,0 | 12,1 |
| Vergoedingen voor het gebruik van R&D |
5,4 | 4,2 |
| Vergoedingen voor het gebruik van software |
2,3 | 21,8 |
| Vergoedingen voor het gebruik van audiovisuele producten |
11,7 | 13,6 |
| . | . | |
| Telecommunicatiediensten | 3,0 | 3,1 |
| Computerdiensten | 21,1 | 18,9 |
| Informatiediensten | 7,0 | 7,2 |
| . | . | |
| Financiële diensten (direct) | 11,4 | 7,2 |
| Financiële diensten (indirect: FISIM) | 0,3 | 1,3 |
Verenigd Koninkrijk ondanks Brexit opgeklommen tot belangrijkste exportpartner
In 2021 was het Verenigd Koninkrijk onze belangrijkste exportbestemming voor diensten. Ondanks de naderende Brexit is het VK de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden voor onze dienstenexport: in 2019 ging 10,9 procent van de export naar het VK, in 2021 was dat al 13,7 procent. Hoofdstuk 8 in deze publicatie laat zien dat ook de directe investeringen van Nederland in het VK verder zijn gegroeid in 2021, waardoor het land in 2021 weer meer Nederlandse investeringen ontvangt dan de VS en de lijst van investeringsbestemmingen voor Nederland aanvoert. De top-5 exportbestemmingen wordt in 2021 gecompleteerd door respectievelijk Duitsland (12,8 procent), de VS (11,7 procent), Ierland (7,4 procent) en België (6,0 procent). In figuur 4.2.4 zien we dat het VK, de VS en Duitsland vrij dicht bij elkaar in de buurt zitten qua exportwaarde. De exportwaarde naar Ierland is wel fors gekrompen sinds 2019.noot2
Ondanks Brexit meer dienstenexport naar Verenigd Koninkrijk
Nederland exporteerde in 2021 bijna 29 miljard euro aan diensten naar het Verenigd Koninkrijk. Dit is 13 procent meer dan in 2019 en maar liefst 27 procent meer dan in 2020. Een opvallende ontwikkeling gezien het feit dat het Verenigd Koninkrijk op 31 januari 2020 de Europese Unie heeft verlaten. Daar waar de goederenexport naar het VK sinds 2021 – het eerste jaar waarin de regels van de Interne Markt niet meer van toepassing zijn – een duidelijke krimp vertoont, blijkt de export van diensten hier vooralsnog immuun voor. Dit mogelijk dankzij het feit dat er in de Trade and Cooperation Agreement tussen het VK en de EU minder expliciete afspraken zijn vastgelegd over de wederzijdse dienstenhandel dan over de goederenhandel.
In 2021 vond er veel meer export van vervoersdiensten en diensten zoals telecommunicatie-, computer- en informatiediensten naar het VK plaats dan in 2019 en 2020. Zakelijke diensten waaronder juridische en accountingdiensten zijn met een waarde van 9,8 miljard euro in 2021 met afstand de belangrijkste type dienstenexport naar het VK. Bijna een derde van de dienstenexport naar het VK bestaat uit zakelijke diensten. De uitgaven van Britse toeristen en zakelijke reizigers tijdens hun verblijf in Nederland bleven in 2021 steken op ruim 200 miljoen euro. Dat is 86 procent minder dan in 2019, vóór de effectieve Brexit en het uitbreken van de coronapandemie (CBS, 2022).
| 2019* | 2020* | 2021* | |
|---|---|---|---|
| Verenigd Koninkrijk | 25,6 | 22,8 | 29 |
| Duitsland | 28,4 | 24,9 | 26,9 |
| Verenigde Staten | 21,9 | 22 | 24,7 |
| Ierland | 30,8 | 13,2 | 15,5 |
| België | 12,5 | 11,2 | 12,5 |
| Zwitserland | 10,7 | 10,9 | 12,2 |
| Frankrijk | 11,6 | 11,3 | 11,4 |
| Italië | 6,1 | 5,3 | 5,7 |
| Zweden | 4,6 | 4,7 | 5 |
| Spanje | 4,9 | 4 | 4,6 |
Groot aandeel financiële diensten naar de Verenigde Staten
In figuur 4.2.5 zien we welk aandeel de belangrijkste exportbestemmingen hebben in de vijf grootste dienstensoorten. Daarin is te zien dat het belang van de grootste exportbestemmingen varieert over de dienstensoorten.
Na het VK is de VS ook een belangrijke bestemming voor zakelijke diensten. Duitsland is een belangrijke bestemming voor Nederlandse vervoersdiensten; niet verwonderlijk omdat veel goederen vanuit Nederland naar Duitsland vervoerd worden via de weg of de binnenvaart. Ierland is nog steeds een relatief belangrijke bestemming voor export van intellectueel eigendom, ook na veranderingen van fiscale regels. Ook bij de computer- en informatiediensten is Ierland een belangrijke bestemming, net als het VK. Een groot aandeel (38,9 procent) van de export van financiële diensten gaat naar de Verenigde Staten.
| Verenigd Koninkrijk | Duitsland | Verenigde Staten | Ierland | België | Overig | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Zakelijke diensten | 9,8 | 6,8 | 9,6 | 3,4 | 4,3 | 28,0 |
| Vervoersdiensten | 6,8 | 7,7 | 4,8 | 1,4 | 3,5 | 23,0 |
| Vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom | 3,1 | 2,8 | 2,3 | 3,8 | 0,6 | 19,9 |
| Telecommunicatie, computer- en informatiediensten | 5,8 | 3,2 | 2,2 | 5,7 | 1,3 | 12,9 |
| Financiële diensten | 1,8 | 0,7 | 4,6 | 0,8 | 0,1 | 3,8 |
4.3Import van diensten naar dienstensoort en land
De Nederlandse dienstenimport is van vergelijkbare grootte als de export. Voor 2020 was de importwaarde iets hoger dan de export, sinds 2020 exporteert Nederland qua waarde meer diensten dan het importeert. De dienstenimport bestaat deels uit diensten die direct gebruikt worden door consumenten, een ander deel wordt door bedrijven verder verwerkt in productieprocessen. In hoofdstuk 7 van deze publicatie wordt verder ingegaan op de vraag waarvoor (diensten)import in Nederland gebruikt wordt.
De waarde van de Nederlandse dienstenimport bedroeg in 2021 ruim 200 miljard euro. Daarmee kwam de totale dienstenimport zo’n 7 procent hoger uit dan in het coronajaar 2020, maar bleef deze nog altijd ruim 15 procent onder het niveau van 2019 en 8 procent onder de totale dienstenimport van 2018. Ook voor de import van diensten geldt dat de coronacrisis een belangrijk deel van de krimp van de dienstenexport verklaart, maar dat ook andere zaken een rol speelden. De internationale herstructurering van geld- en dienstenstromen door sommige grote bedrijven springt hierbij het meest in het oog (zie daarvoor Poulissen et al., 2022).
| Import | |
|---|---|
| 2014* | 155,4 |
| 2015* | 201,5 |
| 2016* | 174,2 |
| 2017* | 191,0 |
| 2018* | 218,9 |
| 2019* | 237,0 |
| 2020* | 187,3 |
| 2021* | 200,7 |
Net als bij de export was de top-5 dienstensoorten goed voor ruim 85 procent van de totale importwaarde in 2021, zie figuur 4.3.2. Dit gold ook in de jaren daaraan voorafgaand. Zakelijke diensten vormen al ruim een derde van de Nederlandse invoer gevolgd door vervoersdiensten, betalingen voor intellectueel eigendom, telecommunicatie, computer- en informatiediensten, en financiële diensten. Ten opzichte van voorgaande jaren zien we de grootste daling bij de betalingen voor het gebruik van intellectueel eigendom. Deze afname komt, zoals eerder besproken, vooral door veranderingen in het belastingstelsel van Nederland waardoor bedrijven bepaalde geld- en inkomensstromen niet meer via Nederland laten lopen. Desondanks was de invoer van intellectueel eigendom, met 31,2 miljard euro, nog steeds de derde grootste invoercategorie in 2021.Door de veranderingen in het belastingstelsel en de afname bij het intellectueel eigendom is het belang van de zakelijke diensten en de vervoersdiensten juist groter geworden tussen 2019 en 2021. De invoer van reisverkeersdiensten laat een tegengestelde beweging zien, en was met name onder invloed van de voortdurende reisbeperkingen en coronamaatregelen in 2021 veel kleiner dan in 2019, namelijk 8,7 procent.
| Zakelijke diensten | Vervoersdiensten | Vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom |
Telecommunicatie, computer- en informatiediensten |
Financiële diensten | Reisverkeer | Diensten verbonden aan de be- en verwerking van goederen |
Onderhoud en reparatie | Bouwdiensten | Persoonlijke, culturele en recreatieve diensten |
Verzekeringsdiensten | Overheidsdiensten | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2021* | 70,4 | 38,9 | 31,2 | 20,6 | 15,3 | 9,4 | 7,4 | 2,4 | 2,1 | 2,1 | 0,8 | 0,3 |
| 2020* | 66,6 | 32,1 | 34,0 | 20,2 | 12,9 | 7,2 | 7,0 | 1,9 | 2,4 | 2,1 | 0,7 | 0,2 |
| 2019* | 74,6 | 34,3 | 62,0 | 18,9 | 10,8 | 20,7 | 7,0 | 2,1 | 2,5 | 3,4 | 0,6 | 0,2 |
Krimp in import van gebruik van intellectueel eigendom op meerdere fronten
In figuur 4.3.3 splitsen we de top-5 geïmporteerde diensten verder uit. Dit geeft grotendeels hetzelfde beeld als bij de export. Bij de import van zakelijke diensten valt op dat de professionele en managementdiensten het belangrijkst zijn, met daarna de overige zakelijke diensten. R&D speelt ook bij de import een kleine rol. Het aandeel van het overige vervoer binnen de vervoersdiensten is erg groot. De binnenvaart, het vervoer over de weg en per pijpleiding is het grootst binnen deze dienstensoort. En ook bij de import groeiden alle onderdelen van de vervoersdiensten op de luchtvaart na.
De vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom zijn vrij gelijkmatig verdeeld over de meer gedetailleerde categorieën, op de vergoedingen voor het gebruik van R&D na. Wederom is er een grote krimp zichtbaar bij de import van vergoedingen voor distributie en reproductie van software. Dit heeft te maken met de eerdergenoemde verandering van stromen die niet meer als dienst gezien worden, maar als financiële stroom. Bij de import van zakelijke diensten bleek al dat Nederland de R&D diensten of de vergoedingen ervoor maar in beperkte mate importeert. Bovendien laten – franchises daargelaten – alle diensten achter de vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom in verder detail een krimp zien tussen 2019 en 2021. Deze teruggang in importwaarde heeft te maken met de eerdergenoemde herstructureringen bij bedrijven naar aanleiding van veranderingen in het Nederlandse belastingstelsel.
Ook bij de import zijn de computerdiensten verreweg het belangrijkst binnen de telecommunicatie, computer- en informatiediensten, en bij de financiële diensten valt op dat het aandeel van de indirecte financiële diensten (FISIM) wat groter is dan bij de export. De import van directe financiële diensten is bovendien behoorlijk toegenomen tussen 2019 en 2021.
| 2021* | 2019* | |
|---|---|---|
| R&D diensten | 7,2 | 9,4 |
| Professionele en management- adviesdiensten |
36,8 | 34,7 |
| Aan de handel gerelateerde en overige zakelijke diensten |
26,4 | 30,5 |
| . | . | |
| Zeevaart | 8,7 | 5,3 |
| Luchtvaart | 4,2 | 6,7 |
| Overig vervoer | 24,6 | 21,3 |
| Post- en koeriersdiensten | 1,3 | 0,9 |
| . | . | |
| Franchises en soortgelijke rechten | 11,7 | 11,4 |
| Vergoedingen voor het gebruik van R&D |
1,7 | 5,4 |
| Vergoedingen voor het gebruik van software |
8,2 | 32,2 |
| Vergoedingen voor het gebruik van audiovisuele producten |
9,5 | 13,0 |
| . | . | |
| Telecommunicatiediensten | 3,0 | 2,7 |
| Computerdiensten | 15,0 | 13,8 |
| Informatiediensten | 2,7 | 2,4 |
| . | . | |
| Financiële diensten (direct) | 11,8 | 7,6 |
| Financiële diensten (indirect: FISIM) | 3,4 | 3,2 |
De meeste diensten worden vanuit de Verenigde Staten geïmporteerd, zie figuur 4.3.4. Dat is niet veranderd sinds 2019, en de importwaarde lag met 38,3 miljard euro in 2021 alweer bijna op het niveau van 2019. Het Verenigd Koninkrijk was met 33,4 miljard euro de tweede grootste leverancier van diensten voor ons land. Deze diensteninvoer uit het VK was in 2021 fors hoger dan in 2019. Ondanks de Brexit werd het VK dus steeds belangrijker voor zowel de in- als de uitvoer van diensten voor Nederland. Ook het aandeel van Ierland, België, Frankrijk en Polen groeide tussen 2019 en 2021; Zwitserland en Bermuda werden juist minder belangrijk voor Nederland voor wat betreft dienstenimport. Voor Zwitserland geldt wederom dat hier de wijzigingen in de fiscale wetgeving waarschijnlijk een rol in spelen. Bermuda stond in 2021 niet eens meer in de top-10 landen qua importwaarde, terwijl het in 2019 nog de 3e importpartner was.noot3 De invoer van diensten uit Duitsland groeide ten opzichte van 2020, maar was nog steeds 2,4 miljard kleiner dan in 2019. Dit komt door de fors lagere bestedingen van Nederlandse toeristen en reizigers in Duitsland, onder invloed van de coronacrisis.
| 2019* | 2020* | 2021* | |
|---|---|---|---|
| Verenigde Staten | 38,8 | 36,7 | 38,3 |
| Verenigd Koninkrijk | 28,2 | 26,7 | 33,4 |
| Duitsland | 24,2 | 20,9 | 21,8 |
| Ierland | 12,5 | 13,8 | 15,5 |
| België | 12 | 12,1 | 13,8 |
| Frankrijk | 11,6 | 10,9 | 13,5 |
| Italië | 5,7 | 4,4 | 5,3 |
| Spanje | 6,1 | 4,4 | 5,2 |
| Polen | 4,1 | 4 | 4,5 |
| Zwitserland | 8,4 | 6,9 | 3,7 |
Figuur 4.3.5 geeft per dienstensoort uit de top-5 van de import weer wat het aandeel van de vijf belangrijkste herkomstlanden is. We zien dat de zakelijke diensten voor een groot deel uit het VK komen. Net zoals bij de export, is Duitsland belangrijk bij de vervoersdiensten. Betalingen voor het gebruik of distributie van intellectueel eigendom worden voornamelijk gedaan aan de VS en Ierland. De vijf belangrijkste importlanden zijn samen goed voor bijna 90 procent van de importwaarde van deze dienstensoort. In de import van telecommunicatie- en computerdiensten hebben de top-5 herkomstlanden een relatief gelijkwaardige rol. De financiële diensten worden voor het grootste deel uit de VS gehaald, en voor een belangrijk deel ook uit het VK.
| Verenigde Staten | Verenigd Koninkrijk | Duitsland | Ierland | België | Overig | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Zakelijke diensten | 8,5 | 16,4 | 7,5 | 4,6 | 3,9 | 29,6 |
| Vervoersdiensten | 1,6 | 3,8 | 6,1 | 1,1 | 3,9 | 22,3 |
| Vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom | 16,4 | 4,1 | 1,0 | 6,2 | 0,2 | 3,3 |
| Telecommunicatie, computer- en informatiediensten | 3,4 | 3,7 | 2,2 | 2,5 | 1,2 | 7,7 |
| Financiële diensten | 7,1 | 2,5 | 0,5 | 0,6 | 1,8 | 2,8 |
4.4Internationale dienstenhandel naar regio
In deze paragraaf staat de ruimtelijke spreiding van bedrijven met internationale handel in diensten centraal.noot4 Spreiding wordt hier gemeten als de verdeling naar COROP-gebied van het aantal vestigingen van bedrijven die diensten internationaal verhandelen. Nederland kent 40 COROP-gebieden die elk bestaan uit verschillende gemeenten. Uit onderzoek blijkt dat de meeste internationale goederenhandelaren zich concentreren in de regio’s Groot-Amsterdam en Groot‑Rijnmond (CBS, 2017). Interessant is dat de dominantie van deze twee regio’s nog groter is voor de handelswaarde van diensten. Figuur 4.4.1 geeft de top-10 COROP-gebieden weer met de hoogste handelswaarde van diensten in Nederland.
Bijna de helft Nederlandse dienstenhandel door vestigingen in Groot-Amsterdam
Bijna de helft van de export- en importwaarde van diensten komt voor rekening van vestigingen geconcentreerd in de regio Groot-Amsterdam. Dat is niet geheel verrassend want Groot-Amsterdam is de regio met het grootste aantal bedrijfsvestigingen en een grote specialisatie in diensten als toerisme, financiële en zakelijke diensten. De top-5 regio’s qua waarde van diensthandel bestaat verder uit Groot-Rijnmond, de Agglomeratie ’s-Gravenhage, Zuidoost-Noord-Brabant en Utrecht. Deze vijf regio’s zijn verantwoordelijk voor ruim 70 procent van alle diensthandel in Nederland en voor 38,5 procent van alle vestigingen van bedrijven met dienstenhandel in het Nederlandse bedrijfsleven. Ten opzichte van 2014 is de rol van deze vijf regio’s nog groter geworden (CBS, 2017). Zo was het aandeel van Groot-Amsterdam in de totale importwaarde 27 procent in 2014 en 47 procent in 2020. Voor de exportwaarde was dit 38 procent in 2014 en 46 procent in 2020.
| 2020 | Aandeel in de totale export van diensten | Aandeel in de totale import van diensten |
|---|---|---|
| Groot-Amsterdam | 46,1 | 47,3 |
| Groot-Rijnmond | 12,7 | 13,0 |
| Agglomeratie 's-Gravenhage | 6,8 | 6,0 |
| Zuidoost-Noord-Brabant | 3,6 | 3,8 |
| Utrecht | 3,0 | 3,7 |
| West-Noord-Brabant | 2,3 | 2,7 |
| Noordoost-Noord-Brabant | 2,0 | 2,2 |
| Het Gooi en Vechtstreek | 1,7 | 1,9 |
| Zuidoost-Zuid-Holland | 1,7 | 1,8 |
| Agglomeratie Leiden en Bollenstreek | 1,5 | 1,7 |
Kijken we naar het aandeel vestigingen van bedrijven met dienstenhandel ten opzichte van alle vestigingen in het bedrijfsleven per COROP-gebied, dan steken drie regio’s er bovenuit met veel handelaars: Zeeuws-Vlaanderen met een aandeel van ruim 36 procent, gevolgd door Midden-Limburg met 28 procent en Zuid-Limburg met bijna 27 procent dienstenhandelaars. Regio’s in het zuiden en oosten van het land, met name langs de landsgrenzen, kennen de grootste concentratie dienstenhandelaars. Ook Groot-Amsterdam kent met 23 procent een relatief groot aandeel vestigingen van bedrijven met dienstenhandel. Voor deze regio’s geldt dat dit te maken kan hebben met het toerisme en/of grenspendelaars.
| Aandeel | |
|---|---|
| Zeeuws-Vlaanderen | 36,3 |
| Midden-Limburg | 28,0 |
| Zuid-Limburg | 26,8 |
| Noord-Limburg | 25,4 |
| West-Noord-Brabant | 24,5 |
| Zuidoost-Noord-Brabant | 24,1 |
| Groot-Amsterdam | 23,3 |
| Zuidwest-Overijssel | 22,6 |
| Twente | 22,4 |
| Midden-Noord-Brabant | 22,1 |
Vaak zelfde bedrijfstak dominant in zowel dienstenimport als -export
Welke bedrijfstakken zijn dominant per regio? Tabel 4.4.3 toont de belangrijkste bedrijfstakken voor de regio’s met de meeste dienstenhandel zoals in figuur 4.4.2, en ook het bijbehorende aandeel van deze bedrijfstakken in de totale handelswaarde. Allereerst valt het op dat de dominante bedrijfstak qua exportwaarde en de dominante bedrijfstak qua importwaarde vaak dezelfde is binnen een regio. Een tweede observatie is dat bij meerdere COROP-gebieden de belangrijkste bedrijfstak verantwoordelijk is voor minstens de helft van de handelswaarde. Zo wordt bijvoorbeeld in Zeeuws-Vlaanderen ruim 80 procent van de exportwaarde en 57 procent van de importwaarde gerealiseerd door de bedrijfstak industrie. In de regio Midden-Noord-Brabant is de sector vervoer en opslag verantwoordelijk voor 52 procent van de waarde van dienstenexport. De export in Noord-Limburg wordt ook gedomineerd door bedrijven in de sector vervoer en opslag met een aandeel van 45 procent.
| Regio | Aandeel export | Sector export | Aandeel import | Sector import |
|---|---|---|---|---|
| % | % | |||
| Zeeuws-Vlaanderen | 80 | Industrie | 57 | Industrie |
| Midden-Limburg | 32 | Verhuur en overig zakelijke diensten | 32 | Groot- en detailhandel |
| Zuid-Limburg | 29 | Vervoer en opslag | 40 | Industrie |
| Noord-Limburg | 45 | Vervoer en opslag | 31 | Groot- en detailhandel |
| West-Noord-Brabant | 42 | Vervoer en opslag | 29 | Vervoer en opslag |
| Zuidoost-Noord-Brabant | 37 | Specialistische zakelijke dienstverlening | 36 | Industrie |
| Groot-Amsterdam | 43 | Informatie en communicatie | 34 | Informatie en communicatie |
| Zuidwest-Overijssel | 22 | Energievoorziening | 38 | Industrie |
| Twente | 41 | Industrie | 30 | Industrie |
| Midden-Noord-Brabant | 52 | Vervoer en opslag | 31 | Groot- en detailhandel |
Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk zijn belangrijke handelspartners van Nederland als het gaat om diensten.noot5 Het is daarom interessant om te weten welk aandeel van de handelswaarde per regio uit handel met deze landen bestaat. Uit figuur 4.4.4 blijkt dat Oost-Groningen, Arnhem/Nijmegen en Zuidoost-Drenthe, 3 regio’s aan de grens met Duitsland, de top-3 gebieden zijn met het grootste exportaandeel naar Duitsland. Ruim een derde van de dienstenexport van Oost-Groningen gaat naar Duitsland. Wat betreft import van diensten uit Duitsland kennen Zuidoost-Friesland, Oost-Groningen en Zuidoost-Drenthe de grootste aandelen. De koploper in dienstenexport naar België is de regio Midden-Noord-Brabant, met het aandeel van 23 procent. Voor import is dit Zeeuws-Vlaanderen met 29 procent. De COROP-regio’s in Limburg zijn wat betreft dienstenexport en -import meer op Duitsland gericht dan op België. De top regio’s voor handel met het VK zijn IJmond met betrekking tot dienstenexport en Groot-Rijnmond met betrekking tot dienstenimport.
| COROP-regio | Exportaandeel naar Duitsland |
|---|---|
| Oost-Groningen(CR) | 35,1 |
| Arnhem/Nijmegen(CR) | 31 |
| Zuidoost-Drenthe(CR) | 29,4 |
| Achterhoek(CR) | 28,8 |
| Zuidoost-Friesland(CR) | 28,4 |
| Zuidwest-Overijssel(CR) | 27,1 |
| Zuidwest-Drenthe(CR) | 25,6 |
| Zuid-Limburg(CR) | 23,9 |
| Noord-Limburg(CR) | 23,8 |
| Alkmaar en omgeving(CR) | 23,8 |
| Utrecht(CR) | 22,2 |
| Zuidwest-Gelderland(CR) | 21,6 |
| Zuidoost-Zuid-Holland(CR) | 21,4 |
| Kop van Noord-Holland(CR) | 20,4 |
| Overig Groningen(CR) | 19,7 |
| Twente(CR) | 19,3 |
| Noord-Overijssel(CR) | 18,7 |
| Oost-Zuid-Holland(CR) | 18,5 |
| Delfzijl en omgeving(CR) | 18,3 |
| Noord-Friesland(CR) | 17,9 |
| Zuidoost-Noord-Brabant(CR) | 17,9 |
| Noordoost-Noord-Brabant(CR) | 17,6 |
| Midden-Noord-Brabant(CR) | 17,4 |
| Veluwe(CR) | 16,6 |
| Flevoland(CR) | 15,6 |
| Zuidwest-Friesland(CR) | 14,8 |
| West-Noord-Brabant(CR) | 14,5 |
| Noord-Drenthe(CR) | 14,5 |
| Midden-Limburg(CR) | 14,3 |
| Delft en Westland(CR) | 13,7 |
| IJmond(CR) | 11,9 |
| Groot-Rijnmond(CR) | 11,5 |
| Groot-Amsterdam(CR) | 10,5 |
| Agglomeratie Leiden en Bollenstreek(CR) | 10,3 |
| Zaanstreek(CR) | 8,8 |
| Zeeuwsch-Vlaanderen(CR) | 7,4 |
| Het Gooi en Vechtstreek(CR) | 6,5 |
| Agglomeratie 's-Gravenhage(CR) | 5,1 |
| Overig Zeeland(CR) | 4,4 |
| Agglomeratie Haarlem(CR) | 1,5 |
| COROP-regio | Exportaandeel naar België |
|---|---|
| Midden-Noord-Brabant(CR) | 23,2 |
| Zuidwest-Gelderland(CR) | 19,1 |
| Agglomeratie Leiden en Bollenstreek(CR) | 16,5 |
| Midden-Limburg(CR) | 16,0 |
| West-Noord-Brabant(CR) | 15,4 |
| Kop van Noord-Holland(CR) | 15,2 |
| Oost-Groningen(CR) | 13,9 |
| Zuidwest-Overijssel(CR) | 13,5 |
| Zaanstreek(CR) | 13,2 |
| Zuid-Limburg(CR) | 13,0 |
| Zuidwest-Friesland(CR) | 12,2 |
| Utrecht(CR) | 12,0 |
| Noordoost-Noord-Brabant(CR) | 11,8 |
| Achterhoek(CR) | 11,7 |
| Arnhem/Nijmegen(CR) | 10,9 |
| Zuidoost-Noord-Brabant(CR) | 10,8 |
| Veluwe(CR) | 10,8 |
| Noord-Friesland(CR) | 10,4 |
| Oost-Zuid-Holland(CR) | 10,3 |
| Overig Zeeland(CR) | 9,8 |
| Zuidoost-Zuid-Holland(CR) | 9,8 |
| Noord-Overijssel(CR) | 9,7 |
| Zuidoost-Friesland(CR) | 9,7 |
| Zeeuwsch-Vlaanderen(CR) | 9,7 |
| Noord-Drenthe(CR) | 7,6 |
| Flevoland(CR) | 7,5 |
| Twente(CR) | 7,4 |
| IJmond(CR) | 6,9 |
| Groot-Rijnmond(CR) | 6,0 |
| Delft en Westland(CR) | 5,9 |
| Noord-Limburg(CR) | 5,9 |
| Zuidoost-Drenthe(CR) | 4,8 |
| Agglomeratie 's-Gravenhage(CR) | 4,4 |
| Alkmaar en omgeving(CR) | 4,3 |
| Overig Groningen(CR) | 4,0 |
| Het Gooi en Vechtstreek(CR) | 3,5 |
| Zuidwest-Drenthe(CR) | 3,4 |
| Groot-Amsterdam(CR) | 2,9 |
| Delfzijl en omgeving(CR) | 2,6 |
| Agglomeratie Haarlem(CR) | 1,3 |
| COROP-regio | Exportaandeel naar het VK |
|---|---|
| IJmond(CR) | 30,3 |
| Zuidwest-Drenthe(CR) | 20,9 |
| Noord-Drenthe(CR) | 20,9 |
| Agglomeratie 's-Gravenhage(CR) | 15,7 |
| Oost-Zuid-Holland(CR) | 15,6 |
| Zuidoost-Friesland(CR) | 14,6 |
| Groot-Amsterdam(CR) | 13,6 |
| Noord-Friesland(CR) | 13,5 |
| Noord-Limburg(CR) | 12,6 |
| West-Noord-Brabant(CR) | 11,8 |
| Zuidwest-Gelderland(CR) | 11,6 |
| Utrecht(CR) | 11,5 |
| Groot-Rijnmond(CR) | 10,8 |
| Noordoost-Noord-Brabant(CR) | 10,7 |
| Kop van Noord-Holland(CR) | 10,6 |
| Zaanstreek(CR) | 10,4 |
| Agglomeratie Leiden en Bollenstreek(CR) | 10,3 |
| Overig Zeeland(CR) | 9,5 |
| Zuidwest-Overijssel(CR) | 9,2 |
| Zuidoost-Zuid-Holland(CR) | 9,1 |
| Veluwe(CR) | 8,6 |
| Overig Groningen(CR) | 8,4 |
| Flevoland(CR) | 8,2 |
| Midden-Noord-Brabant(CR) | 8,2 |
| Zuidoost-Drenthe(CR) | 8,2 |
| Delft en Westland(CR) | 7,6 |
| Arnhem/Nijmegen(CR) | 7,6 |
| Oost-Groningen(CR) | 7,4 |
| Twente(CR) | 7,4 |
| Achterhoek(CR) | 7,2 |
| Zuid-Limburg(CR) | 7,1 |
| Alkmaar en omgeving(CR) | 6,4 |
| Noord-Overijssel(CR) | 6,0 |
| Zuidwest-Friesland(CR) | 5,8 |
| Zuidoost-Noord-Brabant(CR) | 5,7 |
| Midden-Limburg(CR) | 5,0 |
| Het Gooi en Vechtstreek(CR) | 4,3 |
| Delfzijl en omgeving(CR) | 2,9 |
| Zeeuwsch-Vlaanderen(CR) | 1,5 |
| Agglomeratie Haarlem(CR) | 1,0 |
4.5Belang van de Nederlandse dienstenhandel voor andere landen
Paragraaf 4.2 liet onder andere zien dat het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Duitsland de belangrijkste partnerlanden zijn voor de internationale dienstenhandel van Nederland (zie infographic hieronder). Maar hoe belangrijk is Nederland voor deze – en andere – landen wat betreft hun internationale dienstenhandel? In welke landen heeft Nederland een groot marktaandeel wat betreft diensten, en groeit dit aandeel de afgelopen jaren, of juist niet? Dergelijke vragen komen aan bod in deze paragraaf. Voor de cijfers over dienstenhandel van andere landen, benodigd voor deze analyse, gebruiken we data over de internationale handel in diensten gerapporteerd door het International Trade Center (ITC).
België meest afhankelijk van Nederland voor wat betreft dienstenexport
Nederland exporteerde in 2021 ter waarde van 246 miljard euro en importeerde 237 miljard euro aan diensten. Tabel 4.5.1 laat de tien partnerlanden zien die in 2021 het grootste aandeel in de Nederlandse dienstenexport hadden. Het grootste aandeel van de Nederlandse diensten werd geïmporteerd door het Verenigd Koninkrijk (13,7 procent), Duitsland (12,8 procent) en het Verenigde Staten (11,7 procent). Partnerlanden met het grootste aandeel in de Nederlandse dienstenimport staan in tabel 4.5.2. De meeste diensten werden geïmporteerd vanuit de Verenigde Staten (19,1 procent), het Verenigd Koninkrijk (16,6 procent) en Duitsland (10,9 procent).
| Exportwaarde | Aandeel | |
|---|---|---|
| mld euro | % | |
| Verenigd Koninkrijk | 29,0 | 13,7 |
| Duitsland | 26,9 | 12,8 |
| Verenigde Staten | 24,7 | 11,7 |
| Ierland | 15,5 | 7,4 |
| België | 12,5 | 6,0 |
| Zwitserland | 12,2 | 5,8 |
| Frankrijk | 11,4 | 5,4 |
| Italië | 5,7 | 2,7 |
| Zweden | 5,0 | 2,4 |
| Spanje | 4,6 | 2,2 |
| Importwaarde | Aandeel | |
|---|---|---|
| mld euro | % | |
| Verenigde Staten | 38,3 | 19,1 |
| Verenigd Koninkrijk | 33,4 | 16,6 |
| Duitsland | 21,8 | 10,9 |
| Ierland | 15,5 | 7,7 |
| België | 13,8 | 6,9 |
| Frankrijk | 13,5 | 6,7 |
| Italië | 5,3 | 2,6 |
| Spanje | 5,2 | 2,6 |
| Polen | 4,5 | 2,3 |
| Zwitserland | 3,7 | 1,8 |
Nu we de belangrijkste partnerlanden voor Nederland kennen, kijken we met behulp van internationale data van het ITC vervolgens hoe belangrijk Nederland voor andere landen is. Wat is het aandeel van Nederland in de import en export van diensten van andere landen? De ITC Trade Map combineert bronnen van het ITC zelf, de United Nations Conference on Trade and Development (UNCTAD) en de World Trade Organization (WTO).
| Aandeel | Rang | |
|---|---|---|
| % | ||
| België | 14,7 | 1 |
| Duitsland | 5,9 | 5 |
| Frankrijk | 5,8 | 6 |
| Verenigd Koninkrijk | 5,1 | 3 |
| Spanje | 5,1 | 5 |
| Ierland | 3,3 | 7 |
| Italië | 3,3 | 8 |
| Zweden | 3,0 | 9 |
| Zwitserland* | 2,8 | 8 |
| Verenigde Staten | 2,3 | 15 |
Bron:ITC
*De cijfers van Zwitserland hebben betrekking op het jaar 2018.
| Aandeel | Rang | |
|---|---|---|
| % | ||
| België | 14,8 | 1 |
| Ierland | 10,1 | 3 |
| Polen | 5,6 | 4 |
| Frankrijk | 5,6 | 5 |
| Duitsland | 5,5 | 5 |
| Italië | 3,9 | 9 |
| Verenigd Koninkrijk | 3,9 | 6 |
| Spanje | 3,7 | 8 |
| Verenigde Staten | 2,5 | 12 |
| Zwitserland* | 2,3 | 8 |
Bron:ITC
*De cijfers van Zwitserland hebben betrekking op het jaar 2018.
Nederland is de belangrijkste handelspartner van België wat betreft diensten
Tabellen 4.5.3 en 4.5.4 laten zien welk aandeel Nederland inneemt in de export en import van diensten van de tien grootste Nederlandse partners uit tabel 4.5.1 respectievelijk 4.5.2. Ook wordt getoond welke plek Nederland op de ranglijst van belangrijkste afnemers en leveranciers inneemt in het betreffende land. Met een aandeel van bijna 15 procent in de totale Belgische dienstenexport is Nederland de grootste importeur van Belgische diensten. Daarna volgen Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland als landen waarvan Nederland eveneens een belangrijke handelspartner is. Vanuit deze landen neemt Nederland circa 5 tot 6 procent van de totale dienstenexport af. Wat betreft de dienstenimport van België zien we een soortgelijk beeld als bij de export: ook hier heeft Nederland een aandeel van bijna 15 procent. Daarmee was Nederland in 2019 de grootste klant én leverancier van diensten voor België. Zoals eerder weergegeven in tabellen 4.5.1 en 4.5.2 is het belang van België als bestemmingsland én herkomstland van diensten voor Nederland beduidend kleiner.
Duitsland grotere handelspartner voor Nederland dan omgekeerd
Zoals tabellen 4.5.1 en 4.5.2 lieten zien, is Duitsland verantwoordelijk voor meer dan 10 procent van de Nederlandse dienstenimport en -export. Duitsland staat bovendien in de top-3 van de belangrijkste partnerlanden voor zowel de Nederlandse import als export. Omgekeerd exporteert Duitsland 5,9 procent van de totale Duitse dienstenexport naar Nederland. Daarmee staat Nederland op de vijfde plaats van Duitse exportbestemmingen, na de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland en Frankrijk. Van de totale import van diensten door Duitsland was het Nederlandse aandeel 5,5 procent in 2019. Ook hiermee staan we op de vijfde plaats na de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Oostenrijk. Dienstenhandel met Duitsland is daarmee belangrijker voor Nederland dan handel met Nederland voor onze oosterburen is.
| 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
|---|---|---|---|---|
| % | ||||
| België | 13,4 | 14,5 | 14,4 | 14,8 |
| Ierland | 9,2 | 11,0 | 12,6 | 10,1 |
| IJsland | 6,7 | 7,4 | 7,2 | 7,6 |
| Singapore | 5,0 | 5,7 | 5,8 | - |
| Polen | 5,1 | 5,3 | 5,6 | 5,6 |
| Frankrijk | 5,7 | 4,9 | 5,6 | 5,6 |
| Duitsland | 5,7 | 5,5 | 5,6 | 5,5 |
| Zweden | 3,9 | 4,7 | 4,3 | 5,2 |
| Finland | 4,7 | 5,1 | 5,2 | 5,0 |
| Portugal | 3,9 | 4,0 | 4,1 | 4,4 |
| Italië | 3,8 | 3,8 | 3,7 | 3,9 |
| Hongarije | 4,0 | 4,5 | 4,5 | 3,9 |
| Verenigd Koninkrijk | 4,3 | 4,2 | 4,3 | 3,9 |
| Denemarken | 3,9 | 3,6 | 3,8 | 3,8 |
| Spanje | 4,4 | 3,8 | 3,7 | 3,7 |
| Rusland | 2,9 | 3,0 | 2,9 | 3,5 |
| Tsjechië | 3,2 | 3,2 | 3,6 | 3,4 |
| Oostenrijk | 2,8 | 3,0 | 3,0 | 3,3 |
| Estland | 3,5 | 3,5 | 3,3 | 3,1 |
| Litouwen | 2,2 | 2,1 | 2,5 | 2,9 |
| Luxemburg | 3,3 | 2,9 | 2,8 | 2,6 |
| Griekenland | 2,4 | 2,6 | 2,5 | 2,6 |
| Verenigde Staten | 2,2 | 2,3 | 2,4 | 2,5 |
| Zwitserland | 2,1 | 2,2 | 2,3 | - |
| Slowakije | 2,1 | 2,0 | 2,3 | 2,3 |
| Letland | 1,9 | 2,2 | 2,3 | 2,0 |
| Slovenië | 1,4 | 1,7 | 1,9 | 2,0 |
| Japan | 1,9 | 1,8 | 1,9 | - |
| Canada | 1,4 | 1,3 | 1,4 | 1,3 |
| Australië | 1,4 | 1,2 | 1,0 | - |
Bron:ITC
| 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
|---|---|---|---|---|
| % | ||||
| België | 14,6 | 14,9 | 14,9 | 14,7 |
| Polen | 5,6 | 6,0 | 6,6 | 6,7 |
| Duitsland | 5,8 | 5,9 | 6,1 | 5,9 |
| Frankrijk | 5,7 | 5,3 | 5,8 | 5,8 |
| Litouwen | 4,0 | 4,0 | 4,7 | 5,4 |
| Verenigd Koninkrijk | 5,2 | 5,7 | 5,8 | 5,1 |
| Spanje | 5,0 | 5,0 | 5,1 | 5,1 |
| Slowakije | 4,9 | 5,3 | 4,9 | 4,7 |
| Oostenrijk | 4,1 | 4,2 | 4,3 | 4,3 |
| Hongarije | 3,4 | 4,1 | 3,9 | 3,9 |
| Portugal | 4,4 | 4,2 | 4,1 | 3,9 |
| Tsjechië | 3,4 | 3,9 | 3,6 | 3,8 |
| Slovenië | 2,9 | 3,6 | 3,8 | 3,7 |
| Ierland | 3,3 | 3,1 | 3,5 | 3,3 |
| Italië | 3,1 | 3,5 | 3,3 | 3,3 |
| Luxemburg | 3,4 | 3,2 | 3,2 | 3,2 |
| Denemarken | 3,4 | 3,1 | 3,2 | 3,1 |
| Zweden | 3,8 | 3,6 | 3,2 | 3,0 |
| IJsland | 3,0 | 3,1 | 3,1 | 2,9 |
| Finland | 2,7 | 2,7 | 3,4 | 2,7 |
| Zwitserland | 2,7 | 2,7 | 2,8 | - |
| Rusland | 2,7 | 2,6 | 2,7 | 2,7 |
| Letland | 2,6 | 2,6 | 2,3 | 2,7 |
| Estland | 2,1 | 2,1 | 2,5 | 2,6 |
| Griekenland | 2,8 | 3,1 | 2,8 | 2,5 |
| Verenigde Staten | 2,2 | 2,3 | 2,3 | 2,3 |
| Japan | 1,6 | 1,6 | 1,4 | - |
| Singapore | 1,5 | 1,5 | 1,3 | - |
| Canada | 1,2 | 1,1 | 1,1 | 1,1 |
| Australië | 0,6 | 0,6 | 0,8 | - |
Bron:ITC
Polen heeft na België het grootste aandeel dienstenexport naar Nederland
Voor welke andere landen buiten de belangrijkste dienstenhandelspartners speelt de Nederlandse dienstenimport en -export een grote rol? Tabellen 4.5.5 en 4.5.6 tonen het aandeel van Nederland in de totale dienstenimport en -export van de dertig landen waarin Nederland het grootste aandeel in de dienstenstroom had. Nederland heeft een betrekkelijk grote rol in de Poolse dienstenhandel. Polen exporteert namelijk 6,7 procent van haar diensten naar Nederland en 5,6 procent van haar totale waarde van de dienstenimport is afkomstig uit Nederland. Nederland staat hiermee als afnemer op de vijfde plaats voor de Poolse dienstenexport en is de vierde grootste leverancier voor de Poolse import. Het aandeel van zowel de Poolse dienstenexport als dienstenimport naar en vanuit Nederland nam tussen 2016 en 2019 toe met respectievelijk 1,2 en 0,5 procentpunt. Nederland importeert met name vervoersdiensten uit Polen. Hierbij kan gedacht worden aan Poolse vrachtvervoerders die in opdracht van Nederlandse bedrijven goederen vervoeren. Daarnaast importeert Nederland ook relatief veel zakelijke diensten zoals professionele en managementadviesdiensten uit Polen. De uitvoer van diensten naar Polen is relatief gelijkmatig verdeeld over reisverkeer – grotendeels Poolse seizoensarbeiders die in Nederland hun diensten aanbieden –, zakelijke diensten en de uitvoer van intellectueel eigendom, zoals betalingen voor streamingscontent of licenties op het gebruik van handelsmerken.
De IJslandse import van Nederlandse diensten groeit licht
IJsland is over de jaren een groter aandeel van haar diensten gaan importeren uit Nederland. In 2016 was Nederland nog verantwoordelijk voor 6,7 procent van de IJslandse dienstenimport, in 2019 was dit aandeel gegroeid tot 7,6 procent. Daarmee is Nederland de vierde importpartner voor IJsland. De Nederlandse dienstenimport uit IJsland is met 253 miljoen euro echter betrekkelijk klein: we zijn de negende exportbestemming voor IJsland. Ruim de helft van deze export bestaat uit vervoersdiensten uit IJsland. De dienstenexport van IJsland naar Nederland is over de jaren enigszins stabiel gebleven.
Zweedse import uit Nederland groeit, maar de export neemt af
Zweden heeft tussen 2016 en 2019 bijna 34 procent meer diensten uit Nederland ingevoerd. In 2016 was het aandeel van Nederland in de Zweedse dienstenimport nog 3,9 procent, in 2019 was dit aandeel gegroeid tot 5,2 procent, waarmee Nederland de zevende importpartner is. Zweden ontvangt uit Nederland met name zakelijke diensten, intellectueel eigendom en vervoersdiensten. Bij deze laatste categorie gaat het met name om diensten voor de zeevaart en vrachtvervoer naar Zweden. Omgekeerd nam het aandeel van de export van diensten naar Nederland juist af. Het aandeel van Nederland in de Zweedse export daalde van 3,8 procent in 2016 tot 3,0 procent in 2019. Nederland is de negende bestemming voor de Zweedse dienstenexport.
Aandeel van Nederland in de Litouwse dienstenhandel in de lift
Litouwen neemt slechts een klein deel van de Nederlandse import en export van diensten voor haar rekening, respectievelijk 0,2 en 0,1 procent. Andersom speelt Nederland echter een grotere rol voor de Litouwse dienstenhandel, Litouwen importeert namelijk 2,9 procent van haar diensten uit Nederland, een groei van bijna 32 procent ten opzichte van 2016, toen betrof de Litouwse dienstenimport uit Nederland nog 2,2 procent. Nederland is de dertiende importpartner voor Litouwen. Ook het aandeel van de dienstenexport van Litouwen naar Nederland is gegroeid in de onderzochte periode. Deze groeide met bijna 36 procent van 4,0 procent in 2016 naar 5,4 procent in 2019. Hierin speelt onder andere het dienstenaanbod van Litouwse vrachtvervoerders een belangrijke rol. Nederland is de vijfde exportbestemming voor Litouwen.
Het is duidelijk dat Nederland een belangrijke speler is in de internationale dienstenhandel, niet alleen voor onze belangrijkste handelspartners maar ook voor landen die een kleiner aandeel hebben in de Nederlandse import en export van diensten. Ook blijkt dat de Nederlandse dienstenhandel sterk is op specifieke vlakken, zoals vervoersdiensten, zakelijke diensten en het beheer en distributie van intellectueel eigendom. Deze dienstensoorten zien we sterk terugkomen in de handel met onze belangrijkste handelspartners, alsook in de handel met kleinere landen. Reisverkeersdiensten spelen een relatief grote rol in de dienstenhandel met typische vakantielanden en naburige landen (mede door grens- of seizoensarbeid en dagjesmensen).
4.6Literatuur
Literatuur
Berentsen, L. (2019). Nederland moet dit jaar laten zien dat het ernst is met fiscaal charmeoffensief. Financieel dagblad.
CBS (2022). Minder goederen, meer diensten naar het VK in 2021. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2017). Internationaliseringsmonitor 2017, tweede kwartaal: Internationale handel in diensten. Den Haag/ Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Cremers, D. & Jaarsma, M. (2020). Dienstenhandel en zwaartekracht; anders dan goederenhandel? In S. Creemers & M. Jaarsma (Red). Internationaliseringsmonitor 2020 derde kwartaal, internationale handel in diensten en R&D. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Cremers, D., Creemers, S., Franssen, L., Jaarsma, M., Rud, I. & Van den Berg, M. (2022). Dienstenexport naar een nieuw EU-land: kansen en belemmeringen. In D. Herbers & J. Rooyakkers (Red). Internationaliseringsmonitor 2022 tweede kwartaal, dienstenhandel, ontwikkelingen en beperkingen. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
DNB (2020). Afname activiteiten vooral van kleinere bfi’s. Amsterdam: De Nederlandsche Bank.
Lejour, A., Möhlmann, J. & Riet, M. van ’t (2019). Doorsluisland NL doorgelicht. CPB policy brief.
Poulissen, D., Rooyakkers, J. & Smit, R. (2022). De internationale dienstenhandel in woelige tijden. In D. Herbers & J. Rooyakkers (Red). Internationaliseringsmonitor 2022 tweede kwartaal, dienstenhandel, ontwikkelingen en beperkingen. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Noten
De grote mutaties in de exportwaarde van de vergoedingen voor het gebruik, distributie of eigendomsrechten van software voor 2020 zullen in latere publicaties verdwijnen. Een groot deel van deze stroom bestaat uit een type financiële stroom waarvan recent besloten is dat deze niet (meer) tot de internationale dienstenhandel zou moeten worden gerekend. In toekomstige doorrekeningen van de gebruikte tijdreeksen voor de internationale dienstenhandel zal deze stroom daardoor verdwijnen. Binnen de publicatietermijn van dit rapport bleek het niet meer mogelijk de tijdreeksen hierop aan te passen.
De grote mutaties in de exportwaarde naar Ierland voor 2020 zullen in latere publicaties verdwijnen. Een groot deel van deze stroom bestaat uit een type financiële stroom waarvan recent besloten is dat deze niet (meer) tot de internationale dienstenhandel zou moeten worden gerekend. In toekomstige doorrekeningen van de gebruikte tijdreeksen voor de internationale dienstenhandel zal deze stroom daardoor verdwijnen. Binnen de publicatietermijn van dit rapport bleek het niet meer mogelijk de tijdreeksen hierop aan te passen.
De grote mutaties in de importwaarde uit Bermuda voor 2020 zullen in latere publicaties verdwijnen. Een groot deel van deze stroom bestaat uit een type financiële stroom waarvan recent besloten is dat deze niet (meer) tot de internationale dienstenhandel zou moeten worden gerekend. In toekomstige doorrekeningen van de gebruikte tijdreeksen voor de internationale dienstenhandel zal deze stroom daardoor verdwijnen. Binnen de publicatietermijn van dit rapport bleek het niet meer mogelijk de tijdreeksen hierop aan te passen.
De cijfers in deze paragraaf hebben betrekking op het aantal Nederlandse bedrijven met internationale dienstenhandel (zie ook hoofdstuk 5 over het internationaal handelend bedrijfsleven). Hiertoe is een koppeling gemaakt tussen de internationale dienstenhandel en alle bedrijfseenheden die in het Algemeen Bedrijvenregister (ABR) van het desbetreffende jaar voorkomen. Aangezien niet alle internationale dienstenhandel te koppelen is aan een in het ABR geregistreerd bedrijf, zijn de totaalcijfers lager dan de waarde van de dienstenhandel in paragraaf 4.2 en 4.3, en lager dan op StatLine vermeld staat. Zo behoren diensten geleverd of ontvangen door personen (bijv. reisverkeersdiensten), overheidsinstellingen of financiële stromen van multinationals niet tot dit onderzoek.
Internationale handelsinformatie (waarde en partner) is enkel beschikbaar op bedrijfsniveau. Om de exacte geografische locatie van het bedrijf te bepalen, is deze handelsinformatie verder geregionaliseerd naar vestigingsniveau, oftewel het niveau van de lokale bedrijfseenheid. In de meeste gevallen is een bedrijf klein en bestaat deze uit één vestiging. In dat geval wordt de internationale handel van het bedrijf toegewezen aan de regio waar het bedrijf gevestigd is. Als het bedrijf meer dan één vestiging heeft, wordt de handelswaarde naar rato van het aantal werknemers in de verschillende vestigingen verdeeld over deze vestingen, en daarmee over de COROP-gebieden.