De verwevenheid van Nederland met de Verenigde Staten in internationale waardeketens
De recent ontketende handelsoorlog door de Verenigde Staten heeft potentieel grote gevolgen voor bedrijven in Nederland. De Verenigde Staten behoren tot de belangrijkste handelspartners van Nederland. Hoeveel verdiende Nederland aan de export naar de VS en welke bedrijfstakken hielden daar het meest aan over? Hoeveel banen zijn daarmee gemoeid? En wat verdient Nederland als toeleverancier aan de export van andere landen naar de Verenigde Staten via internationale waardeketens? En hoe zit dat met de invoer? Hoe werd deze invoer binnen de Nederlandse economie ingezet? Hoeveel houden de Amerikanen over aan deze invoer? En is dat meer of minder dan wat Nederland aan de export naar de VS verdient? Dit hoofdstuk geeft antwoord op deze en andere vragen door de verwevenheid van de twee landen in internationale waardeketens te analyseren.
4.1Inleiding
Met een reeks aan presidentiële decreten heeft de Trump-regering in februari 2025 de invoerheffingen op staal en aluminium fors verhoogd en uitgebreid naar afgeleide producten, vanwege een bedreiging voor de ‘nationale veiligheid’ (Executive Office of the President, 2025a en 2025b). De Amerikaanse regering verkondigde ook een algehele importheffing op te leggen op producten uit China, Canada en Mexico (White House, 2025a) om deze daarna voor Canada en Mexico een maand uit te stellen (White House, 2025b en 2025c), vervolgens toch in te voeren (White House, 2025d) en daarna weer gedeeltelijk ongedaan te maken, toen bleek dat de toeleveringsketen van de Amerikaanse auto-industrie toch danig werd verstoord (White House, 2025e). Toch besloot president Trump daarna alsnog heffingen in te stellen op de invoer van personenauto’s en auto-onderdelen (White House, 2025f). Deze heffingen zullen bedrijven in Nederland niet alleen raken via de rechtstreekse export, maar ook door toeleveringen aan de auto-industrieën in de Europese Unie (EU) die naar de VS exporteren (CBS, 2019). Naast de voorgaande invoerheffingen heeft president Trump een algehele heffing van 20 procent aangekondigd op ingevoerde goederen uit Nederland en de EU (Executive Office of the President, 2025c). Deze tarieven werden vervolgens weer uitgesteld en voorlopig vervangen door een invoerheffing van 10 procent (White House, 2025g).
In een eerdere Internationaliseringsmonitor over de Verenigde Staten is gekeken naar wat Nederland en de Verenigde Staten verdienen aan de wederzijdse export en hoe de landen verweven zijn via internationale waardeketens (Wong et al., 2019).noot1 Ook heeft het CBS twee onderzoeken uitgevoerd naar de import- en exportafhankelijkheden van de Verenigde Staten (Aerts et al., 2020; Cremers et al., 2019). In dit hoofdstuk zal er naast de wederzijdse exportverdiensten opnieuw gekeken worden naar de Nederlandse afhankelijkheden van import uit de Verenigde Staten en hoe deze import in de Nederlandse economie wordt ingezet. Daarmee proberen we een zo compleet mogelijk beeld te schetsen van de verwevenheid van Nederland met de Verenigde Staten in internationale waardeketens.
Daarbij staan de volgende onderzoeksvragen centraal:
- Wat is het belang van de rechtstreekse export naar de VS voor de Nederlandse economie
in termen van verdiensten en werkgelegenheid in 2023?
- Wat verdient het Nederlandse bedrijfsleven aan de directe export naar de VS? En hoeveel werkgelegenheid leverde dat op?
- Hoe is de verhouding exportverdiensten en voltijdbanen dankzij de export van goederen van Nederlandse makelij, wederuitvoer en de export van diensten?
- Welke bedrijfstakken verdienen het meest aan de directe export naar de VS? En hoeveel voltijdbanen zijn daarmee gemoeid?
- Aan welke geëxporteerde goederen en diensten verdient Nederland het meest?
- Op welke wijze profiteert Nederland van de export naar de VS in internationale waardeketens?
- In welke mate verdient Nederland aan de indirecte export naar de VS? Via welke andere handelspartners verloopt deze export en welke bedrijfstakken zijn hierbij betrokken?
- In welke mate is de VS de eindbestemming van de Nederlandse (in)directe export, en in welke mate vervolgen deze producten hun reis in internationale waardeketens na verdere verwerking in de VS?
- Wat doet Nederland met de invoer van goederen en diensten uit de VS?
- Welke invoer is bestemd voor binnenlandse consumptie en welke voor wederuitvoer?
- Welke uit de VS geïmporteerde goederen en diensten worden ingezet in Nederlandse productieprocessen?
- Op welke wijze profiteert de VS van de export naar Nederland in internationale waardeketens?
- In welke mate verdient de VS aan de (in)directe export naar Nederland? Via welke andere handelspartners verloopt deze export en welke bedrijfstakken zijn hierbij betrokken?
- In welke mate is Nederland de eindbestemming van de Amerikaanse (in)directe export, en in welke mate vervolgen deze producten hun reis in internationale waardeketens na verdere verwerking in Nederland?
Leeswijzer
De opbouw van dit hoofdstuk volgt de onderzoeksvragen zoals hierboven beschreven, waarbij er extra aandacht is voor de Amerikaanse invoerheffingen die recent zijn aangekondigd en de daaruit voortkomende voorgestelde vergeldingsmaatregelen van de EU. In paragraaf 4.2 maken we gebruik van CBS-cijfers uit 2023 en geven we antwoord op de eerste onderzoeksvraag. Deze paragraaf focust op de Nederlandse verdiensten en werkgelegenheid dankzij de directe export naar de VS. Gebruikmakend van internationale data uit 2022 geeft paragraaf 4.3 antwoord op de tweede onderzoeksvraag. Hierbij wordt de Nederlandse export naar de VS via internationale waardeketens geanalyseerd. In paragraaf 4.4 wordt met CBS-cijfers voor verslagjaar 2023 de inzet van de invoer van goederen en diensten uit de VS binnen de Nederlandse economie bestudeerd. Daarmee geven we een antwoord op de derde onderzoeksvraag. In paragraaf 4.5 draaien we de rollen om en wordt de onderzoeksvraag uit paragraaf 4.3 beantwoord vanuit Amerikaans perspectief, oftewel de vierde onderzoeksvraag. De samenvattende conclusies van het hoofdstuk worden gepresenteerd in paragraaf 4.6. Meer informatie over de databronnen en methoden, die gebruikt zijn om de onderzoeksvragen te beantwoorden, staat beschreven in paragraaf 4.7.
4.2Verdiensten en werkgelegenheid dankzij directe export naar de VS
De hoofdstukken 2 en 3 van deze editie van de Internationaliseringsmonitor geven een overzicht van de bilaterale handelsstromen tussen Nederland en de Verenigde Staten aan de hand van traditionele handelsstatistieken, die inzicht geven in de directe handel tussen landen. Door toenemende globalisering zijn productieprocessen de afgelopen decennia echter steeds meer uiteengerafeld, opgeknipt en verspreid over de hele wereld.
Bedrijven – en daarmee ook landen – zijn geïntegreerd in internationale waardeketens, wat leidt tot economische afhankelijkheden die met traditionele handelsstatistieken moeilijk te identificeren zijn. Traditionele exportcijfers laten niet direct zien hoeveel Nederland onder de streep overhoudt aan de handel met de Verenigde Staten. In dit hoofdstuk maken we gebruik van de cijfers van de Nationale Rekeningen van het CBS. Hiermee is het mogelijk inzicht te geven in de daadwerkelijke economische opbrengst van de export naar de VS.
Bij de Nationale Rekeningen staat het concept van eigendomsoverdracht centraal, wat betekent dat bepaalde transacties in het buitenland tot de Nederlandse in- en uitvoer kunnen worden gerekend, ook als de verhandelde goederen niet fysiek in Nederland zijn geweest. Mede hierdoor verschillen de cijfers in dit hoofdstuk van de cijfers die gerapporteerd zijn in hoofdstuk 2 en 3, waarbij er wordt uitgegaan van het concept van grensoverschrijding.
Nederland exporteert relatief veel diensten naar de Verenigde Staten
Nederland exporteerde in 2023 voor 55,7 miljard euro naar de Verenigde Staten, zie figuur 4.2.1. Daarmee was de VS de op vier na belangrijkste exportpartner voor goederen en diensten voor Nederland. Alleen naar Duitsland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk werd meer geëxporteerd. Nederland exporteerde relatief veel diensten naar de Verenigde Staten; maar liefst 47 procent van de bruto exportwaarde naar de VS bestond uit diensten.noot2 Ter vergelijking, voor de totale export van Nederland was dit aandeel maar 27 procent. Vergeleken met 2022, groeide de uitvoerwaarde van goederen en diensten naar de Verenigde Staten met 1,1 miljard euro of 2 procent. De wederuitvoer nam toe met 1 miljard euro en had daarmee de hoogste groeibijdrage, gevolgd door de uitvoer van goederen van Nederlandse makelij met 0,6 miljard euro. De uitvoer van diensten daalde met 0,5 miljard euro en droeg negatief bij aan de exportgroei naar de VS.
| Jaar | Uitvoer van Nederlandse makelij | Wederuitvoer | Diensten |
|---|---|---|---|
| 2021 | 14,2 | 8,7 | 24,7 |
| 2022 | 17,5 | 10,5 | 26,6 |
| 2023* | 18,1 | 11,5 | 26,1 |
Export van goederen en diensten naar de VS goed voor 2,7 procent van het bbp
Net als bij de Nederlandse bruto export naar de Verenigde Staten, zien we in figuur 4.2.2 een soortgelijke trend bij de verdiensten dankzij de export naar de VS. Nederland verdiende in 2023 in totaal 28,7 miljard euro aan de export naar de VS. Daarmee had de VS een aandeel van 7,7 procent in de totale Nederlandse exportverdiensten. De uitvoer van goederen en diensten naar de VS was goed voor 2,7 procent van het bbp. De VS is de derde handelspartner van Nederland qua exportverdiensten, na Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.
Aan één euro export naar de VS hield Nederland gemiddeld 51 eurocent over. Daarmee is uitvoer naar de VS lucratiever dan gemiddeld. In 2023 bedroegen de totale verdiensten aan één euro export 39,8 eurocent. Deze bovengemiddelde opbrengst is vooral te danken aan het grote aandeel van de dienstenexport, aangezien diensten per euro export de hoogste verdiensten opleveren (Prenen et al., 2024). In totaal verdiende Nederland 16,5 miljard euro aan de export van diensten naar de VS, waarmee dit de meest winstgevende exportcategorie was. Aan de uitvoer van goederen van Nederlandse makelij hield Nederland 9,3 miljard euro over. De wederuitvoer naar de VS leverde Nederland 2,7 miljard euro op. Aan de dienstenuitvoer naar de Verenigde Staten werd aan één euro gemiddeld 63 eurocent verdiend, aan de goederen van Nederlandse makelij 51 eurocent en aan de wederuitvoer van goederen (exclusief transitohandel) hield Nederland gemiddeld 11 eurocent over.
| Jaar | Uitvoer van Nederlandse makelij | Wederuitvoer | Diensten |
|---|---|---|---|
| 2021 | 7,1 | 2,3 | 15,4 |
| 2022 | 8,4 | 2,4 | 16,1 |
| 2023* | 9,3 | 2,7 | 16,5 |
Grootste verdiensten aan export naar de VS van juridisch en managementadvies
Acht van de tien bedrijfstakken die in 2023 het meest verdienden aan de rechtstreekse export naar de VS waren dienstensectoren. De Nederlandse exportverdiensten aan de Verenigde Staten waren het hoogst voor juridisch en managementadvies met 4,5 miljard euro in 2023, zie figuur 4.2.3. Dat was voornamelijk via de dienstenuitvoer voor een bedrag van 3,9 miljard euro. De exportverdiensten van bedrijven actief in juridisch en managementadvies bedroegen 4,5 miljard euro en waren daarmee de bedrijfstak met de hoogste exportverdiensten aan de VS. De groothandel en handelsbemiddeling verdiende 3,8 miljard euro aan export naar de Verenigde Staten. Groothandelaren spelen een prominente rol als tussenpersoon voor bedrijven die hun producten op buitenlandse markten willen afzetten (Wong, 2019). Aan de export van goederen van Nederlandse makelij naar de Verenigde Staten verdiende de groothandel 1,4 miljard euro. Dit zijn doorgaans goederen die geproduceerd worden door agrarische of industriële bedrijven waarbij de groothandel als tussenpersoon of intermediair fungeert om te exporteren. Groothandel en handelsbemiddeling is met 1,7 miljard euro tevens de bedrijfstak die in 2023 verreweg het meest verdiende van alle bedrijfstakken aan de wederuitvoer van goederen. 65 procent van de totale verdiensten dankzij wederuitvoer naar de Verenigde Staten kwam terecht bij de groothandel.
De Nederlandse industrie in zijn geheel verdiende 6,3 miljard euro aan de export naar de Verenigde Staten in 2023. Van de industriële branches verdiende de machine-industrie het meest met 2,2 miljard euro, gevolgd door de farmaceutische industrie met 709 miljoen euro. Het overgrote deel van de industriële exportverdiensten kwam tot stand door de export van goederen van Nederlandse makelij. Naast juridisch en managementadvies waren de IT- en informatiedienstverlening, het bankwezen en de reissector de dienstverlenende bedrijfstakken met de hoogste exportverdiensten aan de Verenigde Staten in 2023.
Exportafhankelijkheid van de VS het grootst bij de luchtvaartsector
Het aandeel van exportverdiensten aan de Verenigde Staten in de totale exportverdiensten van bedrijfstakken is met 26 procent het hoogste bij de luchtvaart. Ook de telecommunicatie had een bovengemiddelde afhankelijkheid van zijn exportverdiensten aan de VS met 21 procent. De industrietakken die het meest verdienden aan de export van Nederlandse makelij naar de VS, de machine-industrie en de farmaceutische industrie, waren voor respectievelijk 9 procent en 12 procent eveneens bovengemiddeld afhankelijk van de VS qua exportverdiensten.
| Figaro_namen | Uitvoer van Nederlandse makelij | Wederuitvoer | Diensten |
|---|---|---|---|
| Juridisch en managementadvies | 392,4 | 234,3 | 3874,2 |
| Groothandel en handelsbemiddeling | 1367,4 | 1744,7 | 716,3 |
| Machine-industrie | 2066,6 | 13,2 | 152,9 |
| IT- en informatiedienstverlening | 152,5 | 69,6 | 997,2 |
| Bankwezen | 125,1 | 30,6 | 912,8 |
| Reisbureaus, reisorganisatie en -info |
1,3 | 0,7 | 999,2 |
| Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling | 325,6 | 35,6 | 544,1 |
| Vervoer door de lucht | 1,1 | 0,5 | 835,9 |
| Verhuur van roerende goederen | 45,7 | 14,6 | 649,3 |
| Farmaceutische industrie | 483,5 | 12,2 | 213,4 |
Nederland verdiende het meest aan gespecialiseerde machines
Als het gaat om de toegevoegde waarde van exportproducten van Nederlandse makelij naar de Verenigde Staten verdiende Nederland in 2023 het meest aan gespecialiseerde machines, zoals te zien is in figuur 4.2.4. De verdiensten aan gespecialiseerde machines, zoals chipmachines, waren in 2023 goed voor 2,3 miljard euro. Dat is een stijging van 31 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Na gespecialiseerde machines werd aan de export van Nederlandse makelij van diverse machines het meest verdiend met 913 miljoen euro. Voorbeelden van diverse machines zijn vorkheftrucks en verpakkingsmachines. Op de derde plaats staan elektrische apparaten met exportverdiensten van 624 miljoen euro, gevolgd door medicinale en farmaceutische producten met 565 miljoen euro. Ruwe aardolie en aardolieproducten maakten met een verdienste van 454 miljoen euro aan de export naar de VS de top 5 compleet.
| SITC_2_omschr_nl | Verdiensten aan uitvoer van Nederlandse makelij |
|---|---|
| Gespecialiseerde machines | 2341,3 |
| Diverse machines | 912,8 |
| Elektrische apparaten | 623,5 |
| Medicinale en farmaceutische producten | 564,6 |
| Ruwe aardolie en aardolieproducten | 453,7 |
Exportverdiensten aan getarifeerd staal en aluminium 1,2 miljard euro in 2023
Op 12 maart 2025 werden de door de Trump-regering aangekondigde invoerheffingen op staal en staalproducten en aluminium en aluminiumproducten opnieuw van kracht. In 2018 werden er door de eerste Trump-regering invoerheffingen van 25 procent op staal en bepaalde staalproducten en 10 procent op aluminium en bepaalde aluminiumproducten ingesteld, ook op invoer uit Nederland (Executive Office of the President, 2018a en 2018b). In 2021 schortte de Biden-regering de heffingen op staal en aluminium afkomstig uit de Europese Unie op vanwege prijsstijgingen als gevolg van verstoringen in toeleveringsketens tijdens de coronapandemie (Sachdeev & Rao, 2025). Naast het herinvoeren van heffingen op de eerder getarifeerde staal- en aluminiumproducten, werd het aantal producten waarop heffingen ingesteld zijn uitgebreid. Deze uitbreiding bestaat voornamelijk uit afgeleide producten waarin metaal en aluminium verwerkt is, zoals auto-onderdelen, machineonderdelen, meubels en bouwmaterialen. Ook is de invoerheffing op aluminium en aluminiumproducten verhoogd van 10 naar 25 procent (Executive Office of the President, 2025a en 2025b).
De uitvoer van Nederlandse makelij van staal en aluminiumproducten die nu onderhevig zijn aan Amerikaanse heffingen vertegenwoordigde een waarde van bijna 1,8 miljard euro in 2023, waarvan 676 miljoen euro aan staal(producten) en bijna 1,1 miljard euro aan aluminium(producten). Nederland verdiende in 2023 meer dan 1 miljard euro aan deze export. Aan staal en staalproducten werd 299 miljoen euro verdiend en aan aluminium en aluminiumproducten 681 miljoen euro. De wederuitvoer van deze staal- en aluminiumproducten bedroeg 458 miljoen euro. Daarop verdiende Nederland 32 miljoen euro.
Hoogste exportverdiensten van professionele en managementadviesdiensten
Nederland verdiende in 2023 bijna 3,5 miljard euro aan de export van professionele en managementadviesdiensten naar de VS, wat het de dienstencategorie maakt met de hoogste verdienste, zie figuur 4.2.5. Denk bij professionele en managementadviesdiensten aan juridische diensten, boekhoudkundige diensten en belastingadvies, zakelijk advies, managementadvies en public relations, maar ook aan adverteren en marktonderzoek. Aan de export van financiële diensten naar de Verenigde Staten hield Nederland ruim 1,5 miljard euro over in 2023, aan de luchtvaart bijna 1,4 miljard euro en aan vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom bijna 1,4 miljard euro. Exportverdiensten ter waarde van bijna 1,3 miljard euro aan technische en aan de handel verbonden diensten maakten de top 5 compleet.
| Dienst | Verdiensten aan uitvoer van diensten |
|---|---|
| Professionele en managementadviesdiensten | 3494,0 |
| Financiële diensten | 1526,1 |
| Luchtvaart | 1416,0 |
| Vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom |
1378,9 |
| Technische, aan de handel verbonden en overige zakelijke diensten |
1293,0 |
Werkgelegenheid dankzij dienstenexport naar de VS licht gedaald sinds 2021
Naast toegevoegde waarde en welvaart levert de export ook werkgelegenheid op. Naar schatting waren er in 2023 196 duizend voltijdequivalenten (vte’s) gemoeid met de Nederlandse uitvoer naar de Verenigde Staten, zie figuur 4.2.6. Het merendeel (60 procent) van deze voltijdbanen werd gerealiseerd dankzij de dienstenexport, gevolgd door de export van Nederlandse makelij (30 procent) en de wederuitvoer (10 procent). De werkgelegenheid dankzij de uitvoer naar de Verenigde Staten is de laatste jaren gedaald. In 2021 waren er nog 206 duizend voltijdbanen gemoeid met de export naar de VS, 5 procent meer dan in 2023. Deze afname kwam volledig voor rekening van de dienstenuitvoer, die daalde met 18 duizend voltijdbanen. Deze daling deed zich voornamelijk voor bij de financiële dienstverlening. De werkgelegenheid dankzij de uitvoer van goederen van Nederlandse makelij en de wederuitvoer zagen juist een toename van respectievelijk 8 duizend en 2 duizend vte’s.
| Jaar | Uitvoer van Nederlandse makelij | Wederuitvoer | Diensten |
|---|---|---|---|
| 2021 | 52,4 | 17,2 | 136,3 |
| 2022 | 56,9 | 17,1 | 121,3 |
| 2023* | 59,6 | 18,9 | 117,3 |
De top 3 bedrijfstakken met de meeste banen dankzij export naar de VS wijkt niet af van de top 3 bedrijfstakken die het meest verdienen dankzij export naar de VS, zie figuur 4.2.7. In de top 10 van bedrijfstakken met de meeste werkgelegenheid dankzij export naar de VS, zien we de horeca, vervoer over land en de metaalproductenindustrie terug. Die komen echter niet voor in de top 10 van bedrijfstakken met de hoogste exportverdiensten aan de VS (figuur 4.2.3). De industrie in zijn geheel had een aandeel van 16 procent in de werkgelegenheid dankzij de export naar de VS, waarvan 9 procent door de machine-industrie. Net als bij de exportverdiensten, is de groothandel en handelsbemiddeling als enige bedrijfstak sterk verbonden met wederuitvoer. Liefst 57 procent van de werkgelegenheid dankzij wederuitvoer naar de VS vond plaats bij de groothandel. Bij dienstverlenende sectoren zorgde de dienstenexport naar de VS weinig verrassend voor de meeste werkgelegenheid. Bij de industrie in zijn geheel was het juist de uitvoer van goederen van Nederlandse makelij die de boventoon voerde.
| Figaro_namen | Uitvoer van Nederlandse makelij | Wederuitvoer | Diensten |
|---|---|---|---|
| Juridisch en managementadvies | 2,7 | 1,6 | 26,2 |
| Groothandel en handelsbemiddeling | 8,0 | 10,9 | 4,3 |
| Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling | 5,6 | 0,6 | 9,3 |
| IT- en informatiedienstverlening | 1,3 | 0,6 | 8,4 |
| Machine-industrie | 8,4 | 0,1 | 0,6 |
| Overige zakelijke dienstverlening | 1,0 | 0,3 | 7,5 |
| Horeca | 0,5 | 0,2 | 4,5 |
| Detailhandel (niet in auto's) | 0,9 | 0,4 | 3,6 |
| Vervoer over land | 1,4 | 0,7 | 2,3 |
| Metaalproductenindustrie | 3,3 | 0,1 | 1,0 |
4.3Exportverdiensten aan de VS via internationale waardeketens
In de vorige paragraaf zijn de verdiensten van de rechtstreekse Nederlandse export naar de VS beschreven. Naast deze directe handel is Nederland ook op indirecte wijze verbonden met de Amerikaanse economie via andere handelspartners binnen internationale waardeketens. Nederlandse goederen en diensten worden namelijk ook verwerkt in de export van andere landen naar de VS. In deze paragraaf wordt onderzocht hoe de Nederlandse export via deze ketens zowel direct als indirect verbonden is met de VS en in welke mate dit bijdraagt aan de Nederlandse economie.
Om ook de indirecte exportstroom in beeld te krijgen – en de daaraan verbonden verdiensten – zijn de nationale cijfers van het CBS niet toereikend. Voor deze analyses wordt daarom gebruikgemaakt van internationale data van Eurostat (Remond-Tiedrez & Rueda-Cantuche 2019; Eurostat, 2024). Het meest recente verslagjaar is 2022. Deze data zijn voor alle landen onderling consistent gemaakt, waardoor deze cijfers enigszins afwijken van de nationale cijfers van het CBS, zoals gepresenteerd in paragraaf 4.2. Desondanks verschaffen deze externe data extra inzichten in de internationale waardeketens waar bedrijven in Nederland deel van uitmaken. Meer informatie staat in de technische toelichting in paragraaf 4.7.
Nederland verdient vooral aan Amerikaanse consumptie
De waardeketen die via Nederland en de VS loopt is in figuur 4.3.1 grafisch weergegeven. De bovenste oranje pijl in figuur 4.3.1 duidt de directe export aan, oftewel de goederen en diensten die rechtstreeks van Nederland naar de VS gaan. Deze directe export is gedetailleerd beschreven in paragraaf 4.2. In het algemeen vallen de handelsstromen in FIGARO iets lager uit dan de CBS-cijfers die in paragrafen 4.2 en 4.4 worden gebruikt (Walker et al., 2024). Bedrijven in Nederland verdienen via internationale waardeketens ook aan Nederlandse goederen en diensten die verwerkt zijn in de export van andere landen naar de VS. Denk hierbij bijvoorbeeld aan in Nederland geproduceerde auto-onderdelen die naar een derde land, bijvoorbeeld Duitsland, worden geëxporteerd en daar worden gebruikt door de auto-industrie om personenauto’s te produceren die uiteindelijk naar de VS worden geëxporteerd. Dit verschijnsel staat bekend als indirecte export. Figuur 4.3.1 toont deze indirecte exportstroom met de onderste oranje pijl die vervolgens als rode pijl doorgaat naar de VS. Door deze internationale verwevenheid is de onderlinge afhankelijkheid tussen landen toegenomen. Als de VS bijvoorbeeld invoerheffingen hanteert, heeft dit niet alleen invloed op de verdiensten uit directe export van Nederland naar de VS, maar ook op de verdiensten die via derde landen worden gegenereerd.
In 2022 verdiende Nederland 41,3 miljard euro aan de directe en indirecte export naar de VS, goed voor 12 procent van de totale Nederlandse exportverdiensten. Alleen aan de directe en indirecte export naar Duitsland hield de Nederlandse economie meer over. De export naar Duitsland was in 2022 goed voor 17 procent van de totale exportverdiensten. Naast de directe exportverdiensten aan de VS verdiende Nederland in 2022 nog zo’n 16,7 miljard euro aan de indirecte export naar de VS. Dat betekent dat circa 40 procent van de totale Nederlandse exportverdiensten aan de VS tot stand komt doordat bedrijven in Nederland als toeleverancier opereren in internationale waardeketens, waarvan de eindproducten in de VS worden geconsumeerd.noot3
Sterke stijging Nederlandse verdiensten sinds 2020
De tijdreeks van de FIGARO-database maakt het mogelijk om de compositie en ontwikkeling van de exportverdiensten naar de VS tussen 2010 en 2022 in kaart te brengen. Net als in figuur 4.3.1 worden in figuur 4.3.2 de verdiensten uit directe en indirecte exportverdiensten onderverdeeld, en wordt er een onderscheid gemaakt tussen consumptie in de VS en consumptie elders.
| jaar | Export van Nederland naar de VS | Indirecte export | Consumptie elders | Consumptie |
|---|---|---|---|---|
| 2010 | 10,3 | 7,4 | 1,7 | 16,0 |
| 2011 | 11,6 | 7,7 | 2,1 | 17,2 |
| 2012 | 10,6 | 7,6 | 2,0 | 16,3 |
| 2013 | 10,0 | 7,4 | 1,8 | 15,5 |
| 2014 | 11,3 | 7,8 | 2,0 | 17,2 |
| 2015 | 13,9 | 10,5 | 2,1 | 22,2 |
| 2016 | 14,0 | 9,7 | 1,9 | 21,8 |
| 2017 | 13,5 | 10,3 | 1,9 | 21,8 |
| 2018 | 15,6 | 11,0 | 2,3 | 24,3 |
| 2019 | 16,4 | 12,0 | 2,2 | 26,2 |
| 2020 | 16,7 | 11,2 | 2,0 | 25,8 |
| 2021 | 21,0 | 13,5 | 2,8 | 31,7 |
| 2022 | 24,6 | 16,7 | 3,4 | 37,9 |
| Bron: Eurostat (2024), eigen berekeningen | ||||
Tussen 2010 en 2022 stijgen zowel de directe als de indirecte Nederlandse exportverdiensten aan de VS, en beide vertonen een vergelijkbare trend. Vanaf 2020 laten zowel de directe als de indirecte exportverdiensten een sterkere stijging zien. Tegelijkertijd is er een duidelijke toename van verdiensten door consumptie en investeringen, oftewel finale bestedingen in de VS. Een groot deel van deze toename kan verklaard worden door prijseffecten (Prenen et al., 2024). Andere mogelijke verklaringen zijn het krachtige economisch herstel in de VS na de coronapandemie en gunstige wisselkoerseffecten.
Indirecte export naar VS vooral via Ierland en Europese buurlanden
De indirecte exportverdiensten komen voort uit grondstoffen, tussenproducten en ondersteunende diensten die Nederland levert voor de exportproductie van andere handelspartners met de VS als eindbestemming. Figuur 4.3.3 toont voor de tien belangrijkste landen het aandeel aan de exportverdiensten die veel Nederlandse inputs verwerken in hun export naar de VS. Om de aandelen correct in kaart te brengen, worden alle andere landen in een rest van de wereld groep samen genomen. De landengroep met veel indirecte exportverdiensten bestond in 2022 vooral uit Europese buurlanden van Nederland, maar ook uit buurlanden van de VS, zoals Canada of Mexico. Uit eerder onderzoek van CBS (zie Notten & Visser, 2024) bleek dat Ierland een belangrijke rol speelt als afnemer van grondstoffen, halffabricaten en ondersteunende diensten uit Nederland die uiteindelijk in andere landen geconsumeerd worden. Rond 18 procent van de toegevoegde waarde die Nederland verdiende aan de indirecte export naar de VS ontstaat door toeleveringen aan Ierland. De belangrijkste Ierse bedrijfstakken die Nederlandse producten verwerken, zijn de groot- en detailhandel, zakelijke dienstverlening, de IT- en informatiedienstverlening en verhuur van roerende goederen. Rond 9 procent van de indirecte exportverdiensten ontstaat door handel via Duitsland. Via het oostelijke buurland verdiende Nederland aan de VS vooral door groot- en detailhandel, de chemische industrie, zakelijke dienstverlening en de landbouw.
| Land | Verdiensten |
|---|---|
| Ierland | 3445 |
| Duitsland | 1683 |
| België | 1038 |
| Frankrijk | 928 |
| Verenigd Koninkrijk | 904 |
| China | 731 |
| Italië | 717 |
| Canada | 700 |
| Mexico | 616 |
| Zwitserland | 604 |
| Rest van de wereld | 7309 |
| Bron: Eurostat (2024), eigen berekeningen | |
Nederland indirect blootgesteld aan VS-heffingen op import uit China, Canada en Mexico
Op basis van de Nederlandse exportverdiensten van derde landen naar de VS, zoals weergegeven in figuur 4.3.3, worden de verdiensten verder uitgesplitst naar producten die worden verhandeld.noot4 In figuur 4.3.4 ligt de focus op China, Canada en Mexico, gezien het aantal recente bilaterale handelsrestricties die door de VS zijn ingevoerd of aangekondigd (White House, 2025a). Deze analyse biedt inzicht in welk deel van de Nederlandse exportverdiensten aan de Verenigde Staten via deze landen is blootgesteld aan al dan niet reeds ingestelde invoerheffingen.
De indirecte blootstelling aan de VS via deze drie landen was in 2022 goed voor ruim 2 miljard euro aan indirecte exportverdiensten. Voor China, Canada en Mexico gezamenlijk geldt dat iets meer dan de helft van de verdiensten voortkomt uit de productgroepen computers, elektronische en optische producten, motorvoertuigen, elektrische apparatuur, en machines en apparaten. Het productportfolio van de Nederlandse verdiensten verschilt echter per land. Ongeveer 731 miljoen euro van de Nederlandse exportverdiensten aan de VS gaat via China. Deze verdiensten zijn sterk geconcentreerd in een beperkt aantal productgroepen. Ongeveer 38 procent is toe te schrijven aan computers, elektronische en optische producten (inclusief microchips), 12 procent aan textiel en kleding, 10 procent aan elektrische apparatuur en 8 procent aan meubels. Via Canada bedragen de Nederlandse exportverdiensten aan de VS 700 miljoen euro. Hier zijn de verdiensten verdeeld over een breder scala aan producten. Delfstoffen vertegenwoordigen 16 procent, motorvoertuigen 15 procent en basismetalen 9 procent. Meer dan twee derde van de Nederlandse exportverdiensten naar de VS via Mexico is afkomstig van slechts drie productcategorieën. Motorvoertuigen (inclusief onderdelen) nemen 42 procent voor hun rekening, elektronische producten 21 procent en elektrische apparatuur 7 procent.
| Product | Verdiensten |
|---|---|
| Computers, elektronische en optische producten | 412 |
| Motorvoertuigen, aanhangwagens en opleggers | 392 |
| Elektrische apparatuur | 125 |
| Machines, apparaten en werktuigen | 121 |
| Delfstoffen | 118 |
| Overige producten | 877 |
| Bron: Eurostat (2024), eigen berekeningen | |
Nederlandse groothandel en zakelijke dienstverlening grootverdieners aan export naar de VS
Zoals uit figuur 4.3.5 blijkt, zijn vooral de bedrijfstakken groothandel en handelsbemiddeling, en juridisch en managementadvies verantwoordelijk voor een groot deel van de Nederlandse verdiensten aan de handel naar de VS. In 2022 verdiende de bedrijfstak groothandel en handelsbemiddeling rond 8,5 miljard euro aan de export naar de VS. Hiervan was rond 5,3 miljard euro aan verdiensten toe te rekenen aan directe exporten en 3,2 miljard euro aan indirecte exporten. Rond 4,4 miljard euro aan exportverdiensten ontstonden door juridisch en management advies, waarvan 3 miljard euro directe exportverdiensten waren en 1,4 miljard euro indirecte verdiensten.
Gekeken naar de Nederlandse industrie, genereren vooral de uitvoer van de chemische industrie en de machine-industrie verdiensten voor de Nederlandse economie. Voor de chemische industrie zijn rond 44 procent van de verdiensten directe exporten. Voor de machine-industrie ligt het aandeel aan verdiensten door directe exporten aanzienlijk hoger, rond de 70 procent. Van de tien bedrijfstakken met de hoogste exportverdiensten heeft alleen de voedings- en genotmiddelenindustrie een hoger aandeel aan directe exportverdiensten, rond 73 procent.
Nederlandse bedrijfstakken die aan het begin van een waardeketen staan, verdienen meestal grotendeels via indirecte export. Zo ontstaat bijvoorbeeld 75 procent van de exportverdiensten in de delfstoffenwinning door indirecte export naar de VS. Voor bosbouw en houtkap ligt het aandeel van indirecte exportverdiensten op 71 procent. Behalve de chemische industrie genereren ook bedrijfstakken zoals de vervaardiging van basismetalen en rubber- en kunststofproducten meer dan de helft van hun verdiensten via indirecte export.
| bedrijfstak | Direct | Indirect |
|---|---|---|
| Groothandel en handelsbemiddeling | 5,31 | 3,22 |
| Juridisch en managementadvies | 3,00 | 1,43 |
| IT- en informatiedienstverlening | 1,11 | 0,83 |
| Chemische industrie | 0,78 | 1,00 |
| Machine-industrie | 1,19 | 0,52 |
| Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling | 0,87 | 0,58 |
| Bankwezen | 0,87 | 0,50 |
| Opslag, dienstverlening voor vervoer | 0,58 | 0,76 |
| Vervoer over land | 0,54 | 0,61 |
| Voedings-, genotmiddelenindustrie | 0,75 | 0,28 |
| Bron: Eurostat (2024), eigen berekeningen | ||
Verdiensten door Nederlandse export via VS naar derde landen levert relatief weinig op
Van de totale Nederlandse exportverdiensten aan de VS in 2022 was 92 procent uiteindelijk bestemd voor consumptie of investeringen in de VS. Denk hierbij niet alleen aan Nederlandse bloemen die door Amerikaanse huishoudens worden geconsumeerd, maar ook aan in Nederland geproduceerde auto-onderdelen die verwerkt zijn in personenauto’s die in Duitsland worden geassembleerd en uiteindelijk door Amerikaanse huishoudens worden gekocht. Een investering is bijvoorbeeld de koop van een Nederlandse machine door een Amerikaans bedrijf.
De resterende 8 procent, oftewel 3,4 miljard euro aan verdiensten, is verwerkt in de Amerikaanse export van goederen en diensten naar andere landen. Dit betreft bijvoorbeeld verdiensten uit leveringen van Nederlandse halffabricaten die in de VS worden verwerkt en uiteindelijk door Canadese consumenten worden gekocht. De belangrijkste eindbestemmingen zijn China (13 procent), Canada (11 procent) en Mexico (10 procent), zie figuur 4.3.6. Slechts een klein deel van de Nederlandse export naar de VS is uiteindelijk bedoeld voor consumptie of investeringen in EU-landen. Daarbij was Duitsland de belangrijkste eindbestemming.
| Land | Verdiensten |
|---|---|
| China | 442 |
| Canada | 388 |
| Mexico | 335 |
| Japan | 209 |
| Duitsland | 141 |
| Verenigd Koninkrijk | 140 |
| India | 121 |
| Zuid-Korea | 105 |
| Brazilië | 85 |
| Frankrijk | 77 |
| Rest van de wereld | 1347 |
| Bron: Eurostat (2024), eigen berekeningen | |
4.4De inzet van de invoer uit de VS binnen de Nederlandse economie
In deze paragraaf lichten we toe hoe goederen en diensten uit de Verenigde Staten in Nederland worden ingezet. Is de invoer uit de VS bestemd voor Nederlandse consumenten, wordt deze door bedrijven in Nederland verwerkt in hun productie voor de binnen- of buitenlandse markt, of verlaat deze invoer Nederland in vrijwel onbewerkte staat in de vorm van wederuitvoer?
Diensteninvoer goed voor 44 procent van totale invoer uit de Verenigde Staten
In 2023 importeerden bedrijven in Nederland voor circa 93,4 miljard euro aan goederen en diensten uit de VS, waarvan 52,6 miljard euro goederen en 40,7 miljard euro diensten. Diensten hadden daarmee een aandeel van maar liefst 44 procent in de totale Nederlandse invoer uit de Verenigde Staten in 2023, zie figuur 4.4.1. Globaal gezien hadden diensten in 2023 een aandeel van slechts 28 procent in de Nederlandse invoer. Nederland importeert dus relatief veel diensten uit de Verenigde Staten. De invoer van goederen uit de Verenigde Staten had in 2023 een aandeel van 9,1 procent in de totale goedereninvoer. Daarmee waren de Verenigde Staten de op twee na belangrijkste invoerpartner voor goederen. Alleen uit Duitsland en België werden meer goederen geïmporteerd. Bij de diensteninvoer was het aandeel van de Verenigde Staten in 2023 18,4 procent. Daarmee waren de Verenigde Staten de belangrijkste importpartner voor diensten.
Medische technologie domineert wederuitvoer
De helft van de totale Nederlandse goedereninvoer verlaat Nederland weer in vrijwel onbewerkte vorm als wederuitvoer. Bij de goedereninvoer uit de Verenigde Staten was dat 46,2 procent. Goederen uit de Verenigde Staten zijn vaker dan gemiddeld bestemd voor verwerking door bedrijven in Nederland of voor directe consumptie in Nederland.
Een aanzienlijk deel van de Nederlandse goedereninvoer uit de Verenigde Staten is bestemd voor wederuitvoer naar het Europese achterland (CBS, 2018; Franssen et al., 2020). De 24,3 miljard euro invoer uit de VS die als wederuitvoer Nederland weer verliet vertegenwoordigde een beperkt aantal goederen. De tien belangrijkste goederengroepen waren goed voor 62 procent van de invoer voor wederuitvoer. Medische technologie is toonaangevend met medische instrumenten en apparaten (3,6 miljard euro), medicinale en farmaceutische producten (1,1 miljard euro), elektromedische en radiologische apparaten (1,0 miljard euro) en geneesmiddelen (0,8 miljard euro). Andere hightech producten waren ook in de top 10 terug te vinden met computers, laptops en tablets (1,1 miljard euro) en toestellen voor telecommunicatie (1 miljard euro). De invoer van ruwe aardolie voor wederuitvoer (2,9 miljard euro) is sinds 2021 verdubbeld. Deze toename hangt samen met een afname van de import van Russische ruwe aardolie.
| categorie | Invoer voor wederuitvoer |
|---|---|
| Medische instrumenten en apparaten |
3643,6 |
| Ruwe aardolie | 2884,8 |
| Gefabriceerde artikelen | 1935,9 |
| Computers, laptops, tablets | 1126,8 |
| Medicinale en farmaceutische producten |
1074,9 |
| Toestellen voor telecommunicatie, delen en onderdelen |
1004,6 |
| Elektromedische en radiologische apparaten |
954,3 |
| Meet-, controle- en analyseinstrumenten en toestellen |
887,7 |
| Geneesmiddelen | 845,1 |
| Andere chemische producten | 793,4 |
Invoer van Amerikaans aardgas voor directe consumptie sterk toegenomen
In 2023 werd voor 6,8 miljard euro aan goederen uit de Verenigde Staten ingevoerd die rechtstreeks werden verbruikt door Nederlandse huishoudens, overheidsinstellingen en door bedrijven in de vorm van investeringen in vaste activa. Een in de VS geproduceerde en gebottelde fles bourbon whisky is een voorbeeld van invoer die direct bestemd is voor Nederlandse huishoudens. Maar ook een vliegtuig, ingevoerd door een bedrijf gevestigd in Nederland, valt onder invoer die direct bestemd is voor binnenlandse bestedingen (investeringen in vaste activa). De grootste categorie bij de invoer voor rechtstreeks verbruik was aardgas, dat voor bijna 3,4 miljard euro werd ingevoerd uit de VS. In 2021 was dat nog 149 miljoen euro. Voor de Russische inval in Oekraïne was Rusland nog de grootste buitenlandse leverancier van aardgas, maar door het vrijwel stilleggen van de Russische invoer via pijpleidingen en het dichtdraaien van de Groningse gaskraan is Nederland steeds afhankelijker geworden van de import van vloeibaar gemaakt aardgas. Het merendeel van dit vloeibaar gemaakt aardgas is afkomstig uit de Verenigde Staten.
Merendeel van intermediaire goedereninvoer uit de VS verwerkt in uitvoer
In 2023 importeerde Nederland voor 21,5 miljard euro aan goederen in de vorm van grondstoffen, tussenproducten en halffabricaten voor verdere bewerking door bedrijven in Nederland. Het grootste deel van deze intermediaire goedereninvoer werd verwerkt in uitgevoerde goederen en diensten (15,3 miljard euro). Een voorbeeld van een ingevoerd goed dat verwerkt is in uitgevoerde diensten is diesel die gebruikt wordt in het goederenvervoer op de weg. De overige uit de VS ingevoerde intermediaire goederen werden door bedrijven in ons land verwerkt in goederen en diensten die werden afgezet op de Nederlandse markt (6,3 miljard euro). Een eventuele verdere escalatie van de handelsoorlog met Europese heffingen op Amerikaanse intermediaire goederen vormt daarmee een risico voor het concurrentievermogen van de Nederlandse economie. In figuur 4.4.3 zien we dat de twee grootste categorieën aan intermediaire goedereninvoer uit de VS aardolie en aardgas hoofdzakelijk worden ingezet voor de export. Aangezien dit prijsgevoelige producten zijn, zullen prijsverhogingen nadelig uitpakken voor de Nederlandse concurrentiekracht.
Dat het merendeel van de ingevoerde goederen voor verdere verwerking uiteindelijk bestemd was voor de uitvoer zien we ook terug in figuur 4.4.3, waar de intermediaire goedereninvoer is uitgesplitst naar goederengroep. De categorie ruwe aardolie was het grootst met 7,7 miljard euro. Deze categorie bestond voornamelijk uit ruwe aardolie, die in Nederland geraffineerd wordt tot brandstoffen, en aardolieproducten die verder worden verwerkt in Nederlandse productieprocessen, zoals chemicaliën en kunststoffen. De invoer van aardgas voor intermediair verbruik bedroeg 7 miljard euro in 2023. Aardgas wordt ingezet in een veelvoud aan industriële processen, waaronder het produceren van kunstmest. Op de derde plek staan onderdelen van gespecialiseerde machines met 1 miljard euro.
| goederencategorie | Intermediaire import verwerkt voor binnenlandse bestedingen | Intermediaire import verwerkt voor de uitvoer |
|---|---|---|
| Ruwe aardolie | 771,8 | 6742,2 |
| Aardgas | 2804,0 | 4038,1 |
| Machines en toestellen | 207,1 | 776,4 |
| Steenkool | 148,0 | 316,1 |
| Medicinale en farmaceutische producten |
280,1 | 96,1 |
| Computers, laptops, tablets |
144,9 | 222,1 |
| Hout in plakjes, spanen e.d. en afval van hout |
140,1 | 159,4 |
| Geneesmiddelen | 252,5 | 15,0 |
| Alcoholen, fenolen en derivaten |
10,4 | 229,0 |
| Optische instrumenten en apparaten |
38,4 | 139,1 |
Relatief veel invoer voor directe consumptie bij voorgestelde EU-vergeldingsheffingen
Als vergelding op de Amerikaanse tariefverhogingen op aluminium en staal heeft de Europese Commissie aangekondigd om de tijdens de eerste termijn van president Trump ingestelde invoerheffingen opnieuw in te stellen (Europese Commissie, 2025). Deze heffingen zijn vervolgens uitgesteld om ruimte te bieden voor onderhandelingen (Europese Commissie, 2025b). Er waren in 2018 voorstellen voor twee pakketten aan invoerheffingen (Europese Commissie, 2018). Het eerste pakket werd daadwerkelijk ingevoerd in 2018, terwijl het tweede pakket dat in 2020 zou ingaan, uiteindelijk werd opgeschort.
De goederen uit het eerste pakket werden door Nederland voor een bedrag van 317 miljoen euro ingevoerd in 2023. Ongeveer 43 procent (136 miljoen euro) van deze goederen bestond uit invoer bestemd voor wederuitvoer. Deze invoer werd gedomineerd door speelkaarten, cranberrysap en make-up. Circa 30 procent (94 miljoen euro) van deze invoer bestond uit producten die bestemd zijn voor rechtstreekse consumptie, waaronder bourbon whisky, speelkaarten en kleding. De overige 27 procent (87 miljoen euro) bestond uit ingevoerde goederen voor verdere verwerking. De belangrijkste intermediaire invoer bestond uit whisky, maïs en aluminium.
Het tweede pakket aan vergeldingsheffingen had in 2023 een Nederlandse invoerwaarde van 263 miljoen euro, waarvan 70 procent bestond uit invoer voor wederuitvoer (186 miljoen euro). Hier zijn het juwelen, elektrische apparaten en metaalproducten die in het oog springen. 34 miljoen euro bestond uit ingevoerde goederen voor rechtstreekse consumptie. Cranberries, juwelen en trucks zijn hierbij de belangrijkste producten. De invoer van goederen voor verdere verwerking die in aanmerking komen voor een vergeldingsheffing uit het tweede pakket bedroeg 43 miljoen euro in 2023. De belangrijkste producten waren hier metaalproducten, elektrische apparaten en aluminium.
Wat opvalt aan de twee pakketten aan vergeldingstarieven is het hoge aandeel van invoer voor rechtstreeks gebruik. Dit zijn eindproducten. Europese en Nederlandse producenten die afhankelijk zijn van Amerikaanse goederen in hun productieprocessen worden ook geraakt, maar relatief veel minder.
Vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom spelen hoofdrol in diensteninvoer
Ingevoerde diensten uit de Verenigde Staten die door bedrijven in Nederland werden ingezet voor intermediair verbruik hadden een waarde van 27 miljard euro in 2023, zie figuur 4.4.1. Dat was goed voor twee derde van de totale invoer van diensten uit de VS. De diensteninvoer bestemd voor rechtstreeks gebruik bedroeg ongeveer 3 miljard euro. Denk daarbij aan R&D-diensten, maar ook aan uitgaven van Nederlandse toeristen in de Verenigde Staten, en computerdiensten. De overige diensteninvoer uit de Verenigde Staten was bestemd voor wederuitvoer en had een waarde van 10,7 miljard euro. Dit zijn hoofdzakelijk betalingen voor royalty’s en licenties aan in Nederland geregistreerde bijzondere financiële instellingen (bfi’s), die de rechten over intellectueel eigendom beheren, en deze geïnde betalingen rechtstreeks afdragen aan moederbedrijven in het buitenland (Mellens et al., 2007).
Figuur 4.4.4 geeft de top 5 van de diensteninvoer uit de Verenigde Staten die bestemd is voor intermediair verbruik. Deze ingevoerde diensten ondersteunen daarmee de productie- en bedrijfsprocessen van bedrijven gevestigd in Nederland. Vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom – ook wel royalty’s genoemd – was de grootste categorie in 2023 met een invoerwaarde van 8,9 miljard euro. Deze bestaan onder andere uit betalingen voor het gebruik van Amerikaanse patenten, maar ook uit licenties die betaald worden voor het gebruiken van software. Professionele en managementadviesdiensten werden in 2023 voor een bedrag van 5,6 miljard euro uit de VS ingevoerd, gevolgd door technische en aan de handel verbonden diensten met 3,1 miljard euro. Financiële diensten en computerdiensten maken de top 5 compleet.
| Dienst | Intermediaire import verwerkt voor binnenlandse bestedingen | Intermediaire import verwerkt voor de uitvoer |
|---|---|---|
| Vergoedingen voor het gebruik van intellectueel eigendom |
2224 | 6664 |
| Professionele en managementadviesdiensten | 2058 | 3576 |
| Technische, aan de handel verbonden en overige zakelijke diensten |
1108 | 1972 |
| Financiële diensten | 1108 | 746 |
| Computerdiensten | 506 | 639 |
De aardolie-industrie importeerde de meeste goederen uit de VS
Als bedrijfstak was de aardolie-industrie – met een invoer van bijna 8,1 miljard euro – de grootste directe importeur van Amerikaanse goederen in 2023, zie figuur 4.4.5. Het merendeel van deze import bestond uit ruwe aardolie die door olieraffinaderijen werd verwerkt. De energiebedrijven waren in 2023 de op één na grootste importeur uit de Verenigde Staten. Zij importeerden voor bijna 3,2 miljard euro rechtstreeks uit de Verenigde Staten. Deze invoer bestond hoofdzakelijk uit vloeibaar gemaakt aardgas (lng). De chemische industrie was in 2023 de op twee na grootste importeur uit de Verenigde Staten. In totaal importeerde de chemische industrie voor bijna 2,1 miljard euro rechtstreeks uit de Verenigde Staten.
Energiebedrijven zijn het meest afhankelijk voor hun goederenimport van de Verenigde Staten, zie figuur 4.4.6. Bijna 48,9 procent van de totale rechtstreekse import van deze bedrijfstak was afkomstig uit de Verenigde Staten. Rechtstreekse import uit de Verenigde Staten vertegenwoordigde 22,8 procent van de totale goedereninvoer van de landbouw, 21,9 procent van de aardolie-industrie, en 20,4 procent van de IT- en informatiedienstverlening.
Grootste import van diensten uit de VS door juridisch en managementadvies
Bedrijven actief in juridisch en managementadvies importeerden in absolute zin het meest uit de Verenigde Staten, namelijk voor bijna 5,5 miljard euro. Op de tweede plaats stond de groothandel en handelsbemiddeling met 3,3 miljard euro gevolgd door de verhuur van roerende goederen met 2,5 miljard euro – zij importeerden vooral royalty’s – de IT- en informatiedienstverlening en film, TV en radio met elk om en nabij 1,5 miljard euro, zie figuur 4.4.5.
In relatieve zin importeerde de bedrijfstak film, TV en radio het meest aan diensten uit de Verenigde Staten, zie figuur 4.4.6. Circa 38,8 procent van de totale directe dienstenimport van deze bedrijfstak was afkomstig uit de Verenigde Staten. Ook de verhuur van roerende goederen had een groot aandeel in de invoer uit de VS (37,8 procent). Hieronder vallen royalty’s en softwarelicenties. De directe dienstenimport uit de Verenigde Staten besloeg 32,8 procent van de totale directe import van bedrijven actief in de farmaceutische industrie. De Verenigde Staten hadden een aandeel van 26,5 procent in de invoer van waterleidingbedrijven en 25,2 procent in overige professionele diensten.
| Bedrijfstak | 2023* |
|---|---|
| Goederen | . |
| Aardolie-industrie | 8058,0 |
| Energiebedrijven | 3185,3 |
| Chemische industrie | 2067,4 |
| Machine-industrie | 1756,5 |
| Landbouw | 872,5 |
| . | |
| Diensten | . |
| Juridisch en managementadvies | 5490,3 |
| Groothandel en handelsbemiddeling | 3286,0 |
| Verhuur van roerende goederen | 2523,5 |
| IT- en informatiedienstverlening | 1543,8 |
| Film, TV en radio | 1490,8 |
| Bedrijfstak | 2023* |
|---|---|
| Goederen | . |
| Energiebedrijven | 48,9 |
| Ideële, belangen-, hobbyverenigingen | 31,0 |
| Bankwezen | 26,8 |
| Landbouw | 23,0 |
| Aardolie-industrie | 21,9 |
| . | |
| Diensten | . |
| Film, TV en radio | 38,8 |
| Verhuur van roerende goederen | 37,8 |
| Farmaceutische industrie | 32,8 |
| Waterleidingbedrijven | 26,5 |
| Overige professionele diensten | 25,2 |
4.5Verdiensten van de VS aan Nederland via internationale waardeketens
Deze paragraaf belicht de andere kant door de Amerikaanse exportverdiensten aan Nederland in kaart te brengen. Vergeleken met de relatief kleine maar open Nederlandse economie is de Amerikaanse economie aanzienlijk groter, maar relatief minder gericht op export. In 2022 genereerde de VS in totaal 2 013 miljard euro aan inkomsten uit de export van goederen en diensten, wat neerkomt op 8,4 procent van het Amerikaanse bbp. Van deze exportinkomsten was ongeveer 61,4 miljard euro afkomstig uit de handel met Nederland, zowel direct als via internationale waardeketens. Dit bedrag vertegenwoordigde circa 3 procent van de totale Amerikaanse exportopbrengsten. Ter vergelijking, de Nederlandse verdiensten aan de VS waren goed voor ongeveer 12 procent van de totale Nederlandse exportopbrengsten. Voor de Amerikaanse economie leverde binnen de EU de handel met Duitsland en Frankrijk, met respectievelijk rond de 7 en 4 procent, meer op, terwijl de Amerikaanse inkomsten uit export naar Italië en Spanje, met elk rond de 2 procent, lager uitvielen. De export naar andere landen leverde de Amerikaanse economie meer op. Zo was de export naar Canada goed voor circa 14 procent van de Amerikaanse exportverdiensten, naar Mexico 11 procent en naar Japan 8 procent.
De VS verdient vooral aan directe export naar Nederland
De 61,4 miljard euro aan Amerikaanse exportverdiensten aan de handel met Nederland in 2022 zijn in figuur 4.5.1 verder onderverdeeld. Het grootste deel, 49,5 miljard euro, verdiende de VS aan Nederland via de directe export van goederen en diensten, terwijl 11,9 miljard euro werd gegenereerd door indirecte export via andere handelspartners. De indirecte export maakte daarmee rond 19 procent uit van de totale Amerikaanse exportverdiensten aan Nederland. Meer dan de helft van deze verdiensten, 33,7 miljard euro, was verbonden aan consumptie in derde landen. Nederlandse consumptie was verantwoordelijk voor 27,7 miljard euro aan verdiensten.
Na de bespreking van de Nederlandse verdiensten uit de directe en indirecte export naar de VS in paragraaf 4.3, bieden de cijfers over de Amerikaanse exportverdiensten aan Nederland de mogelijkheid om beide richtingen van de bilaterale handelsrelatie in samenhang te bekijken. Deze gecombineerde informatie maakt het mogelijk om niet alleen de omvang van de handelsstromen te vergelijken, maar ook inzicht te krijgen in de onderlinge economische afhankelijkheden. In het vervolg van deze paragraaf wordt de Nederlands-Amerikaanse handelsbalans geanalyseerd, met een onderscheid tussen bruto handelsstromen en de handelsbalans op basis van toegevoegde waarde.
De VS exporteert meer naar Nederland dan het importeert
Figuur 4.5.2 toont de ontwikkeling van de Amerikaans-Nederlandse handelsbalans vanuit het perspectief van de VS tussen 2010 en 2022. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de bruto handelsbalans en de handelsbalans op basis van toegevoegde waarde. Als een gebruikelijke statistiek over bilaterale handelsrelaties vergelijkt de bruto handelsbalans de totale waarde van geïmporteerde en geëxporteerde goederen en diensten tussen de VS en Nederland. In de periode 2010–2022 was de bilaterale bruto handelsbalans doorgaans positief, met een piek van bijna 14 miljard euro in 2022. Dit betekent dat de VS in deze jaren meer goederen en diensten importeerde uit Nederland dan het exporteerde in termen van de totale handelswaarde. In 2021 is er een opvallende daling in de bruto handelsbalans te zien, maar dit werd in 2022 weer gevolgd door een forse stijging.
| jaar | Bruto handel | Toegevoegde waarde |
|---|---|---|
| 2010 | 1,8 | 2,1 |
| 2011 | 0,2 | 1,6 |
| 2012 | 1,3 | 2,4 |
| 2013 | 3,3 | 3,9 |
| 2014 | 3,5 | 4,2 |
| 2015 | 5,9 | 6,9 |
| 2016 | 8,7 | 9,3 |
| 2017 | 8,2 | 9,8 |
| 2018 | 6,0 | 9,0 |
| 2019 | 10,1 | 13,6 |
| 2020 | 10,1 | 13,1 |
| 2021 | 3,5 | 7,9 |
| 2022 | 13,7 | 20,1 |
| Bron: Eurostat (2024), eigen berekeningen | ||
De VS verdient ook meer aan de export naar Nederland dan andersom
De bruto balans als gebruikelijke maatstaf voor handelsstromen kan vertekend zijn, omdat deze de volledige waarde van geïmporteerde producten meetelt, inclusief de waarde van onderdelen en tussenproducten uit andere landen. Uit eerder onderzoek (CBS, 2018) bleek dat de correctie van de goederenbalans voor wederuitvoerstromen een grote invloed op de balans heeft. De handelsbalans op basis van toegevoegde waarde laat zien hoeveel waarde er daadwerkelijk tussen de VS en Nederland wordt verhandeld en aan deze twee landen kan worden toegeschreven. Bij deze berekening telt alleen de binnenlandse bijdrage aan exporten mee, waardoor een realistischer beeld ontstaat dat rekening houdt met de structuur van handel in internationale waardeketens.
Vanuit het perspectief van de VS zijn beide handelsbalansen positief, maar de waarde is groter wanneer wordt gekeken naar handel in toegevoegde waarde. Vanaf 2016 is het absolute verschil tussen de bruto handelsbalans en de handelsbalans op basis van toegevoegde waarde toegenomen. Waar de bruto handelsbalans van de VS met Nederland al positief is (13,7 miljard euro), laat de handelsbalans op basis van toegevoegde waarde een nog grotere positieve waarde zien (20,1 miljard euro). Dit wijst erop dat de VS relatief meer waarde toevoegt aan export richting Nederland dan andersom.
Sterke stijging van Amerikaanse exportverdiensten tussen 2021 en 2022
Figuur 4.5.3 toont de samenstelling van de directe en indirecte exportverdiensten tussen 2010 en 2022. Een recente ontwikkeling was de sterke toename van de verdiensten uit directe export van de VS naar Nederland. In 2021 bedroegen de inkomsten uit deze handelsstroom nog ongeveer 33 miljard euro. In 2022 stegen ze bijna tot boven de grens van 50 miljard euro. Recent onderzoek van CBS (2025) toont aan dat de forse stijging van de Amerikaanse bruto export naar Nederland vooral door de invoer van Amerikaanse ruwe aardolie en aardgas verklaard wordt. Sinds Rusland in 2022 Oekraïne binnenviel, is de import van Russische olie gesanctioneerd en de import van Russisch gas sterk afgenomen, waardoor de VS een belangrijkere leverancier is geworden. Bovendien hebben de stijgende energieprijzen een aanzienlijke impact.
Verder laat figuur 4.5.3 zien dat meer dan de helft van de Amerikaanse exportverdiensten aan Nederland in de meest recente jaren werd gerealiseerd door consumptie in derde landen. Dit is een relatief nieuwe ontwikkeling. Tot 2020 kwam meer dan de helft van de Amerikaanse exportverdiensten voort uit Nederlandse consumptie. Pas in 2021 en 2022 werden de verdiensten via consumptie in derde landen groter dan die uit directe Nederlandse consumptie. Dit kan worden verklaard door de sterke groei van de Nederlandse invoer van Amerikaanse olie en aardgas, die vooral door andere Nederlandse bedrijfstakken wordt gebruikt om goederen voor de export te produceren.
| Export van de VS naar Nederland | Indirecte export | Consumptie elders | Consumptie | |
|---|---|---|---|---|
| 2010 | 15,5 | 4,3 | 8,1 | 11,6 |
| 2011 | 15,9 | 4,9 | 9,4 | 11,4 |
| 2012 | 15,5 | 5,1 | 9,3 | 11,3 |
| 2013 | 16,2 | 5,1 | 9,7 | 11,6 |
| 2014 | 18,4 | 4,9 | 9,9 | 13,4 |
| 2015 | 24,4 | 6,8 | 13,3 | 18,0 |
| 2016 | 27,2 | 5,9 | 15,3 | 17,7 |
| 2017 | 26,6 | 6,9 | 15,8 | 17,7 |
| 2018 | 28,3 | 7,3 | 17,1 | 18,5 |
| 2019 | 34,0 | 8,1 | 20,6 | 21,4 |
| 2020 | 33,5 | 7,4 | 19,9 | 21,1 |
| 2021 | 33,8 | 8,6 | 21,8 | 20,6 |
| 2022 | 49,5 | 11,9 | 33,7 | 27,7 |
| Bron: Eurostat (2024), eigen berekeningen | ||||
Indirecte Amerikaanse verdiensten aan Nederland vooral via Europese buurlanden
Figuur 4.5.4 specificeert de Amerikaanse verdiensten aan de export van andere landen naar Nederland. Van de 11,9 miljard euro aan indirecte exportverdiensten ging iets meer dan 50 procent via Europese landen. Exporten via de directe buurlanden Duitsland en België waren in totaal verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de indirecte Amerikaanse exportverdiensten. Andere belangrijke landen in de waardeketen tussen de VS en Nederland waren Ierland en het VK met samen rond de 18 procent.
| Land | Verdiensten |
|---|---|
| Duitsland | 2096 |
| Ierland | 1344 |
| Verenigd Koninkrijk | 1192 |
| België | 909 |
| Frankrijk | 642 |
| Spanje | 406 |
| Canada | 341 |
| Italië | 295 |
| China | 242 |
| Denemarken | 240 |
| Rest van de wereld | 4184 |
| Bron: Eurostat (2024), eigen berekeningen | |
De VS verdient vooral via de zakelijke dienstverlening en groothandel
Figuur 4.5.5 laat zien welke Amerikaanse bedrijfstakken in 2022 het meeste verdienden aan de export van goederen en diensten naar Nederland, met een onderscheid tussen directe en indirecte export. Bedrijven actief in juridisch en managementadvies verdienden circa 9,2 miljard euro aan directe en indirecte export naar Nederland, gevolgd door de groothandel en handelsbemiddeling met 8,1 miljard euro en financiële dienstverleners met 6,3 miljard euro. De Amerikaanse industrie verdiende 8,3 miljard euro aan export naar Nederland, circa 1 miljard euro minder dan bedrijven die juridisch en managementadvies leveren. Binnen de industrie was de elektrotechnische industrie met 1,8 miljard euro grootverdiener, gevolgd door de chemische industrie met 1,1 miljard euro. Bedrijfstakken die vooral direct verdienden aan de export naar Nederland waren de meubelindustrie (95 procent), telecommunicatie (87 procent), en de textiel- en kledingindustrie (87 procent). Bedrijfstakken die juist meer indirect verdienden aan de export naar Nederland waren vervoer over water (53 procent), de metaalproductenindustrie (44 procent) en de chemische industrie (42 procent).
| bedrijfstak | Direct | Indirect |
|---|---|---|
| Juridisch en managementadvies | 7,82 | 1,33 |
| Groothandel en handelsbemiddeling | 6,59 | 1,50 |
| Bankwezen | 5,15 | 1,14 |
| Verhuur van roerende goederen | 3,45 | 0,69 |
| Delfstoffenwinning | 2,91 | 0,94 |
| Vervoer over land | 2,45 | 0,42 |
| IT- en informatiedienstverlening | 2,09 | 0,55 |
| Verhuur en handel van onroerend goed | 1,86 | 0,41 |
| Elektrotechnische industrie | 1,44 | 0,35 |
| Chemische industrie | 0,65 | 0,47 |
| Bron: Eurostat (2024), eigen berekeningen | ||
Bijna de helft van in Nederland verwerkte Amerikaanse export had EU als eindbestemming
Figuur 4.5.6 laat zien waar de goederen en diensten met Amerikaanse toegevoegde waarde uiteindelijk worden geconsumeerd nadat ze Nederland in 2022 hebben verlaten. 45 procent van de toegevoegde waarde die via Nederland naar een derde bestemmingsland gaat, blijft binnen de EU. De belangrijkste bestemmingen binnen de EU zijn Duitsland, Frankrijk en België. Buiten de EU is vooral China de belangrijkste eindbestemming. Een aanzienlijk deel, ongeveer 11 procent, van de Amerikaanse exportverdiensten stroomt via Nederland terug naar de VS. Een voorbeeld hiervan zijn elektronische onderdelen die Nederland uit de VS importeert, verwerkt in de productie van machines, en vervolgens weer exporteert naar de VS, waar de machine wordt verkocht aan een Amerikaans bedrijf.
| Land | Verdiensten |
|---|---|
| Duitsland | 3911 |
| Verenigde Staten | 3594 |
| Frankrijk | 2801 |
| China | 2182 |
| Verenigd Koninkrijk | 1890 |
| België | 1574 |
| Italië | 1397 |
| Spanje | 997 |
| India | 735 |
| Japan | 714 |
| Rest van de wereld | 13921 |
| Bron: Eurostat (2024), eigen berekeningen | |
4.6Samenvatting en conclusie
In dit hoofdstuk is onderzocht in welke mate Nederland en de Verenigde Staten aan elkaar verdienen, welke bedrijfstakken hiervan met name profiteren en via welke andere landen verdiend wordt aan de wederzijdse indirecte export. De invoer uit en uitvoer naar de Verenigde Staten – al dan niet via andere landen in internationale waardeketens – leidt ook tot afhankelijkheden. Deze afhankelijkheden zijn potentiële kwetsbaarheden in de door president Trump ontketende handelsoorlog.
In 2023 exporteerde Nederland voor circa 55,7 miljard euro aan goederen en diensten rechtstreeks naar de Verenigde Staten. De toegevoegde waarde die de Nederlandse economie hierbij wist te creëren was circa 28,7 miljard euro, goed voor 8 procent van de totale exportverdiensten en 2,7 procent van het Nederlandse bbp. Aan de circa 29,6 miljard euro aan goederenuitvoer naar de VS hield de Nederlandse economie circa 12 miljard euro aan toegevoegde waarde over. Aan de 26,1 miljard euro aan dienstenuitvoer naar de VS verdiende Nederland nog meer, namelijk 16,5 miljard euro.
De uitvoer van Nederlandse makelij van staal- en aluminiumproducten die nu onderhevig zijn aan invoerheffingen vertegenwoordigde een waarde van bijna 1,8 miljard euro in 2023, waarvan 676 miljoen euro aan staal(producten) en bijna 1,1 miljard euro aan aluminium(producten). Nederland verdiende in 2023 bijna 1 miljard euro aan de staal- en aluminiumproducten waarop de Trump-regering onlangs invoerheffingen heeft opgelegd. Aan staal en staalproducten werd 299 miljoen verdiend en aan aluminium en aluminiumproducten 681 miljoen euro.
Internationaal afgestemde data van Eurostat laat zien dat Nederland – naast de directe exportverdiensten aan de VS – in 2022 nog zo’n 16,7 miljard euro verdiende aan de indirecte export naar de VS. Dat betekent dat circa 40 procent van de totale Nederlandse exportverdiensten aan de VS tot stand komt doordat bedrijven in Nederland als toeleverancier opereren in internationale waardeketens, waarvan de eindproducten in de VS worden geconsumeerd. Het grootste gedeelte wordt dus nog steeds verdiend door bedrijven die rechtstreeks naar de VS exporteren. De directe en indirecte Nederlandse exportverdiensten komen voornamelijk tot stand door afzet op de Amerikaanse markt. Minder dan 10 procent van de verdiensten werden gegenereerd door Nederlandse goederen en diensten die verwerkt zijn in de Amerikaanse export.
De landen die veel indirecte Nederlandse exportverdiensten aan de VS genereerden, bestonden in 2022 vooral uit Europese landen maar ook uit andere landen die veel naar de VS exporteren, zoals China, Canada en Mexico. De meeste indirecte Nederlandse exportverdiensten aan de VS verliepen via Ierland met een aandeel van 18 procent, gevolg door Duitsland met 9 procent. De importheffingen die de Amerikaanse regering specifiek instelde op de invoer uit China, Canada en Mexico raken indirect ook de Nederlandse economie via internationale waardeketens. De indirecte blootstelling aan de VS via deze drie landen was in 2022 goed voor ruim 2 miljard euro aan indirecte exportverdiensten.
In 2023 importeerden bedrijven, gevestigd in Nederland, voor circa 93,4 miljard euro aan goederen en diensten uit de VS, waarvan 52,6 miljard euro goederen en 40,7 miljard euro diensten. De Verenigde Staten hadden in 2023 een aandeel van 9,1 procent in de totale goedereninvoer. Circa 26 procent van de import uit de VS in 2023 bestond uit geïmporteerde goederen die Nederland in vrijwel onbewerkte vorm weer verlieten als wederuitvoer. 7 procent van de ingevoerde goederen uit de VS werd rechtstreeks verbruikt door Nederlandse huishoudens, overheidsinstellingen en door bedrijven in de vorm van investeringen in vaste activa. De waarde van ingevoerde goederen voor verdere verwerking was goed voor 23 procent van de totale invoer uit de Verenigde Staten. Sinds de Russische inval in Oekraïne in 2022 zijn de Verenigde Staten uitgegroeid tot een belangrijke toeleverancier van aardolie en vloeibaar gemaakt aardgas (lng). Deze producten worden voornamelijk ingezet in Nederlandse productieprocessen, merendeels voor het verwezenlijken van de export. Maar aardgas uit de VS wordt ook geconsumeerd door Nederlandse huishoudens. De door de EU voorgestelde en weer uitgestelde pakketten aan vergeldingsheffingen op de invoer uit de VS hadden in 2023 een totale waarde van 580 miljoen euro. Relatief veel van deze invoer bestond uit invoer voor rechtstreeks gebruik (eindproducten) door Nederlandse consumenten.
De Verenigde Staten verdienden op hun beurt 49,5 miljard euro aan de rechtstreekse export van goederen en diensten naar Nederland in 2022. Daarnaast verdiende de VS ook 11,9 miljard euro aan de export die via andere landen Nederland bereikte. In 2022 verdiende de VS in totaal 61,4 miljard euro aan de export naar Nederland. Dat is 20,1 miljard euro meer dan Nederland aan de export naar de VS verdiende. De bruto handelsbalans was 13,7 miljard euro in Amerikaans voordeel. Dit wijst erop dat de VS relatief meer waarde toevoegt aan export richting Nederland dan andersom.
Daarmee was ongeveer 3 procent van wat de Verenigde Staten in totaal verdienden aan alle export, dankzij de export naar Nederland. Minder dan de helft van de Amerikaanse export die Nederland in 2022 bereikte – zo’n 27,7 miljard euro – was daadwerkelijk bestemd voor binnenlands verbruik. Het overige gedeelte van de verdiensten – 33,7 miljard euro – kwam tot stand door de export ervan door Nederland na verdere bewerking naar een andere buitenlandse eindbestemming, zoals Duitsland en de Verenigde Staten zelf. De hoge Amerikaanse verdiensten aan de Nederlandse export kunnen worden verklaard doordat de VS sinds 2022 tot de belangrijkste toeleveranciers van ruwe aardolie en lng is gaan behoren die Nederland nodig heeft om exportproducten te kunnen produceren.
4.7Data en methoden
Door de opdeling van productieprocessen wereldwijd vertellen traditionele handelsstatistieken slechts een deel van het verhaal. Om de directe en indirecte relaties tussen landen en bedrijfstakken goed in te schatten is waardeketenanalyse noodzakelijk. De onderlinge afhankelijkheid gaat immers verder dan alleen de directe relatie tussen toeleverancier en afnemer; het gaat om alle betrokkenen in de hele keten. Waardeketenanalyse (input-outputanalyse) maakt het mogelijk in kaart te brengen hoeveel waarde wordt toegevoegd op ieder punt in de keten, waardoor dwarsverbanden en afhankelijkheden in de keten inzichtelijk worden.
In dit hoofdstuk wordt gesproken over de verdiensten van de Nederlandse export naar de Verenigde Staten en omgekeerd. Dankzij het koppelen van de statistieken Internationale Handel in Goederen (IHG) en Internationale Handel in Diensten (IHD) aan input-outputtabellen afkomstig van de Nationale Rekeningen (NR) van het CBS, is het mogelijk om deze verdiensten in kaart te brengen. De methode die gebruikt wordt om deze koppeling tot stand te brengen is ontwikkeld door Lemmers (2015) en maakt het mogelijk vast te stellen wat Nederland verdient aan de directe export naar andere afzetmarkten. Deze koppeling maakt het ook mogelijk om de werkgelegenheid die gemoeid is met deze export in kaart te brengen door gebruik te maken van cijfers uit de Arbeidsrekeningen van het CBS. Daarbij wordt eveneens gebruikgemaakt van input-outputanalyse (Miller & Blair, 2009). Een vergelijkbare koppeling wordt gebruikt om cijfers over de goederen- en diensteninvoer te koppelen met de input-outputtabellen van het CBS, waardoor het mogelijk is uitspraken te doen over de inzet van de invoer binnen de Nederlandse economie (Lemmers & Wong, 2019; Aerts et al., 2022).
Input-outputtabellen laten onder andere per bedrijfstak zien hoeveel deze aan de andere bedrijfstakken levert, waar de bedrijfstak de benodigde goederen en diensten zelf inkoopt en hoeveel de bedrijfstak produceert en exporteert. Met behulp van een dergelijke input-outputtabel is het mogelijk te berekenen hoeveel toegevoegde waarde er gegenereerd wordt in iedere bedrijfstak en hoeveel werkgelegenheid hiermee gepaard gaat. Hiermee kunnen afhankelijkheden in waardeketens inzichtelijk worden gemaakt.
Het CBS beschikt echter uitsluitend over gegevens over de directe internationale handel van Nederland met de andere handelspartner. Het laatst beschikbare verslagjaar voor deze data was op het moment van schrijven 2023. Het CBS heeft echter geen zicht op wat er met de goederen en diensten gebeurt nadat ze zijn geëxporteerd. Met multiregionale input-outputtabellen gepubliceerd door Eurostat (2024) kan het CBS wel schatten wat er met de export gebeurt; worden de goederen en diensten in het importerende land bijvoorbeeld geconsumeerd of verwerkt voor verdere export? Deze gegevens van Eurostat bestaan uit aan elkaar gekoppelde nationale input-outputtabellen; de zogenaamde multiregionale input-outputtabellen (MRIO). Deze MRIO-tabellen delen de wereld op in 47 landen en 64 bedrijfstakken en laten onder andere zien hoeveel onderlinge leveringen er zijn tussen bedrijfstakken en aan consumenten, overheid en investeringen voor de periode 2010–2022. Om de verdiensten van deze indirecte handel in kaart te brengen wordt eveneens gebruikgemaakt van input-outputanalyse. Voor meer informatie over deze methode zie onder andere Lemmers (2013), Lemmers et al. (2014), en Jaarsma en Wong (2017).
4.8Literatuur
Literatuur
Aerts, N., Bohn, T., Notten, T., & Wong, K. F. (2020). China, Rusland en VS: handels- en waardeketenonderzoek. Centraal Bureau voor de Statistiek.
Aerts, N., Bohn, T., Lemmers, O., & Wong, K. F. (2022). Linking micro-data to national input-output tables: by whom and from whom are products imported and to what end? 28th IIOA Conference. Langkawi Island, Maleisië: International Input Output Association.
CBS (2018, 12 december). Handelstekort met VS door wederuitvoerstromen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Geraadpleegd op 14 maart 2025.
CBS (2019, 4 juni). Auto-export naar VS levert Nederland half miljard op. Centraal Bureau voor de Statistiek. Geraadpleegd op 21 februari 2025.
CBS (2025, 24 februari). Handelstekort met VS door invoer minerale brandstoffen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Geraadpleegd op 14 maart 2025.
Cremers, D., Loog, B., Notten, T., Prenen, L., & Wong, K. F. (2019). De Nederlandse importafhankelijkheid van China, Rusland en de VS. Centraal Bureau voor de Statistiek.
Europese Commissie (2018, 20 juni). Uitvoeringsverordening (EU) 2018/886 van de Commissie betreffende bepaalde handelspolitieke maatregelen met betrekking tot bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/724. Publicatieblad van de Europese Unie L 158/5. Geraadpleegd op 31 maart 2025.
Europese Commissie (2025a, 12 maart). EU tegenmaatregelen op Amerikaanse staal- en aluminiumtarieven uitgelegd. Geraadpleegd op 17 maart 2025.
Europese Commissie (2025b, 14 april). EU onderbreekt tegenmaatregelen tegen VS-tarieven om ruimte te geven voor onderhandelingen. Geraadpleegd op 16 april 2015.
Eurostat (2024). FIGARO tables (2024 edition): annual EU inter-country supply, use and input-output tables. [Dataset]. Geraadpleegd op 21 februari 2025.
Executive Office of the President (2018a). Adjusting imports of aluminum into the United States (Proclamation 9704). Federal Register, 83(51), 11619–11624. Geraadpleegd op 12 maart 2025.
Executive Office of the President (2018b). Adjusting imports of steel into the United States (Proclamation 9705). Federal Register, 83(51), 11625–11630. Geraadpleegd op 12 maart 2025.
Executive Office of the President (2025a). Adjusting imports of aluminum into the United States (Proclamation 10895). Federal Register, 90(30), 9807–9812. Geraadpleegd op 12 maart 2025.
Executive Office of the President (2025b). Adjusting imports of steel into the United States (Proclamation 10896). Federal Register, 90(30), 9817–9822. Geraadpleegd op 12 maart 2025.
Executive Office of the President (2025c). Regulating Imports With a Reciprocal Tariff To Rectify Trade Practices That Contribute to Large and Persistent Annual United States Goods Trade Deficits. Federal Register, 90(65), 15041–15087. Geraadpleegd op 7 april 2025.
Franssen, L., Lemmers, O., Prenen, L., & Wong, K. F. (2020). Het Verenigd Koninkrijk afhankelijker van Europese Unie dan eerder gedacht. Economische Statistische Berichten, 105(4786), 268–271.
Jaarsma, M., & Wong, K. F. (2017). Wat verdient Nederland aan de export naar het Verenigd Koninkrijk? In M. Jaarsma & R. Voncken (Reds.), Internationaliseringsmonitor 2017, eerste kwartaal: Verenigd Koninkrijk. Centraal Bureau voor de Statistiek.
Koopman, R., Wang, Z., & Wei, S. J. (2014). Tracing value-added and double counting in gross exports. American Economic Review, 104(2), 459–94.
Lemmers, O. (2013). Global value chains and the value added of trade. In M. Jaarsma (Red.), Internationalisation Monitor 2013. Centraal Bureau voor de Statistiek.
Lemmers, O., Rozendaal, L., van Berkel, F., & Voncken, R. (2014). Nederland en internationale waardeketens. Centraal Bureau voor de Statistiek.
Lemmers, O. (2015). Who needs MRIOs anyway? An alternative assignment of value added of trade. 17th Annual Conference of the ETGS. Parijs, Frankrijk: European Trade Study Group.
Lemmers, O., & Wong, K. F. (2019). Distinguishing Between Imports for Domestic Use and for Re-Exports: A Novel Method Illustrated for the Netherlands. National Institute Economic Review, 249(1), 59–67.
Mellens, M. C., Noordman, H. G., & Verbruggen, J. P. (2007). Wederuitvoer: internationale vergelijking en gevolgen voor prestatie-indicatoren. Centraal Planbureau.
Miller, R. E., & Blair, P. D. (2009). Input-Output Analysis: Foundations and Extensions. Cambridge University Press.
Notten, T., & Visser, C. (2024). De verwevenheid van Nederland met België in mondiale waardeketens. In S. Creemers & M. Weusten (Reds.), Internationaliseringsmonitor 2024, eerste editie: België. Centraal Bureau voor de Statistiek.
Prenen, L., Rooyakkers, J., & Notten, T. (2024). Nederlandse verdiensten aan de export. In S. Creemers, M. Houben-van Herten & R. Voncken (Reds.), Nederland Handelsland: Export, import & investeringen. Centraal Bureau voor de Statistiek.
Remond-Tiedrez, I., & Rueda-Cantuche, J. M. (2019). EU inter-country supply, use and input-output tables: Full international and global accounts for research in input-output analysis (FIGARO). Publications Office of the European Union.
Sachdeev, V., & Rao, A. (2025, 11 maart). What happened the last time Trump imposed tariffs on steel and aluminum. Reuters. Geraadpleegd op 2 april 2025.
Walker, A. N., Aerts, N., Kunkels, Y., Lemmers, O., van Leeuwen, E., & Wong, K. F. (2024). Comparing imports based on microdata with FIGARO. Centraal Bureau voor de Statistiek.
White House (2025a, 1 februari). Fact sheet: President Donald J. Trump imposes tariffs on imports from Canada, Mexico, and China. The White House. Geraadpleegd op 17 maart 2025.
White House (2025b, 3 februari). Progress on the Situation At Our Southern Border. The White House. Geraadpleegd op 17 maart 2025.
White House (2025c, 3 februari). Progress on the Situation At Our Northern Border. The White House. Geraadpleegd op 17 maart 2025.
White House (2025d, 3 maart). Fact Sheet: President Donald J. Trump Proceeds with Tariffs on Imports from Canada and Mexico. The White House. Geraadpleegd op 17 maart 2025.
White House (2025e, 6 maart). Fact Sheet: Fact Sheet: President Donald J. Trump Adjusts Tariffs on Canada and Mexico to Minimize Disruption to the Automotive Industry. The White House. Geraadpleegd op 17 maart 2025.
White House (2025f, 26 maart). Adjusting Imports Of Automobiles And Automobile Parts Into The United States. The White House. Geraadpleegd op 27 maart 2025.
White House (2025g, 9 april). Modifying Reciprocal Tariff Rates to Reflect Trading Partner Retaliation and Alignment. The White House. Geraadpleegd op 16 april 2025.
Wong, K.F. (2019). Het belang van de groothandel als poort naar de wereldmarkt. In M. Jaarsma & R. Voncken (Reds.), Internationaliseringsmonitor 2019, derde kwartaal: Groothandel. Centraal Bureau voor de Statistiek.
Wong, K. F., Jaarsma, M., & Voncken, R. (2019). Wat verdienen de Verenigde Staten en Nederland aan de wederzijdse export? In M. Jaarsma & S. Vos (Reds.), Internationaliseringsmonitor 2019, eerste kwartaal: Verenigde Staten. Centraal Bureau voor de Statistiek.
Noten
Exportverdiensten bestaan uit de bruto export minus het verbruik van geïmporteerde grondstoffen, halffabricaten en ondersteunende diensten.
Bruto export bestaat uit de totale waarde van alle goederen en diensten die een land uitvoert naar het buitenland, zonder aftrek van wat het zelf importeert.
Ten minste, omdat er ook bij directe export naar de VS sprake van kan zijn dat bedrijven in Nederland in internationale productieketens opereren. In dat geval zitten Nederland en de VS direct na elkaar in de keten.
Eurostat biedt twee verschillende versies van de FIGARO-tabellen aan. Eén versie, die de basis vormt voor het grootste deel van de analyse in dit hoofdstuk, richt zich op bedrijfstakken. De bedrijfstak-afbakening geeft aan wie een product of dienst verhandelt. De tweede versie van FIGARO maakt onderscheid tussen producten en biedt informatie over wat er wordt verhandeld.