Foto omschrijving: Internationale vrouwendag. HEG (huiselijk en eergerelateerd geweld ), een werkgroep van voornamelijk Turkse vrouwen, demonstreert tegen sexueel en huiselijk geweld

Sociaal veilig leven

Zijn er meer mannen of juist meer vrouwen slachtoffer van geweld? Hoe vaak komt huiselijk geweld voor? En ongewenst gedrag op het werk? Voelen vrouwen zich net zo veilig als mannen, ook in hun buurt en ’s avonds alleen in hun eigen huis? Hoe denken mannen en vrouwen over seksuele intimidatie en wat moet er volgens hen gebeuren bij huiselijk geweld? In dit hoofdstuk staan slachtofferschap van geweld en de veiligheidsbeleving van mannen en vrouwen centraal.

7.1Neemt geweld tegen vrouwen af?

Afgelopen jaren stijging in geweld tegen vrouwen

Uit cijfers van de Veiligheidsmonitor (CBS, 2024a) blijkt dat in 2023 6,4 procent van de inwoners van Nederland (15 jaar of ouder) slachtoffer is geworden van een of meerdere geweldsdelicten. Het percentage verschilt niet tussen mannen en vrouwen. Onder geweldsdelicten vallen mishandeling, bedreiging en seksueel geweld. Concreet ging het om 496 duizend vrouwelijke slachtoffers en 470 duizend mannelijke slachtoffers.

De drie types geweldsdelicten vertonen wel verschillen tussen mannen en vrouwen in slachtofferpercentages. Zo zijn mannen meer dan vrouwen slachtoffer van bedreiging (5,4 procent bij mannen, 3,9 procent bij vrouwen) en mishandeling (1,4 procent tegen 0,9 procent). Het slachtofferpercentage van seksueel geweld ligt bij vrouwen dan weer 5 keer zo hoog als bij mannen (3,1 tegenover 0,6 procent).

7.1.1 Slachtoffers geweld1) (% van 15 jaar of ouder)
Vrouwen Mannen
2012 5,8 8,1
2013 5,4 7,4
2014 5,5 6,8
2015 5,1 6,7
2016 5,5 7,1
2017 5,0 6,4
. .
2019 4,6 6,0
. .
2021 5,0 5,4
. .
2023 6,5 6,3
1)De Veiligheidsmonitor is sinds 2017 een tweejaarlijkse enquête. In 2021 is de onderzoeksopzet gewijzigd. Cijfers over 2012-2019 zijn met omrekenfactoren vergelijkbaar gemaakt met 2021-cijfers.

Sinds 2012 is het slachtofferschap van geweld bij mannen sterk afgenomen. Waar in 2012 nog 8 procent slachtoffer werd van een geweldsdelict, ligt dit percentage in 2021 op ruim 5 procent. Tussen 2021 en 2023 vond er echter een stijging plaats, al bleef het percentage lager dan in 2012. Bij vrouwen was er daling tussen 2012 en 2019, maar minder sterk dan bij mannen, van 6 naar 5 procent. Tussen 2019 en 2023 is het aandeel vrouwen dat slachtoffer werd van een geweldsdelict gestegen, en komt het in 2023 hoger uit dan in 2012.

Vooral jonge vrouwen slachtoffer van geweld

Zowel bij vrouwen als mannen geldt dat jongeren een grotere kans hebben om slachtoffer te worden van geweld. Bij vrouwen is dit leeftijdseffect sterker dan bij mannen. Zo zijn jonge vrouwen tussen 15 en 25 jaar het meest slachtoffer (16 procent in 2023), terwijl vrouwen van 65 jaar of ouder het minst slachtoffer zijn (2 procent). Bij mannen ligt het slachtoffer­percentage van die leeftijdsgroepen op respectievelijk 10 en 3 procent (zie m/v-stat). Vooral bij seksueel geweld lopen jonge vrouwen een relatief hoog risico slachtoffer te worden: 12 procent van de 15-‍ tot 25‑jarige vrouwen geeft aan hier in 2023 slachtoffer van geweest te zijn. Bij mannen van deze leeftijd ligt het slachtofferpercentage lager, namelijk op 1 procent. Wat betreft bedreiging en mishandeling zijn het juist de jonge mannen die het meest slachtoffer worden met respectievelijk 7 en 3 procent, tegenover respectievelijk 5 en 2 procent bij jonge vrouwen.

Mensen van wie beide ouders in Nederland geboren zijn, zijn minder vaak slachtoffer van geweld dan mensen van wie minstens een ouder buiten Nederland is geboren (tweede generatie). Zo was 5 procent van de tweede-generatievrouwen in 2023 slachtoffer van seksueel geweld, tegenover 3 procent van de vrouwen van Nederlandse herkomst. Ook het geboorteland van de persoon zelf hangt samen met slachtofferschap van geweld. Zo zijn mensen die in Nederland geboren zijn meer slachtoffer van bedreiging dan migranten, maar is het omgekeerd bij mishandeling. Binnen de herkomstgroepen zijn net als in de bevolking mannen vaker slachtoffer van bedreiging en mishandeling, en vrouwen vaker van seksueel geweld.

Meeste geweld tegen vrouwen door onbekende

Ongeveer 4 op 10 geweldsslachtoffers gaven in 2023 aan dat ze de dader kennen. Vrouwen kennen de dader vaker dan mannen (43 tegenover 34 procent), en dan vooral als het gaat om bedreiging of mishandeling (zie tabel B7.1.1). Bij die twee delicten geven zowel mannen als vrouwen voornamelijk aan dat de dader een buur of een andere bekende was. Bij seksueel geweld was de dader relatief vaak een vriend, een collega of een andere bekende. Daders die relatief weinig genoemd worden bij alle geweldsdelicten zijn onder meer docenten en zorgverleners. Deze patronen van meest en minst voorkomende daders zijn vergelijkbaar tussen mannen en vrouwen, al geven bij bedreiging en mishandeling vrouwen meer dan mannen aan dat de dader een ex-partner was.

7.1.2 Dader 1) geweldsdelicten, 2023 (% van slachtoffers (15 jaar of ouder))
Dader Vrouwen Mannen
Kent dader 42,5 34,2
Buurtgenoot 12,9 14,4
Ex-partner 5,1 1,8
Vriend of vriendin 4,6 2,5
Collega 3,0 1,8
Medestudent 2,4 1,7
Familielid 1,7 1,4
Partner 1,0 0,5
Leidinggevende 0,9 0,5
Bekende van sport of hobby 0,9 1,0
Docent 0,2 0,1
Zorgverlener 0,1 0,3
Andere bekende 15,2 13,0
1)Meerdere antwoorden mogelijk.

Geweldsdelicten gebeuren het meest op straat

Mannen en vrouwen die slachtoffer van geweld werden, geven het meest aan dat dit geweld op straat plaatsvond (zie tabel B7.1.2). Vooral bij mannen is dit het geval (46 procent, en 32 procent bij vrouwen). Ook uitgaansgebied, het eigen huis en het werk worden door mannen en vrouwen relatief veel genoemd als de locatie waar het incident voorviel. Het minst vermelden slachtoffers een school of winkel als locatie (elk 2 procent). In vergelijking met mannen werden vrouwen meer slachtoffer in uitgaansgebied, op het werk of bij iemand anders thuis.

7.1.3 Locatie1) geweldsdelicten, 2023 (% van slachtoffers (15 jaar of ouder))
Locatie Vrouwen Mannen
Straat 32,1 46,3
Uitgaansgebied 18,6 9,3
Werk 14,9 11,0
Thuis 14,0 13,2
Horeca 6,0 5,3
Ander huis 5,0 2,2
OV 4,2 3,4
Winkel 1,8 1,9
School 1,5 1,9
Anders 7,3 7,9
1)Meerdere antwoorden mogelijk.

Mishandeling bij vrouwen meer dan bij mannen in de thuissituatie

Mishandeling en bedreiging vinden voornamelijk plaats op straat, en dit bij mannen meer dan bij vrouwen (zie tabel B7.1.2). In vergelijking met mannen ondervinden vrouwen deze delicten relatief vaak thuis. Een ander verschil is dat vrouwen meer bedreigd worden op het werk en meer bij iemand anders thuis mishandeld worden. Mannen ervaren dan weer meer dan vrouwen bedreiging in uitgaansgebied. Seksueel geweld vindt voornamelijk plaats in uitgaansgebied, en dit zowel bij mannen als vrouwen.

Vrouwen vaker slachtoffer van huiselijk geweld

In de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag (CBS, 2023) geven vrouwen vaker dan mannen aan dat zij in de twaalf maanden voor het onderzoek slachtoffer zijn geweest van een of meerdere vormen van huiselijk geweld: 10 procent van de vrouwen en 8 procent van de mannen van 16 jaar of ouder. Het gaat daarbij om fysiek of seksueel geweld of dwingende controle in huiselijke kring, of om stalking door een ex-partner. Huiselijk geweld wordt het vaakst door een partner of ex-partner gepleegd.

Vrouwen vaker te maken met ongewenst gedrag op het werk

Vrouwelijke werknemers melden vaker dan mannelijke werknemers dat ze op het werk te maken hebben met ongewenst gedrag. Dat blijkt uit de Nationale Enquête Arbeids­omstandigheden (NEA) van TNO en CBS (2023). Het verschil is vooral groot bij ongewenste seksuele aandacht. Vrouwen hebben hier met 8 procent in 2023 ruim 4 keer zo vaak last van als mannen. Bovendien zijn meer vrouwelijke dan mannelijke werknemers slachtoffer van intimidatie (14 tegen 9 procent) en lichamelijk geweld (4 tegen 2 procent). Dit hangt ermee samen dat vrouwen vaker werken in beroepen met veel externe contacten, zoals verzorgenden, verpleegkundigen, apothekersassistenten, maatschappelijk werkers en artsen (zie ook Pleijers, 2020). Ook vrouwelijke zelfstandig ondernemers melden in 2023 vaker last te hebben van ongewenste seksuele aandacht, intimidatie en pestgedrag, terwijl mannelijke ondernemers iets vaker last hebben van lichamelijk geweld (zie ook StatLine).

7.1.4 Slachtoffers van ongewenst gedrag op het werk, 2023 (% werknemers van 15 tot 75 jaar)
Vrouwen Mannen
Ongewenste seksuele aandacht 7,4 1,7
Intimidatie 14,1 9,2
Lichamelijk geweld 3,7 2,1
Pesten 5,5 5,1
Bron: CBS, TNO (NEA)

Beleidsdoelen geweld tegen vrouwen

De Nederlandse overheid erkent dat vrouwen in vergelijking met mannen een sociaal onveiliger leven leiden in Nederland. Om deze ongelijkheid te verkleinen, nam de overheid de afgelopen jaren verschillende maatregelen (zie Rijksoverheid), waaronder de volgende:

  • Het project ‘Veilige Steden’ zet in op het voorkomen van geweld tegen vrouwen in de openbare ruimte. Het ministerie van OCW en gemeenten willen hiermee de veiligheid van vrouwen in de openbare ruimte en het uitgaansleven bevorderen. Aan de samenwerking doen twaalf gemeenten mee, zowel binnen als buiten de Randstad. Het programma biedt de mogelijkheid voor uitbreiding van de samenwerking met meer gemeenten en voor extra inzet op communicatie en bewustwording over gendergerelateerd geweld.
  • Het kabinet maakte de afgelopen kabinetsperiode bestaand beleid en beleidsplannen rondom gendergerelateerd geweld gendersensitief en -responsief. Zo versterkte het de aanpak voor intieme terreur en psychische mishandeling waarbij onder meer gender een mogelijke rol speelt als oorzaak van dit geweld.
  • In 2022 werd Mariëtte Hamer aangesteld als onafhankelijke regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, voor een periode van drie jaar. Vanuit haar signaleringsfunctie adviseert zij het kabinet gevraagd en ongevraagd bij de totstandkoming en uitvoering van het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. Daarnaast is zij aanjager en ondersteuner van het maatschappelijke gesprek dat moet bijdragen aan de cultuurverandering die het kabinet nastreeft.
  • In juli 2023 werd de Wet seksuele misdrijven aangenomen door de Tweede Kamer. Deze wet bevat verschillende nieuwe delicten, zoals schuldverkrachting en seksuele intimidatie. Daarmee wordt bijgedragen aan betere bescherming tegen seksueel geweld.
  • Het Rijk ondersteunt verschillende programma’s die zich inzetten voor een veiligere samenleving voor vrouwen, zoals alliantie Act4Respect en Emancipator.
  • De Europese Raad besloot op 1 juni 2023 tot bekrachtiging van het Verdrag van Istanbul. Ook Nederland heeft dit verdrag ondertekend en zich zo gecommitteerd aan het leveren van data rond geweld tegen vrouwen. Een eerste uitvraag heeft plaatsgevonden in 2021 en data voor de verschillende lidstaten zijn terug te vinden op de website van Eurostat en in hoofdstuk 8.

Vooral vrouwen slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag

In 2022 gaf 18 procent van de vrouwen van 16 jaar of ouder aan in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer te zijn geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag (CBS, 2023). Dat percentage ligt meer dan dubbel zo hoog als bij mannen (8 procent). Het gaat hierbij voornamelijk om offline seksuele intimidatie, wat plaatsvindt in de ‘echte’ wereld (en dus niet online) maar waarbij geen fysiek contact is (bijvoorbeeld ongewenst aangestaard worden op een seksuele manier). Van offline seksuele intimidatie was 14 procent van de vrouwen slachtoffer, tegenover 4 procent van de mannen. Ook van online seksuele intimidatie zijn vrouwen vaker slachtoffer dan mannen (8 tegen 4 procent). Hetzelfde geldt voor fysiek seksueel geweld, waarvan 5 procent van de vrouwen slachtoffer was in 2022 tegenover 2 procent van de mannen. Voor alle drie de vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag geldt dat het met name jonge vrouwen en vrouwen met een biseksuele oriëntatie zijn die vaak slachtoffer worden.

Meer vrouwen dan mannen slachtoffer van online stalking

Vrouwen hadden in 2023 meer te maken met online stalking dan mannen: 1,0 procent tegenover 0,6 procent (CBS, 2024b). Online pesten komt met 1 procent even veel voor bij mannen als bij vrouwen. Van zowel stalken als pesten online worden vooral jonge vrouwen tussen 15 en 25 jaar slachtoffer (beide vormen 2 procent). Tussen mannelijke of vrouwelijke slachtoffers zijn geen significante verschillen in het percentage dat negatieve gevolgen ondervond. Slachtoffers van pesten ervaren wel meer negatieve gevolgen dan slachtoffers van stalken (55 tegenover 44 procent). Vooral emotionele gevolgen worden bij beide genoemd (54 procent bij online pesten, 43 procent bij online stalken).

Meeste verdachten van geweldsmisdrijven zijn mannen

In 2023 werden ruim 32 duizend personen verdacht van een geweldsmisdrijf (zie Statline). Een persoon wordt door de politie als verdachte van een misdrijf geregistreerd als er een redelijk vermoeden van schuld aan het misdrijf bestaat. Onder gewelds­misdrijven vallen mishandeling, bedreiging en stalking, en seksuele misdrijven. Veel meer mannen dan vrouwen waren verdachte van een geweldsmisdrijf: 88 procent was een man en 12 procent een vrouw.

Ruim de helft van de vermoorde vrouwen door (ex-)partner omgebracht

In 2023 kwamen 41 vrouwen en 84 mannen om door moord of doodslag (zie Statline). In 2003 lag het totaal aantal slachtoffers nog bijna dubbel zo hoog. Daarna daalde het aantal geleidelijk tot 2016, vooral bij mannen. Na een piek in 2017, stabiliseerde het aantal slachtoffers van moord of doodslag in de periode 2018–2021 tot gemiddeld 123 per jaar. In 2022 steeg het aantal slachtoffers opnieuw, tot 143, en viel in 2023 terug naar 125 (CBS, 2024c).

Bij meer dan de helft van de vrouwen die in de periode 2014–2023 werden vermoord, was de vermoedelijke dader een (ex-)partner. Bij vrouwen tussen 20 en 60 jaar was dit 70 procent. 2 op de 10 vrouwelijke slachtoffers werden door een familielid om het leven gebracht, en 1 op de 10 door een kennis. Vrouwelijke slachtoffers werden vaak in hun eigen woning met een steekwapen of door wurging omgebracht.

Bij mannen die de afgelopen tien jaar zijn vermoord, was de dader minder vaak in beeld dan bij vrouwen (80 tegen 96 procent). De (vermoedelijke) dader was bij 5 procent van de vermoorde mannen een (ex-)partner en bij 11 procent een familielid. Mannen werden vaker dan vrouwen door een kennis om het leven gebracht (29 procent). Bij 12 procent ging het om een afrekening in het criminele circuit. Dit kwam bij vrouwen nauwelijks voor. Driekwart van de mannelijke slachtoffers werd omgebracht met een vuur- of steekwapen.

7.2Hoe veilig voelen vrouwen zich?

Vrouwen voelen zich onveiliger dan mannen, ook in de eigen buurt

Ongeveer 35 procent van de Nederlanders voelde zich in 2023 over het algemeen weleens onveilig. Bij vrouwen komen deze onveiligheidsgevoelens meer voor dan bij mannen (44 tegenover 26 procent). Tussen 2012 en 2021 zijn onveiligheidsgevoelens bij mannen en vrouwen gedaald, maar in 2023 zijn ze weer licht gestegen. In alle leeftijdsgroepen voelen meer vrouwen dan mannen zich weleens onveilig (zie m/v-stat). Vooral jonge vrouwen voelen zich onveilig: 61 procent van de 15-‍ tot 25‑jarige vrouwen geeft aan zich weleens onveilig te voelen. Mannen van 65 jaar of ouder geven met 19 procent het minst aan zich weleens onveilig te voelen. Bij vrouwen nemen de onveiligheidsgevoelens af naarmate ze ouder worden, terwijl ze bij mannen stabiel blijven tussen de 15 en 65 jaar.

7.2.1 Onveiligheidsgevoelens1) (% weleens (van 15 jaar of ouder))
Onveilig algemeen - vrouwen Onveilig in de buurt - vrouwen Onveilig algemeen - mannen Onveilig in de buurt - mannen
2012 46,6 21,1 29,1 12,9
2013 46,5 21,5 29,6 14,1
2014 45,8 21,2 28,6 13,3
2015 45,6 21 27,9 13,1
2016 44,3 18,9 27,2 12,1
2017 44,2 19,1 26,1 11,9
. . . .
2019 41,8 16,9 23,9 10,4
. . . .
2021 41,9 16,8 24 11
. . . .
2023 44,1 18,1 25,5 11,9
1)De Veiligheidsmonitor is sinds 2017 een tweejaarlijkse enquête. In 2021 is de onderzoeksopzet gewijzigd. Cijfers over 2012-2019 zijn met omrekenfactoren vergelijkbaar gemaakt met 2021-cijfers.

Ook in de eigen buurt voelen vrouwen zich onveiliger dan mannen (18 tegenover 12 procent in 2023), en dat is ook in elke leeftijdsgroep zo (zie m/v-stat). Het verschil is het grootst bij jongeren tot 25 jaar. Hoe jonger, hoe onveiliger vrouwen zicht voelen in de buurt. Bij mannen zijn het niet de jongeren die zich het meest onveilig voelen, maar de 25-‍ tot 45‑jarigen.

Ook ’s avonds op straat en ’s avonds alleen thuis voelen meer vrouwen dan mannen zich onveilig (49 tegenover 18 procent voor ’s avonds op straat, 37 tegenover 17 procent voor ’s avonds alleen thuis). In beide situaties zijn het opnieuw vooral jonge vrouwen die hier last van hebben.

Bijna helft vrouwen weleens bang slachtoffer te worden

Ongeveer 45 procent van de vrouwen geeft aan dat ze weleens bang zijn om slachtoffer te worden van criminaliteit. Dat is meer dan bij mannen (33 procent). In elke leeftijdsgroep achten vrouwen de kans om slachtoffer te worden groter in dan mannen, vooral bij jongeren. Vrouwen van 65 jaar of ouder hebben hier minder last van dan jongere leeftijdsgroepen. Bij mannen zijn het juist de jongeren van 15 tot 25 jaar die hier relatief weinig last van hebben (29 procent).

Vrouwen lopen meer om ter vermijding

De helft van de inwoners van Nederland geeft aan dat ze weleens de deur niet opendoen ’s avonds uit veiligheidsoverwegingen, en meer dan een kwart loopt of rijdt weleens om om bepaalde plekken te vermijden. Beide vormen van vermijdingsgedrag komen (op elke leeftijd) meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Vooral vrouwen van 65 jaar of ouder doen de deur ’s avonds liever niet open (70 procent), terwijl vrouwen jonger dan 25 jaar het meest omlopen -of rijden (45 procent). Ook bij mannen zijn het voornamelijk de 65‑plussers die de deur niet opendoen (53 procent). Mannen tussen de 25 en 65 jaar lopen of rijden het minst om (19 procent).

7.2.2 Vermijdingsgedrag, 2023 (% weleens (van 15 jaar of ouder))
Vrouwen Mannen
's Avonds de deur niet opendoen 15 tot 25 jaar, 's Avonds de deur niet opendoen 63,3 35,1
's Avonds de deur niet opendoen 25 tot 45 jaar, 's Avonds de deur niet opendoen 54,9 31
's Avonds de deur niet opendoen 45 tot 65 jaar, 's Avonds de deur niet opendoen 59 36,4
's Avonds de deur niet opendoen 65 jaar of ouder, 's Avonds de deur niet opendoen 70,4 53,1
Omrijden of -lopen om bepaalde plekken te vermijden 15 tot 25 jaar, Omrijden of -lopen om bepaalde plekken te vermijden 45 21,5
Omrijden of -lopen om bepaalde plekken te vermijden 25 tot 45 jaar, Omrijden of -lopen om bepaalde plekken te vermijden 34,6 19,2
Omrijden of -lopen om bepaalde plekken te vermijden 45 tot 65 jaar, Omrijden of -lopen om bepaalde plekken te vermijden 32,5 18,6
Omrijden of -lopen om bepaalde plekken te vermijden 65 jaar of ouder, Omrijden of -lopen om bepaalde plekken te vermijden 31,3 20,4

Meer vrouwen dan mannen respectloos behandeld

8 procent van de vrouwen zegt weleens respectloos behandeld te zijn door bekenden zoals familie of vrienden. Dit is meer dan bij mannen (6 procent in 2023). Het gaat dan om gedrag dat naar eigen inschatting de grenzen van goed fatsoen overschrijdt. Ook worden vrouwen meer dan mannen respectloos behandeld door onbekenden op straat, in het openbaar vervoer, of door personeel van winkels of bedrijven. Mannen geven wel meer dan vrouwen aan dat ze respectloos zijn behandeld door overheidspersoneel.

7.2.3 Respectloze behandeling en discriminatie, 2023 (% weleens (van 15 jaar of ouder))
Respectloos behandeld Vrouwen Mannen
Respectloze behandeling door: . .
onbekenden op straat 17,0 13,8
onbekenden in openbaar vervoer 11,3 9,5
personeel van winkels/bedrijven 11,1 9,4
personeel van overheidsinstanties 6,5 7,5
bekenden 7,5 5,7
Gediscrimineerd gevoeld 11,2 10,4

Vrouwen meer gediscrimineerd op basis van geslacht

Met 11 procent geven vrouwen iets meer dan mannen (10 procent) aan dat ze zich in de afgelopen twaalf maanden gediscrimineerd hebben gevoeld. Dit is vergelijkbaar met de cijfers van 2021 (Akkermans & Kloosterman, 2022). De gronden waarop vrouwen en mannen zich gediscrimineerd voelen, verschillen. Zo geven vrouwen meer aan zich gediscrimineerd gevoeld te hebben op basis van geslacht, zwangerschap, handicap of leeftijd. Mannen voelen zich meer gediscrimineerd op basis van ras, seksuele oriëntatie, politieke opvattingen of nationaliteit.

Slachtoffers van discriminatie geven het vaakst aan dat ze dit ervoeren door een ongelijke behandeling, benadeling of voortrekken van bepaalde groepen, en dit vaker bij vrouwen dan bij mannen. Ook ervaren meer vrouwen dan mannen discriminatie door een opmerking, roddelen of een gevoel dat dit gebeurde. De situatie waarin slachtoffers discriminatie ervaren is voornamelijk op straat (evenveel bij mannen als bij vrouwen). Vrouwen ervaren meer dan mannen discriminatie op het werk, in winkels en in het openbaar vervoer, terwijl mannen dit meer ervaren bij het uitgaan of het zoeken naar een woning.

Vrouwen en mannen meestal eens over seksuele omgangsvormen

Seksuele omgangsvormen zijn in de afgelopen jaren in toenemende mate onderwerp van maatschappelijk debat. Over het algemeen zijn er voor vrouwen en mannen duidelijke grenzen in seksuele omgang: de ruime meerderheid vindt ‘nee is nee’ en is het eens met de stelling dat het goed is dat vrouwen het niet pikken als mannen ongevraagde seksuele opmerkingen maken. Met deze stellingen was ook in 2022 het merendeel het eens, maar toen wel significant minder mannen dan vrouwen. Daarnaast vinden weinig mensen – zowel mannen als vrouwen – dat de man op seksueel gebied de eerste stap hoort te zetten. Ook vinden de meesten dat de samenleving te lang heeft weggekeken van seksuele intimidatie van vrouwen. Met 78 procent vinden vrouwen dat wel vaker dan mannen (68 procent).

Een kleiner deel vindt dat mannen hun seksuele zin doordrijven. Onder zowel mannen als vrouwen zijn 4 van de 10 het hiermee eens. Eveneens bijna 4 van de 10 mannen zijn van mening dat vrouwen gedrag van mannen te snel opvatten als seksuele intimidatie. Daarover zijn minder vrouwen het eens (3 van de 10). Ruim een derde van de mannen en vrouwen denkt dat melden van seksueel overschrijdend gedrag nadelig is voor je werk. Met de stelling en dat het voor mannen niet meer te begrijpen is wat er wel en niet mag in de omgang met vrouwen is ongeveer een kwart het eens.

7.2.4Opvattingen over seksuele omgangsvormen en seksuele intimidatie onder bevolking van 16 jaar of ouder, 2024
Vrouwen Mannen
% (helemaal) eens
Als een vrouw ‘nee’ zegt tegen seksuele toenadering, bedoelt ze ook ‘nee’ 95 94
Het is goed dat vrouwen het niet pikken als mannen ongevraagd seksuele opmerkingen maken 88 85
De samenleving heeft te lang weggekeken van de seksuele intimidatie van vrouwen 78 68
Jongens en mannen drijven vaak hun zin door in seksuele relaties 42 37
Het melden van seksueel grensoverschrijdend gedrag is nadelig voor je baan 35 36
Vrouwen vatten gedrag van mannen te snel op als seksuele intimidatie 29 39
Het is voor mannen niet te begrijpen wat wel en niet mag in de omgang met vrouwen 24 22
Als een man op straat naar een vrouw fluit is dat voor haar een compliment 17 16
Op seksueel gebied hoort een man de eerste stap te zetten 8 7

Significante verschillen tussen vrouwen en mannen (p<0,05) zijn vetgedrukt.

Vrouwen en mannen hebben andere opvattingen over huiselijk geweld

Daar waar de opvattingen van mannen en vrouwen over seksuele omgangsvormen en seksuele intimidatie veelal overeenstemmen, wijken de meningen van vrouwen en mannen iets van elkaar af als het gaat over huiselijk geweld. 90 procent van de vrouwen is van mening dat de man het huis zou moeten verlaten als hij zijn vrouw mishandelt, en 69 procent dat het beter is als het slachtoffer de relatie verbreekt als er geweld heeft plaatsgevonden. Met 84 procent en 62 procent delen minder mannen deze opvattingen. De stelling dat er bij mishandeling van vrouwen twee schuld hebben waar er twee vechten onderschrijven minder mensen. Met 14 procent zijn mannen het er wel vaker meer eens dan vrouwen (9 procent). Ook vinden meer mannen (8 procent) dan vrouwen (5 procent) dat mensen die zeggen mishandeld te zijn door hun (ex-)partner vaak overdrijven. Mannen en vrouwen hebben slechts beperkt begrip voor een man die terugslaat als zijn vrouw begint met slaan (ruim een kwart). Daarnaast denkt bijna 10 procent van zowel mannen als vrouwen dat de politie zich terughoudend op moet stellen bij geweld in de privésfeer.

7.2.5Opvattingen over huiselijk geweld tegen vrouwen onder bevolking van 16 jaar of ouder, 2024
  Vrouw Man
% (helemaal) eens
Wanneer een man zijn vrouw mishandelt, zou hij het huis moeten verlaten en niet de vrouw 90 84
Het is beter als het slachtoffer meteen de relatie verbreekt als er geweld in de relatie heeft plaatsgevonden 69 62
Het is begrijpelijk dat een man terugslaat als zijn vrouw begint met slaan 26 29
Bij mishandeling van vrouwen geldt: waar twee vechten hebben twee schuld 9 14
Bij geweld in de privésfeer moet de politie zich terughoudend opstellen 8 9
Mensen die zeggen mishandeld te zijn door hun (ex-)partner overdrijven vaak 5 8

Significante verschillen tussen vrouwen en mannen (p<0,05) zijn vetgedrukt.

7.3Literatuur

Open literatuurlijst

Literatuur

Akkermans, M. en R. Kloosterman (2022). Gediscrimineerd gevoeld? Statistische trends, 4 juli.

CBS (2023). Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag 2022.

CBS (2024a). Veiligheidsmonitor 2023.

CBS (2024b). 225 duizend Nederlanders slachtoffer van stalken in 2023. CBS-nieuwsbericht, 17 mei.

CBS (2024c). 125 mensen vermoord in 2023. CBS-nieuwsbericht, 29 augustus.

OCW (2022). Emancipatie: een opdracht voor ons allen. Emancipatienota 2022–2025. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 18 november.

Pleijers, A. (2020). Psychisch belastend werk naar beroep. Statistische trends, 30 juni.

TNO/CBS (2023). NEA 2023 Resultaten in vogelvlucht. Leiden/Heerlen: TNO/CBS.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016–2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/’17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/’05-2016/’17 oogstjaar enz., 2004/’05 tot en met 2016/’17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Sebastian Alejandro Perez

Karlijn Bakker

Marion van den Brakel

Mirthe Bronsveld – de Groot

Jan-Willem Bruggink

Peteke Feijten

Sofieke Kevenaar

Mathilde Kennis

Kim Knoops

Jannes Kromhout

Hendrika Lautenbach

Noortje Pouwels – Urlings

Maartje Tummers – van der Aa

Rik van der Vliet

(Eind)redactie

Marion van den Brakel

Jan-Willem Bruggink