Asielaanvraag en opvang
Dit hoofdstuk beschrijft de instroom van asielzoekers in de periode 2014 tot en met de eerste helft van 2024. Hierin komen de omvang en de samenstelling van de groep, de verblijfssituatie, het verkrijgen van een verblijfsvergunning en vertrekprocedures aan de orde. Er is een uitsplitsing gemaakt naar nationaliteitnoot1, leeftijdsgroepen en gezinsvorming. De laatste paragrafen gaan in op specifieke groepen, de alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) en de hervestigers.
2.1Instroom
Hoge jaarlijkse instroom COA-opvang sinds 2021
In de eerste helft van 2024 stroomden 4 duizend meer asielzoekers in bij het COA dan in dezelfde periode in 2023. In de eerste helft van 2024 ging het om 24 duizend asielzoekers, in de eerste helft van 2023 waren dit er 20 duizend. In heel 2023 stroomden 50 duizend asielzoekers in. Dat zijn er meer dan eerdere jaren, met uitzondering van 2015 toen 54 duizend asielzoekers instroomden. De stijging in 2023 volgt de toename van asielzoekers in 2021 en 2022, na een lagere instroom in 2020 van 22 duizend asielzoekers. Ook nareizende familieleden die zijn ingestroomd via COA-opvang worden meegeteld. De afname in vooral de eerste helft van 2020 kwam door de coronacrisis. In veel landen, inclusief Nederland, werden grensmaatregelen ingevoerd, en asielprocedures en rechterlijke uitspraken konden niet doorgaan. Asielzoekers werden in andere opvanglocaties geplaatst dan bij het COA. In Ter Apel lag de identificatie en registratie tijdelijk stil en konden asielaanvragen niet worden ingediend. Vanaf eind april 2020 werden veel tijdelijke maatregelen langzaam aan weer versoepeldnoot2noot3 waardoor de instroom in de COA-opvang weer steeg.
| instroomcohort | Syrië | Irak | Afghanistan | Eritrea | Iran | Turkije | Jemen | Somalië | Overig/onbekend |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Eerste helft 2024 | 11085 | 2295 | 335 | 880 | 450 | 1130 | 1250 | 775 | 5920 |
| 2023 | 21970 | 1925 | 1005 | 2800 | 1190 | 3985 | 2820 | 2000 | 12470 |
| 2022 | 23800 | 915 | 2950 | 2455 | 930 | 3805 | 2915 | 1685 | 9870 |
| 2021 | 15460 | 1100 | 3285 | 2005 | 380 | 3090 | 1815 | 1050 | 6525 |
| 2020 | 7585 | 765 | 610 | 2485 | 465 | 1420 | 1020 | 305 | 7540 |
| 2019 | 7005 | 800 | 670 | 3290 | 1660 | 1330 | 860 | 330 | 13910 |
| 2018 | 7240 | 1115 | 770 | 4755 | 2040 | 1365 | 670 | 385 | 11870 |
| 2017 | 17960 | 1540 | 490 | 4805 | 870 | 515 | 225 | 275 | 9400 |
| 2016 | 12780 | 1210 | 1135 | 2990 | 955 | 310 | 65 | 395 | 11495 |
| 2015 | 29685 | 3350 | 2690 | 7895 | 2025 | 65 | 70 | 660 | 7845 |
| 2014 | 13260 | 1080 | 615 | 3955 | 550 | 50 | 50 | 1295 | 5925 |
2.2Nationaliteiten
Meer asielzoekers uit Irak
In alle jaren zijn Syriërs duidelijk de grootste groep onder asielzoekers die instroomden bij de asielopvang van het COA. Van de ingestroomde asielzoekers in 2023 had 44 procent de Syrische nationaliteit. In de eerste helft van 2024 bleef dat bijna gelijk (46 procent). Tot en met 2020 was de op één na grootste groep asielzoekers die met de Eritrese nationaliteit. In 2021 was dat die met de Afghaanse nationaliteit, en in 2022 en 2023 die met de Turkse nationaliteit. In de eerste helft van 2024 waren asielzoekers met de Iraakse nationaliteit de op één na grootste groep. Sinds 2018 stond deze groep niet meer in de top vijf van aantallen nationaliteiten van ingestroomde asielzoekers (zie tabel 2.2.1). De mensenrechten in Irak gingen in 2024 verder achteruit. Zo nam het Iraakse parlement begin 2024 een amendement aan dat homoseksualiteit en transseksualiteit strafbaar stelt, met een gevangenisstraf van minimaal tien jaar. In deze periode zijn er ook verschillende mensen in Irak vermoord. Hierdoor moesten veel mensen uit Irak vluchten.noot4
Vanaf 2020 verschijnen er Jemenieten in de top vijf van aantallen nationaliteiten. Dat er meer Jemenieten naar Nederland kwamen, komt waarschijnlijk door de ernstig verslechterde humanitaire situatie in hun land door het voortdurende conflict tussen het leger van de officiële regering van Hadi en de Houthi’s.noot5 Dit lijkt geen tijdelijke ontwikkeling, want in de eerste helft van 2024 staat Jemen op de derde plek wat betreft instroom in de COA-opvang. De redenen voor toenamen van asielverzoeken verschillen per land. Dit kan te maken hebben met, bijvoorbeeld, een verslechterde veiligheid, een onzekere politieke situatie, een slechte economie of veranderingen zoals de invoering van de dienstplicht.
| 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | Eerste helft 2024 | ||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 1 | Syrië | 13 260 | Syrië | 29 685 | Syrië | 12 780 | Syrië | 17 960 | Syrië | 7 240 | Syrië | 7 005 | Syrië | 7 585 | Syrië | 15 460 | Syrië | 23 800 | Syrië | 21 970 | Syrië | 11 085 |
| 2 | Eritrea | 3 955 | Eritrea | 7 895 | Eritrea | 2 990 | Eritrea | 4 805 | Eritrea | 4 755 | Eritrea | 3 290 | Eritrea | 2 485 | Afghanistan | 3 285 | Turkije | 3 805 | Turkije | 3 985 | Irak | 2 295 |
| 3 | Somalië | 1 295 | Irak | 3 350 | Albanië | 1 655 | Irak | 1 540 | Iran | 2 040 | Nigeria | 2 225 | Turkije | 1 420 | Turkije | 3 090 | Afghanistan | 2 950 | Jemen | 2 820 | Jemen | 1 250 |
| 4 | Irak | 1 080 | Afghanistan | 2 690 | Marokko | 1 265 | Marokko | 940 | Turkije | 1 365 | Iran | 1 660 | Algerije | 1 120 | Eritrea | 2 005 | Jemen | 2 915 | Eritrea | 2 800 | Turkije | 1 130 |
| 5 | Afghanistan | 615 | Iran | 2 025 | Joegoslavië | 1 230 | Iran | 870 | Algerije | 1 240 | Turkije | 1 330 | Jemen | 1 020 | Jemen | 1 815 | Eritrea | 2 455 | Somalië | 2 000 | Eritrea | 880 |
Bron:CBS.
2.3Leeftijd en geslacht
In verhouding veel jonge mannen
De meeste asielzoekers zijn jong. Ruim driekwart van de asielzoekers is jonger dan 35 jaar (en dit geldt voor alle jaren). Ongeveer de helft van alle asielzoekers uit 2014 en 2015 is op het moment van aankomst in Nederland jonger dan 25 jaar. Van de asielzoekers uit 2016 en 2017 is dat bijna 60 procent. Van 2018 tot en met de eerste helft van 2024 is dat weer ongeveer de helft. Ter vergelijking: van de Nederlandse bevolking op 1 januari 2024 is 27 procent jonger dan 25 jaar en 41 procent jonger dan 35 jaar. Het percentage mannen onder asielzoekers was 68 procent in 2014, daalde naar 56 procent in 2017, en is sindsdien weer gestegen naar 66 procent in de eerste helft van 2024.
Uit Syrië en Eritrea kwamen in 2014 en 2015 vooral mannen bij COA-opvang binnen. In die jaren was ruim twee derde van alle Syrische asielzoekers man. Vooral in 2016 en 2017 is het percentage vrouwen en jonge kinderen wat hoger dan in de andere jaren. Dit komt vooral doordat er die jaren in verhouding veel nareizigers uit Syrië waren. Deze groep nareizigers bestaat voor een groter deel uit vrouwen en kinderen dan de groep personen die in Nederland een initiële asielaanvraag doet (de referenten). De asielverzoeken in 2014 kwamen vooral van jongvolwassen mannen en die in 2017 vooral van vrouwen en kinderen (nareizigers). In de eerste helft van 2024 was het percentage mannen onder de Syrische asielaanvragen 65 waaronder in verhouding een grote groep 15- tot 20‑jarigen. In deze periode is het percentage mannen onder de Eritrese asielzoekers 69, waaronder ook een grote groep tussen 15 en 20 jaar oud.
| Leeftijdsgroep | Mannen 2014, Totaal | Vrouwen 2014, Totaal | Mannen 2017, Totaal | Vrouwen 2017, Totaal | Mannen eerste helft 2024, Totaal | Vrouwen eerste helft 2024, Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 80 jaar en ouder | . | 0,1 | 0,0 | 0,0 | . | . |
| 75 tot 80 jaar | -0,1 | 0,1 | 0,0 | 0,1 | 0,0 | 0,0 |
| 70 tot 75 jaar | -0,1 | 0,1 | -0,1 | 0,1 | -0,1 | 0,1 |
| 65 tot 70 jaar | -0,3 | 0,2 | -0,2 | 0,2 | -0,2 | 0,2 |
| 60 tot 65 jaar | -0,4 | 0,3 | -0,5 | 0,3 | -0,5 | 0,4 |
| 55 tot 60 jaar | -0,8 | 0,5 | -0,9 | 0,7 | -1,1 | 0,5 |
| 50 tot 55 jaar | -1,5 | 0,7 | -1,6 | 1,4 | -1,9 | 1,0 |
| 45 tot 50 jaar | -2,8 | 1,1 | -2,1 | 1,7 | -2,9 | 1,4 |
| 40 tot 45 jaar | -4,5 | 1,6 | -2,5 | 2,6 | -3,5 | 2,3 |
| 35 tot 40 jaar | -6,6 | 2,3 | -3,3 | 3,3 | -4,6 | 2,7 |
| 30 tot 35 jaar | -9,0 | 3,4 | -5,0 | 4,1 | -6,6 | 3,0 |
| 25 tot 30 jaar | -11,5 | 4,1 | -6,6 | 4,5 | -10,0 | 3,5 |
| 20 tot 25 jaar | -10,4 | 3,8 | -7,1 | 4,6 | -10,7 | 3,7 |
| 15 tot 20 jaar | -7,7 | 3,0 | -8,1 | 4,3 | -12,0 | 4,0 |
| 10 tot 15 jaar | -3,5 | 2,8 | -5,4 | 4,8 | -4,5 | 3,6 |
| 5 tot 10 jaar | -3,8 | 3,7 | -6,2 | 5,7 | -4,0 | 3,8 |
| 0 tot 5 jaar | -4,6 | 4,5 | -6,0 | 5,7 | -3,6 | 3,2 |
| * Deze figuur bevat een selectieknop voor nationaliteit. Niet alle gegevens zijn zichtbaar per nationaliteit vanwege onderdrukking van cijfers. | ||||||
2.4Huishoudenssamenstelling
Meer alleenstaande asielzoekers, minder asielzoekers in gezinsverband
Bijna de helft van alle asielzoekers die in 2014 en 2015 in Nederland aankwamen, kwam als alleenstaande asielzoeker bij het COA binnen. In 2016 en 2017 daalde dit naar 35 en 31 procent. Daarna nam het percentage alleenstaande asielzoekers weer toe en schommelt sinds 2019 tussen 44 en 51 procent.
In 2014 werden 13 duizend alleenstaande asielzoekers opgevangen. Dit aantal was bijna twee keer zoveel in 2015, toen bijna 25 duizend alleenstaande asielzoekers werden opgevangen. In de jaren 2016 tot en met 2021 schommelde het aantal tussen de 11 en 15 duizend, vergelijkbaar met het niveau van 2014. In 2022 lag het aantal met ruim 23 duizend alleenstaande asielzoekers weer hoger dan in de jaren daarvoor, en in 2023 bereikte het met ruim 25 duizend het hoogste niveau sinds 2015. In de eerste helft van 2024 werden er 11 duizend alleenstaande asielzoekers opgevangen. Van alle alleenstaande asielzoekers over de jaren heen is ongeveer 11 procent minderjarig. Alleenstaand betekent hier trouwens dat deze asielzoekers als alleenstaande zijn opgevangen. Het is goed mogelijk dat (een deel van) deze asielzoekers wel een partner of gezin (tijdelijk) hebben achtergelaten en dat zij later herenigd zijn.
Een deel van de asielzoekers kwam in gezinsverband (als kind, partner, of ouder in een gezin met kinderen). In 2014 was dat 38 procent. Dit percentage liep op naar 59 procent in 2017. Dit daalde daarna weer naar 42 procent in 2022 en 38 procent in 2023. In de eerste zes maanden van 2024 steeg dit weer iets naar 40 procent. Het kan hierbij gaan om asielzoekers die met hun gezin in Nederland arriveren, maar ook om nareizigers die zich in de asielopvang bij hun familieleden voegen. Vooral asielzoekers met een Eritrese nationaliteitnoot6 kwamen tot 2020 steeds vaker dan daarvoor in gezinsverband naar Nederland (71 procent in 2020, vergeleken met 11 procent in 2014). Daarna nam dat percentage weer af tot 17 procent in 2023. In de eerste helft van 2024 ging het om 18 procent. Met name het percentage kinderen binnen Eritrese gezinnen steeg tussen 2014 en 2020 sterk – van 7 tot 51 procent – en daalde in de jaren daarna tot 12 procent in de eerste helft van 2024. Er zijn maar weinig asielzoekers die met partner maar zonder maar kinderen in Nederland aankomen. In de eerste helft van 2024 ging het om 3 procent van de asielaanvragen. Ter vergelijking: van de Nederlandse bevolking leeft op 1 januari 2024 26 procent met partner zonder kinderen.
Er zijn verschillen tussen mannen en vrouwen in plaats in huishouden op het moment van instroom, deze verschillen zijn in het dashboard in te zien. Deze verschillen zijn vergelijkbaar voor alle cohorten. In de eerste helft van 2024 zijn vrouwen vaker partner in paar met kinderen (12 tegen 5 procent), ouder in eenouderhuishouden (16 tegen 1 procent) en kind in een gezin met ouder(s) (38 tegen 21 procent) vergeleken met mannen. Mannen zijn vaker alleenstaand vergeleken met vrouwen (61 procent tegen 20 procent).
* Deze figuur bevat een selectieknop voor nationaliteit. Niet alle gegevens zijn zichtbaar per nationaliteit vanwege onderdrukking van cijfers.
** Vanwege kleine aantallen geven de gegevens voor Turkije en Jemen in 2014 een vertekenend beeld. Deze zijn daarom weggelaten. In het dashboard zijn deze cijfers wel beschikbaar.
| Jaar van instroom in COA-opvang | Alleenstaand en meerderjarig, Totaal | Alleenstaand en minderjarig, Totaal | Kind in een gezin met ouder(s), Totaal | Partner in paar met kinderen, Totaal | Partner in paar zonder kinderen, Totaal | Ouder in eenoudergezin, Totaal | Overig lid gezin, Totaal | Onbekend, Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2014 | 12150 | 930 | 6535 | 2315 | 870 | 1365 | 1760 | 860 |
| 2017 | 10015 | 1145 | 13955 | 4160 | 1035 | 3290 | 925 | 1545 |
| Eerste helft 2024 | 9995 | 1385 | 6390 | 1845 | 795 | 1400 | 1405 | 910 |
2.5Verblijfssituatienoot7
Minder asielzoekers met verblijfsvergunning na een jaar in Nederland
Van alle asielzoekers die tussen 2014 en 2022 in de asielopvang van het COA zijn ingestroomdnoot8, heeft gemiddeld 76 procent na twaalf maanden een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.noot9 Voor de groep die in 2022 asiel aanvroeg was dit 57 procent, een daling vergeleken met de eerdere cohorten (met uitzondering van het instroomcohort van 2019, waar het na twaalf maanden 52 procent was, mogelijk door de eerste golf van de COVID-pandemie in 2020).noot10 Het percentage asielzoekers met een verblijfsvergunning verschilt per nationaliteit.noot11 Voor recentere cohorten is nog geen volledig beeld van de situatie na twaalf maanden. Het hoogste percentage van asielzoekers die na twaalf maanden een verblijfsvergunning kregen was ruim 88 procent voor Syriërs en daarna 87 procent voor Eritreeërs. Het laagste percentage was bij Iraanse asielzoekers (39 procent). De politieke situatie in de landen van herkomst beïnvloedt mogelijk beslissingen over welke nationaliteiten vaker in aanmerking komen voor een asielvergunning en leidt tot schommelingen in deze percentages voor verschillende cohorten. De onzekere situatie in Afghanistan – na de machtsovername door de Taliban in augustus 2021 – zorgde ervoor dat de situatie in het land te onzeker was om aanvragen goed te kunnen afwegen.noot12 Het percentage Afghaanse asielzoekers dat na twaalf maanden een verblijfsvergunning kreeg was nog nooit zo hoog als voor de instroomcohorten van 2021 (92 procent) en 2022 (82 procent).
Afghanen uit instroomcohort 2022 na een jaar vaker een eigen adres dan andere nationaliteiten
Van alle asielzoekers die tussen 2014 en 2022 in de asielopvang van het COA instoomden, was gemiddeld bijna 44 procent na twaalf maanden uitgestroomd uit COA en zelfstandig ingeschreven op een adres in een gemeente. In het kort noemen we dit een eigen adres. Voor het instroomcohort van 2019 was dat met 28 procent het laagst en voor instroomcohort 2017 het hoogst met 51 procent. Eritreeërs en Syriërs hadden na twaalf maanden het vaakst een eigen adres (66 en 64 procent) en Iraniërs het minst vaak (22 procent). Grote verschillen in het aandeel asielzoekers per nationaliteit zijn ook te zien per cohort. Zo had van de in 2022 ingestroomde Somaliërs 14 procent na een jaar een eigen adres, en was dit bij Afghaanse asielzoekers 61 procent. Ter vergelijking: van de in 2014 ingestroomde Somaliërs had ongeveer 74 procent een eigen adres na twaalf maanden, bij Afghanen was dit 42 procent. Wanneer asielzoekers geen eigen adres hebben een jaar na instroom, verbleven zij vaak nog in COA of waren zij vertrokken (of tijdelijk geen adres).
* Deze figuur bevat een selectieknop voor nationaliteit. Niet alle gegevens zijn zichtbaar per nationaliteit vanwege onderdrukking van cijfers.
| Jaar van instroom in COA-opvang | Zelfstandig in gemeente, Totaal | In COA met verblijfsvergunning, Totaal | In COA zonder verblijfsvergunning, Totaal | Vertrokken (of tijdelijk geen adres), Totaal | Overleden, Totaal | Overig¹⁾ met verblijfsvergunning, Totaal | Overig¹⁾ zonder verblijfsvergunning, Totaal |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2014 | 14190 | 5870 | 2395 | 4160 | 10 | 70 | 95 |
| 2015 | 27490 | 10395 | 6515 | 8750 | 15 | 1035 | 80 |
| 2016 | 15540 | 1175 | 3315 | 11210 | 15 | 25 | 60 |
| 2017 | 22285 | 2040 | 2560 | 9055 | 15 | 50 | 70 |
| 2018 | 11740 | 2175 | 6235 | 9980 | 15 | 35 | 35 |
| 2019 | 7525 | 2420 | 9100 | 10735 | 15 | 20 | 45 |
| 2020 | 7835 | 3095 | 3625 | 7540 | . | 40 | 45 |
| 2021 | 15590 | 8140 | 5920 | 4685 | . | 325 | 40 |
| 2022 | 17165 | 7385 | 18350 | 6075 | 15 | 220 | 120 |
| ¹⁾ Administratief geplaatst of logeer- of hotel- en accomodatieregeling | |||||||
COA-opvanglocaties
In de eerste maand na instroom woonde meer dan de helft van de asielzoekers die in 2023 bij COA instroomden in een reguliere opvang (57 procent). In de meeste gevallen was dat een centrale ontvangstlocatie (COL), waar de asielzoeker wordt geïdentificeerd, geregistreerd en gescreend op tbc. Ruim 30 procent woonde in een noodopvang en 5 procent in een crisisnoodopvang. Dit is meer dan bij het cohort 2022 (zie de rapportage van vorig jaar)noot13; toen was het in totaal (noodopvang en crisisnoodopvang samen) 28 procent. Noodopvanglocaties zijn tijdelijke opvanglocaties van COA waar het niveau van kwaliteit en voorzieningen vaak minder zijn. Het gaat bijvoorbeeld om evenementenhallen, leegstaande kantoren, recreatiewoningen, schepen of tijdelijke paviljoens. Crisisnoodopvang zijn locaties die gemeentes of provincies regelen bij een ramp of crisis.noot14 Drie maanden na instroom in COA is het percentage asielzoekers in de reguliere opvang gedaald naar 44 procent. Het aandeel asielzoekers in de noodopvang is gestegen naar 44 procent en het aandeel asielzoekers in de crisisnoodopvang is gestegen naar 10 procent. Na zes maanden blijft deze verdeling ongeveer hetzelfde.
| Aantal maanden na instroom in COA-opvang | Regulier | Noodopvang | Crisisnoodopvang | Onbekend |
|---|---|---|---|---|
| 1 | 57,5 | 30,2 | 5,2 | 7,1 |
| 3 | 44,0 | 44,1 | 10,4 | 1,5 |
| 6 | 44,5 | 44,0 | 10,0 | 1,5 |
Aantal verhuizingen in COA-opvang neemt voor recente cohorten iets af
Gemiddeld verhuisdennoot15 asielzoekers 1,5 keer na een jaar na instroom in een opvanglocatie.noot16 Asielzoekers uit instroomcohort 2019 verhuisden een jaar na instroom minder vaak dan andere instroomcohorten, namelijk 0,8 keer. Ook twee jaar na instroom is het gemiddeld aantal verhuizingen van dit cohort lager dan in andere cohorten. Gemiddeld verhuisden asielzoekers uit dit cohort 1,3 keer, terwijl het gemiddelde aantal verhuizingen van alle cohorten op 2,1 ligt. Vanaf 2020 stijgt het aantal verhuizingen na twee jaar na instroom. Dit komt mogelijk door meer (gebruik van) tijdelijke noodopvanglocatiesnoot17 (JenV, 2023). Omdat deze locaties maar tijdelijk beschikbaar zijn, kan dit gezorgd hebben voor meer verhuizingen. Personen uit instroomcohort 2023 en 2024 verhuisden gemiddeld iets minder vaak binnen drie maanden na instroom dan de cohorten 2021 en 2022.
| Jaar van instroom in COA-opvang | 3 | 12 | 24 | 36 | 48 | 60 | 72 | 84 | 96 | 108 |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2014 | 0,83 | 1,80 | 1,70 | 2,05 | 2,28 | 2,62 | 3,28 | 3,77 | 4,33 | 5,09 |
| 2015 | 0,53 | 2,07 | 2,70 | 3,11 | 3,51 | 4,03 | 4,27 | 5,03 | 5,76 | 4,97 |
| 2016 | 0,43 | 1,78 | 2,33 | 2,58 | 2,92 | 3,27 | 3,95 | 4,85 | 5,92 | . |
| 2017 | 0,38 | 1,13 | 1,70 | 2,09 | 2,51 | 3,24 | 4,09 | 4,56 | . | . |
| 2018 | 0,40 | 1,56 | 2,04 | 2,41 | 3,17 | 4,01 | 4,43 | . | . | . |
| 2019 | 0,28 | 0,78 | 1,33 | 2,15 | 3,15 | 3,63 | . | . | . | . |
| 2020 | 0,39 | 1,06 | 1,90 | 3,14 | 3,34 | . | . | . | . | . |
| 2021 | 0,64 | 1,67 | 2,55 | 2,91 | . | . | . | . | . | . |
| 2022 | 0,74 | 1,87 | 2,64 | . | . | . | . | . | . | . |
| 2023 | 0,57 | 1,16 | . | . | . | . | . | . | . | . |
| Eerste helft 2024 | 0,56 | . | . | . | . | . | . | . | . | . |
Verschillen tussen nationaliteiten in toewijzen verblijfsvergunning
Bijna alle Syriërs (99 procent) en Eritreeërs (98 procent) van het instroomcohort 2014, die nog in Nederland waren, kregen binnen anderhalf jaar na instroom een verblijfsvergunning. Ter vergelijking: ongeveer 66 procent van de asielzoekers uit Irak en 77 procent van de asielzoekers uit Afghanistan kreeg een vergunning na dezelfde tijd. Na 108 maanden (negen jaar) waren er in totaal nog 140 asielzoekers in de opvang zonder een verblijfsvergunning. Dit betekent niet dat de IND de aanvraag nog in behandeling heeft voor al deze mensen. Na een afwijzing blijven sommigen in de opvang wachten op hun vertrek of wachten op een uitspraak op beroep. Ook kunnen mensen na een afwijzing opnieuw een asielaanvraag indienen (tweede of volgende aanvraag), bijvoorbeeld wanneer er iets is veranderd in hun situatie, of omdat er nieuwe informatie is over het land van herkomst.
* Niet alle gegevens zijn zichtbaar per nationaliteit vanwege onderdrukking van cijfers.
** Vanwege kleine aantallen geven de gegevens voor Turkije en Jemen een vertekenend beeld. Deze zijn daarom weggelaten. In het dashboard zijn deze cijfers wel beschikbaar.
| Aantal maanden na instroom in COA-opvang | Syrië | Irak | Afghanistan | Eritrea | Iran | Turkije** | Jemen** | Somalië | Overig/onbekend |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 3 | 52,5 | 67,3 | 67,0 | 88,5 | 76,2 | . | . | 21,5 | 86,0 |
| 6 | 8,3 | 54,0 | 49,1 | 17,1 | 54,4 | . | . | 13,9 | 68,8 |
| 12 | 1,6 | 40,8 | 31,7 | 3,2 | 25,6 | . | . | 6,8 | 44,1 |
| 18 | 0,6 | 34,0 | 22,7 | 2,0 | 16,7 | . | . | 5,9 | 32,9 |
| 24 | 0,2 | 21,6 | 18,8 | 1,3 | 12,3 | . | . | 5,2 | 24,5 |
| 30 | 0,1 | 16,7 | 14,0 | 1,1 | 9,6 | . | . | 3,5 | 20,5 |
| 36 | 0,1 | 11,6 | 9,9 | 0,9 | 9,6 | . | . | 3,1 | 16,0 |
| 42 | 0,1 | 8,3 | 7,8 | 0,8 | 4,8 | . | . | 1,8 | 13,8 |
| 48 | 0,1 | 9,0 | 5,6 | 0,9 | 3,6 | . | . | 1,3 | 13,3 |
| 54 | 0,1 | 6,9 | 4,5 | 0,9 | 3,6 | . | . | 1,3 | 11,9 |
| 60 | 0,1 | 5,6 | 4,4 | 0,8 | 2,4 | . | . | 0,9 | 10,8 |
| 66 | 0,1 | 4,2 | 4,5 | 0,7 | . | . | . | 0,9 | 9,4 |
| 72 | 0,1 | 2,8 | 3,4 | 0,7 | . | . | . | . | 7,8 |
| 78 | 0,1 | 2,1 | 3,4 | 0,7 | . | . | . | . | 6,1 |
| 84 | 0,1 | 2,2 | 3,5 | 0,7 | . | . | . | . | 5,8 |
| 90 | 0,1 | 3,6 | 3,6 | 0,7 | . | . | . | . | 5,7 |
| 96 | 0,1 | 2,2 | 3,5 | 0,6 | . | . | . | . | 4,5 |
| 102 | 0,1 | 2,2 | 2,4 | 0,6 | . | . | . | . | 3,3 |
| 108 | 0,1 | 2,2 | 2,4 | 0,6 | . | . | . | . | 3,1 |
| 114 | . | 1,5 | . | 0,4 | . | . | . | . | 2,8 |
Meeste asielzoekers vertrokken zelfstandig uit Nederland (met onbekende bestemming)
Een deel van de asielzoekers die naar Nederland komen vertrekt na een tijd weer. Bij dit vertrek kunnen asielzoekers hulp krijgen van de Nederlandse overheid, zoals van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), of van een andere organisatie.noot18 Van de 26 790 asielzoekers die in 2014 naar Nederland kwamen, zijn er 9,5 jaar na instroom in COA 5 980 personen (22 procent) vertrokken of hebben tijdelijk geen adres. Dit is ruim een-vijfde van het oorspronkelijke cohort. Als asielzoekers dat vrijwillig doen wordt dat zelfstandig vertrek genoemd. Dit is het geval bij 3 860 asielzoekers. Een deel van de asielzoekers die zelfstandig vertrekken, vertrekt zonder toezicht. Dit wordt zelfstandig vertrek met onbekende bestemming genoemdnoot19, en gold voor 2 075 van deze asielzoekers na 9,5 jaar. Als een asielzoeker niet wil vertrekken en geen hulp aanvaardt, gaat DT&V over tot gedwongen vertrek. Na 9,5 jaar ging dat om 360 personen.
Van de in totaal 2 145 vertrokken asielzoekers met een vertrekprocedure met bekende bestemming (zelfstandig of gedwongen vertrek), vertrok 62 procent naar het land van herkomst. Nog eens 30 procent vertrok naar een ander Europees land en 8 procent vertrok naar een overige bestemming. Tot slot is er nog een groep van 1 760 asielzoekers die niet bij COA verblijven en niet ingeschreven staan in een gemeente. Van deze groep is niet bekend waar zij verblijven en of ze vertrokken zijn. Een asielzoeker kan meerdere vertrekprocedures hebben. In dat geval is gekeken naar de laatste procedure.
| Aantal maanden na instroom in COA-opvang | Zelfstandig vertrek met bekende bestemming | Zelfstandig vertrek met onbekende bestemming | Gedwongen vertrek met bekende bestemming | Overig vertrokken of tijdelijk geen adres | Overleden |
|---|---|---|---|---|---|
| 1 | . | . | . | 85 | . |
| 3 | 145 | 340 | 15 | 680 | . |
| 6 | 1040 | 1215 | 110 | 770 | . |
| 12 | 1440 | 1640 | 265 | 815 | 10 |
| 18 | 1545 | 1815 | 280 | 885 | 25 |
| 24 | 1615 | 1895 | 305 | 950 | 35 |
| 30 | 1650 | 1955 | 325 | 990 | 45 |
| 36 | 1695 | 2025 | 350 | 1030 | 60 |
| 42 | 1720 | 2080 | 350 | 1075 | 70 |
| 48 | 1725 | 2070 | 350 | 1120 | 80 |
| 54 | 1730 | 2055 | 350 | 1150 | 85 |
| 60 | 1740 | 2055 | 360 | 1170 | 95 |
| 66 | 1750 | 2030 | 365 | 1235 | 100 |
| 72 | 1760 | 2045 | 365 | 1280 | 105 |
| 78 | 1760 | 2060 | 370 | 1350 | 115 |
| 84 | 1765 | 2095 | 370 | 1415 | 130 |
| 90 | 1775 | 2085 | 370 | 1490 | 145 |
| 96 | 1770 | 2085 | 365 | 1560 | 155 |
| 102 | 1770 | 2080 | 365 | 1660 | 175 |
| 108 | 1780 | 2075 | 365 | 1715 | 195 |
| 114 | 1785 | 2075 | 360 | 1760 | 205 |
| * Er is gekeken naar meest recente vertrekprocedure. | |||||
| ** Niet alle gegevens per categorie zijn zichtbaar vanwege onderdrukking van cijfers. | |||||
2.6Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s)
Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) zijn alle kinderen en jongeren die als minderjarige een aanvraag om toelating als vluchteling hebben ingediend en bij binnenkomst niet werden begeleid en/of verzorgd door ouders of een wettelijke voogd. Zij kunnen via COA zijn ingestroomd, maar dat is niet altijd het geval. Alle amv’s vallen onder de voogdij van Nidos. In de periode 2014 tot en met de eerste helft van 2024 stroomden in totaal bijna 31 duizend amv’s in. Het grootste deel van de amv’s bestaat uit Syriërs (37 procent) en Eritreeërs (23 procent). Van de eerdere cohorten was de instroom van amv's in 2015 het grootst (4 510 nieuwe amv’s). Ook in latere cohorten is te zien dat er meer amv’s naar Nederland komen. In 2022 kwamen er 5 010 nieuwe jongeren bij, in 2023 ging het om 6 570 amv’s en in de eerste helft van 2024 waren dit er 2 425.
| Instroomcohort | Syrië | Irak | Afghanistan | Eritrea | Iran | Turkije | Jemen | Somalië | Overig/onbekend |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Eerste helft 2024 | 885 | 380 | 25 | 260 | . | . | 65 | 155 | 640 |
| 2023 | 2660 | 340 | 125 | 1210 | 15 | 45 | 180 | 545 | 1450 |
| 2022 | 2650 | 115 | 200 | 765 | 10 | 45 | 205 | 375 | 650 |
| 2021 | 1225 | 175 | 205 | 325 | . | . | 75 | 220 | 455 |
| 2020 | 500 | 25 | 60 | 125 | . | . | 25 | 35 | 465 |
| 2019 | 340 | 70 | 65 | 160 | 20 | . | 25 | 40 | 655 |
| 2018 | 220 | 75 | 40 | 685 | 25 | . | 15 | 35 | 690 |
| 2017 | 215 | 50 | 80 | 695 | . | . | . | 40 | 635 |
| 2016 | 310 | 40 | 220 | 820 | 20 | . | . | 50 | 500 |
| 2015 | 1980 | 150 | 570 | 1390 | 30 | . | . | 95 | 280 |
| 2014 | 420 | 20 | 35 | 610 | . | . | . | 140 | 225 |
| * Niet alle gegevens zijn zichtbaar per nationaliteit vanwege onderdrukking van cijfers. | |||||||||
Twee derde van de amv’s is 15 tot 18 jaar oud en meerderheid is man
De meeste amv’s zijn 15, 16 of 17 jaar oud: 67 procent van alle amv’s sinds 2014 valt in deze leeftijdsklasse. In de cohorten 2017 tot en met 2020 lag dat percentage tussen 56 en 60 procent. Nog eens 17 procent is 10 tot en met 14 jaar. Erg jonge amv’s komen weinig voor: 1 procent is jonger dan vijf jaar. Het gaat om de leeftijd waarop een amv voor het eerst in de registraties is te vinden. Veel amv's ondergaan een leeftijdswijziging op een moment na instroom. Bij de personen die niet minderjarig zijn, is bij instroom een te lage leeftijd geregistreerd. Het overgrote deel van de amv’s is man (83 procent), 15 procent is vrouw en van 3 procent is het geslacht (nog) niet bekend.
| Instroomcohort | 0 tot 5 jaar | 5 tot 10 jaar | 10 tot 15 jaar | 15 tot 18 jaar | 18 tot 25 jaar | 25 tot 30 jaar |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Eerste helft 2024 | . | 65 | 450 | 1580 | 315 | . |
| 2023 | 10 | 140 | 1105 | 4360 | 920 | 30 |
| 2022 | 15 | 100 | 915 | 3485 | 470 | 25 |
| 2021 | 20 | 95 | 530 | 1715 | 310 | 15 |
| 2020 | 20 | 45 | 245 | 700 | 215 | 15 |
| 2019 | 30 | 45 | 235 | 775 | 270 | 15 |
| 2018 | 35 | 45 | 225 | 1035 | 435 | 15 |
| 2017 | 25 | 50 | 195 | 1045 | 395 | 20 |
| 2016 | 25 | 50 | 265 | 1490 | 120 | 15 |
| 2015 | 35 | 170 | 775 | 3450 | 75 | . |
| 2014 | 20 | 85 | 235 | 1035 | 80 | . |
| * Niet alle gegevens zijn zichtbaar per leeftijdsgroep vanwege onderdrukking van cijfers. | ||||||
2.7Hervestigers
Sinds 2014 zijn 8 duizend hervestigers ingestroomd in een COA opvanglocatie. Omdat hervestigers geselecteerd zijn door de UNHCR en uitgenodigd zijn om naar Nederland te komen, komen veel hervestigers niet in een COA locatie terecht, maar kunnen ze vaak direct in een gemeente terecht voor een woning. De hoogste instroom van hervestigers in COA was in 2017, toen meer dan 2 duizend hervestigers hier instroomden. Dit was 6 procent van de totale instroom in COA dat jaar. Voor de overige cohorten ligt dit percentage lager. In de eerste helft van 2024 zijn 280 hervestigers ingestroomd in COA, dit is 1 procent van de totale COA instroom. De groep hervestigers die instromen in COA bestaat voornamelijk uit personen met een Syrische nationaliteit, namelijk 85 procent.
Geslacht is gelijk verdeeld onder hervestigers die instromen in een COA opvanglocatie: iets meer dan de helft van de hervestigers is man (53 procent). Verder bestaat de groep hervestigers vooral uit jonge asielzoekers. Iets meer dan de helft van de hervestigers is jonger dan 20 jaar (53 procent).
Hervestigers die in COA terecht komen wonen sneller zelfstandig in een gemeente dan de totale groep asielzoekers. Twaalf maanden na instroom woont 86 procent zelfstandig in een gemeente, tegen 44 procent van alle asielzoekers.
2.8Dashboard
Naast deze rapportage is er een interactief dashboard. Daarin staan nog meer cijfers over de opvang van asielzoekers. In het dashboard kunt u zelf kiezen over welke onderwerpen, voor welke populaties en voor welke nationaliteitennoot20 u cijfers (visueel) wilt zien.
Noten
Nationaliteit wordt afgeleid van geboorteland, land van herkomst of de oorspronkelijke nationaliteit indien de nationaliteit onbekend of inmiddels Nederlands is.
Nationaliteit wordt afgeleid van geboorteland, land van herkomst of de oorspronkelijke nationaliteit indien de nationaliteit onbekend of inmiddels Nederlands is.
In figuur 2.5.1 zijn de percentages berekend op de populatie exclusief degenen die zijn vertrokken of overleden, in figuur 2.5.2 zijn de percentages berekend op de populatie inclusief degenen die zijn vertrokken of overleden. Deze keuze hangt samen met de besproken onderwerpen.
Voor cohort 2023 en de eerste helft van 2024 kunnen we nog geen twaalf maanden vooruit kijken.
De aandelen zijn berekend op de populatie exclusief degenen die zijn vertrokken of overleden en gemiddelden over verschillende cohorten zijn berekend over percentages per cohort en zijn niet gewogen naar aantallen asielzoekers per cohort.
Door coronamaatregelen zijn asielprocedures tijdelijk stil komen te liggen, zie https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/21/immigratie-gedaald-na-uitbreken-coronapandemie.
Nationaliteit wordt afgeleid van geboorteland, land van herkomst of de oorspronkelijke nationaliteit indien de nationaliteit onbekend of inmiddels Nederlands is.
Het aantal verhuizingen is bepaald door het adres op de eerste dag van de maand te vergelijken met het adres een maand eerder. Mensen kunnen op deze manier berekend maximaal één keer per maand verhuizen. Daarmee worden deze cijfers op een andere wijze gegenereerd dan het COA dat doet als onderdeel van de Rapportage Vreemdelingenketen over verhuisbewegingen van minderjarige kinderen die onderdeel zijn van een gezin.
Dit gemiddelde is berekend over de gemiddelden per cohort en is niet gewogen naar aantallen asielzoekers per cohort.
Informatie over vertrekprocedures komt van DT&V en betreft twee overlappende groepen: vreemdelingen die een terugkeerbesluit, overdrachtsbesluit of besluit o.g.v. de Terugkeerrichtlijn hebben ontvangen en vreemdelingen die met behulp van assistentie zijn vertrokken uit Nederland (bv. een reisdocument, ticket en/of een van de ondersteuningsbijdragen door DT&V, EURP, IOM of NGO's). Onder asielzoekers vallen vooral personen met een negatieve asielbeschikking door de IND.
https://www.dienstterugkeerenvertrek.nl/het-terugkeerproces#:~:text=Vreemdeling%20werkt%20mee-,Vreemdelingen%20zonder%20rechtmatig%20verblijf%20in%20Nederland%20hebben%20een%20wettelijke%20plicht,is%20vertrek%20vrijwel%20altijd%20mogelijk en https://www.dienstterugkeerenvertrek.nl/over-dtv/leidraad-terugkeer-en-vertrek/opvanglocaties/col-en-pol.
Nationaliteit wordt afgeleid van geboorteland, land van herkomst of de oorspronkelijke nationaliteit indien de nationaliteit onbekend of inmiddels Nederlands is.