Hoeveel volwassenen hebben overgewicht?
In 2021 had de helft van de Nederlanders van 18 jaar of ouder overgewicht: 36 procent had matig overgewicht en 14 procent had ernstig overgewicht (obesitas). 48 procent van de volwassenen had een normaal gewicht en 1 procent had ondergewicht. Het percentage volwassenen met matig en ernstig overgewicht is niet veranderd sinds 2014.
Overgewichtnoot1 komt meer voor onder mannen dan onder vrouwen: 53 procent van de mannen en 47 procent van de vrouwen heeft overgewicht. Bij mannen is het met 41 procent vaker matig overgewicht dan bij vrouwen (31 procent). Ernstig overgewicht daarentegen komt meer voor bij vrouwen. Bijna 17 procent van de vrouwen en 12 procent van de mannen heeft hiermee te maken.
Minste overgewicht onder de 30 jaar
Overgewicht komt het minst voor bij jongvolwassenen tot 30 jaar. Van hen heeft 30 procent overgewicht. Onder 55- tot 65‑jarigen en 65- tot 75‑jarigen is dat percentage twee keer zo hoog. Ook matig overgewicht komt met 22 procent minder voor in de jongste leeftijdsgroep dan in andere leeftijdsgroepen. Van de 18- tot 30‑jarigen heeft 9 procent ernstig overgewicht. Dat is lager dan bij 40- tot 75‑jarigen. Van de 55- tot 65‑jarigen heeft 19 procent ernstig overgewicht.
Leeftijd | Matig overgewicht | Ernstig overgewicht |
---|---|---|
18 tot 30 jaar | 21,7 | 8,6 |
30 tot 40 jaar | 34,5 | 11,4 |
40 tot 50 jaar | 34,9 | 16,7 |
50 tot 55 jaar | 41,1 | 15,6 |
55 tot 65 jaar | 41,4 | 18,5 |
65 tot 75 jaar | 42,7 | 17,5 |
75 jaar of ouder | 39,9 | 13,1 |
Bron: CBS, RIVM |
Minder overgewicht onder hoogopgeleiden
Onder hoogopgeleidennoot2 heeft 41 procent overgewicht, van de mensen met een lage opleiding is 60 procent te zwaar. Hoogopgeleiden hebben ook minder vaak matig of ernstig overgewicht. Het percentage mensen met ernstig overgewicht was met 18 procent bijna twee keer zo hoog onder laagopgeleiden als onder hoogopgeleiden (bijna 10 procent).
Onderwijsniveau | Matig overgewicht | Ernstig overgewicht |
---|---|---|
Laag | 41,6 | 18,4 |
Midden | 37,4 | 16,5 |
Hoog | 30,9 | 9,7 |
Bron: CBS, RIVM |
Bronnen
StatLine – Leefstijl en (preventief) gezondheidsonderzoek
StatLine – Lengte en gewicht van personen
Relevante links
Onderzoeksbeschrijving – Gezondheidsenquête
RIVM – Leefstijlmonitor
De vragen
- Hoe komt het CBS aan de cijfers?
- Hoeveel fietsen we gemiddeld per week?
- Wie werken het vaakst in deeltijd?
- Hoeveel mensen bezochten Bonaire per cruiseschip?
- Zijn we tevreden over onze woning?
- Kunnen jonge vrouwen rustig over straat?
- Wat doen 65‑plussers online?
- Hoeveel windmolens staan er in Nederland?
- Hoe ver is het fietsen naar school?
- Hoeveel musea zijn er?
- Hoeveel elektriciteit in Caribisch Nederland komt uit hernieuwbare bronnen?
- Hoeveel volwassenen hebben overgewicht?
- Hoeveel vrachtschepen meren aan in de zeehavens?
- Waar luisterden we naar in 1953?
- Hoe oud worden mensen in Nederland?
- Waar gingen we in 1947 met vakantie?
- Hoeveel vis wordt aan wal gebracht?
- Waar zijn inwoners van Nederland geboren?
- Waar geven we ons geld aan uit?
- Hoe oud zijn vrouwen als ze moeder worden?
- Hoeveel kaas produceren we?
- Hoe worden goederen door Nederland vervoerd?
- Hoeveel slachtoffers maakt online criminaliteit?
- Wat spreken mensen thuis vooral?
- Hoeveel winkels zijn er?
- Hoeveel bier exporteert Nederland?
- Hoe vaak maken we een kippenvelmoment mee?
- Hoeveel koeien grazen er in de wei?
- Welke studierichting volgen studenten?
- Hoe lang zijn Nederlanders?
- Hoe gaat het met de vogels in de stedelijke omgeving?
- Waar werken de meeste mensen?
- Wat voor kleur heeft onze auto?
- Hoe gaat het CBS om met je privacy?
Noten
Overgewicht
In de gezondheidsenquête worden aan alle respondenten vragen over lengte en lichaamsgewicht gesteld. Er wordt gevraagd naar de lengte in cm zonder schoenen en naar het lichaamsgewicht in kg zonder kleren. Bij zwangere vrouwen wordt gevraagd naar het lichaamsgewicht voorafgaand aan de zwangerschap.
De maat voor onder- of overgewicht is de Body Mass Index (BMI). De BMI is het quotiënt van het lichaamsgewicht in kilogrammen en het kwadraat van de lengte in meters [kg/m2]. Voor volwassenen van 20 jaar of ouder zijn de criteria:
- Ondergewicht: BMI < 18,5
- Normaal gewicht: BMI >= 18,5 en < 25,0
- Overgewicht: BMI >= 25,0
- Matig overgewicht: BMI >= 25,0 en < 30,0
- Ernstig overgewicht of obesitas: BMI >= 30,0
Voor personen jonger dan 20 jaar gelden andere grenswaarden. Deze waarden hangen af van de leeftijd en het geslacht.
Onderwijsniveau
In de gezondheidsenquête worden ook vragen over onderwijs gesteld. Voor 18 tot 25 jaar is gekeken naar het hoogst gevolgde onderwijsniveau. Voor mensen van 25 jaar of ouder is gekeken naar het hoogstbehaalde onderwijsniveau.
- Laag onderwijsniveau: Het hoogst gevolgde of behaalde onderwijsniveau is laag onderwijs.
Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo en de entreeopleiding, de voormalige assistentenopleiding (mbo1). - Middelbaar onderwijsniveau: Het hoogst gevolgde of behaalde onderwijsniveau is middelbaar onderwijs.
Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo2), de vakopleiding (mbo3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo4). - Hoog onderwijsniveau: Het hoogst gevolgede of behaalde onderwijsniveau is hoog onderwijs.
Dit omvat onderwijs op het niveau van hbo of wo.