Online seksuele intimidatie

Vervelende seksueel getinte opmerkingen, ongewenste aanrakingen of gedwongen worden om seksuele dingen te doen: dit zijn allemaal voorbeelden van ongewenst seksueel gedrag. Dit kan thuis of op straat gebeuren (zie hoofdstuk 6) maar ook via het internet, bijvoorbeeld via sociale media, WhatsApp, (video)chat of e-mail. In dit hoofdstuk gaat het over ongewenste seksuele ervaringen op het internet.

8.1Slachtofferschap online seksuele intimidatie

In 2020 gaf bijna één op de tien personen van 16 jaar of ouder (9 procent) aan dat zij in de afgelopen vijf jaar online één of meerdere ongewenste seksuele ervaringen hebben meegemaakt. Ruim 5 procent overkwam dit in de afgelopen 12 maanden; dit zijn ongeveer 770 duizend personen.noot1 Zij maakten het vaakst mee dat iemand online seksueel kwetsende opmerkingen of grapjes maakte (2,1 procent) of dat iemand ongewenst naaktfoto’s of seksfilmpjes stuurde (2,0 procent). Ook kwam het regelmatig voor dat iemand bleef aandringen op een date (1,8 procent) of aandrong op het toesturen van persoonlijke seksuele foto’s of filmpjes (1,6 procent).

8.1.1 Slachtoffers online seksuele intimidatie in afgelopen 12 maanden, 2020 (% personen van 16 jaar of ouder)
In afgelopen 12 maanden
Online seksuele intimidatie totaal 5,4
waarbij iemand online ongewenst: .
Seksueel kwetsende opmerkingen maakte 2,1
Naaktfoto's of seksfilmpjes stuurde 2
Bleef aandringen op een date 1,8
Vroeg om seksuele foto's of filmpjes 1,6
Billen, geslachtsdelen of borsten liet zien 1,3
Bleef aandringen op seks 1
Dwong tot het overmaken van geld 0,8
Liet zien dat hij/zij masturbeerde 0,7
Dwong tot uitkleden of masturberen 0,1
Naaktfoto of seksfilmpje verspreidde 0,1
Een naaktfoto of seksfilmpje maakte 0,1
Nepnaaktfoto of nepseksfilmpje verspreidde 0,1
Bron: CBS, WODC

Slachtoffers online seksuele intimidatie naar kenmerken

Vrouwen geven ongeveer anderhalf keer zo vaak aan als mannen dat zij in de afgelopen 12 maanden ongewenst seksueel gedrag hebben meegemaakt op internet. Daarbij krijgen biseksuelen en homo’s er vaker mee te maken dan lesbiennes en heteroseksuelen. Jongeren zijn duidelijk het vaakst slachtoffer van online seksuele intimidatie, en dan met name jonge vrouwen (zie tabel 1b in bijlage A). Bijna 30 procent van de 16- tot 18‑jarige vrouwen en 23 procent van de 18- tot 24‑jarige vrouwen geeft aan hier in de afgelopen 12 maanden mee te zijn geconfronteerd tegen respectievelijk 9 en 8 procent van hun mannelijke leeftijdgenoten.

8.1.2 Slachtoffers online seksuele intimidatie in afgelopen 12 maanden naar kenmerken, 2020 (% personen van 16 jaar of ouder)
In afgelopen 12 maanden
Totaal, 5,4
Geslacht Vrouwen, Geslacht 6,7
Geslacht Mannen, Geslacht 4,1
Leeftijd 16 tot 18 jaar, Leeftijd 18,8
Leeftijd 18 tot 24 jaar, Leeftijd 15,4
Leeftijd 24 tot 45 jaar, Leeftijd 6,8
Leeftijd 45 tot 65 jaar, Leeftijd 3,1
Leeftijd 65 jaar of ouder, Leeftijd 1,2
Seksuele oriëntatie Homo's, Seksuele oriëntatie 18,7
Seksuele oriëntatie Lesbiennes, Seksuele oriëntatie 8,7
Seksuele oriëntatie Biseksuele mannen, Seksuele oriëntatie 15,3
Seksuele oriëntatie Biseksuele vrouwen, Seksuele oriëntatie 23,9
Seksuele oriëntatie Hetero mannen, Seksuele oriëntatie 3,4
Seksuele oriëntatie Hetero vrouwen, Seksuele oriëntatie 5,8
Bron: CBS, WODC

Personen met een partner zijn met ongeveer 3 procent het minst vaak slachtoffer van online seksuele intimidatie, ongeacht of er kinderen in het huishouden zijn. Alleenstaanden (7 procent) en alleenstaande ouders (8 procent) krijgen hier vaker mee te maken. Wanneer rekening gehouden wordt met verschillen in leeftijd, blijken personen met een partner zonder kinderen vaker slachtoffer van online seksueel gedrag te zijn dan personen met een partner en kinderen.

Personen in huishoudens met een laag welvaartsniveau worden vaker met online seksuele intimidatie geconfronteerd dan personen in huishoudens met een hoger welvaartsniveau. Dit komt doordat personen in huishoudens met een laag welvaartsniveau naar verhouding jonger zijn en vaker alleenstaand. Ook inwoners van zeer sterk stedelijke gemeenten geven relatief vaak aan online te maken te hebben gehad met ongewenst seksueel gedrag. Dit komt eveneens doordat deze doorgaans jonger zijn.

Aantal vormen van online seksuele intimidatie

Ruim de helft (53 procent) is in de afgelopen 12 maanden slachtoffer geweest van één vorm van online seksuele intimidatie, de overige 47 procent kreeg met meerdere vormen te maken. Bij 29 procent ging het om 2 of 3 vormen en bij 18 procent om meer dan drie vormen.

8.1.3 Aantal vormen van online seksuele intimidatie in afgelopen 12 maanden, 2020
In afgelopen 12 maanden
1 vorm 52,8
2 - 3 vormen 29,2
4 - 7 vormen 16,8
8 - 12 vormen 1,1
Bron: CBS, WODC

8.2Structurele online seksuele intimidatie

Een tiende (11 procent) van de slachtoffers van online seksuele intimidatie in de afgelopen 12 maanden heeft structureel, dat wil zeggen minstens één keer per maand, hiermee te maken gehad (zie ook tabel 2 in bijlage A). Dit is 0,6 procent van de bevolking van 16 jaar en ouder. Dit zijn omgerekend 83 duizend personen. Het gaat naar verhouding vaak om seksueel kwetsende opmerkingen of grapjes, en om het laten zien van billen, geslachtsdelen of borsten door de pleger. Bij het grootste deel van de slachtoffers gaat het om eenmalige of om enkele ervaringen.

8.2.1 Structurele online seksuele intimidatie1,2, 2020 (% slachtoffers van het betreffende voorval in de afgelopen 12 maanden)
(Bijna) dagelijks Wekelijks Maandelijks
Online seksuele intimidatie totaal 1,6 4,6 4,6
waarbij iemand online ongewenst: . . .
Seksueel kwetsende omerkingen maakte 1,6 5,6 5,4
Billen, geslachtsdelen of borsten liet zien 1,3 5,3 5,8
Liet zien dat hij/zij masturbeerde 1,4 4,9 5,1
Bleef aandringen op seks 2,1 1,6 6,6
Naaktfoto's of seksfilmpjes stuurde 1,6 3,7 4,2
Bleef aandringen op een date 1,8 2,0 4,8
Vroeg om seksuele foto's of filmpjes 0,8 3,0 3,6
Dwong tot het overmaken van geld 0,7 1,7 1,7
Bron: CBS, WODC
1) meerdere antwoorden mogelijk.
2) De voorvallen 'dwong tot uitkleden of masturberen', 'een naaktfoto of seksfilmpje maakte', 'naaktfoto of seksfilmpje verspreidde' en 'nepnaaktfoto of nepseksfilmpje verspreidde' ontbreken i.v.m. te weinig waarnemingen.

8.3Plegers online seksuele intimidatie

De pleger(s) van online seksueel gedrag behoren vaak niet tot de huiselijke kring van gezin, familie, partner of ex-partner. Bij 92 procent van de slachtoffers komt de pleger van buiten deze kring. Bij 3 procent gaat het wel om een gezins- of familielid of om een (ex)-partner. Eveneens 3 procent geeft aan dat zij met plegers binnen en buiten de huiselijke kring te maken heeft gehad. Twee procent heeft geen antwoord gegeven.

Ongeveer de helft van de slachtoffers van online seksuele intimidatie geeft aan dat de pleger(s) onbekenden zijn. De andere helft kent de pleger(s) wel. Het gaat naar verhouding vaak om iemand die ze niet in het echt hebben ontmoet, maar enkel via het internet kennen (31 procent), om iemand die ze niet goed kennen, zoals een date of iemand die ze net hebben ontmoet (12 procent) of om iemand die ze kennen van het uitgaan of een feestje (11 procent).

Vaak gaat het om mannelijke plegers. Bijna 70 procent van de slachtoffers zegt dat een man of meerdere mannen hen seksueel geïntimideerd hebben op het internet. Bij 10 procent ging het om een vrouwelijke pleger of plegers. Zeven procent kreeg te maken met zowel mannelijke als vrouwelijke pleger(s). Verder wil of kan een relatief groot deel van 16 procent niet aangeven wat het geslacht van de pleger(s) is.

8.3.1 Plegers online seksuele intimidatie1), 2020 (% slachtoffers in afgelopen 12 maanden)
2020
Binnen huiselijke kring .
Mannelijke ex-partner 2,7
Mannelijke partner 1,6
Vrouwelijke ex-partner 1
Vrouwelijke partner 0,5
Ander mannelijk familielid 0,4
Broer 0,2
Vader 0,2
Moeder 0,2
Ander vrouwelijk familielid 0
Zus 0
Zoon 0
Dochter 0
Buiten huiselijke kring .
Een onbekende 49,3
Iemand die ik online heb leren kennen, maar nog niet in het echt had ontmoet 31,5
Iemand met wie ik een date had / net ontmoet had 12
Iemand die ik ken van uitgaan of een feestje 11,5
Een goede vriend(in) 8,3
Iemand met wie ik eerder al seks had, maar geen relatie 7,3
Een collega 6,9
Een medeleerling of medestudent 5,2
Een teamgenoot 1,5
Mijn leidinggevende 0,8
Mijn coach of trainer 0,7
Een religieus leider 0,4
Een docent 0,4
Mijn arts of zorgverlener 0,1
Iemand anders 12
Bron: CBS, WODC
1) Meerdere antwoorden mogelijk.

8.4Gevolgen online seksuele intimidatie

Het grootste deel (84 procent) van de slachtoffers gaf aan geen gevolgen te hebben ondervonden van de ongewenste seksuele ervaringen die zij online hebben opgedaan. Bij 13 procent was dit wel het geval (zie ook tabel 4 in bijlage A). Drie procent heeft geen antwoord gegeven.

Het percentage dat gevolgen ondervindt van online seksuele intimidatie verschilt nagenoeg niet tussen structurele en incidentele slachtoffers. Wel is de groep die niet kan of wil zeggen of het voor hen gevolgen heeft gehad bij de structurele slachtoffers ongeveer drie keer zo groot als bij de incidentele slachtoffers (7 tegen 2 procent).

Bij 9 procent van de slachtoffers heeft de online seksuele intimidatie geleid tot psychische problemen. Andersoortige problemen komen minder vaak voor.

8.4.1 Gevolgen online seksuele intimidatie1), 2020 (% slachtoffers in afgelopen 12 maanden)
2019
Heeft gevolgen gehad 13,1
.
Psychische problemen 9,0
Relatieproblemen 4,7
Seksuele problemen 3,4
Lichamelijk problemen 1,9
Andere problemen met werk en/of opleiding 1,3
Kon (een tijdje) niet meer werken 1,0
Problemen met (een deel van) mijn familie 0,9
Andere problemen 2,8
Bron: CBS, WODC
1) Bij het noemen van problemen waren meerdere antwoorden mogelijk.

8.5Praten over online seksuele intimidatie

Ruim zes op de tien slachtoffers (62 procent) hebben met iemand gesproken over wat ze op het internet hebben meegemaakt (zie ook tabel 5 in bijlage A). Ruim een derde (36 procent) heeft deze ervaringen voor zich gehouden en 1 procent wil of kan niet zeggen of ze er met iemand over hebben gepraat. Het percentage dat met iemand gesproken heeft over de ongewenste seksuele gebeurtenissen op het internet verschilt niet tussen structurele en incidentele slachtoffers.

Vooral met personen uit het informele netwerk wordt over ongewenste seksuele gebeurtenissen op het internet gesproken: 41 procent heeft erover gepraat met een vriend of vriendin, 21 procent met de partner en 12 procent met een ander gezins- of familielid. Met hulpverleners zoals een (huis)arts, psycholoog of maatschappelijk werker (4 procent), Veilig Thuis (0,3 procent), het Centrum Seksueel Geweld (0,3 procent) en de politie (2 procent) wordt duidelijk minder vaak contact gezocht. Eén procent van de slachtoffers geeft aan aangifte te hebben gedaan.

8.5.1 Gepraat over online seksuele intimidatie, 2020 (% slachtoffers in afgelopen 12 maanden)
2019
Met iemand gepraat 62,2
.
Vriend / vriendin 41,0
Partner 21,1
Ander gezins- of familielid 12,3
Hulpverlener (bijvoorbeeld (huis)arts, psycholoog) 4,4
Politie 2,2
Medewerker van Veilig Thuis 0,3
Hulpverlener van het Centrum Seksueel Geweld 0,3
Iemand anders 5,9
Bron: CBS, WODC

Noten

Indien een respondent de vraag over slachtofferschap bij een item niet heeft ingevuld wordt verondersteld dat hij/zij dit item niet heeft mee­gemaakt. Deze veronderstelling zal niet altijd juist zijn omdat sommige slachtoffers om hun moverende redenen die vragen niet hebben willen of kunnen beantwoorden. Wanneer degenen die de vragen niet beantwoord hebben als slachtoffer worden meegeteld, zou het slachtofferpercentage voor online seksuele intimidatie in de afgelopen 5 jaar 11 procent bedragen, en het slachtofferpercentage in de afgelopen 12 maanden 8 procent. Zie ook de Onderzoeksverantwoording (in paragraaf 4 het aandachtspunt Ontbrekende waarden).

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
Nihil
(Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2019–2020 2019 tot en met 2020
2019/2020 Het gemiddelde over de jaren 2019 tot en met 2020
2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2019 en eindigend in 2020
2017/’18–2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2017/’18 tot en met 2019/’20

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Drs. Math Akkermans

Willem Gielen MSc

Dr. Rianne Kloosterman

Dr. Elke Moons

Ir. Carin Reep

Dr. Marleen Wingen

Begeleidingscommisie

Prof. Dr. Ellen Laan (voorzitter)

Prof. Dr. Majone Steketee

Dr. Daphne van de Bongardt

Dr. Vera Toepoel

Steven Tjalsma, MSc LLM

Claudia Lucardie

Nanja Flikweert, MSc

Dr. Leontien van der Knaap (projectleider WODC)