Foto omschrijving: Illustratief beeld. Een leerling heeft een bootje gevouwen van zijn proefwerk papier. Hij had misschien niet geleerd voor het tentamen.

Voortijdig schoolverlaters

Auteur: Linda Fernandez Beiro

In 2021/’22 nam het percentage voortijdig schoolverlaters opnieuw toe. In de gemeenten Heerlen, Laren en Vaals was dit percentage het hoogst. Landelijk gezien waren de meest genoemde redenen voor het voortijdig verlaten van een opleiding het inhoudelijk niet goed aansluiten van de opleiding bij de verwachting van de leerlingen, het hebben van psychische problemen of een slecht georganiseerde opleiding. In vergelijking met andere Europese landen is het percentage jongeren zonder startkwalificatie in Nederland relatief laag.

Voortijdig schoolverlater (vsv)

Een voortijdig schoolverlater is iemand die het (bekostigd) onderwijs heeft verlaten en niet in het bezit is van een startkwalificatie. Een startkwalificatie betekent dat iemand ten minste een afgeronde havo- of vwo-opleiding of een basisberoepsopleiding (mbo niveau 2) heeft. Het aantal voortijdig schoolverlaters in Nederland kan op twee manieren worden benaderd, enerzijds vanuit de nieuwe aanwas en anderzijds vanuit het totale volume.

De nieuwe aanwas is het aantal personen dat in een bepaald schooljaar het onderwijs verlaat zonder startkwalificatie. Dit aantal is gebaseerd op onderwijsregistraties. Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters wordt bepaald aan de hand van de directe door- en uitstroom tussen twee opeenvolgende schooljaren binnen het door de overheid bekostigde onderwijs en het bezit van startkwalificerende diploma’s. Hierbij wordt uitgegaan van jongeren tot 23 jaar. Bij de bepaling van de nieuwe aanwas voortijdig schoolverlaters wordt het onderwijs aan speciale scholen, het praktijkonderwijs, de Engelse Stroom en het Internationaal Baccalaureaat buiten beschouwing gelaten. Een deel van de voortijdig schoolverlaters is in het buitenland of in het particulier onderwijs een opleiding gaan volgen. Deze jongeren worden onterecht meegeteld als voortijdig schoolverlaters, doordat deze opleidingen buiten het bereik van de onderwijsregistraties vallen.

Het totale volume is het totaal aantal personen zonder startkwalificatie in Nederland. Dit is gebaseerd op de Enquête beroepsbevolking (EBB). Deze cijfers kunnen ook op Europees niveau worden vergeleken. Bij de Europese doelstelling om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen wordt uitgegaan van jongeren van 18 tot 25 jaar.

35 440 nieuwe voortijdig schoolverlaters in 2021/’22

11.1Nieuwe voortijdig schoolverlaters

Met de aanpak voortijdig schoolverlaten wil de Rijksoverheid voorkomen dat jongeren voortijdig, dus zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaten. Het hebben van een startkwalificatie is belangrijk voor jongeren omdat het de kansen op de arbeidsmarkt vergroot. Zo hebben jongeren met een startkwalificatie vaker werk dan jongeren zonder startkwalificatie. Ook hebben ze vaker een vaste arbeidsrelatie en werken ze vaker voltijds (Zie ook: Arbeidsdeelname; jongeren). De Rijksoverheid werkt in de aanpak voortijdig schoolverlaten samen met scholen en gemeenten.

Aantal nieuwe vsv’ers toegenomen

In het schooljaar 2021/’22 verlieten 35 duizend jongeren tot 23 jaar voortijdig het onderwijs. Dit zijn er bijna 7 duizend meer dan een jaar eerder. Deze toename is zichtbaar bij zowel jonge mannen als jonge vrouwen. Het aantal voortijdig schoolverlaters nam sinds 2015/’16 al vrijwel jaarlijks toe, met uitzondering van 2019/’20.

De daling in 2019/’20 had te maken met de coronapandemie. Doordat de centrale examens destijds niet doorgingen is mogelijk een groep jongeren doorgestroomd naar het mbo die dat anders niet gedaan had. Ook was er meer inzet van professionals van scholen, Regionale Meld en Coördinatiepunten (RMC’s), gemeenten en zorgpartijen in deze periode waardoor wellicht minder jongeren voortijdig het onderwijs verlieten. Daarbij was er, zeker in het begin van de pandemie, minder werk voor jongeren, waardoor de arbeidsmarkt wellicht ook een minder aantrekkelijk alternatief was (OCW, 2021).

De Rijksoverheid streeft ernaar om het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters te laten dalen tot minder dan 18 duizend in 2026 (OCW, 2023).

11.1.1 Nieuwe voortijdig schoolverlaters tot 23 jaar (x 1 000)
schooljaar Mannen Vrouwen
2012/'13 18,96 12,34
2013/'14 17,85 11,48
2014/'15 17,38 10,74
2015/'16 17,13 10,23
2016/'17 17,85 10,51
2017/'18 19,35 10,91
2018/'19 20,23 11,24
2019/'20 17,35 9,01
2020/'21 18,78 10,01
2021/'22* 22,2 13,24

Percentage vsv’ers het hoogst in Heerlen, Laren en Vaals

Landelijk verliet 3 procent van de jongeren tot 23 jaar het onderwijs voortijdig in 2021/22. Het terugdringen van dit percentage voortijdig schoolverlaters is regionaal georganiseerd: in 40 RMC-regio’s werken scholen en gemeenten samen om te voorkomen dat leerlingen zonder startkwalificatie van school gaan. De RMC-regio’s richten zich vooralsnog op jongeren tot 23 jaar, maar er is er een wetsvoorstel om de RMC-begeleiding uit te breiden naar de leeftijd van 27 jaar om ook die jongeren de begeleiding te bieden die zij nodig hebben om terug te keren naar school, werk of een combinatie hiervan (Ministerie van OCW, 2022).

Het percentage voortijdig schoolverlaters was 2 of 3 procent in alle RMC-regio’s. Tussen gemeenten zijn er meer verschillen zichtbaar. Zo was het percentage voortijdig schoolverlaters in 2021/’22 met 5 procent het hoogst in de gemeenten Heerlen, Laren en Vaals. Een hoog percentage voortijdig schoolverlaters wil niet zeggen dat er ook daadwerkelijk veel jongeren het onderwijs zonder startkwalificatie hebben verlaten. Voor de grensregio’s geldt bijvoorbeeld dat jongeren ook naar België of Duitsland kunnen om een opleiding te volgen. Het percentage vsv’ers was met 1 procent het laagst in Olst-Wijhe, Landerd en Tubbergen. In Rotterdam en Amsterdam was het percentage 4 procent en in Den Haag en Utrecht 3 procent.

11.1.2 Voortijdig schoolverlaters naar woonregio, 2021/'22*
Gemeentenaam Voortijdig schoolverlaters
Aa en Hunze 2
Aalsmeer 2
Aalten 2
Achtkarspelen 1
Alblasserdam 2
Albrandswaard 2
Alkmaar 3
Almelo 3
Almere 3
Alphen aan den Rijn 3
Alphen-Chaam .
Altena 2
Ameland .
Amersfoort 3
Amstelveen 3
Amsterdam 4
Apeldoorn 3
Arnhem 4
Assen 2
Asten 2
Baarle-Nassau .
Baarn 2
Barendrecht 3
Barneveld 2
Beek (L.) 3
Beekdaelen 2
Beemster 2
Beesel 2
Berg en Dal 2
Bergeijk 2
Bergen (L.) 2
Bergen (NH.) 3
Bergen op Zoom 4
Berkelland 1
Bernheze 2
Best 2
Beuningen 2
Beverwijk 4
Bladel 2
Blaricum 4
Bloemendaal 2
Bodegraven-Reeuwijk 2
Boekel 2
Borger-Odoorn 3
Borne 2
Borsele 2
Boxmeer 2
Boxtel 2
Breda 3
Brielle 3
Bronckhorst 2
Brummen 2
Brunssum 3
Bunnik 2
Bunschoten 3
Buren 2
Capelle aan den IJssel 3
Castricum 2
Coevorden 3
Cranendonck 2
Cuijk 3
Culemborg 2
Dalfsen 2
Dantumadiel 2
De Bilt 2
De Fryske Marren 2
De Ronde Venen 2
De Wolden 2
Delft 3
Den Helder 3
Deurne 2
Deventer 3
Diemen 3
Dinkelland 1
Doesburg 3
Doetinchem 3
Dongen 2
Dordrecht 4
Drechterland 2
Drimmelen 2
Dronten 3
Druten 2
Duiven 2
Echt-Susteren 3
Edam-Volendam 3
Ede 3
Eemnes 2
Eemsdelta 3
Eersel 2
Eijsden-Margraten 2
Eindhoven 3
Elburg 2
Emmen 3
Enkhuizen 3
Enschede 4
Epe 3
Ermelo 3
Etten-Leur 2
Geertruidenberg 3
Geldrop-Mierlo 3
Gemert-Bakel 2
Gennep 2
Gilze en Rijen 2
Goeree-Overflakkee 2
Goes 3
Goirle 2
Gooise Meren 2
Gorinchem 3
Gouda 3
Grave 3
Groningen (gemeente) 4
Gulpen-Wittem 2
Haaksbergen 2
Haarlem 3
Haarlemmermeer 2
Halderberge 2
Hardenberg 1
Harderwijk 3
Hardinxveld-Giessendam 1
Harlingen 2
Hattem 1
Heemskerk 2
Heemstede 2
Heerde 2
Heerenveen 2
Heerhugowaard 3
Heerlen 5
Heeze-Leende 1
Heiloo 2
Hellendoorn 2
Hellevoetsluis 3
Helmond 3
Hendrik-Ido-Ambacht 2
Hengelo (O.) 3
Het Hogeland 3
Heumen 2
Heusden 2
Hillegom 3
Hilvarenbeek 2
Hilversum 3
Hoeksche Waard 2
Hof van Twente 1
Hollands Kroon 2
Hoogeveen 3
Hoorn 3
Horst aan de Maas 2
Houten 2
Huizen 3
Hulst 3
IJsselstein 2
Kaag en Braassem 3
Kampen 2
Kapelle 2
Katwijk 3
Kerkrade 4
Koggenland 2
Krimpen aan den IJssel 3
Krimpenerwaard 2
Laarbeek 2
Landerd 1
Landgraaf 3
Landsmeer 3
Langedijk 2
Lansingerland 2
Laren (NH.) 5
Leeuwarden 3
Leiden 3
Leiderdorp 2
Leidschendam-Voorburg 3
Lelystad 4
Leudal 2
Leusden 2
Lingewaard 2
Lisse 2
Lochem 2
Loon op Zand 2
Lopik 2
Losser 2
Maasdriel 2
Maasgouw 3
Maassluis 3
Maastricht 4
Medemblik 3
Meerssen 2
Meierijstad 2
Meppel 2
Middelburg (Z.) 3
Midden-Delfland 1
Midden-Drenthe 2
Midden-Groningen 3
Mill en Sint Hubert 1
Moerdijk 2
Molenlanden 2
Montferland 3
Montfoort 2
Mook en Middelaar 2
Neder-Betuwe 2
Nederweert 2
Nieuwegein 3
Nieuwkoop 2
Nijkerk 2
Nijmegen 3
Nissewaard 3
Noardeast-Frysl�n 2
Noord-Beveland .
Noordenveld 2
Noordoostpolder 3
Noordwijk 2
Nuenen, Gerwen en Nederwetten 2
Nunspeet 3
Oegstgeest 2
Oirschot 2
Oisterwijk 2
Oldambt 3
Oldebroek 2
Oldenzaal 2
Olst-Wijhe 1
Ommen 2
Oost Gelre 2
Oosterhout 2
Ooststellingwerf 2
Oostzaan 2
Opmeer 2
Opsterland 2
Oss 3
Oude IJsselstreek 2
Ouder-Amstel 2
Oudewater .
Overbetuwe 2
Papendrecht 2
Peel en Maas 2
Pekela 4
Pijnacker-Nootdorp 2
Purmerend 3
Putten 2
Raalte 2
Reimerswaal 2
Renkum 2
Renswoude .
Reusel-De Mierden 1
Rheden 3
Rhenen 2
Ridderkerk 3
Rijssen-Holten 1
Rijswijk (ZH.) 3
Roerdalen 3
Roermond 3
Roosendaal 3
Rotterdam 4
Rozendaal .
Rucphen 2
Schagen 3
Scherpenzeel 1
Schiedam 3
Schiermonnikoog .
Schouwen-Duiveland 3
's-Gravenhage (gemeente) 3
's-Hertogenbosch 3
Simpelveld 2
Sint Anthonis 2
Sint-Michielsgestel 2
Sittard-Geleen 3
Sliedrecht 3
Sluis 3
Smallingerland 3
Soest 3
Someren 2
Son en Breugel 3
Stadskanaal 3
Staphorst 1
Stede Broec 3
Steenbergen 2
Steenwijkerland 3
Stein (L.) 3
Stichtse Vecht 2
S�dwest-Frysl�n 2
Terneuzen 3
Terschelling .
Texel 2
Teylingen 2
Tholen 2
Tiel 3
Tilburg 3
Tubbergen 1
Twenterand 2
Tynaarlo 1
Tytsjerksteradiel 2
Uden 3
Uitgeest 3
Uithoorn 3
Urk 2
Utrecht (gemeente) 3
Utrechtse Heuvelrug 3
Vaals 5
Valkenburg aan de Geul 3
Valkenswaard 2
Veendam 3
Veenendaal 2
Veere 2
Veldhoven 3
Velsen 3
Venlo 3
Venray 3
Vijfheerenlanden 2
Vlaardingen 3
Vlieland .
Vlissingen 4
Voerendaal 2
Voorschoten 1
Voorst 2
Vught 2
Waadhoeke 2
Waalre 3
Waalwijk 2
Waddinxveen 2
Wageningen 2
Wassenaar 2
Waterland 2
Weert 2
Weesp 1
West Betuwe 2
West Maas en Waal 2
Westerkwartier 2
Westerveld 2
Westervoort 3
Westerwolde 3
Westland 2
Weststellingwerf 2
Westvoorne 2
Wierden 1
Wijchen 2
Wijdemeren 3
Wijk bij Duurstede 2
Winterswijk 2
Woensdrecht 3
Woerden 2
Wormerland 3
Woudenberg 2
Zaanstad 3
Zaltbommel 3
Zandvoort 3
Zeewolde 3
Zeist 3
Zevenaar 2
Zoetermeer 3
Zoeterwoude 2
Zuidplas 2
Zundert 2
Zutphen 3
Zwartewaterland 1
Zwijndrecht 3
Zwolle 3

Relatief grootste uitval uit entree-opleiding

In absolute zin waren voortijdig schoolverlaters vooral mbo niveau 4 studenten (11,6 duizend) die zonder diploma het onderwijs verlieten, gevolgd door degenen die een mbo-2 opleiding volgden (8,9 duizend).

In verhouding tot het totaal aantal leerlingen of studenten per onderwijstype is het aandeel uitvallers het grootst onder degenen die een entree-opleiding volgden. Van de totaal 11,8 duizend studenten die een entree-opleiding volgden vielen er 3,5 duizend voortijdig uit (30 procent). Voor de entree-opleiding geldt dat dit zowel met als zonder diploma kan zijn, want de entreeopleiding geeft ook met diploma nog geen startkwalificatie. Dat laatste geldt ook voor de schoolverlaters vanuit het vmbo. Verder stroomt circa 15 procent van de vavo-studenten voortijdig uit en 13 procent van de studenten in de basisberoepsopleiding (mbo-2).

11.1.3 Nieuwe voortijdig schoolverlaters, 2021/'22* (% van het totaal aantal leerlingen
in de betreffende onderwijssoort)
schooltype Voortijdig schoolverlaters
Mbo-1 30
Vavo 15
Mbo-2 13
Mbo-3 6
Mbo-4 5
Totaal voortgezet onderwijs 1

11.2Eigen ervaringen voortijdig schoolverlaters

De Rijksoverheid wil voortijdige schooluitval tegengaan en voortijdig schoolverlaters zo veel mogelijk terug naar onderwijs of naar werk begeleiden (zie paragraaf 11.1). Het is daarom de vraag wat de jongeren die voortijdig het onderwijs hebben verlaten zijn gaan doen, wat hun redenen waren om te stoppen en of ze spijt hebben van hun keuze om met hun opleiding te stoppen. Vanaf hun 18e zijn jongeren niet meer verplicht om een startkwalificatie te halen. Het alsnog halen van een diploma kan wel hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten, vandaar dat het ook relevant is om te weten wat hun toekomstplannen zijn en wat hen kan stimuleren om alsnog een opleiding te volgen.

In deze paragraaf wordt op deze vragen ingegaan op basis van informatie uit het Schoolverlatersonderzoek (SVO) 2022. Deze cijfers gaan over jongeren van 12 tot 23 jaar die volgens de eerdergenoemde onderwijsregistraties zonder een startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten in het schooljaar 2020/’21.

Binnen de groep voortijdig schoolverlaters zijn er twee groepen te onderscheiden, namelijk:

  • Jongeren die in het betreffende school- of studiejaar een diploma hebben behaald, maar daarmee nog geen startkwalificatie hebben. Hierbij gaat het om de jongeren die een vmbo- of mbo-1 diploma hebben gehaald en daarna (nog) niet met een vervolgopleiding zijn begonnen. Deze groep wordt in dit hoofdstuk aangeduid als gediplomeerde voortijdig schoolverlaters en bestaat uit circa 2,6 duizend jongeren.
  • Jongeren die met een opleiding zijn gestopt zonder daar in het betreffende school- of studiejaar een diploma voor te halen. Hierbij kan gedacht worden aan jongeren die een opleiding in het voorgezet onderwijs hebben gevolgd, maar zonder diploma het onderwijs hebben verlaten. Ook kan het zijn dat ze in een eerder jaar wel al een vmbo- of mbo-1 diploma hebben behaald, maar de opleiding die ze daarna zijn gaan volgen zonder diploma hebben verlaten. Deze groep wordt in dit hoofdstuk aangeduid als ongediplomeerde voortijdig schoolverlaters en bestaat uit circa 24,7 duizend jongeren

Op basis van registerdata kan het voorkomen dat jongeren ten onrechte worden meegeteld als voortijdig schoolverlater, zie kader Voortijdig schoolverlater (vsv). In het Schoolverlatersonderzoek wordt daarom gevraagd met welke opleiding voortijdig schoolverlaters zijn gestopt. Ze kunnen daarbij ook aangeven dat ze niet gestopt zijn. Van de ongediplomeerde voortijdig schoolverlaters die volgens de onderwijsregistraties in 2020/’21 zonder startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten, zei 4 procent dat schooljaar niet te zijn gestopt met een opleiding.

Bijna 1 op de 5 vsv’ers is doorgegaan in het onderwijs

Van alle voortijdig schoolverlaters gaf bijna 1 op de 5 (19 procent) aan na het verlaten van de opleiding (bijvoorbeeld aan het begin van het nieuwe schooljaar) door te zijn gegaan met een andere opleiding of een leerwerktraject. Bij jongeren die met een vmbo-diploma het onderwijs verlieten, was dat in 57 procent het geval. Hierbij gaat het om wat jongeren zelf aangeven. Informatie over de terugkeer in het bekostigd onderwijs is ook beschikbaar op basis van registers in StatLine.

Een meerderheid van 62 procent van de jongeren ging na het voortijdig verlaten van de opleiding aan het werk. Meisjes gingen minder vaak aan het werk dan jongens. Daarentegen gaven ze vaker aan iets anders te gaan doen. Ze gaven dan bijvoorbeeld aan dat ze aan hun (mentale) gezondheid zijn gaan werken, een tussenjaar hebben genomen of zijn bevallen en voor hun gezin willen zorgen.

11.2.1 Gaan doen na verlaten opleiding, 2022 (% voortijdig schoolverlaters)
Gaan doen na verlaten opleiding Totaal Mannen Vrouwen
Andere opleiding of leer-werk traject 19 17 23
Gaan werken 62 69 49
Anders of onbekend 19 14 28

Aan vsv’ers die zonder diploma het onderwijs verlieten en gingen werken is gevraagd of ze daarna (tot aan het moment van de enquête eind 2022) nog wel een diploma hebben behaald. Dat was bij 7 procent van de jongeren het geval.

Niet aansluitende opleiding meest genoemde reden om te stoppen

Bij de meerderheid van de jongeren die met hun opleiding zijn gestopt in 2020/’21 en zonder een diploma het onderwijs verlieten was dit hun eigen keuze. Voor 16 procent van de jongeren gold dat ze moesten stoppen omdat ze niet nog een keer konden blijven zitten, omdat ze tegen de regels van de school ingegaan waren of vanwege een andere reden.

De meest genoemde redenen om te stoppen met de opleiding waren dat de opleiding inhoudelijk toch niet aansloot bij wat voortijdig schoolverlaters in gedachten hadden (35 procent), het hebben van psychische problemen (27 procent) en een slecht georganiseerde opleiding (26 procent). Ook het gemis aan begeleiding en ondersteuning vanuit school en het zijn gaan werken werden relatief vaak genoemd. Bij andere redenen werd bijvoorbeeld de coronapandemie genoemd.

11.2.2 Redenen voor het stoppen met de opleiding, 2022 (% ongediplomeerde voortijdig schoolverlaters)
Redenen Voortijdig schoolverlaters
De opleiding was inhoudelijk
(toch) niet wat men wilde
35
Psychische problemen 27
Opleiding slecht georganiseerd 26
Gemis van begeleiding en
ondersteuning vanuit school
21
Gaan werken 18
Problemen met de gezondheid 13
Problemen met de leraren,
schoolleiding of leerlingen
12
Problemen op de leerplek of stage 11
Niveau van de opleiding te laag 11
Relatieproblemen/
gezinsproblemen
9
Opleiding te moeilijk
en/of gezakt voor het eindexamen
6
Problemen met taal en/of rekenen 2
Andere reden 21

Door de coronapandemie was schooljaar 2020/’21 geen regulier schooljaar. Zo kregen leerlingen en studenten te maken met online lessen, begeleiding op afstand en alternatieve of vervallen stages (zie ook de factsheet Gevolgen van 16 maanden corona voor het middelbaar beroepsonderwijs van de Inspectie van het Onderwijs (2021) en hoofdstuk 5 in dit Jaarrapport). Een meerderheid van degenen die het onderwijs in 2020/’21 voortijdig zonder diploma verlieten, gaf aan dat de coronapandemie invloed heeft gehad op hun keuze om te stoppen. Dat was voor 14 procent helemaal het geval, en voor 44 procent deels.

36% van de ongediplomeerde vsv’ers had spijt van de keuze om te stoppen

Jongeren die vanwege relatie- of gezinsproblemen, psychische problemen of gezondheidsproblemen zijn gestopt met hun opleiding hadden met respectievelijk 55, 50 en 44 procent relatief vaak spijt. Wel gaven zij ook vaker aan op dat moment niet anders te kunnen.

Van alle ongediplomeerde vsv’ers had 27 procent spijt, maar gaf aan destijds niet anders te kunnen. 9 procent had spijt en zou het nu niet meer doen. Jonge vrouwen hadden vaker spijt dan jonge mannen.

11.2.3 Spijt van stoppen met opleiding, 2022 (% ongediplomeerde voortijdig schoolverlaters)
Spijt van stoppen Totaal Mannen Vrouwen
Nee 64 67 58
Ja, dat zou ik nu niet meer doen 9 9 8
Ja, maar ik kon destijds niet anders 27 24 34

Drie kwart van de voortijdig schoolverlaters volgt opleiding of heeft interesse

Op het moment van enquêteren in het najaar van 2022 had drie kwart van de voortijdig schoolverlaters die in 2020/’21 het onderwijs verlieten zonder startkwalificatie interesse in het volgen van een opleiding. 19 procent volgde al een opleiding en 9 procent had zich aangemeld bij een opleiding. Bijna de helft was wel van plan om een opleiding te gaan volgen, maar wist nog niet welke of wanneer. Een kwart van de voortijdig schoolverlaters zei niet van plan te zijn op een later tijdstip een opleiding te gaan volgen.

11.2.4 Interesse in het volgen van een opleiding, 2022 (% voortijdig schoolverlaters)
interesse Totaal Mannen Vrouwen
Ik volg nu een opleiding, en weet nog niet wat ik daarna ga doen 19 19 21
Ja, ik ben al aangemeld bij een opleiding 9 8 10
Ja, maar ik weet niet welke of wanneer 47 45 52
Nee 24 28 18

Aan diegenen die niet van plan waren (nog) een opleiding te volgen, of dit wel van plan waren maar nog niet wisten welke of wanneer is gevraagd wat hiervoor de reden is en wat hen zou kunnen stimuleren om alsnog een opleiding te gaan volgen. Veelgenoemde redenen hiervoor zijn persoonlijke omstandigheden en te hoge kosten. Ruim een kwart van de jongeren was van mening dat een studiefinanciering in plaats van een lening zou kunnen helpen bij het alsnog starten met een opleiding. Ook de mogelijkheid om de opleiding naast het huidige werk te kunnen volgen, betere begeleiding en ondersteuning door school en financiële steun van de gemeente werden relatief vaak genoemd als stimulans. Voor 29 procent van de vsv’ers ging het om een andere manier van stimuleren. Er is niet uitgevraagd welke andere manier.

11.2.5 Stimulering om met een nieuwe opleiding te beginnen, 2022 (% voortijdig schoolverlaters die
niet van plan zijn een opleiding
te gaan volgen, of niet weten
welke of wanneer)
stimulering Totaal
Studiefinanciering, in plaats van een lening 26
Opleiding naast huidige baan kunnen volgen 24
Betere begeleiding en ondersteuning door school 23
Financiële steun van de gemeente 23
Hulp bij de studiekeuze 20
Op korte termijn kunnen beginnen 6
Anders 29

11.3Totaal aantal voortijdig schoolverlaters

Het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters staat niet alleen hoog op de nationale, maar ook op de internationale agenda. In de Europese Unie zijn vijf concrete onderwijsdoelen voor 2030 opgesteld, waarvan één betrekking heeft op voortijdig schoolverlaten. Zo is afgesproken dat in 2030 minder dan 9 procent van de jongeren voortijdig het onderwijs verlaten (Council of the European Union, 2021).Het gaat hierbij om niet-onderwijsvolgende jongeren van 18 tot 25 jaar zonder startkwalificatie.

Nederland heeft het EU-doel voor 2030 behaald

In 2022 waren er in Nederland 87 duizend jongeren van 18 tot 25 jaar die geen onderwijs volgden en niet in het bezit waren van een startkwalificatie. Dat is 5,6 procent van alle jongeren van 18 tot 25 jaar. Hiermee voldoet Nederland aan de Europese doelstelling. Jonge mannen verlaten het onderwijs vaker voortijdig dan jonge vrouwen (6,8 versus 4,3 procent).

11.3.1 Niet-onderwijsvolgende jongeren zonder startkwalificatie (% van 18 tot 25 jaar)
Geslacht Nederland EU (27)
Totaal 5,6 9,6
Mannen 6,8 11,1
Vrouwen 4,3 8,0

Minste voortijdig schoolverlaters in Kroatië, meeste in Roemenië en Spanje

Gemiddeld over alle Europese lidstaten was 9,6 procent van de jongeren van 18 tot 25 jaar in 2022 voortijdig schoolverlater. Het percentage voortijdig schoolverlaters in de EU is in de afgelopen jaren vrijwel voortdurend gedaald. Er bestaan wel verschillen tussen de EU-landen. Zo liep het percentage voortijdig schoolverlaters in 2022 uiteen van 2,3 procent in Kroatië tot 15,6 procent in Roemenië.

In 18 van de 27 EU-lidstaten is het EU-doel van minder dan 9 procent voortijdig schoolverlaters behaald. In Roemenië, Spanje, Hongarije, Duitsland, Italië, Estland, Bulgarije, Malta en Denemarken is dat nog niet gelukt. Er waren in 2022 relatief weinig voortijdig schoolverlaters (minder dan 5 procent) in Kroatië, Ierland, Slovenië, Griekenland, Polen en Litouwen. Ook in Nederland waren relatief weinig schoolverlaters in vergelijking met de andere EU landen.

11.3.2 Voortijdig schoolverlaters in de EU, 2022 (%)
Perioden Totaal
Roemenië 15,6
Spanje 13,9
Hongarije 12,4
Duitsland 12,2
Italië 11,5
Estland 10,8
Bulgarije 10,5
Malta 10,1
Denemarken 10,0
EU (27) 9,6
Zweden 8,8
Oostenrijk 8,4
Finland 8,4
Luxemburg 8,2
Cyprus 8,1
Frankrijk 7,6
Slowakije 7,4
Letland 6,7
België 6,4
Tsjechië 6,2
Portugal 6,0
Nederland 5,6
Litouwen 4,8
Polen 4,8
Griekenland 4,1
Slovenië 4,0
Ierland 3,7
Kroatië 2,3

11.4Begrippen

Voortgezet onderwijs

Voortgezet onderwijs exclusief praktijkonderwijs. Tevens exclusief Engelse stroom en Internationaal Baccalaureaat.

Mbo niveau 1 – Entreeopleiding

Opleiding tot assisterend beroepsbeoefenaar met de duur van één jaar.

Mbo niveau 2 – Basisberoepsopleiding

Opleiding tot basisberoepsbeoefenaar met de duur van twee tot en met drie jaar.

Mbo niveau – Vakopleiding

Opleiding tot zelfstandig beroepsbeoefenaar met de duur van twee tot en met drie jaar.

Mbo niveau 4 – Middenkader- en specialistenopleiding

Opleiding tot middenkaderfunctionaris met de duur van twee tot en met drie jaar.

Vavo

Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs. Dit onderwijs was oorspronkelijk voor volwassenen opgezet, maar is steeds meer tweedekansonderwijs geworden voor leerlingen die niet gelijk een diploma in het voortgezet onderwijs hebben behaald. Leerlingen in het vavo kunnen een diploma of deelcertificaat behalen op het niveau van vwo, havo of vmbo theoretische leerweg.

Engelse stroom

Engels en Nederlandstalig internationaal voortgezet onderwijs op het niveau van het Nederlandse havo voor leerlingen met een buitenlandse of Nederlandse nationaliteit van wie de ouders voor een bepaalde tijd in Nederland of in het buitenland werken.

De Engelse Stroom vormt samen met het Internationaal Baccalaureaat het Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs (IGVO). De opleiding is bedoeld voor leerlingen vanaf 11 jaar en duurt 4 of 5 jaar. De vakken die de leerlingen volgen zijn vergelijkbaar met die in het voortgezet onderwijs op het niveau van het Nederlandse havo (o.a. wiskunde, geschiedenis, scheikunde), maar worden voor het merendeel in het Engels aangeboden. Daarnaast is voor alle leerlingen een cursus Nederlands verplicht. Het leerplan van de Engelse Stroom is mede gericht op de mogelijkheid om de leerlingen door te laten stromen naar het eerste leerjaar van het Internationaal Baccalaureaat (IB) of tussentijds het onderwijs te vervolgen in het vwo, havo of vmbo. De cursus leidt op voor een internationaal erkend diploma.

Bij Nederlandse leerlingen geldt dat zij ten minste twee jaar in het buitenland onderwijs moeten hebben genoten of in de nabije toekomst zullen gaan volgen.

Internationaal Baccalaureaat

Internationaal voortgezet onderwijs op het niveau van het Nederlandse vwo voor leerlingen met een buitenlandse of Nederlandse nationaliteit van wie de ouders voor een bepaalde tijd in Nederland of in het buitenland werken.

Het Internationaal Baccalaureaat vormt samen met de Engelse Stroom het Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs (IGVO). Het diploma Internationaal Baccalaureaat (IB) is te behalen door leerlingen van 16 tot 19 jaar uit het voortgezet onderwijs, op het niveau van het Nederlandse vwo. De leerling volgt twee jaar lang zes vakken die hij heeft gekozen uit zes disciplines, waaronder talen, sociale wetenschappen, natuurwetenschappen en artistieke vakken.

Bij Nederlandse leerlingen geldt dat zij ten minste twee jaar in het buitenland onderwijs moeten hebben genoten of in de nabije toekomst zullen gaan volgen.

Het Internationaal Baccalaureaat wordt aangeboden door ruim dertienhonderd scholen in 116 landen. Omdat de inhoud en structuur van het programma overal identiek is, kan een leerling de opleiding zonder problemen in het ene land beginnen en in het andere land voortzetten.

Het diploma Internationaal Baccalaureaat geeft toegang tot het hoger onderwijs in Nederland. Daarnaast kunnen universiteiten nog aanvullende eisen stellen, bijvoorbeeld als het gaat om taalkennis.

Bekostigd onderwijs

Onderwijs dat wordt bekostigd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Startkwalificatie

Een startkwalificatie is een diploma op minimaal havo, vwo of mbo niveau 2. Een startkwalificatie wordt gezien als het minimale niveau dat nodig is om een volwaardige plaats op de arbeidsmarkt te veroveren.

Voortijdig schoolverlater (nieuwe aanwas)

Leerlingen die in een gegeven jaar het onderwijs verlaten zonder startkwalificatie. Het gaat hierbij dus om de jaarlijkse aanwas. Hierbij is de leeftijdsgrens tot 23 jaar gehanteerd. Dit is een in Nederland gangbare leeftijdsgrens bij schoolverlaten. Dat wil zeggen dat personen die bij schoolverlaten 23 jaar of ouder zijn en niet beschikken over een startkwalificatie niet tot de voortijdig schoolverlaters worden gerekend.

Voortijdig schoolverlater (totaal volume)

Het totaal aantal niet-onderwijsvolgende personen van 18 tot 25 jaar zonder startkwalificatie. Het bezit van een startkwalificatie houdt in dat iemand ten minste een afgeronde havo- of vwo-opleiding, een basisberoepsopleiding (mbo niveau 2) of een oude opleiding van vergelijkbaar niveau heeft.

11.5Meer informatie en literatuur

Meer informatie

Meer informatie over voortijdig schoolverlaters (tot 23 jaar) naar achtergrondkenmerken is te vinden op Jeugdmonitor StatLine.

Meer informatie over voortijdig schoolverlaters (tot 23 jaar) naar geslacht en woonregio is te vinden op StatLine.

Meer informatie over voortijdigs schoolverlaters (tot 23 jaar) naar geslacht, onderwijssoort en herkomst is te vinden op StatLine.

Meer informatie over voortijdig schoolverlaters (18 tot 25 jaar) naar geslacht en herkomst is te vinden op Jeugdmonitor StatLine.

Meer informatie over de vergelijking van voortijdig schoolverlaters (18 tot 25 jaar) naar EU landen is te vinden in de database van Eurostat.

Meer informatie over de arbeidsdeelname van jongeren (15 tot 27 jaar) naar startkwalificatie is te vinden op Jeugdmonitor StatLine.

Literatuur

Council of the European union (2021). Council Resolution on a strategic framework for European cooperation in education and training towards the European Education Area and beyond (2021–2030) 2021/C 66/01.

Inspectie van het Onderwijs (2021). Gevolgen van 16 maanden corona voor het middelbaar beroepsonderwijs.

OCW (2021). Voortijdig schoolverlaten. Brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

OCW (2022). Kamerbrief over voortijdig schoolverlaten en overstap van school naar werk.

OCW (2023) Hoofdlijnen aanvalsplan voorkomen voortijdig schoolverlaten en begeleiden naar een kansrijke toekomst.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016-2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/'17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/'05-2016/'17 oogstjaar enz., 2004/'05 tot en met 2016/'17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

1. Inleiding

Ruud van Herk (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

2. Jongeren in Nederland

Sevda Ulusoy-Sönmez

3. Trends in jeugdzorggebruik

Rudi Bakker

4. Opgroeien in ongelijke omstandigheden

Noortje Pouwels-Urlings

5. School

Karlijn Bakker, Bertina Ransijn

6. Werk

Harry Bierings

7. Middelengebruik en psychische gezondheid bij jongeren

Kim Knoops

8. Criminaliteit

Rob Kessels, Math Akkermans, Elianne Derksen

9. Jongeren in Caribisch Nederland

Carel Harmsen, Susanne Loozen, Corina Huisman, Mark Ramaekers

10. Welzijn van jongvolwassenen

Moniek Coumans

11. Voortijdig schoolverlaters

Linda Fernandez Beiro

Redactie

Linda Fernandez Beiro

Francis van der Mooren

Robert de Vries

Eindredactie

Karolien van Wijk