Foto omschrijving: Het hoogspanningsstation van netbeheerder TenneT, voorziet 2/3 Brabant van stroom. Breed overzicht van de arbeidsmarkt op basis van CBS-data

Bijlage 4. Het ene uurloon is het andere niet

Het CBS publiceert in diverse statistieken en onderzoeken uitkomsten over uurlonen van werknemers. Uurlonen zijn er echter in allerlei varianten. Denk aan bruto of netto, inclusief of exclusief bijzondere beloningen en het gemiddelde of de mediaan. Afhankelijk van de precieze afleiding verschillen de uitkomsten. In deze bijlage worden tien verschillende uurlonen op een rij gezet. Al deze uitkomsten zijn gebaseerd op dezelfde bron: integrale gegevens over de lonen en arbeidsduur van alle werknemers uit de zogenoemde polisadministratie van het UWV (zie ook Bijlage 1). De uitkomsten hebben betrekking op 2016, het recentste jaar waarvoor alle uurloonvarianten berekend zijn.

1. Gemiddeld uurloon

De standaardresultaten over lonen van werknemers worden vanaf 2006 door het CBS gepubliceerd bij de Statistiek werkgelegenheid en lonen (SWL). Bij deze statistiek worden de gemiddelde bruto-uurlonen berekend volgens de standaardwerkwijze, namelijk door de som van de lonen te delen door de som van de bijbehorende arbeidsduur.

Het brutoloon is exclusief overwerkloon en bijzondere beloningen (zoals vakantiegeld en dertiende maand), maar inclusief de fiscale waarde van niet in geld uitgekeerde belaste vergoedingen.

De arbeidsduur betreft het aantal betaalde uren exclusief overwerkuren en verlofuren in verband met vakantie en algemeen erkende feestdagen. Adv-uren behoren niet tot de betaalde uren, dus vallen buiten de berekening. Voor voltijdwerknemers is dit een arbeidsduur van gemiddeld 1 778 uur per jaar, oftewel 34 uur per week.

2. Uurloon per week

Wat het CBS dus niet publiceert, is het loon gedeeld door de normale arbeidsduur in de desbetreffende week of maand: voor voltijdwerknemers is dat gemiddeld 39 uur per week. Als de lonen uit (1) gedeeld worden door het aantal betaalde uren (exclusief overwerkuren), komt het uurloon 12 procent lager uit dan bij (1). In het gemiddelde uurloon (1) worden immers de betaalde verlofuren niet meegeteld.

3. Gemiddeld uurloon inclusief bijzondere beloningen en overwerk

In plaats van het uurloon bij (1) kan het uitgangspunt ook zijn de brutolonen inclusief bijzondere beloningen en overwerkloon. In de arbeidsduur worden dan ook de overwerkuren betrokken. Dit uurloon komt 15 procent hoger uit dan bij (1).

4. Loon per gewerkt uur

Bij de Arbeidsrekeningen wordt gepubliceerd over lonen inclusief bijzondere beloningen en overwerkloon. Daar staat tegenover dat het doorbetaalde loon bij ziekte niet wordt meegerekend; op grond van Europese richtlijnen wordt dat bedrag overgeboekt naar de sociale premies ten laste van werkgevers. Deze som van de lonen wordt vervolgens gedeeld door de som aan gewerkte uren. Het aantal gewerkte uren per baan is iets lager dan bij (1) doordat ziekte-uren en andere niet daadwerkelijk gewerkte uren op de arbeidsduur in mindering worden gebracht, hoewel betaalde en onbetaalde overwerkuren worden meegerekend (zie ook ‘Wat zijn gewerkte uren’ in hoofdstuk 2).

Verder wordt bij deze uitkomsten een bijraming gemaakt voor enkele groepen werknemers die niet in de SWL voorkomen, zoals werknemers die zwart werken. Per saldo komt dit uurloon zo’n 20 procent hoger uit dan bij (1).

Naast het loon per gewerkt uur wordt bij Arbeidsrekeningen ook gepubliceerd over de beloning per gewerkt uur en de loonkosten per gewerkt uur.

5. Uurloon per baan

Bij de voorgaande uurlonen wordt het gemiddelde steeds berekend door de som van de lonen te delen door de som van de arbeidsduur. Een andere mogelijkheid is echter om eerst per baan een uurloon te berekenen, en uit die uurlonen een gemiddelde te berekenen waarbij elke baan even zwaar meetelt.

Deze berekeningswijze vereist dat gekozen wordt voor een peildatum in plaats van jaargemiddelden. Zo wordt bij de Monitor loonverschillen mannen en vrouwen uitgegaan van de banen van werknemers van 15 tot 65 jaar, woonachtig in Nederland, die op de laatste vrijdag van september bestaan. Voor elke baan wordt het uurloon berekend over de gehele periode binnen het verslagjaar dat de baan bestaan heeft. In het gemiddelde uurloon telt elke baan even zwaar. Hierdoor tellen voltijdbanen minder zwaar mee dan bij (1). Doordat in voltijdbanen de uurlonen gemiddeld hoger zijn dan bij deeltijdbanen, komt dit gemiddelde uurloon per baan iets lager uit dan bij (1).

Bij de monitor worden ook gecorrigeerde uurlonen berekend, door rekening te houden met man/vrouw-verschillen op kenmerken zoals leeftijd, opleiding, beroepsniveau en soort arbeidsrelatie. Hiertoe worden aan de banen uit de polisadministratie gegevens gekoppeld uit onder meer de Enquête beroepsbevolking.

6. Uurloon van werknemers

De Enquête beroepsbevolking (EBB) van het CBS is een enquête onder personen, waarbij tal van gegevens worden verzameld. Bij deze enquête wordt echter niet gevraagd naar het loon van de respondenten. Door gegevens uit de polisadministratie op individueel niveau te koppelen aan de EBB, is het mogelijk om de EBB-uitkomsten (zoals naar beroep of positie in de werkkring) te verrijken met loongegevens. Dat is bijvoorbeeld gedaan in Loonverschil tussen flexibele en vaste werknemers.

De uitkomsten van dat onderzoek betreffen alleen de personen die bij de EBB in de eerste werkkring als werknemer worden beschouwd. Bijbanen blijven dus buiten beschouwing. Daarnaast komt de populatie werknemers bij de EBB niet helemaal overeen bij die in de loonstatistieken; zo tellen directeuren-grootaandeelhouders bij de EBB in het algemeen niet als werknemers maar als zelfstandigen.

7. Mediaan uurloon

In een gemiddeld uurloon zoals bij (1) tellen extreem hoge waarden zwaar mee. Dat kan duidelijk gemaakt worden aan de hand van een voorbeeld. Stel dat negen werknemers elk 3 duizend euro per maand verdienen. Gemiddeld is dat 3 duizend euro per werknemer. Maar als er dan een werknemer bijkomt die 33 duizend euro per maand verdient, verdubbelt het gemiddelde maandloon: (9 x 3 000 euro + 1 x 33 000 euro) / 10 werknemers = 6 000 euro. Om minder last te hebben van dergelijk uitschieters, geven statistici vaak de voorkeur aan mediane uitkomsten boven gemiddelde uitkomsten. De mediaan is het middelste getal wanneer alle getallen van laag naar hoog worden gesorteerd. Dat betekent dat de mediaan in dit voorbeeld in beide situaties 3 000 euro is.

Terwijl op basis van het gemiddelde uurloon bij (1) vrouwen in 2016 gemiddeld 15,5 procent minder verdienen dan mannen, is dat op basis van de mediane uurlonen 7,5 procent. De verhouding tussen vrouwen en mannen is minder ongelijk, omdat in de mediane uurlonen de hoger betaalde banen een minder grote invloed hebben. In die hoger betaalde banen zijn mannen oververtegenwoordigd. Bijna een kwart van de totale loonsom (exclusief bijzondere beloningen en overwerkloon) van mannen wordt verdiend in banen die betaald worden tegen minstens 40 euro per uur; bij vrouwen gaat bijna een tiende van de loonsom naar hoogbetaalde banen. Dit verklaart ruim de helft van het verschil in gemiddelde uurlonen van vrouwen ten opzichte van mannen.

Frequentieverdeling uurlonen (variant 1), 2016 (mln uur)
euro Mannen Vrouwen
0 22 5
15 12
33 43
24 24
29 25
5 43 34
50 38
48 36
49 37
62 45
10 131 97
236 199
230 203
253 226
259 210
15 270 190
326 189
292 187
282 203
268 231
20 253 216
239 193
222 181
210 157
206 132
25 177 136
166 114
147 92
144 94
128 70
30 109 51
97 43
104 46
94 40
79 28
35 66 23
64 22
62 23
58 21
56 17
40 42 12
39 11
39 12
34 10
31 9
45 30 9
27 7
26 7
21 5
20 5

8. Modaal uurloon

Het mediane uurloon moet niet verward worden met het modale uurloon. Het modale uurloon is het uurloon dat het vaakst voorkomt. Het antwoord op de vraag welk uurloon het meest voorkomt, hangt af van de afronding van de uurlonen. Als gekeken wordt naar uurlonen die op centen zijn afgerond, werden de meeste arbeidsuren in 2016 betaald tegen 23,81 euro. Maar als de uurlonen op gehele euro’s worden afgerond, was het modale uurloon 16 euro. Soms geldt dat meerdere uurlonen bijna even vaak voorkomen. Dat maakt deze maatstaf minder geschikt.

9. Gemiddeld netto-uurloon

In plaats van brutolonen, kan ook naar nettolonen worden gekeken. Nettolonen kunnen berekend worden als fiscaal loon -/- ingehouden loonbelasting/premie volksverzekeringen -/- ingehouden bijdrage Zorgverzekeringswet. Het fiscaal loon omvat ook de bijzondere beloningen en het overwerk. De werknemerspremies pensioen zijn al op het loon in mindering gebracht.

Het gemiddelde netto-uurloon is 22 procent lager dan het gemiddelde uurloon (1). Dat percentage verschilt echter voor mannen en vrouwen, zodat de verhouding tussen de gemiddelde netto-uurlonen van mannen en vrouwen minder scheef is dan bij (1).

10. Mediaan netto-uurloon

Zoals bij (7) de mediaan wordt genomen van het bruto-uurloon uit (1), kan tot slot ook de mediaan worden bepaald voor het netto-uurloon uit (9). Op basis van deze maatstaf komt het uurloon van vrouwen hoger uit dan dat van mannen: in 50 procent van de arbeidsuren van mannen wordt gewerkt tegen een netto-uurloon van hoogstens 15,76 euro, terwijl in 50 procent van de arbeidsduren van vrouwen gewerkt wordt tegen een netto-uurloon van minstens 16,03 euro.

Conclusie: de keuze voor de methode heeft substantiële gevolgen voor de uitkomsten.

Uurlonen, 2016

  Totaal Mannen Vrouwen Vrouwen t.o.v. mannen
euro %
1. Gemiddeld uurloon 22,13 23,58 19,92 84,5
2. Uurloon per week 19,41 20,73 17,42 84,0
3. Gemiddeld uurloon incl. bijz. beloningen/overwerk 25,49 27,23 22,81 83,7
4. Loon per gewerkt uur 26,51 . . .
5. Uurloon per baan 21,60 22,50 18,85 83,8
6. Uurloon van werknemer 21,16 22,85 19,34 84,6
7. Mediaan uurloon 19,47 20,20 18,68 92,5
8. Modaal uurloon 16,00 16,00 19,00 118,8
9. Gemiddeld netto-uurloon 17,32 17,87 16,46 92,2
10. Mediaan netto-uurloon 15,87 15,76 16,03 101,7

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
Nihil
(Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2019–2020 2019 tot en met 2020
2019/2020 Het gemiddelde over de jaren 2019 tot en met 2020
2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2019 en eindigend in 2020
2017/’18–2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2017/’18 tot en met 2019/’20

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Samenstelling

Han van den Berg

Linda Fernandez Beiro

Willem Gielen

Redactie

Kees Groenenboom