Waar werken de meeste mensen?
In 2021 telde Nederland 9,8 miljoen werkzame personen. Meer dan de helft van hen werkte in de commerciële dienstverlening met bedrijfstakken zoals handel, vervoer, zakelijke dienstverlening, recreatie en cultuur. In de publieke dienstverlening werkte ruim een kwart van alle werkenden, in de goederenproductie ongeveer een zesde.
De meeste mensen werkten in de bedrijfstakken zakelijke dienstverlening, de handel (waaronder groothandel en detailhandel) en de zorg. Dat zijn ook bedrijfstakken waar relatief veel vrouwen werken. De landbouw, industrie en bouwnijverheid telden daarentegen veel meer mannen dan vrouwen.
Bedrijfstak | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
Goederenproducenten | . | . |
Industrie | 616 | 184 |
Bouwnijverheid | 484 | 57 |
Landbouw, bosbouw | 137 | 68 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | 30 | 7 |
Energievoorziening | 22 | 8 |
Delfstoffenwinning | 6 | 1 |
Commerciële dienstverlening | . | . |
Zakelijke dienstverlening | 1066 | 975 |
Handel | 845 | 693 |
Horeca | 215 | 202 |
Cultuur, sport en recreatie | 155 | 259 |
Vervoer en opslag | 317 | 97 |
Informatie en communicatie | 253 | 91 |
Financiële dienstverlening | 120 | 91 |
Verhuur en handel van onroerend goed | 41 | 36 |
Publieke dienstverlening | . | . |
Gezondheids- en welzijnszorg | 284 | 1289 |
Onderwijs | 207 | 379 |
Openbaar bestuur en overheidsdiensten | 289 | 236 |
Verdienstelijking van de economie
De afgelopen decennia is de werkgelegenheid in de sector goederenproductie afgenomen ten faveure van die in de dienstensector. Vooral in de zakelijke dienstverlening en de zorg groeide de werkgelegenheid fors. In sectoren als de landbouw en de industrie daalde het aantal werkzame personen.
Was in 1969 het aandeel van de goederenproductie in de totale werkgelegenheid nog bijna 40 procent, ruim een halve eeuw later is dat meer dan gehalveerd tot 16 procent. Het aandeel van de commerciële dienstverlening nam in die periode toe van 41 procent naar 56 procent. Verder steeg het aandeel in de werkgelegenheid van de publieke dienstverlening van 20 procent in 1969 naar ongeveer 28 procent in 2021.
De verdienstelijking van de Nederlandse economie is een proces dat geleidelijk gedurende de afgelopen decennia plaatsvond. Het aandeel van de goederenproducerende bedrijfstakken daalde doordat er productie verschoof naar lagelonenlanden en doordat veel activiteiten werden uitbesteed aan de dienstensector. Door de hoge arbeidsproductiviteitsgroei van vooral de landbouw en de industrie waren er bovendien steeds minder mensen nodig om aan de vraag te kunnen voldoen. De verdienstelijking heeft daarnaast te maken met de toenemende welvaart. Hierdoor blijft er meer inkomen over voor secundaire levensbehoeften, waaronder de meeste diensten.
Commerciële diensten | Publieke diensten | Goederenproducenten | |
---|---|---|---|
1969 | 41 | 20 | 39 |
1970 | 41 | 20 | 39 |
1971 | 42 | 21 | 38 |
1972 | 42 | 22 | 37 |
1973 | 42 | 22 | 36 |
1974 | 42 | 23 | 35 |
1975 | 42 | 23 | 34 |
1976 | 43 | 24 | 33 |
1977 | 42 | 25 | 33 |
1978 | 43 | 25 | 32 |
1979 | 43 | 25 | 32 |
1980 | 44 | 25 | 31 |
1981 | 44 | 26 | 30 |
1982 | 44 | 27 | 29 |
1983 | 45 | 27 | 28 |
1984 | 45 | 27 | 28 |
1985 | 46 | 27 | 27 |
1986 | 46 | 27 | 27 |
1987 | 47 | 27 | 27 |
1988 | 47 | 26 | 26 |
1989 | 48 | 26 | 26 |
1990 | 49 | 26 | 26 |
1991 | 49 | 25 | 26 |
1992 | 50 | 25 | 25 |
1993 | 50 | 25 | 25 |
1994 | 51 | 25 | 24 |
1995 | 52 | 24 | 24 |
1996 | 53 | 24 | 23 |
1997 | 54 | 23 | 23 |
1998 | 54 | 23 | 22 |
1999 | 55 | 23 | 22 |
2000 | 55 | 23 | 22 |
2001 | 55 | 24 | 21 |
2002 | 55 | 24 | 21 |
2003 | 54 | 25 | 20 |
2004 | 54 | 26 | 20 |
2005 | 54 | 26 | 20 |
2006 | 55 | 26 | 19 |
2007 | 56 | 26 | 19 |
2008 | 56 | 26 | 19 |
2009 | 55 | 27 | 18 |
2010 | 54 | 28 | 18 |
2011 | 55 | 27 | 18 |
2012 | 55 | 28 | 17 |
2013 | 55 | 28 | 17 |
2014 | 56 | 27 | 17 |
2015 | 56 | 27 | 17 |
2016 | 57 | 26 | 17 |
2017 | 57 | 26 | 16 |
2018 | 57 | 26 | 16 |
2019 | 57 | 26 | 16 |
2020 | 56 | 27 | 17 |
2021 | 56 | 28 | 16 |
Dienstensector Nederland relatief groot
Ook in andere landen is verdienstelijking van de economie opgetreden. In vergelijking met onze buren en enkele andere Europese landen is in Nederland het aandeel van de dienstensector in de totale werkgelegenheid relatief hoog. Het aandeel van de goederenproducenten in de werkgelegenheid is vooral in Duitsland en Italië substantiëler. Dat geldt ook voor de EU gemiddeld. Zweden heeft een relatief grote sector publieke dienstverlening.
Goederenproducenten | Commerciële dienstverlening | Publieke dienstverlening | |
---|---|---|---|
Nederland | 16 | 56 | 28 |
België | 18 | 51 | 31 |
Frankrijk | 19 | 51 | 29 |
Spanje | 21 | 55 | 24 |
Zweden | 22 | 44 | 34 |
Duitsland | 25 | 49 | 26 |
EU 27 | 27 | 49 | 24 |
Italië | 27 | 54 | 19 |
Bron: CBS, Eurostat |
Bronnen
StatLine – Arbeidsvolume: 1969–2016
StatLine – Arbeidsvolume: 1995–2021
StatLine – Arbeidsvolume naar bedrijfstak, 2021
Eurostat – Employment by industry breakdowns
Relevante link
Publicatie – Economische groei en verdienstelijking, 1969–2016
Dashboard – Economie
De vragen
- Hoe komt het CBS aan de cijfers?
- Hoeveel fietsen we gemiddeld per week?
- Wie werken het vaakst in deeltijd?
- Hoeveel mensen bezochten Bonaire per cruiseschip?
- Zijn we tevreden over onze woning?
- Kunnen jonge vrouwen rustig over straat?
- Wat doen 65‑plussers online?
- Hoeveel windmolens staan er in Nederland?
- Hoe ver is het fietsen naar school?
- Hoeveel musea zijn er?
- Hoeveel elektriciteit in Caribisch Nederland komt uit hernieuwbare bronnen?
- Hoeveel volwassenen hebben overgewicht?
- Hoeveel vrachtschepen meren aan in de zeehavens?
- Waar luisterden we naar in 1953?
- Hoe oud worden mensen in Nederland?
- Waar gingen we in 1947 met vakantie?
- Hoeveel vis wordt aan wal gebracht?
- Waar zijn inwoners van Nederland geboren?
- Waar geven we ons geld aan uit?
- Hoe oud zijn vrouwen als ze moeder worden?
- Hoeveel kaas produceren we?
- Hoe worden goederen door Nederland vervoerd?
- Hoeveel slachtoffers maakt online criminaliteit?
- Wat spreken mensen thuis vooral?
- Hoeveel winkels zijn er?
- Hoeveel bier exporteert Nederland?
- Hoe vaak maken we een kippenvelmoment mee?
- Hoeveel koeien grazen er in de wei?
- Welke studierichting volgen studenten?
- Hoe lang zijn Nederlanders?
- Hoe gaat het met de vogels in de stedelijke omgeving?
- Waar werken de meeste mensen?
- Wat voor kleur heeft onze auto?
- Hoe gaat het CBS om met je privacy?