Dwingende controle in huiselijke kring

Dwingende controle, ook wel coercive control genoemd, is een vorm van huiselijk geweld waarbij één persoon de ander sterk domineert. Het slachtoffer kan daarbij bepaalde vrijheden worden ontzegd door de ander, zoals het onderhouden van sociale contacten of het hebben van eigen geld en zelf te bepalen waaraan dit uit te geven. Ook kan de pleger dreigen zichzelf, het slachtoffer, of haar of zijn geliefden iets aan te doen. Het kan daarbij gaan om zowel fysiek als psychisch geweld. Alle vormen van dwingende controle hebben een zich herhalend, structureel karakter.

4.1Slachtoffers van dwingende controle in huiselijke kring

In 2020 zei ruim 9 procent van de bevolking van 16 jaar of ouder dat zij in de afgelopen vijf jaar slachtoffer zijn geweest van een of meerdere vormen van dwingende controle door iemand uit de huiselijke kring. Bijna 5 procent werd in de afgelopen 12 maanden slachtoffer; dit komt neer op ruim 680 duizend personen.noot1 Regelmatig of de hele tijd gekleineerd of vernederd worden kwam het vaakst voor (2 procent).

4.1.1 Slachtoffers dwingende controle in huiselijke kring in afgelopen 12 maanden1), 2020 (% personen van 16 jaar of ouder)
In afgelopen 12 maanden
Dwingende controle totaal 4,8
waarbij (voor) slachtoffer werd: .
Gekleineerd of vernederd 1,9
Banggemaakt of geïntimideerd 1,5
Hele tijd bijgehouden waar men was 1,2
Bepaald met wie te praten 1,0
Communicatie gecontroleerd 1,0
Weggehouden bij familie/vrienden 0,7
Gedreigd zichzelf iets aan te doen 0,7
Bepaald waaraan geld uit te geven 0,6
Verboden werd om huis te verlaten 0,3
Gedreigd om geliefden iets aan te doen 0,2
Verboden hebben eigen geld/bankrekening 0,1
Andere manier gecontroleerd/geïntimideerd 1,3
Bron: CBS, WODC
1) Meerdere antwoorden mogelijk.

Met behulp van een Principale Componenten Analyse (PCA)noot2 zijn de 12 bevraagde vormen van dwingende controle gereduceerd tot een drietal hoofdcomponenten: sociale controle (weghouden bij familie/vrienden, bepalen met wie te praten, hele tijd bijhouden waar men was, communicatie controleren), dreiging/intimidatie (dreigen om geliefden iets aan te doen, dreigen zichzelf iets aan te doen, bang maken of intimideren, kleineren of vernederen, op een andere manier controleren of intimideren) en het wegnemen van zelfstandigheid (verbieden huis te verlaten, bepalen waaraan geld uit te geven, verbieden hebben eigen geld of bankrekening). Van dreiging/intimidatie werd ruim 3 procent van alle 16‑plussers in de afgelopen 12 maanden slachtoffer, van sociale controle bijna 3 procent en van het wegnemen van zelfstandigheid 1 procent.

Slachtoffers dwingende controle in huiselijke kring naar kenmerken

Er bestaat een duidelijke relatie tussen leeftijd en het slachtofferschap van dwingende controle door iemand uit de huiselijke kring: naarmate de leeftijd toeneemt, daalt het percentage slachtoffers (zie tabel 1b in bijlage A). Van de jongeren in de leeftijd van 16 tot 18 jaar geeft 12 procent aan hier in de afgelopen 12 maanden slachtoffer van te zijn geweest; van de 65‑plussers is dit 2 procent. Vrouwen geven iets vaker aan slachtoffer van dwingende controle te zijn geweest dan mannen: 5 tegen 4 procent. Verder zijn biseksuele vrouwen (11 procent) en biseksuele mannen (9 procent) vaker slachtoffer dan hetero vrouwen en hetero mannen (respectievelijk 5 en 4 procent).

4.1.2 Slachtoffers dwingende controle in huiselijke kring in afgelopen 12 maanden naar kenmerken, 2020 (% personen van 16 jaar of ouder)
2020
Totaal, 4,8
Geslacht Vrouwen, Geslacht 5,4
Geslacht Mannen, Geslacht 4,2
Leeftijd 16 tot 18 jaar, Leeftijd 12,1
Leeftijd 18 tot 24 jaar, Leeftijd 9,3
Leeftijd 24 tot 45 jaar, Leeftijd 5,2
Leeftijd 45 tot 65 jaar, Leeftijd 4,3
Leeftijd 65 jaar of ouder, Leeftijd 2,2
Seksuele oriëntatie Homo's, Seksuele oriëntatie 6,4
Seksuele oriëntatie Lesbiennes, Seksuele oriëntatie 7,9
Seksuele oriëntatie Biseksuele mannen, Seksuele oriëntatie 9,0
Seksuele oriëntatie Biseksuele vrouwen, Seksuele oriëntatie 10,8
Seksuele oriëntatie Hetero mannen, Seksuele oriëntatie 4,1
Seksuele oriëntatie Hetero vrouwen, Seksuele oriëntatie 5,1
Bron: CBS, WODC

Personen in huishoudens met een lager welvaartsniveau krijgen vaker met dwingende controle te maken dan personen in huishoudens met een hoger welvaartsniveau. Zo is bijna 7 procent van de personen in huishoudens met de laagste welvaart slachtoffer, tegen bijna 4 procent van de personen in huishoudens met de hoogste welvaart (zie tabel 1b in bijlage). Alleenstaande ouders met één of meerdere kinderen van 12 jaar of jonger kregen vaker te maken met dwingende controle dan alleenstaande ouders met alleen kinderen van 13 jaar of ouder (16 tegen 6 procent). Ook personen die nog bij hun ouders thuis wonen waren relatief vaak slachtoffer van dwingende controle (9 procent).

Wanneer er specifiek wordt gekeken naar de onderliggende hoofdcomponenten van dwingende controle blijkt dat vrouwen iets vaker slachtoffer zijn van dreiging/intimidatie (4 procent) dan van sociale controle (3 procent). Bij mannen is er geen verschil tussen beide componenten van dwingende controle. Verder zijn met name 16- tot 18‑jarigen en 18- tot 24‑jarigen met respectievelijk 6 procent en 2 procent vaker dan gemiddeld (1 procent) slachtoffer van het wegnemen van zelfstandigheid.

Aantal vormen van dwingende controle in huiselijke kring

Bijna de helft van de slachtoffers (49 procent) heeft in de afgelopen 12 maanden één vorm van dwingende controle meegemaakt. Bij 36 procent ging het om 2 of 3 vormen, bij 13 procent om 4 tot en met 7 vormen, en 2 procent van de slachtoffers kreeg met 8 of meer vormen te maken.

4.1.3 Aantal vormen van dwingende controle in huiselijke kring in afgelopen 12 maanden, 2020
2020
1 vorm 48,5
2 - 3 vormen 36,0
4 - 7 vormen 13,1
8 - 12 vormen 2,4
Bron: CBS, WODC

4.2Plegers dwingende controle in huiselijke kring

Van de personen die aangeven in de afgelopen 12 maanden slachtoffer te zijn geweest van dwingende controle, zegt 22 procent dat hun mannelijke partner dit heeft gedaan (zie tabel 3 in bijlage A). Vrouwelijke partners worden door 16 procent als pleger genoemd. Ook ouders worden relatief vaak genoemd (moeder door 18 procent; vader door 16 procent).

4.2.1 Plegers dwingende controle in huiselijke kring1), 2020 (% slachtoffers in afgelopen 12 maanden)
2020
Mannelijke partner 21,8
Moeder 17,7
Vrouwelijke partner 16,4
Vader 15,5
Mannelijke ex-partner 11,7
Vrouwelijke ex-partner 7,1
Ander mannelijk familielid 6,6
Ander vrouwelijk familielid 6,4
Broer 6,1
Zus 5,7
Zoon 4,8
Dochter 3,5
Bron: CBS, WODC
1) Meerdere antwoorden mogelijk.

Het zijn vaker mannen die dwingende controle uitoefenen. Van de slachtoffers is 43 procent dwingend gecontroleerd door een man en 33 procent door een vrouw. Vijftien procent had zowel met mannelijke als met vrouwelijke plegers te maken. Acht procent van de slachtoffers heeft niet aangegeven wie de pleger(s) waren. Bij vrouwelijke slachtoffers is de pleger vaker man (63 procent) dan vrouw (15 procent), terwijl voor mannelijke slachtoffers het omgekeerde geldt (16 procent man als pleger tegen 58 procent vrouw). Het percentage dat zowel met mannelijke als vrouwelijke plegers te maken krijgt verschilt niet naar geslacht.

Aantal plegers dwingende controle in huiselijke kring

Bij ruim 7 op de 10 slachtoffers vindt de dwingende controle plaats door één pleger.noot3 Twee op de tien hebben te maken met meerdere plegers, waarvan de meesten met twee. Bijna 1 op de 10 (8 procent) geeft geen antwoord op de vraag wie uit hun huiselijke kring de pleger is van dwingende controle.

4.2.2 Aantal plegers dwingende controle in huiselijke kring in afgelopen 12 maanden, 2020
2020
1 pleger 71,7
2 plegers 14,7
3, 4 of 5 plegers 5,3
Geen antwoord 8,4
Bron: CBS, WODC

4.3Gevolgen dwingende controle in huiselijke kring

Ruim 6 op de 10 (62 procent) slachtoffers van dwingende controle in de afgelopen 12 maanden zegt dat dit gevolgen heeft gehad (zie tabel 4 in bijlage A). Vrouwelijke slachtoffers ervaren met 69 procent vaker gevolgen dan mannelijke slachtoffers (54 procent).

Psychische problemen worden met 39 procent het vaakst ondervonden. Ook relatie­problemen (29 procent) en problemen met familie (20 procent) worden door slachtoffers van dwingende controle relatief vaak genoemd. 7 procent heeft geen antwoord gegeven.

4.3.1 Gevolgen dwingende controle in huiselijke kring1), 2020 (% slachtoffers in afgelopen 12 maanden)
2020
Heeft gevolgen gehad 62,3
.
Psychische problemen 39,3
Relatieproblemen 28,6
Problemen met (een deel van) mijn familie 20,4
Lichamelijke problemen 10,1
Andere problemen met werk en/of opleiding 9,0
Seksuele problemen 8,9
Kon (een tijdje) niet meer werken 7,1
Andere problemen 10,5
Bron: CBS, WODC
1) Bij het noemen van problemen waren meerdere antwoorden mogelijk.

4.4Praten over dwingende controle in huiselijke kring

Acht op de tien (81 procent) slachtoffers van dwingende controle in de afgelopen 12 maanden heeft met iemand gesproken over wat hen overkomen is (zie tabel 5 in bijlage A). Bij vrouwen is dat aandeel groter dan bij mannen (87 tegen 73 procent).

Een vriend of vriendin (43 procent) wordt het vaakst in vertrouwen genomen. Ook met (andere) gezins- of familieleden (36 procent) en de partner (34 procent) wordt relatief vaak gepraat over wat er is gebeurd. Dat geldt ook voor hulpverleners zoals een (huis)arts of psycholoog (34 procent). Met de politie (6 procent) of een medewerker van Veilig Thuis (4 procent) wordt duidelijk minder vaak gepraat over de ervaringen.

4.4.1 Gepraat over dwingende controle in huiselijke kring1) , 2020 (% slachtoffers in afgelopen 12 maanden)
2020
Met iemand gepraat 80,6
.
Een vriend / vriendin 43,4
Ander gezins- of familielid 36,3
Partner 34,3
Hulpverlener (bv. (huis)arts, psycholoog) 33,9
Politie 6,4
Medewerker van Veilig Thuis 4,1
Iemand anders 10,9
Bron: CBS, WODC
1) Bij het noemen van personen met wie gepraat is waren meerdere antwoorden mogelijk.

Noten

Indien een respondent de vraag over slachtofferschap bij een item niet heeft ingevuld wordt verondersteld dat hij/zij dit item niet heeft mee­gemaakt. Deze veronderstelling zal niet altijd juist zijn omdat sommige slachtoffers om hun moverende redenen die vragen niet hebben willen of kunnen beantwoorden. Wanneer degenen die de vragen niet beantwoord hebben als slachtoffer worden meegeteld, zou het slachtofferpercentage voor dwingende controle in de afgelopen 5 jaar 8 procent bedragen, en het slachtofferpercentage in de afgelopen 12 maanden 12 procent. Zie ook de Onderzoeksverantwoording (in paragraaf 4 het aandachtspunt Ontbrekende waarden).

Voor meer informatie over PCA en de analyses in deze publicatie, zie de onderzoeksverantwoording.

Het gaat hier om pleger(s) in de huiselijke kring met dezelfde relatie tot het slachtoffer. Het kan voorkomen dat het slachtoffer met meerdere individuele plegers van doen heeft maar dat deze dezelfde relatie tot het slachtoffer hebben, bijvoorbeeld twee broers. In dat geval zijn deze twee broers geteld als 1 pleger. Wanneer daarentegen een broer en een zus pleger zijn dan zijn deze beide, dus als 2 plegers geteld.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
Nihil
(Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2019–2020 2019 tot en met 2020
2019/2020 Het gemiddelde over de jaren 2019 tot en met 2020
2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2019 en eindigend in 2020
2017/’18–2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2017/’18 tot en met 2019/’20

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Drs. Math Akkermans

Willem Gielen MSc

Dr. Rianne Kloosterman

Dr. Elke Moons

Ir. Carin Reep

Dr. Marleen Wingen

Begeleidingscommisie

Prof. Dr. Ellen Laan (voorzitter)

Prof. Dr. Majone Steketee

Dr. Daphne van de Bongardt

Dr. Vera Toepoel

Steven Tjalsma, MSc LLM

Claudia Lucardie

Nanja Flikweert, MSc

Dr. Leontien van der Knaap (projectleider WODC)