Inleiding
‘De regionale economie 2018’ past in een aantal ontwikkelingen bij het CBS die de duidelijke toenemende belangstelling voor regionale informatie weerspiegelen. De publicatie vindt zijn oorsprong in de regionale rekeningen.
1.1De regionale rekeningen
De regionale rekeningen leveren regionale cijfers over de economische groei, het bruto binnenlands product (bbp), het bbp per hoofd van de bevolking, de werkgelegenheid, de verdeling van de toegevoegde waarde over de bedrijfstakken en de bijdrage van iedere bedrijfstak aan het bbp. De regionale rekeningen zijn gebaseerd op de nationale rekeningen, die de boekhouding vormen van de Nederlandse economie.
Daarnaast bieden de regionale rekeningen gegevens over de investeringen per regio en de regionale inkomensverdeling van de sector huishoudens. De regionale gegevens zijn uitsluitend beschikbaar op jaarbasis; ze sluiten aan op de jaarcijfers van de nationale rekeningen. De gegevens voor 2018 zijn voorlopig; dit wordt in grafieken en tabellen aangegeven met een sterretje achter het jaartal. Alle gegevens van de regionale rekeningen zijn opgenomen in de CBS-database StatLine (thema Macro-economie/nationale rekeningen/overige rekeningen). Deze is ook toegankelijk via de website www.cbs.nl.
1.2Over De regionale economie 2018
Deze editie van De regionale economie verschijnt voor het eerst als webpublicatie. Omdat de papieren versie niet apart is opgemaakt, kan de pagina-indeling soms onlogisch lijken. De inhoud van de twee versies is gelijk. Hoofdstukken 2 en 3 van de publicatie zijn gebaseerd op de regionale rekeningen. Hoofdstuk 2 bespreekt de regionale economische groei in 2018 voor de provincies, de vier grote steden en de COROP-plusgebieden. Daarnaast wordt ingegaan op de productiestructuur van de provincies. Hoewel er geen cijfers over regionale economische groei beschikbaar zijn voor 2019, zijn er wel cijfers over het ondernemersvertrouwen tot en met het derde kwartaal van 2019. Hoofdstuk 2 geeft een beeld van deze stemmingsindicator per provincie en de verschillen tussen provincies.
Hoofdstuk 3 beschrijft de arbeidsmarkt in de verschillende provincies aan de hand van de werkgelegenheid en werkzame personen – zowel werknemers als zelfstandigen. Regionale werkloosheid komt ook aan bod, evenals de spanning op de arbeidsmarkt.
Regionale verschillen in het aandeel thuiswerkers en het effect hiervan op het woon-werkverkeer is het onderwerp van hoofdstuk 4. Eerst wordt de populariteit van thuiswerken in de verschillende regio’s gepresenteerd. Vervolgens wordt onderzocht in hoeverre het aandeel thuiswerkers samenhangt met reisduur, de afstand tot het werk en de verkeersintensiteit.
In het afgelopen decennium is het aanzien van de detailhandel aanzienlijk veranderd: de opkomst van online winkelen en een relatief zwak economisch tij hebben sporen achtergelaten in de winkelstraat. Hoofdstuk 5 beschrijft de effecten van minder fysieke winkels, faillissementen van grotere ketens en de forse toename van het aantal webwinkels op de regio in de periode 2010–2019.
In welke mate bepalen verschillen in de productiviteit en arbeidsparticipatie de welvaartsverschillen in de regio’s aan de buitengrenzen van Nederland? Hoofdstuk 6 onderzoekt de welvaart aan weerszijden van de Nederlands-Duitse en Nederlands-Belgische grens.
1.3Overige regionale statistieken
Naast de regionale rekeningen publiceert het CBS nog veel meer statistieken – over uiteenlopende thema’s – op regionaal niveau. Dit boek bevat bijvoorbeeld geregionaliseerde gegevens uit de Conjunctuurenquête Nederland, het Grensdataportaal en de Leegstandsmonitor.
Met de toegenomen behoefte om datagedreven en ‘evidence based’ te werken, werken veel gemeenten samen met het CBS in Urban Data Centres (UDC’s). Binnen een UDC bundelen een gemeente en het CBS hun krachten om lokale beleidsvragen te beantwoorden.
Ten slotte onderzoekt het CBS in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ook hoe brede welvaart en duurzaamheid regionaal gemeten kunnen worden.