Begrippenlijst
Administratieve leegstand
Administratieve leegstand is gemeten op basis van landelijke registers over de bezetting van een object. Er is niet in de praktijk getoetst of er mensen wonen of dat er een bedrijf of instelling actief is. Van leegstand is sprake als op een adres niemand staat ingeschreven en er geen gebruiker of economische activiteit bekend is.
De methode voor het bepalen van integrale leegstand van vastgoed kent verschillende beperkingen:
- administratieve leegstand is niet hetzelfde als feitelijke leegstand; het is een benadering van de daadwerkelijke gebruiksstatus van verblijfsobjecten.
- gedeeltelijke leegstand wordt niet gemeten; een object staat administratief volledig leeg of niet leeg.
- administratieve koppeling van de vier registraties is niet perfect. Miskoppelingen kunnen zorgen voor een overschatting van leegstand. Ook waar wél administratief wordt gekoppeld, kan sprake zijn van inconsistente informatie, bijvoorbeeld door administratieve vertraging of door verschil in schrijfwijze van adresinformatie.
Arbeidsdeelname
Het aantal werkenden als aandeel van de 15- tot 65‑jarige beroepsbevolking.
Arbeidsduur
De hoeveelheid arbeid die is ingezet in het productieproces, uitgedrukt in arbeidsjaren of gewerkte uren.
Arbeidsjaren
Een maatstaf voor het arbeidsvolume, die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten (vte) genoemd. Zo leveren twee halve banen (elk 0,5 vte) samen een arbeidsvolume van één arbeidsjaar op.
Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit drukt uit hoeveel toegevoegde waarde of productie er per eenheid arbeid, bijvoorbeeld gewerkte arbeidsjaren, is geleverd.
Bruto binnenlands product
Het bruto binnenlands product (bbp) tegen marktprijzen is het eindresultaat van de productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden verdeeld.
Bruto toegevoegde waarde
De bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen is gelijk aan het verschil tussen de productie in basisprijzen en het intermediair verbruik tegen aankoopprijzen.
COROP-gebied
De COROP-indeling is een regionaal niveau tussen gemeenten en provincies in. De naam COROP is afgeleid van de naam van een interdepartementale commissie die de betreffende regionale indeling van Nederland omstreeks 1970 heeft ontworpen. Voluit luidde de naam van deze commissie: Coördinatiecommissie Regionaal OnderzoeksProgramma. De indeling in 52 COROP-plusgebieden wordt onder meer bij de Regionaal Economische Jaarcijfers gehanteerd voor een nadere onderverdeling (zie ook de kaart in de bijlage).
Economische groei
De volumemutatie van het bruto binnenlands product tegen marktprijzen. Voor het bepalen van de regionale volumemutaties van de toegevoegde waarde worden nationale volumemutaties per bedrijfsgroep toegepast op de regionale productiestructuren. Prijsontwikkelingen van de geproduceerde en verbruikte goederen en diensten in de verschillende regio’s worden gelijk verondersteld.
Fysieke winkelvestigingen (offline)
Voor dit artikel zijn van het totaal aantal vestigingen in de detailhandel een aantal groepen afgetrokken: tankstations en apotheken telt het CBS niet mee in de publicaties over de detailhandel. Daarnaast zijn voor het bepalen van het aantal ‘fysieke winkels’ ook enkele vormen van detailhandel die niet plaatsvinden in een winkel uitgesloten: de markthandel, colportage en straathandel en de postorderbedrijven en webwinkels.
Gewerkte uren
Het totale aantal uren dat werknemers en/of zelfstandigen gedurende de verslagperiode werkelijk hebben gewerkt. Niet-gewerkte uren wegens verlof of ziekte tellen dus niet mee.
De gewerkte uren van werknemers worden berekend door de betaalde uren (de overeengekomen uren plus de betaalde overuren) te vermeerderen met onbetaalde overuren en te verminderen met feitelijk niet gewerkte uren die betaald worden, zoals wegens ziekte verzuim, zwangerschaps- en bevallingsverlof, stakingen, weerverlet, ouderschapsverlof, kort verzuim. De gewerkte uren van de zelfstandigen worden rechtstreeks bepaald.
Gewerkte uren werknemers
De gewerkte uren van werknemers worden berekend door de betaalde uren (de overeengekomen uren plus de betaalde overuren) te vermeerderen met onbetaalde overuren en te verminderen met feitelijk niet gewerkte uren die betaald worden, zoals wegens ziekte verzuim, zwangerschaps- en bevallingsverlof, stakingen, weerverlet, ouderschapsverlof, kort verzuim.
Gewerkte uren zelfstandigen
Het aantal gewerkte uren dat zelfstandigen gedurende de verslagperiode werkelijk hebben gewerkt. Niet-gewerkte uren wegens verlof of ziekte tellen dus niet mee. De gewerkte uren van de zelfstandigen worden rechtstreeks bepaald.
Grote steden (G4)
In deze publicatie zijn de grote steden gedefinieerd als kerngemeente plus omliggend gebied. Amsterdam betreft COROP-gebied Groot-Amsterdam, Rotterdam betreft COROP-subgebied Rijnmond, Den Haag omvat COROP-gebied Agglomeratie ’s-Gravenhage en Utrecht ten slotte omvat COROP-plusgebied stadsgewest Utrecht.
Online winkelen
Onder online winkelen vallen aankopen via een internetbrowser of een app. Producten die via SMS, MMS of e-mail zijn gekocht, tellen niet mee als online aankopen.
Recessie
De toestand waarin de economie verkeert wanneer het volume van het bruto binnenlands product (na correctie voor seizoeninvloeden) twee opeenvolgende kwartalen krimpt.
Stadsgewest
Grootstedelijke agglomeratie en het hierop georiënteerde omringende gebied. Het stadsgewest – het stedelijk gebied in functionele zin – bestaat uit een grootstedelijke agglomeratie en het omringende gebied met daarbinnen gelegen kleinere kernen (stadjes, dorpen, gehuchten) die met die agglomeratie door velerlei relaties met elkaar zijn verbonden. Die relaties hebben betrekking op het dagelijks verkeer tussen woon- en werkplaats, verhuizingen van huishoudens en bedrijven en het gebruik van stedelijke voorzieningen. Als zodanig kan het stadsgewest daarom worden beschouwd als een combinatie van een regionaal arbeid-, woning- en verzorgingsgebied.
Voedingsspeciaalzaken
Hieronder vallen groenteboeren, bakkers, vlaaienwinkels, toko’s, chocoladewinkels, koffie/theewinkels, delicatessenwinkels, kaaswinkels, minisupermarkten, notenwinkels, poeliers, reformwinkels, slagers, slijterijen, tabakswinkels, visboeren, zoetwarenwinkels, nachtwinkels, wijnwinkels en ziekenhuiswinkels.
Welvaart
Welvaart is gebruikt in de betekenis van het inkomen per hoofd van de bevolking. Het inkomen is daarbij gemeten als de bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen.
Werkzame personen
Alle personen die één of meerdere banen hebben als werknemer en/of zelfstandige bij een in Nederland gevestigde economische eenheid.
Tot de werkzame personen behoren alle personen die betaalde arbeid verrichten, ook al is het maar voor één of enkele uren per week, ook als zij:
- arbeid verrichten die op zichzelf genomen legaal is, maar waarvan de beloning aan de registratie door de fiscus of sociale zekerheidsautoriteiten wordt onttrokken (‘zwarte arbeid’);
- tijdelijk geen arbeid verrichten, maar wel doorbetaald krijgen (bijvoorbeeld bij ziekte of vorstverlet);
- tijdelijk onbetaald verlof hebben opgenomen.
Werkzame personen kunnen worden onderscheiden in werknemers en zelfstandigen. Ze kunnen woonachtig zijn in Nederland maar ook in het buitenland.
Vestigingen met 0 werkzame personen betreffen altijd nevenvestigingen van bedrijven met meer dan één vestiging.
Welvaart
In deze publicatie is welvaart gebruikt in de betekenis van het inkomen per hoofd van de bevolking. Het inkomen is daarbij gemeten als de bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen.
Werknemers
Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid verrichten voor loon of salaris, in geld of in natura, op grond van een arbeidsovereenkomst voor een economische eenheid.
Woningtransformatie
Onder transformatie wordt het hergebruik van bestaande panden verstaan. Als een pand wordt gesloopt en op dezelfde plek een nieuw pand wordt geplaatst, telt dit niet mee als transformatie. In dit onderzoek gaat het om hergebruik van bestaande panden die een verblijfsobject (vbo) met een niet-woonfunctie bevatten, waarna deze verdwijnen of veranderen en in plaats daarvan een verblijfsobject met woning wordt toegevoegd.
Zelfstandigen
Zelfstandigen zijn personen die een inkomen ontvangen door voor eigen rekening of risico arbeid te verrichten in het bedrijf of het beroep dat zij zelfstandig uitoefenen. Ook meewerkende gezinsleden worden tot zelfstandigen gerekend, tenzij zij een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan.