Foto omschrijving: Mensen winkelen in supermarkt

Koopkracht­ontwikkeling

Bij de koopkrachtontwikkeling gaat het om de jaar-op-jaar verandering in inkomen bij individuele personen. Hoe heeft de koopkracht zich in 2022 en de jaren daarvoor ontwikkeld? Welke bevolkingsgroepen gingen er in koopkracht op vooruit en welke niet? En wat zijn de regionale koopkrachtontwikkelingen?

4.1Koopkrachtontwikkeling

Koopkrachtverlies in 2022

In 2022 daalde de koopkracht van de Nederlandse bevolking in doorsnee met 1,2 procent. Dit kwam vooral door de hoge inflatie in 2022. De koopkrachtontwikkeling (zie kader) dook eerder alleen tijdens de zware recessie in de jaren tachtig en de economische crisis van 2009–2013 met meer dan een procent in de min. De koopkracht steeg structureel in recente jaren, ook tijdens de coronacrisis in 2020 en 2021 (CBS, 2022).

4.1.1 Koopkrachtontwikkeling1) (doorsnee %-verandering t.o.v. een jaar eerder)
Categories Koopkrachtontwikkeling
'79 2,2
'81 -2,0
'83 -2,3
'85 -0,5
'87 4,2
'89 2,3
'90 4,4
'91 0,4
'92 0,3
'93 1,3
'94 0,3
'95 1,2
'96 1,4
'97 1,4
'98 2,8
'99 1,0
'00 2,1
'01 6,3
'02 1,6
'03 0,3
'04 0,8
'05 -0,2
'06 3,1
'07 3,1
'08 1,5
'09 1,8
'10 -0,4
'11 -0,9
'12 -1,1
'13 -1,1
'14 1,9
'15 1,3
'16 3,0
'17 0,7
'18 0,6
'19 1,5
'20 2,5
'21 1,4
'22* -1,2
1)Tot en met 1989 gaat het om de procentuele verandering t.o.v. twee jaar eerder, vanaf 1990 t.o.v. het jaar ervoor.

Koopkrachtontwikkeling

De koopkracht van mensen is gelijk aan het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen van het huishouden waartoe ze behoren, gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling met de consumentenprijsindex (zie hoofdstukken 1 en 2). De koopkracht verandert door externe invloeden en door veranderingen in het persoonlijke leven van mensen. Externe invloeden zijn onder meer de ontwikkeling van de cao-lonen, de stijging van de consumentenprijzen (inflatie) en (nieuw) beleid van de overheid. Persoonlijke omstandigheden veranderen bijvoorbeeld als mensen gaan samenwonen of uit elkaar gaan, van baan wisselen of met pensioen gaan. De hier gepresenteerde koopkracht­ontwikkeling houdt rekening met externe en persoonlijke ontwikkelingen.

Voor de jaar-op-jaar koopkrachtontwikkeling van een groep is uitgegaan van de mediaan of doorsnee, de middelste waarde van de naar grootte gerangschikte koopkracht­ontwikkelingen van individuele personen die in beide jaren deel uitmaken van de groep. Positieve en negatieve uitschieters hebben dan nauwelijks invloed op de uitkomst (Bos, 2007).

Koopkracht bijstandsontvangers steeg door energietoeslag

Uit de verdere detaillering naar bevolkingsgroepen blijkt dat mensen in een huishouden met vooral inkomen als werknemer of zelfstandige er doorgaans het meest in koopkracht op vooruitgaan (zie StatLine). Ook in 2021 was dat zo. In 2022 is het beeld echter anders. Terwijl de koopkracht van werknemers en zelfstandigen daalde, steeg de koopkracht van bijstandsontvangers in doorsnee met 4,4 procent.

Bijstandsontvangers en andere huishoudens met weinig inkomen ontvingen in 2022 een energietoeslag (veelal 1 300 euro of meer) om de sterk gestegen energierekening te kunnen betalen. In november en december 2022 ontvingen alle huishoudens in Nederland met een kleinverbruiksaansluiting bovendien 190 euro korting op de energierekening (380 euro in totaal). De energietoeslag en de korting zijn verrekend in de huishoudens­inkomens die ten grondslag liggen aan de koopkrachtontwikkelingen. De energie­maatregelen betekenden voor mensen onderaan de inkomensladder een koopkrachtverbetering (CBS, 2023).

4.2.1 Koopkrachtontwikkeling naar bevolkingsgroepen (doorsnee %-verandering t.o.v. een jaar eerder)
Categories 2022* 2021
Totale bevolking -1,2 1,4
. .
Werknemers -0,4 2,8
Zelfstandigen -1,1 2,4
Pensioenontvangers -3,1 -0,3
Bijstandsontvangers 4,4 0,3
. .
Eigen woning -1,8 1,6
Huurwoning zonder huurtoeslag -1,3 1,6
Huurwoning met huurtoeslag 2,5 0,1
. .
Eenpersoonshuishouden -1,2 0,1
Eenoudergezin 1,2 2,1
Paar zonder kind -2,9 0,1
Paar met kind(eren) 0,1 3,3

Ook voor mensen in een huurwoning met huurtoeslag en in eenoudergezinnen steeg de koopkracht in 2022 door de compenserende maatregelen. Deze bevolkingsgroepen overlappen elkaar. Bijstandsontvangers wonen vaak in een huurwoning en ontvangen huurtoeslag. Regelmatig gaat het om eenoudergezinnen of eenpersoonshuishoudens. Van bijna 80 procent van de bijstandsontvangers nam de koopkracht toe, voor de meeste personen tot 8 procent.

4.2.2 Koopkrachtontwikkeling van bijstandsontvangers, 2022* (x 1 000 personen)
categories Bijstands-ontvangers
Minder dan -20% 13
-20 tot -16(%) 5,6
-16 tot -12(%) 8,1
-12 tot -8(%) 11,6
-8 tot -4(%) 18,6
-4 tot 0(%) 33,3
0 tot 4(%) 108,6
4 tot 8(%) 131,3
8 tot 12(%) 37,2
12 tot 16(%) 17,3
16 tot 20(%) 11
20% of meer 27,7

Koopkracht pensioenontvangers daalde

De koopkracht van pensioenontvangers nam in doorsnee met 3,1 procent af. Het merendeel van de pensioenontvangers had een te hoog inkomen om voor de energietoeslag in aanmerking te komen. Hierdoor had ruim 72 procent van de pensioenontvangers te maken met een koopkrachtverlies van maximaal 8 procent.

4.2.3 Koopkrachtontwikkeling van pensioenontvangers, 2022* (x 1 000 personen)
categories Pensioen-ontvangers
Minder dan -20% 122,6
-20 tot -16(%) 51,3
-16 tot -12(%) 78,5
-12 tot -8(%) 137,9
-8 tot -4(%) 556,5
-4 tot 0(%) 1284,4
0 tot 4(%) 393,8
4 tot 8(%) 206,8
8 tot 12(%) 75,6
12 tot 16(%) 47,3
16 tot 20(%) 32
20% of meer 98,6

Voorbeeldberekening van koopkrachtontwikkeling

Het voorbeeld heeft betrekking op Kees, een alleenstaande AOW’er zonder aanvullend pensioen in een huurwoning met huurtoeslag. Kees had in 2021 een besteedbaar inkomen van 17 562 euro. In 2022 was dat 20 098 euro. Hoe heeft de koopkracht van Kees zich ontwikkeld tussen 2021 en 2022?

Voor een alleenstaande persoon zoals Kees is de koopkracht gelijk aan het besteedbaar inkomen (zie bijlage A). Om de ontwikkeling van besteedbare inkomens van verschillende jaren goed te kunnen bepalen, worden ze in hetzelfde prijsniveau uitgedrukt, in dit geval het niveau van 2022. Daartoe wordt het inkomen van 2021 omgerekend naar het niveau van 2022 met de inflatie in 2022 (6,8 procent, zie hoofdstuk 1). Het besteedbaar inkomen van 2021 in prijzen van 2022 is zodoende gelijk aan 18 748 euro. De koopkracht van Kees is van 18 748 naar 20 098 euro gestegen, oftewel met 7,2 procent.

Het besteedbare inkomen van Kees bestaat uit de netto AOW-uitkering, waarop de premie voor de basiszorgverzekering in mindering is gebracht en de zorgtoeslag en huurtoeslag bijgeteld zijn. Deze bestanddelen zijn in 2022 minder hard gestegen dan de inflatie en hadden daarom een negatief effect op de koopkrachtontwikkeling. De koopkracht nam uiteindelijk toe, omdat Kees in 2022 extra inkomen heeft ontvangen uit energie­maatregelen, zoals de energietoeslag (Kees kreeg 1 800 euro) en de korting op de energierekening (380 euro).

Voorbeeld1) van koopkrachtontwikkeling, 2022 (euro (in prijzen van 2022))
categories
Netto AOW minus zorgpremie -619
Zorgtoeslag -38
Huurtoeslag -173
Energiemaatregelen 2180
1)Betreft alleenstaande AOW-er zonder aanvullend pensioen met een koopkrachtstijging van 1 350 euro.

Koopkracht pensioenontvangers met smalle beurs al geruime tijd in de plus

De koopkrachtontwikkeling van pensioenontvangers hangt samen met de hoogte van het (bruto) aanvullend inkomen naast de (bruto) AOW-uitkering. In 2022 nam de koopkracht van gepensioneerden met een klein aanvullend inkomen tot maandelijks 200 euro bruto sterk toe (6,2 procent) ten opzichte van 2021. Ook de gepensioneerden met een aanvullend inkomen van 200 tot 500 euro bruto per maand gingen er substantieel op vooruit (3,7 procent). Net als bij andere personen in de lagere regionen van de inkomensverdeling komt deze stijging vooral op het conto van de energiemaatregelen in 2022.

Maar ook op de langere termijn lagen er voor gepensioneerden met een kleine beurs koopkrachtverbeteringen in het verschiet. Vanaf 2011 gingen gepensioneerden met maandelijks tot 200 euro extra, er 14,6 procent in koopkracht op vooruit en gepensioneerden met maandelijks 200 tot 500 euro extra 8,5 procent. De koopkrachtontwikkeling vanaf startjaar 2011 is berekend door de doorsnee jaar-op-jaar koopkrachtmutaties te vermenigvuldigen, vergelijkbaar met rente-op-rente berekeningen (CBS, 2022). Voor de gepensioneerden met hogere maandelijkse aanvullende inkomens was de ontwikkeling minder rooskleurig, zij gingen er in koopkracht op achteruit. Hoe hoger het aanvullende inkomen, hoe groter het koopkrachtverlies. Gepensioneerden met maandelijks 1 000 tot 2 000 euro extra hadden in 2022 5,2 procent minder koopkracht dan in 2011. Bij de gepensioneerden met maandelijks 2 000 tot 3 000 euro extra was dat 7,5 procent minder en bij de gepensioneerden met minstens 3 000 euro extra 10,9 procent.

Gepensioneerden hebben weinig grip op hun inkomenssituatie. Zij kunnen hun inkomens­situatie niet meer veranderen waardoor hun koopkracht sterk afhankelijk is van de indexering van de AOW en aanvullende pensioenen, en van fiscale maatregelen. Het niet of beperkt indexeren van aanvullende pensioenen tot en met 2022 had dan ook vooral een negatieve weerslag op pensioenontvangers met hogere aanvullende inkomens. Begin 2023 pasten meerdere pensioenfondsen veelal substantiële indexering toe op de pensioen­uitkeringen. Deze verhogingen kunnen pas in de koopkrachtcijfers van 2023 zichtbaar worden gemaakt.

Omdat steeds meer pensioenontvangers over een substantieel aanvullend inkomen beschikken, zit de koopkracht van de groep gepensioneerden als geheel al geruime tijd in de houdgreep. In 2022 lag de koopkracht van de totale groep gepensioneerden 4,6 procent lager dan in 2011. Dat is nog minder dan in 2013, toen als gevolg van de vorige economische crisis de koopkracht wegzakte naar het eerste dieptepunt van deze eeuw (UL/CBS, 2021) van -4,1 procent.

4.2.4 Koopkrachtontwikkeling gepensioneerden naar maandelijks aanvullend inkomen1) naast AOW (2011=100)
Alle gepensioneerden Tot 200 euro 200 tot 500 euro 500 tot 1 000 euro 1 000 tot 2 000 euro 2 000 tot 3 000 euro 3 000 euro of meer
2011 100 100 100 100 100 100 100
2012 98,8 99,1 98,6 98,9 99 99 98,3
2013 95,9 98,8 97,6 96,9 95,8 95,3 94,5
2014 96,7 101,3 99,3 97,8 96,4 96,1 94,7
2015 96,8 102,1 100,4 98,3 96 96,2 94,6
2016 97,6 103,8 102 99,7 96,8 96,5 94,3
2017 97,4 104,3 102,6 100,1 96,7 95,8 93,1
2018 97 104,4 102,4 100 96,4 95,1 92,2
2019 97,7 105,4 103 100,9 97,1 95,6 92,8
2020 98,7 107,9 104,9 102,4 98,1 96,4 93,3
2021 98,4 107,9 104,6 102,3 97,9 95,9 92,7
2022* 95,4 114,6 108,5 99,9 94,8 92,5 89,1
1) Aanvullend inkomen in prijzen van 2022.

4.3Regionale koopkrachtontwikkeling

Grootste koopkrachtstijging in Rotterdam

Vrijwel alle gemeentes in Nederland hadden te maken met koopkrachtachteruitgang in 2022. Alleen in Rotterdam, Amsterdam en Helmond was vooruitgang. In Rotterdam steeg de koopkracht het meest: in doorsnee met 0,6 procent ten opzichte van 2021. De grootste koopkrachtdaling (2,9 procent) was in Vaals. In de vijf gemeenten met de gunstigste koopkrachtontwikkeling wonen relatief veel bijstandsontvangers en relatief weinig pensioenontvangers. In de vijf gemeenten met de meeste koopkrachtdaling wonen relatief veel gepensioneerden. Juist bijstandsontvangers gingen er sterk op vooruit in 2022, terwijl vooral pensioenontvangers te maken hadden met achteruitgang (zie paragraaf 4.1).

4.3.1 Koopkrachtontwikkeling per gemeente, 2022*
Koopkrachtontwikkeling
Groningen -0,5
Almere -0,3
Stadskanaal -1,5
Veendam -1,4
Zeewolde -1,4
Achtkarspelen -1,2
Ameland -2
Harlingen -1,1
Heerenveen -1,8
Leeuwarden -0,8
Ooststellingwerf -1,4
Opsterland -1,7
Schiermonnikoog -2,1
Smallingerland -1,1
Terschelling -2,6
Vlieland -1,8
Weststellingwerf -1,6
Assen -1,1
Coevorden -1,6
Emmen -1,5
Hoogeveen -1
Meppel -1,4
Almelo -0,8
Borne -1,8
Dalfsen -1,8
Deventer -1,4
Enschede -0,8
Haaksbergen -1,8
Hardenberg -1,3
Hellendoorn -0,9
Hengelo -1,2
Kampen -1,2
Losser -1,7
Noordoostpolder -1,2
Oldenzaal -1,3
Ommen -1,3
Raalte -1,7
Staphorst -1,2
Tubbergen -1,9
Urk -1,2
Wierden -1,6
Zwolle -1
Aalten -1,6
Apeldoorn -1,4
Arnhem -0,5
Barneveld -0,8
Beuningen -1,8
Brummen -2,1
Buren -2,1
Culemborg -1,5
Doesburg -1,7
Doetinchem -1,4
Druten -1,8
Duiven -1,3
Ede -1,2
Elburg -1,2
Epe -1,7
Ermelo -1,9
Harderwijk -1,5
Hattem -1,8
Heerde -1,7
Heumen -2,1
Lochem -2
Maasdriel -1,6
Nijkerk -1,6
Nijmegen -0,6
Oldebroek -1,6
Putten -1,6
Renkum -2,1
Rheden -1,8
Rozendaal -2,1
Scherpenzeel -0,7
Tiel -1,2
Voorst -2,1
Wageningen -1,2
Westervoort -1,3
Winterswijk -1,6
Wijchen -1,5
Zaltbommel -1,4
Zevenaar -1,7
Zutphen -1,4
Nunspeet -1,6
Dronten -1,4
Amersfoort -1,2
Baarn -1,7
De Bilt -2,2
Bunnik -1,9
Bunschoten -1,3
Eemnes -1,8
Houten -1,5
Leusden -1,8
Lopik -1,5
Montfoort -2
Renswoude -1,7
Rhenen -0,9
Soest -1,8
Utrecht 0
Veenendaal -0,9
Woudenberg -1,6
Wijk bij Duurstede -1,8
IJsselstein -1,5
Zeist -1,8
Nieuwegein -1,5
Aalsmeer -1,5
Alkmaar -1,3
Amstelveen -1,2
Amsterdam 0,5
Bergen (NH.) -2,5
Beverwijk -0,7
Blaricum -2,2
Bloemendaal -2,3
Castricum -1,9
Diemen -0,5
Edam-Volendam -1,7
Enkhuizen -1,5
Haarlem -1,2
Haarlemmermeer -1
Heemskerk -1,3
Heemstede -2
Heiloo -1,8
Den Helder -0,9
Hilversum -1
Hoorn -0,9
Huizen -1,6
Landsmeer -1,8
Laren -2,6
Medemblik -1,8
Oostzaan -1,7
Opmeer -1,9
Ouder-Amstel -1,2
Purmerend -1,2
Schagen -1,9
Texel -1,9
Uitgeest -1,4
Uithoorn -1,2
Velsen -1,1
Zandvoort -1,5
Zaanstad -0,7
Alblasserdam -1,4
Alphen aan den Rijn -1,4
Barendrecht -1,3
Drechterland -2
Capelle aan den IJssel -1
Delft -0,9
Dordrecht -1
Gorinchem -1,1
Gouda -1
's-Gravenhage -0,3
Hardinxveld-Giessendam -1,3
Hendrik-Ido-Ambacht -1
Stede Broec -1,8
Hillegom -1,5
Katwijk -0,9
Krimpen aan den IJssel -1,5
Leiden -1
Leiderdorp -1,8
Lisse -1,6
Maassluis -1,5
Nieuwkoop -1,8
Noordwijk -1,9
Oegstgeest -1,9
Oudewater -2
Papendrecht -1,6
Ridderkerk -1,6
Rotterdam 0,6
Rijswijk -1,3
Schiedam -0,7
Sliedrecht -1
Albrandswaard -1,3
Vlaardingen -1,1
Voorschoten -1,9
Waddinxveen -1,6
Wassenaar -1,8
Woerden -1,6
Zoetermeer -1,3
Zoeterwoude -2
Zwijndrecht -1,2
Borsele -1,9
Goes -1,6
West Maas en Waal -1,8
Hulst -2,4
Kapelle -1,5
Middelburg -1,5
Reimerswaal -1,1
Terneuzen -1,9
Tholen -1,4
Veere -2,4
Vlissingen -1,6
De Ronde Venen -1,9
Tytsjerksteradiel -1,9
Asten -1,9
Baarle-Nassau -2,2
Bergen op Zoom -1,3
Best -1,6
Boekel -1,9
Boxtel -1,4
Breda -1
Deurne -1,7
Pekela -1,5
Dongen -1,5
Eersel -2,1
Eindhoven -0,6
Etten-Leur -1,5
Geertruidenberg -1,7
Gilze en Rijen -1,7
Goirle -1,8
Helmond 0,1
's-Hertogenbosch -1,2
Heusden -1,5
Hilvarenbeek -2,2
Loon op Zand -1,7
Nuenen, Gerwen en Nederwetten -1,8
Oirschot -1,9
Oisterwijk -2,3
Oosterhout -1,3
Oss -1,3
Rucphen -2
Sint-Michielsgestel -1,9
Someren -1,7
Son en Breugel -1,7
Steenbergen -1,7
Waterland -2,1
Tilburg -0,8
Valkenswaard -1,8
Veldhoven -1,5
Vught -2
Waalre -2,1
Waalwijk -1,5
Woensdrecht -2,1
Zundert -2,2
Wormerland -1,9
Landgraaf -1,5
Beek -1,9
Beesel -1
Bergen (L.) -2,1
Brunssum -1,6
Gennep -1,8
Heerlen -0,9
Kerkrade -1,4
Maastricht -1,5
Meerssen -2,4
Mook en Middelaar -2,1
Nederweert -1,9
Roermond -1,1
Simpelveld -2,1
Stein -1,7
Vaals -2,9
Venlo -0,4
Venray -1,6
Voerendaal -2,2
Weert -1,4
Valkenburg aan de Geul -2,1
Lelystad -0,8
Horst aan de Maas -1,9
Oude IJsselstreek -1,3
Teylingen -1,5
Utrechtse Heuvelrug -2,2
Oost Gelre -1,8
Koggenland -1,8
Lansingerland -1
Leudal -1,9
Maasgouw -1,8
Gemert-Bakel -1,9
Halderberge -1,6
Heeze-Leende -2
Laarbeek -1,8
Reusel-De Mierden -2,2
Roerdalen -1,7
Roosendaal -1,2
Schouwen-Duiveland -1,9
Aa en Hunze -1,9
Borger-Odoorn -1,6
De Wolden -1,8
Noord-Beveland -2
Wijdemeren -1,9
Noordenveld -2
Twenterand -1,5
Westerveld -2
Lingewaard -1,6
Cranendonck -1,9
Steenwijkerland -1,2
Moerdijk -1,3
Echt-Susteren -2,2
Sluis -2,2
Drimmelen -2,1
Bernheze -1,8
Alphen-Chaam -2,3
Bergeijk -2
Bladel -2,2
Gulpen-Wittem -2,2
Tynaarlo -2
Midden-Drenthe -1,9
Overbetuwe -1,5
Hof van Twente -1,8
Neder-Betuwe -1,5
Rijssen-Holten -1,3
Geldrop-Mierlo -1,5
Olst-Wijhe -1,7
Dinkelland -1,7
Westland -1,8
Midden-Delfland -1,9
Berkelland -2
Bronckhorst -2
Sittard-Geleen -1,5
Kaag en Braassem -1,9
Dantumadiel -1,5
Zuidplas -1,4
Peel en Maas -1,9
Oldambt -1,7
Zwartewaterland -1,4
S�dwest-Frysl�n -1,3
Bodegraven-Reeuwijk -1,7
Eijsden-Margraten -2,3
Stichtse Vecht -1,7
Hollands Kroon -1,1
Leidschendam-Voorburg -1,6
Goeree-Overflakkee -1,6
Pijnacker-Nootdorp -1,4
Nissewaard -1
Krimpenerwaard -1,7
De Fryske Marren -1,8
Gooise Meren -1,7
Berg en Dal -1,9
Meierijstad -1,9
Waadhoeke -1,5
Westerwolde -1,8
Midden-Groningen -1,5
Beekdaelen -1,9
Montferland -1,7
Altena -1,5
West Betuwe -1,6
Vijfheerenlanden -1,5
Hoeksche Waard -1,6
Het Hogeland -1,7
Westerkwartier -1,7
Noardeast-Frysl�n -1,6
Molenlanden -1,5
Eemsdelta -1,7
Dijk en Waard -1,1
Land van Cuijk -1,7
Maashorst -1,7
Voorne aan Zee -1,5
4.3.2Gemeenten met hoogste en laagste koopkrachtontwikkeling, 2022*
  Koopkracht­ontwikkeling Aandeel werknemers Aandeel zelfstandigen Aandeel pensioen­ontvangers Aandeel bijstands­ontvangers
Meest gunstige ontwikkeling %-mutatie t.o.v. een jaar eerder %
Rotterdam 0,6 59,9 11,3 15,8 7,2
Amsterdam 0,5 60,9 13,8 14,2 5,5
Helmond 0,1 63,0 10,4 17,8 3,2
Utrecht 0,0 68,5 11,7 11,3 3,7
Almere -0,3 69,1 10,3 12,7 3,2
Minst gunstige ontwikkeling          
Vaals -2,9 51,4 8,4 31,0 3,8
Terschelling -2,6 50,9 21,9 25,3 0,2
Laren -2,6 41,4 24,1 31,0 1,2
Bergen (NH.) -2,5 44,4 17,7 33,7 1,0
Hulst -2,4 58,8 9,8 26,9 1,3
Totaal Nederland -1,2 60,5 12,3 20,2 2,8

Minderheid Rotterdammers op bovenste helft koopkrachtladder

Alle individuele koopkrachtontwikkelingen samen hebben ertoe geleid dat het mediane koopkrachtniveau in 2022 is uitgekomen op 34,3 duizend euro. De ene helft van de bevolking had dus minder koopkracht, de andere helft meer. In de enige drie gemeenten met koopkrachtvooruitgang in 2022 zat de minderheid in de bovenste helft van de koopkracht­verdeling. In Rotterdam behoorde 39 procent van de inwoners tot de bovenste helft, in Amsterdam en Helmond was dat 45 procent. Ook de koopkracht in Heerlen ontwikkelde zich relatief gunstig (zie figuur 4.3.1), maar een minderheid van een derde had er een koopkracht van minimaal het landelijk niveau. Dat was net zoveel als in Pekela en Kerkrade, waarmee deze drie gemeenten de hekkensluiters waren. In Rozendaal hadden de meeste mensen minstens het landelijk koopkrachtniveau (85 procent), al was er verhoudings­gewijs veel koopkrachtverlies in 2022.

4.3.3 Aandeel mensen met minstens het mediane koopkrachtniveau, 2022*
Gemeentenaam Personen in bovenste helft welvaartsverdeling
Groningen 39
Almere 51
Stadskanaal 36
Veendam 38
Zeewolde 54
Achtkarspelen 38
Ameland 45
Harlingen 38
Heerenveen 46
Leeuwarden 40
Ooststellingwerf 43
Opsterland 49
Schiermonnikoog 44
Smallingerland 41
Terschelling 48
Vlieland 43
Weststellingwerf 43
Assen 44
Coevorden 46
Emmen 40
Hoogeveen 40
Meppel 48
Almelo 39
Borne 55
Dalfsen 55
Deventer 46
Enschede 37
Haaksbergen 53
Hardenberg 48
Hellendoorn 51
Hengelo 45
Kampen 46
Losser 48
Noordoostpolder 46
Oldenzaal 50
Ommen 52
Raalte 53
Staphorst 51
Tubbergen 59
Urk 45
Wierden 58
Zwolle 50
Aalten 47
Apeldoorn 50
Arnhem 43
Barneveld 53
Beuningen 57
Brummen 53
Buren 58
Culemborg 54
Doesburg 43
Doetinchem 48
Druten 54
Duiven 55
Ede 53
Elburg 50
Epe 50
Ermelo 52
Harderwijk 51
Hattem 54
Heerde 52
Heumen 61
Lochem 56
Maasdriel 57
Nijkerk 56
Nijmegen 43
Oldebroek 48
Putten 54
Renkum 57
Rheden 47
Rozendaal 85
Scherpenzeel 55
Tiel 45
Voorst 56
Wageningen 42
Westervoort 46
Winterswijk 44
Wijchen 55
Zaltbommel 53
Zevenaar 46
Zutphen 45
Nunspeet 50
Dronten 50
Amersfoort 57
Baarn 58
De Bilt 62
Bunnik 68
Bunschoten 58
Eemnes 61
Houten 66
Leusden 63
Lopik 61
Montfoort 62
Renswoude 55
Rhenen 53
Soest 59
Utrecht 53
Veenendaal 49
Woudenberg 58
Wijk bij Duurstede 58
IJsselstein 59
Zeist 57
Nieuwegein 51
Aalsmeer 61
Alkmaar 50
Amstelveen 58
Amsterdam 45
Bergen (NH.) 59
Beverwijk 49
Blaricum 67
Bloemendaal 73
Castricum 64
Diemen 53
Edam-Volendam 62
Enkhuizen 46
Haarlem 55
Haarlemmermeer 61
Heemskerk 54
Heemstede 70
Heiloo 65
Den Helder 42
Hilversum 55
Hoorn 49
Huizen 55
Landsmeer 61
Laren 69
Medemblik 53
Oostzaan 59
Opmeer 55
Ouder-Amstel 63
Purmerend 52
Schagen 54
Texel 47
Uitgeest 63
Uithoorn 57
Velsen 53
Zandvoort 51
Zaanstad 48
Alblasserdam 49
Alphen aan den Rijn 56
Barendrecht 64
Drechterland 56
Capelle aan den IJssel 48
Delft 42
Dordrecht 48
Gorinchem 50
Gouda 51
's-Gravenhage 43
Hardinxveld-Giessendam 52
Hendrik-Ido-Ambacht 60
Stede Broec 48
Hillegom 55
Katwijk 54
Krimpen aan den IJssel 50
Leiden 47
Leiderdorp 60
Lisse 56
Maassluis 48
Nieuwkoop 59
Noordwijk 57
Oegstgeest 69
Oudewater 60
Papendrecht 52
Ridderkerk 48
Rotterdam 39
Rijswijk 50
Schiedam 43
Sliedrecht 47
Albrandswaard 66
Vlaardingen 44
Voorschoten 64
Waddinxveen 55
Wassenaar 62
Woerden 60
Zoetermeer 52
Zoeterwoude 63
Zwijndrecht 46
Borsele 53
Goes 48
West Maas en Waal 55
Hulst 50
Kapelle 55
Middelburg 47
Reimerswaal 47
Terneuzen 47
Tholen 48
Veere 55
Vlissingen 41
De Ronde Venen 62
Tytsjerksteradiel 46
Asten 53
Baarle-Nassau 53
Bergen op Zoom 48
Best 59
Boekel 58
Boxtel 52
Breda 53
Deurne 52
Pekela 32
Dongen 55
Eersel 62
Eindhoven 46
Etten-Leur 53
Geertruidenberg 51
Gilze en Rijen 53
Goirle 58
Helmond 45
's-Hertogenbosch 54
Heusden 56
Hilvarenbeek 63
Loon op Zand 54
Nuenen, Gerwen en Nederwetten 65
Oirschot 61
Oisterwijk 60
Oosterhout 51
Oss 50
Rucphen 50
Sint-Michielsgestel 63
Someren 54
Son en Breugel 64
Steenbergen 50
Waterland 62
Tilburg 44
Valkenswaard 51
Veldhoven 58
Vught 63
Waalre 66
Waalwijk 49
Woensdrecht 51
Zundert 56
Wormerland 55
Landgraaf 42
Beek 52
Beesel 46
Bergen (L.) 49
Brunssum 37
Gennep 51
Heerlen 33
Kerkrade 34
Maastricht 39
Meerssen 56
Mook en Middelaar 61
Nederweert 53
Roermond 43
Simpelveld 47
Stein 48
Vaals 36
Venlo 42
Venray 51
Voerendaal 54
Weert 50
Valkenburg aan de Geul 51
Lelystad 44
Horst aan de Maas 54
Oude IJsselstreek 46
Teylingen 62
Utrechtse Heuvelrug 62
Oost Gelre 54
Koggenland 59
Lansingerland 66
Leudal 55
Maasgouw 54
Gemert-Bakel 51
Halderberge 52
Heeze-Leende 64
Laarbeek 55
Reusel-De Mierden 56
Roerdalen 49
Roosendaal 47
Schouwen-Duiveland 51
Aa en Hunze 55
Borger-Odoorn 47
De Wolden 56
Noord-Beveland 49
Wijdemeren 62
Noordenveld 52
Twenterand 44
Westerveld 52
Lingewaard 56
Cranendonck 54
Steenwijkerland 46
Moerdijk 54
Echt-Susteren 49
Sluis 47
Drimmelen 57
Bernheze 58
Alphen-Chaam 62
Bergeijk 59
Bladel 57
Gulpen-Wittem 52
Tynaarlo 60
Midden-Drenthe 51
Overbetuwe 57
Hof van Twente 55
Neder-Betuwe 49
Rijssen-Holten 51
Geldrop-Mierlo 54
Olst-Wijhe 55
Dinkelland 60
Westland 58
Midden-Delfland 66
Berkelland 50
Bronckhorst 54
Sittard-Geleen 44
Kaag en Braassem 59
Dantumadiel 39
Zuidplas 60
Peel en Maas 53
Oldambt 36
Zwartewaterland 50
S�dwest-Frysl�n 45
Bodegraven-Reeuwijk 60
Eijsden-Margraten 60
Stichtse Vecht 59
Hollands Kroon 51
Leidschendam-Voorburg 57
Goeree-Overflakkee 54
Pijnacker-Nootdorp 67
Nissewaard 49
Krimpenerwaard 54
De Fryske Marren 48
Gooise Meren 65
Berg en Dal 51
Meierijstad 55
Waadhoeke 43
Westerwolde 40
Midden-Groningen 40
Beekdaelen 52
Montferland 49
Altena 54
West Betuwe 59
Vijfheerenlanden 53
Hoeksche Waard 58
Het Hogeland 41
Westerkwartier 49
Noardeast-Frysl�n 39
Molenlanden 57
Eemsdelta 37
Dijk en Waard 55
Land van Cuijk 54
Maashorst 54
Voorne aan Zee 58

4.4Literatuur

Open literatuurlijst

Literatuur

Bos, W. (2007). Meten van koopkrachtontwikkeling.

CBS (2022). Materiele Welvaart in Nederland 2022.

CBS (2023). Energietoeslag dempt koopkrachtverlies in 2022. CBS-nieuwsbericht, 14 september.

UL/CBS (2021). Inkomen verdeeld, trends 1977–2019. UnivLeiden/CBS.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016-2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/'17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/'05-2016/'17 oogstjaar enz., 2004/'05 tot en met 2016/'17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Judit Arends-Tóth

Koos Arts

Marion van den Brakel

Mitchell Dost

Kai Gidding

Bart Huynen

Ferdy Otten

Noortje Pouwels-Urlings

Eveline Vandewal

Nadine Wesselius

Eindredactie

Marion van den Brakel

Ferdy Otten

Noortje Pouwels-Urlings