Voorwoord
‘There are certain industries which cannot now successfully compete with foreign producers because of lower foreign wages and a lower cost of living abroad, and we pledge the next Republican Congress to an examination and where necessary a revision of these schedules to the end that the American labor in these industries may again command the home market, may maintain its standard of living, and may count upon steady employment in its accustomed field’.
Dit is geen uitspraak van Amerikaanse president Trump maar van president Hoover, bij het invoeren van de Smoot-Hawley Act in 1930. Met deze wet verhoogde Amerika zijn toch al hoge handelstarieven. In die tijd voerde het land een zeer protectionistisch handelsbeleid, wat volgens veel economen een extra negatieve impact had tijdens de Grote Depressie. Onder president Roosevelt, zijn New Deal en – later – met de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog werd vrijhandel internationaal het credo. Niet alleen om nationale economische belangen te dienen, maar vooral ook door groeiende behoefte aan vrijheid, veiligheid en een einde aan oorlog. In de daarop volgende decennia werden handelstarieven wereldwijd verlaagd, handelsbelemmeringen afgeschaft en internationale instituties zoals de GATT, Bretton-Woods en de Wereldhandelsorganisatie opgericht; organisaties gericht op het reguleren, faciliteren en vergemakkelijken van internationale (vrij)handel.
Een hoogtepunt in deze liberalisering werd bereikt in 2016, toen de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Clinton verregaande onderhandelingen voerde over mega-regionale handelsverdragen zoals TTIP en TPP. Deze verdragen waren niet alleen gericht op het vergroten van de handelsbetrekkingen tussen een groot aantal landen maar ook op het harmoniseren van regelgeving en het beslechten van geschillen op het vlak van investeringen. Maatschappelijk groeide de weerstand tegen een steeds verder globaliserende wereld – vergroot door de grote financiële crisis en de doorgaande digitalisering en automatisering. Niet meeprofiteren van de voordelen van globalisering, ontslagen worden, het duurder wordende leven van alledag en het gevoel van verlies van de eigen cultuur speelden hierin een rol. Mede hierdoor echoën de protectionistische sentimenten van vroeger weer op het politieke en maatschappelijke toneel. Dit komt onder andere tot uiting in de opgelopen spanningen in de handelsrelatie tussen de VS en China, maar ook tussen de VS en Europa. Toenemende protectionistische maatregelen raken ook Nederlandse bedrijven.
Deze Internationaliseringsmonitor over handelspolitiek verschijnt in een bijzondere periode, namelijk tijdens de overgang naar een nieuwe Amerikaanse president. In deze monitor blikken we terug op de afgelopen vier jaar, waarin door president Trump en de EU over en weer ingrijpende maatregelen zijn genomen op het gebied van internationale betrekkingen wat tot schokken in de internationale handel heeft geleid. Hoe raakten de Amerikaanse invoerheffingen Nederlandse bedrijven die deze goederen naar de VS exporteren? Wat merken Nederlandse importeurs en bedrijven verderop in de productieketen van Europese invoerheffingen? Maken Nederlandse bedrijven al gebruik van het in september 2017 in werking getreden handelsverdrag met Canada (CETA)?
Het laatste nieuws en andere rapporten op het gebied van internationale handel en globalisering is te vinden in het dossier Globalisering alsook eerdere edities van de Internationaliseringsmonitor.
Angelique Berg
Directeur-Generaal
Den Haag, Heerlen, Bonaire, december 2020