Foto omschrijving: Leerling stopt iets in haar kluisje. Leerlingen in de gang bij de kluisjes op een middelbare school.

School

Jongeren in het voortgezet onderwijs

Auteurs: Karlijn Bakker, Bertina Ransijn

In schooljaar 2022/’23 zat iets meer dan de helft van de leerlingen in het derde leerjaar op het vmbo. In dit leerjaar zaten meisjes vaker dan jongens boven het schooladvies uit groep 8. Ten opzichte van het voorgaande schooljaar is het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs met een Oekraïense herkomst toegenomen en het slagingspercentage in het voortgezet onderwijs iets gedaald.

5.1Vmbo’ers in het derde leerjaar

In schooljaar 2022/’23 zaten 189 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs (exclusief praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs). Iets meer dan de helft van deze leerlingen (51,7 procent) zat op het vmbo, de anderen volgden havo of vwo. Dit is het tweede jaar op een rij dat er iets meer leerlingen op het vmbo zitten. In schooljaar 2020/’21 zat 50,2 procent van de leerlingen op het vmbo.

97 970 vmbo’ers in het derde leerjaar

Op het vmbo zijn er vier leerwegen: de beroepsgerichte leerweg (vmbo-b), de kadergerichte leerweg (vmbo-k), de gemengde leerweg (vmbo-g) en de theoretische leerweg (vmbo-t). De leerwegen verschillen in niveau en hoeveelheid beroepsgericht en theoretisch onderwijs.

In schooljaar 2022/’23 volgde ruim 24 procent van de leerlingen in het derde leerjaar de beroepsgerichte of kadergerichte leerweg. In deze leerwegen ligt de nadruk meer op het beroepsgerichte programma dan bij de gemengde en theoretische leerweg. Een vmbo-b-diploma geeft toegang tot mbo niveau 2, en vmbo-k tot mbo niveau 3 en 4. Bijna 28 procent volgde de gemengde of theoretische leerweg. Vmbo-g en vmbo-t hebben een vergelijkbaar niveau, alleen volgen leerlingen op vmbo-g ook een beroepsgericht vak. Een diploma geeft toegang tot mbo niveau 4, en als er een extra vak gedaan is, toegang tot de havo.

5.1.1 Onderwijspositie van leerlingen in het derde leerjaar voortgezet onderwijs, 1 oktober 2022*
Onderwijssoort Leerlingen
Vmbo-b 8,8
Vmbo-k 15,4
Vmbo-g 8,5
Vmbo-t 19,0
Havo/vwo1) 3,4
Havo 23,1
Vwo 21,7
1) Havo/vwo is algemeen leerjaar 3

Groter aandeel vmbo’ers in Drenthe, Fryslân en Flevoland

In de provincies Drenthe, Fryslân en Flevoland gingen bijna 6 op de 10 leerlingen uit het derde leerjaar (59 procent) naar het vmbo. Provincies met een vergelijkbaar aandeel vmbo’ers zijn Overijssel (57 procent), Groningen (56 procent) en Zeeland (56 procent). In de provincies Utrecht en Noord-Holland lag de verhouding anders, daar volgde respectievelijk 43 en 47 procent een vmbo-opleiding.

Het aandeel vmbo’ers in het derde leerjaar verschilt per gemeente. Op Ameland en in Pekela was het aandeel vmbo’ers het hoogste. In deze gemeenten gingen bijna 9 op de 10 leerlingen naar het vmbo. In Bloemendaal en Laren waren dat er nog geen 2 op de 10.

Ook in Rotterdam volgde met 57 procent het merendeel van de leerlingen een opleiding in het vmbo. In Utrecht en Amsterdam zat het merendeel van de leerlingen in het derde leerjaar op de havo of vwo, en was het aandeel vmbo’ers met respectievelijk 37 en 42 procent relatief klein. In Den Haag volgden iets meer leerlingen een havo- of vwo-opleiding dan een vmbo-opleiding.

5.1.2 Vmbo'ers in leerjaar 3 voortgezet onderwijs naar woongemeente, schooljaar 2022/'23*
Gemeente Vmbo 3
Aa en Hunze 59
Aalsmeer 45
Aalten 62
Achtkarspelen 64
Alblasserdam 54
Albrandswaard 42
Alkmaar 56
Almelo 67
Almere 58
Alphen aan den Rijn 53
Alphen-Chaam 45
Altena 57
Ameland 88
Amersfoort 45
Amstelveen 31
Amsterdam 42
Apeldoorn 51
Arnhem 48
Assen 55
Asten 55
Baarle-Nassau 57
Baarn 37
Barendrecht 50
Barneveld 55
Beek 46
Beekdaelen 44
Beesel 51
Berg en Dal 47
Bergeijk 64
Bergen (L.) 63
Bergen (NH.) 48
Bergen op Zoom 48
Berkelland 61
Bernheze 56
Best 62
Beuningen 51
Beverwijk 53
Bladel 63
Blaricum 33
Bloemendaal 15
Bodegraven-Reeuwijk 53
Boekel 67
Borger-Odoorn 67
Borne 53
Borsele 57
Boxtel 58
Breda 45
Brielle 52
Bronckhorst 57
Brummen 63
Brunssum 53
Bunnik 36
Bunschoten 55
Buren 57
Capelle aan den IJssel 56
Castricum 46
Coevorden 60
Cranendonck 64
Culemborg 47
Dalfsen 57
Dantumadiel 67
De Bilt 29
De Fryske Marren 59
De Ronde Venen 41
De Wolden 60
Delft 45
Den Helder 66
Deurne 60
Deventer 56
Diemen 46
Dijk en Waard 57
Dinkelland 51
Doesburg 46
Doetinchem 56
Dongen 51
Dordrecht 56
Drechterland 58
Drimmelen 52
Dronten 55
Druten 51
Duiven 52
Echt-Susteren 51
Edam-Volendam 51
Ede 50
Eemnes 50
Eemsdelta 68
Eersel 55
Eijsden-Margraten 47
Eindhoven 50
Elburg 65
Emmen 67
Enkhuizen 59
Enschede 60
Epe 61
Ermelo 47
Etten-Leur 50
Geertruidenberg 60
Geldrop-Mierlo 52
Gemert-Bakel 62
Gennep 54
Gilze en Rijen 53
Goeree-Overflakkee 56
Goes 50
Goirle 46
Gooise Meren 28
Gorinchem 48
Gouda 46
Groningen 44
Gulpen-Wittem 57
Haaksbergen 56
Haarlem 39
Haarlemmermeer 46
Halderberge 55
Hardenberg 64
Harderwijk 48
Hardinxveld-Giessendam 53
Harlingen 64
Hattem 55
Heemskerk 51
Heemstede 23
Heerde 62
Heerenveen 54
Heerlen 58
Heeze-Leende 43
Heiloo 40
Hellendoorn 57
Hellevoetsluis 60
Helmond 59
Hendrik-Ido-Ambacht 52
Hengelo 51
Het Hogeland 58
Heumen 45
Heusden 52
Hillegom 57
Hilvarenbeek 47
Hilversum 34
Hoeksche Waard 54
Hof van Twente 54
Hollands Kroon 67
Hoogeveen 63
Hoorn 55
Horst aan de Maas 66
Houten 39
Huizen 49
Hulst 57
IJsselstein 47
Kaag en Braassem 49
Kampen 55
Kapelle 40
Katwijk 52
Kerkrade 65
Koggenland 63
Krimpen aan den IJssel 55
Krimpenerwaard 53
Laarbeek 53
Land van Cuijk 58
Landgraaf 58
Landsmeer 47
Lansingerland 44
Laren 18
Leeuwarden 54
Leiden 38
Leiderdorp 37
Leidschendam-Voorburg 42
Lelystad 63
Leudal 58
Leusden 41
Lingewaard 52
Lisse 61
Lochem 55
Loon op Zand 57
Lopik 53
Losser 63
Maasdriel 53
Maasgouw 51
Maashorst 54
Maassluis 60
Maastricht 39
Medemblik 57
Meerssen 46
Meierijstad 57
Meppel 54
Middelburg 56
Midden-Delfland 44
Midden-Drenthe 65
Midden-Groningen 61
Moerdijk 56
Molenlanden 55
Montferland 54
Montfoort 61
Mook en Middelaar 41
Neder-Betuwe 58
Nederweert 61
Nieuwegein 53
Nieuwkoop 50
Nijkerk 54
Nijmegen 45
Nissewaard 61
Noardeast-Fryslân 62
Noord-Beveland 60
Noordenveld 54
Noordoostpolder 55
Noordwijk 39
Nuenen, Gerwen en Nederwetten 41
Nunspeet 58
Oegstgeest 25
Oirschot 60
Oisterwijk 48
Oldambt 70
Oldebroek 65
Oldenzaal 52
Olst-Wijhe 58
Ommen 51
Oost Gelre 59
Oosterhout 51
Ooststellingwerf 55
Oostzaan 49
Opmeer 53
Opsterland 64
Oss 56
Oude IJsselstreek 59
Ouder-Amstel 26
Oudewater 62
Overbetuwe 51
Papendrecht 51
Peel en Maas 62
Pekela 86
Pijnacker-Nootdorp 42
Purmerend 62
Putten 51
Raalte 60
Reimerswaal 66
Renkum 41
Renswoude 57
Reusel-De Mierden 56
Rheden 45
Rhenen 52
Ridderkerk 56
Rijssen-Holten 57
Rijswijk 51
Roerdalen 48
Roermond 51
Roosendaal 55
Rotterdam 57
Rozendaal .
Rucphen 51
Schagen 58
Scherpenzeel 57
Schiedam 63
Schiermonnikoog .
Schouwen-Duiveland 58
s-Hertogenbosch" 48
Simpelveld 46
Sint-Michielsgestel 41
Sittard-Geleen 49
Sliedrecht 49
Sluis 52
Smallingerland 53
Soest 42
Someren 59
Son en Breugel 46
Stadskanaal 60
Staphorst 57
Stede Broec 61
Steenbergen 51
Steenwijkerland 60
Stein 51
Stichtse Vecht 44
Súdwest-Fryslân 58
Terneuzen 55
Terschelling 55
Texel 67
Teylingen 48
Tholen 60
Tiel 56
Tilburg 51
Tubbergen 59
Twenterand 64
Tynaarlo 38
Tytsjerksteradiel 58
Uitgeest 49
Uithoorn 47
Urk 72
Utrecht 37
Utrechtse Heuvelrug 35
Vaals 38
Valkenburg aan de Geul 41
Valkenswaard 65
Veendam 62
Veenendaal 51
Veere 51
Veldhoven 51
Velsen 57
Venlo 64
Venray 54
Vijfheerenlanden 53
Vlaardingen 64
Vlieland .
Vlissingen 58
Voerendaal 41
Voorschoten 35
Voorst 49
Vught 41
Waadhoeke 65
Waalre 42
Waalwijk 57
Waddinxveen 51
Wageningen 40
Wassenaar 28
Waterland 34
Weert 57
Weesp 38
West Betuwe 54
West Maas en Waal 56
Westerkwartier 52
Westerveld 59
Westervoort 58
Westerwolde 69
Westland 59
Weststellingwerf 66
Westvoorne 43
Wierden 51
Wijchen 49
Wijdemeren 39
Wijk bij Duurstede 53
Winterswijk 56
Woensdrecht 47
Woerden 50
Wormerland 54
Woudenberg 52
Zaanstad 56
Zaltbommel 60
Zandvoort 39
Zeewolde 40
Zeist 36
Zevenaar 61
Zoetermeer 54
Zoeterwoude 45
Zuidplas 49
Zundert 51
Zutphen 55
Zwartewaterland 60
Zwijndrecht 58
Zwolle 53

Turkse en Marokkaanse leerlingen minder vaak op het vmbo dan 5 jaar geleden

Het aandeel vmbo’ers in het derde leerjaar verschilt tussen herkomstgroepen. Van de leerlingen met een Nederlandse herkomst zat 51 procent in het schooljaar 2022/’23 op het vmbo. Dit zijn leerlingen die in Nederland geboren zijn én waarvan de ouders in Nederland geboren zijn. Van de derdeklassers met een niet-Nederlandse herkomst ging 55 procent naar het vmbo. Vijf jaar geleden waren de verschillen groter. Toen was het aandeel leerlingen met een Nederlandse herkomst dat naar het vmbo ging gelijk, maar was dit aandeel bij leerlingen met een niet-Nederlandse herkomst hoger (58 procent).

Leerlingen met een Turkse of Marokkaanse herkomst zaten vaker op het vmbo dan leerlingen met een Nederlandse herkomst, maar minder vaak dan 5 jaar geleden. Van leerlingen met een Turkse herkomst zat 65 procent in schooljaar 2022/’23 op het vmbo. 5 jaar eerder was dat nog 74 procent. Ook leerlingen met een Marokkaanse herkomst zaten minder vaak op het vmbo dan 5 jaar eerder. Leerlingen met een Nederlands-Caribische herkomst zaten juist iets vaker op het vmbo dan 5 jaar eerder.

5.1.3 Vmbo'ers in leerjaar 3 naar herkomstland (%)
Herkomstland 2022/'23* 2017/'18
Totaal 52 53
Nederland 51 51
Europa (excl. Nederland) 45 48
Nederlandse Cariben 72 69
Turkije 65 74
Suriname 64 63
Marokko 62 68
Overig of onbekend 51 53

5.2Schooladvies van leerjaar 3

In Nederland krijgen leerlingen in groep 8 van het basisonderwijs een advies voor het voortgezet onderwijs. Op basis daarvan kunnen zij zich inschrijven voor een onderwijssoort. Van de leerlingen die in schooljaar 2022/’23 in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs (exclusief praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs) zaten, hebben 161 duizend in schooljaar 2019/’20 dit schooladvies gekregen. De meerderheid (65 procent) zat in het derde leerjaar van het vo op het niveau van het schooladvies. Iets meer dan een kwart zat er boven en 9 procent zat onder het schooladvies.

26% van de leerlingen in de derde klas zit boven hun schooladvies van groep 8

Vanwege de coronapandemie was er in schooljaar 2019/’20 geen eindtoets voor leerlingen in groep 8 van het basisonderwijs. Het eerste schooladvies van de leerkracht werd daarmee ook het definitieve schooladvies. In vergelijking met andere jaren viel het schooladvies in dit schooljaar lager uit; er werden met name minder vwo-adviezen gegeven. Als er wel een eindtoets is afgenomen, kan het schooladvies op basis daarvan worden bijgesteld. Zo werd in schooljaar 2020/’21 bij iets minder dan 10 procent van de leerlingen in groep 8 het eerste schooladvies naar boven bijgesteld, omdat het toetsadvies hoger was dan het eerste schooladvies. Een schooladvies wordt niet altijd naar boven bijgesteld bij een hoger toetsadvies. Bij iets meer dan een derde van de leerlingen was het toetsadvies hoger dan het eerste schooladvies.

In eerder onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (Traag, Hartgers en Wielenga, 2021), onder leerlingen uit vo-3 van schooljaar 2018/’19, was het aandeel leerlingen dat drie jaar na het gegeven schooladvies boven het schooladvies zat iets kleiner (21 procent). Het aandeel leerlingen dat onder het schooladvies zat was iets groter (12 procent). Bij dit cohort kon het eerste schooladvies worden bijgesteld bij een hoger toetsadvies.

In onderstaande tabel staat beschreven wanneer leerlingen onder, op of boven het schooladvies zitten in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs. Bij een dubbeladvies wordt het tweede advies als boven het schooladvies gezien. Bijvoorbeeld: een leerling zit in vwo-3 en had een havo/vwo schooladvies, dan wordt dit gezien als boven het schooladvies. Verder kunnen leerlingen op het vwo en havo/vwo niet onder het schooladvies zitten. Zo kunnen leerlingen op het vmbo-b niet boven het schooladvies zitten.

5.2.1Bepaling boven, op of onder schooladvies vo-3
Onderwijssoort vo-3
School­advies1) Vmbo-b Vmbo-k Vmbo-gt Havo Havo/vwo2) Vwo
Vmbo-b op advies boven advies boven advies boven advies boven advies boven advies
Vmbo-b/k op advies boven advies boven advies boven advies boven advies boven advies
Vmbo-k onder advies op advies boven advies boven advies boven advies boven advies
Vmbo-k/gt onder advies op advies boven advies boven advies boven advies boven advies
Vmbo-gt onder advies onder advies op advies boven advies boven advies boven advies
Vmbo-gt/havo onder advies onder advies op advies boven advies boven advies boven advies
Havo onder advies onder advies onder advies op advies boven advies boven advies
Havo/vwo onder advies onder advies onder advies op advies op advies boven advies
Vwo onder advies onder advies onder advies onder advies op advies op advies

1)Adviezen vso/pro/onbekend zijn niet meegenomen in dit onderzoek.

2)Algemeen leerjaar 3.

Meisjes vaker boven schooladvies in het derde leerjaar van vo

In schooljaar 2022/’23 zaten meisjes drie jaar na het schooladvies vaker dan jongens boven het schooladvies (30 procent tegenover 22 procent). Met name meisjes in havo-3 zaten vaker boven het schooladvies dan jongens. Meisjes kregen vaker een vmbo-gt of vmbo-gt/havo advies (32 procent tegenover 24 procent), terwijl jongens vaker een havo/vwo of vwo advies kregen (30 procent tegenover 22 procent).

Ook bij andere onderwijssoorten zaten meisjes vaker boven het schooladvies. Meisjes in vwo-3 hadden vaker dan jongens een havo schooladvies (13 procent tegenover 9 procent), terwijl jongens in vwo-3 juist vaker dan meisjes een vwo schooladvies hadden: 70 procent tegenover 64 procent. Meisjes in vmbo-gt-3 kregen vaker een vmbo-k advies (10 procent tegenover 6 procent) en in vmbo-k vaker een vmbo-b schooladvies (14 procent tegenover 10 procent). Leerlingen in vmbo-b kunnen niet boven hun schooladvies zitten.

5.2.2 Onderwijssoort leerjaar 3 versus schooladvies, schooljaar 2022/'23* (%)
Onderwijssoort vo-3 Geslacht Onder schooladvies Op schooladvies Boven schooladvies
Totaal Totaal, Totaal 9 65 26
Totaal Jongens, Totaal 11 66 22
Totaal Meisjes, Totaal 7 63 30
Vmbo-b Totaal, Vmbo-b 18 82 0
Vmbo-b Jongens, Vmbo-b 20 80 0
Vmbo-b Meisjes, Vmbo-b 15 85 0
Vmbo-k Totaal, Vmbo-k 16 57 27
Vmbo-k Jongens, Vmbo-k 19 57 24
Vmbo-k Meisjes, Vmbo-k 12 56 31
Vmbo-gt Totaal, Vmbo-gt 13 66 21
Vmbo-gt Jongens, Vmbo-gt 16 67 17
Vmbo-gt Meisjes, Vmbo-gt 10 66 24
Havo Totaal, Havo 7 63 29
Havo Jongens, Havo 9 66 25
Havo Meisjes, Havo 6 61 33
Vwo Totaal, Vwo 0 67 33
Vwo Jongens, Vwo 0 70 30
Vwo Meisjes, Vwo 0 64 36

5.3Toename Oekraïense leerlingen in het voortgezet onderwijs

Vanwege de Russische invasie begin 2022 kwamen er veel Oekraïense vluchtelingen naar Nederland. In schooljaar 2022/’23 zaten bijna 8 duizend leerlingen in het voortgezet onderwijs met een Oekraïense herkomst. Dit is fors meer dan voorgaande jaren, toen waren dit er rond de duizend. Voor het merendeel zijn dit leerlingen die in het buitenland geboren zijn met ouders die ook in het buitenland geboren zijn. Het is aannemelijk dat deze leerlingen oorlogsvluchtelingen zijn.

Mogelijk is de toename van Oekraïense leerlingen nog hoger. Er zijn ook meer leerlingen waarvan het herkomstland (nog) onbekend is; ongeveer duizend meer dan in voorgaande jaren. Verder zijn de leerlingen die na de peildatum (1 oktober) zijn ingestroomd in het onderwijs niet meegenomen.

Voor kinderen die nieuw zijn in Nederland zijn er schakelklassen. Deze klassen zijn erop gericht om leerlingen Nederlands te leren, zodat ze daarna verder kunnen in het Nederlandse onderwijs. De schakelklassen vallen meestal onder het eerste leerjaar. De meeste leerlingen met een Oekraïense herkomst zaten dan ook in het eerste leerjaar (ruim 6 duizend). In andere leerjaren zaten veel minder Oekraïense leerlingen; in het tweede leerjaar zaten ruim 800 Oekraïense leerlingen en in de hogere leerjaren nog minder.

5.4Geslaagden in het voortgezet onderwijs

In 2022 slaagde 94,4 procent van de 177 duizend eindexamenkandidaten in het voortgezet onderwijs. Dit is 0,5 procentpunt lager dan in 2021, maar nog steeds hoger dan in de jaren voor de coronapandemie. Door de gewijzigde slaag-zakregeling slaagde in 2020 bijna 99 procent van de examenkandidaten in het voortgezet onderwijs.

Het slagingspercentage op vmbo-b is hoog en stabiel: de afgelopen vijf jaar (dus ook voor de coronapandemie) was dat 98 of 99 procent. Van de examenkandidaten vmbo-g slaagde in 2022 97 procent. Voor de coronapandemie was dat rond de 90 procent. In de afgelopen vijf jaar gingen per jaar rond de 7 duizend leerlingen op voor het vmbo-g examen, dit is de kleinste groep.

Onder havisten is het slagingspercentage het laagst. In 2022 slaagde 91 procent van de 50 duizend havo-examenkandidaten, in 2020 was dit nog 98 procent. In 2019 slaagde 88 procent van de havisten.

5.4.1 Slagingspercentage, per onderwijssoort (%)
Jaar Vmbo-b Vmbo-k Vmbo-g Vmbo-t Havo Vwo
2018 98 95 90 93 88 92
2019 98 96 90 93 88 91
2020 99 99 100 99 98 99
2021 99 99 97 96 91 94
2022* 99 99 97 96 91 93

Slaag-zakregeling

In verband met de coronapandemie is de slaag-zakregeling voor eindexamenkandidaten een aantal keren aangepast.

In 2020 gingen de centrale examens niet door en kregen leerlingen hun diploma op basis van de resultaten van de schoolexamens. Ook mochten de examenkandidaten maximaal twee resultatenverbeteringstoetsen maken die voor 50 procent meetelden voor het eindcijfer, als het cijfer hoger was dan het cijfer van het schoolexamen. Leerlingen op vmbo-b en vmbo-k mochten daarnaast nog een resultaatverbeteringstoets maken voor hun beroepsgerichte profielvak.

In 2021 en 2022 ging het centraal examen wel door, maar waren er een aantal maatregelen van kracht. Zo mochten examenkandidaten de centrale examens spreiden over twee tijdvakken, waardoor het mogelijk was om extra voorbereidingstijd te hebben voor deze vakken. Daarnaast waren er twee herkansingsmogelijkheden in plaats van één en was het mogelijk om het eindcijfer van één vak (niet Nederlands, Engels of wiskunde) niet mee te laten tellen voor de uitslag. Het beroepsgerichte profielvak in het vmbo werd afgesloten met een schoolexamen in plaats van een centraal examen. De groep leerlingen die in 2021 examen deed was anders van samenstelling dan voor de pandemie, omdat er destijds vrijwel geen leerlingen waren die het schooljaar daarvoor gezakt waren. De samenstelling van de groep examenkandidaten in 2022 leek weer meer op die van de jaren voor de coronapandemie.

5.5Begrippen

Bekostigd onderwijs

Onderwijs dat wordt bekostigd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Havo

De havo is een onderwijssoort in het voortgezet onderwijs die vooral bedoeld is als voorbereiding op het hoger beroepsonderwijs. Met een havo-diploma is het ook mogelijk om door te stromen naar het vijfde leerjaar van het vwo. De havo heeft vijf leerjaren. In de tweede fase (leerjaren 4 en 5) kiezen leerlingen uit vier profielen.

Herkomstland

Kenmerk dat weergeeft in welk land iemand geboren is of waar diens ouders geboren zijn. De herkomst van personen die in het buitenland zijn geboren wordt bepaald door hun eigen geboorteland. Bij personen die in Nederland geboren zijn, wordt de herkomst bepaald door het geboorteland van de ouders. Wanneer beide ouders in het buitenland zijn geboren, is het geboorteland van de moeder leidend bij het bepalen van de herkomst. De geboortegegevens van de moeder zijn vaker bekend dan die van de vader. Wanneer de moeder in Nederland is geboren of het geboorteland van de moeder onbekend is, dan wordt het geboorteland van de vader gebruikt.

Onderwijssoorten

po = primair onderwijs

vso = voortgezet speciaal onderwijs

vmbo = voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs

havo = hoger algemeen voortgezet onderwijs

vwo = voorbereidend wetenschappelijk onderwijs

mbo = middelbaar beroepsonderwijs

vavo = voortgezet algemeen volwassenenonderwijs

hbo = hoger beroepsonderwijs

wo = wetenschappelijk onderwijs

ho = hoger onderwijs (hieronder vallen hbo en wo).

Schooladvies groep 8

In leerjaar 8 geeft de basisschool advies over het type voortgezet onderwijs (vo) dat bij een leerling past. Dit advies is onder meer gebaseerd op leerprestaties, aanleg en ontwikkeling op de basisschool. Sinds schooljaar 2014/’15 geeft de leerkracht vóór 1 maart een eerste schooladvies, na de gemaakte eindtoets in april/mei volgt een definitief schooladvies. Wanneer de eindtoets beter wordt gemaakt dan verwacht, dan moet de basisschool het schooladvies heroverwegen. Een deel van de adviezen wordt daarna herzien. Het schooladvies kan bestaan uit één onderwijssoort, bijvoorbeeld havo, maar kan ook samengesteld zijn uit meerdere onderwijssoorten, bijvoorbeeld havo/vwo.

Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo)

Het vmbo bestaat uit vier leerwegen:

  • de basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-b)
  • de kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-k)
  • de gemengde leerweg (vmbo-g)
  • de theoretische leerweg (vmbo-t).

Vmbo-b is de vooropleiding voor de basisberoepsopleiding (niveau 2) van het mbo.

Vmbo-k is de minimale vooropleiding voor de vakopleiding (niveau 3) en de middenkaderopleiding (niveau 4) van het mbo.

Vmbo-g en vmbo-t hebben een vergelijkbaar niveau en vormen het hoogste niveau binnen het vmbo. In tegenstelling tot vmbo-t, volgen leerlingen op vmbo-g ook een beroepsgericht vak. Met deze opleidingen kan worden ingestroomd in de middenkaderopleiding (niveau 4) van het mbo. Het is na diplomering, met een extra vak, tevens mogelijk om vanuit vmbo-g en vmbo-t door te stromen naar het vierde leerjaar van de havo.

Vwo

Het vwo is een onderwijssoort in het voortgezet onderwijs, die vooral bedoeld is als voorbereiding op het wetenschappelijk onderwijs (wo). Het vwo heeft zes leerjaren. Leerlingen kunnen in de tweede fase (leerjaren 4, 5 en 6) kiezen uit vier profielen. Het vwo kent twee onderwijssoorten: het atheneum en het gymnasium. Op het gymnasium krijgen alle leerlingen Grieks en Latijn in de onderbouw en minimaal één van deze klassieke talen in de bovenbouw.

5.6Meer informatie en literatuur

Meer informatie

Onderwijscijfers van de groep tot 25 jaar zijn te vinden op Jeugdmonitor StatLine.

Cijfers over het percentage derdejaars leerlingen in het vmbo naar regio zijn te vinden op Jeugdmonitor StatLine.

Cijfers over gediplomeerden in het voortgezet onderwijs zijn te vinden op Jeugdmonitor Statline.

Cijfers over examenkandidaten en slagingspercentages in het voortgezet onderwijs zijn te vinden op StatLine.

Cijfers over schooladvies en herziening van advies van leerlingen in het basisonderwijs zijn te vinden op StatLine.

Voor meer informatie over VO examens en de aanpak van het coronavirus zie:

Servicedocument VO examens 2021–2022

Servicedocument VO examens 2020–2021

Servicedocument VO examens 2019–2020

Voor meer informatie over examens in het voortgezet onderwijs zie de website van de Rijksoverheid.

Literatuur

Traag, Hartgers & Wielenga (2021). Het onderwijssucces van groep-8 leerlingen van 2015/’16 in leerjaar 3 van het voortgezet onderwijs. Centraal Bureau voor de Statistiek, april 2021.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016-2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/'17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/'05-2016/'17 oogstjaar enz., 2004/'05 tot en met 2016/'17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

1. Inleiding

Ruud van Herk (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

2. Jongeren in Nederland

Sevda Ulusoy-Sönmez

3. Trends in jeugdzorggebruik

Rudi Bakker

4. Opgroeien in ongelijke omstandigheden

Noortje Pouwels-Urlings

5. School

Karlijn Bakker, Bertina Ransijn

6. Werk

Harry Bierings

7. Middelengebruik en psychische gezondheid bij jongeren

Kim Knoops

8. Criminaliteit

Rob Kessels, Math Akkermans, Elianne Derksen

9. Jongeren in Caribisch Nederland

Carel Harmsen, Susanne Loozen, Corina Huisman, Mark Ramaekers

10. Welzijn van jongvolwassenen

Moniek Coumans

11. Voortijdig schoolverlaters

Linda Fernandez Beiro

Redactie

Linda Fernandez Beiro

Francis van der Mooren

Robert de Vries

Eindredactie

Karolien van Wijk