Foto omschrijving: Oekraiense vluchtelingen bedanken middels een kleine bijeenkomst Nederland voor de opvang.

Oekraïners in Nederland

Sinds de Russische invasie eind februari 2022 zijn veel Oekraïners hun land ontvlucht. Zij kunnen in Nederland tijdelijke bescherming krijgen onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming van de Europese Unie.noot1 Een aanvraag voor verblijf onder deze richtlijn verloopt anders dan een asielaanvraag; iemand uit Oekraïne gaat niet langs Ter Apel maar schrijft zich in bij een gemeente en doet de asielaanvraag bij de IND. De IND controleert of iemand aan de voorwaarden van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming voldoet en voorziet de aanvrager van een verblijfsdocument. Hiermee heeft de Oekraïense vluchteling onder andere recht op verblijf in een gemeentelijke opvanglocatie en leefgeld. De afwijkende procedure rondom Oekraïense vluchtelingen ten opzichte van asielzoekers is tevens de reden dat zij in dit onderzoek in een apart hoofdstuk beschreven worden.

In dit hoofdstuk worden de eerste maanden van vluchtelingen uit Oekraïne in Nederland beschreven. Het CBS baseert het aantal ingezeten Oekraïense vluchtelingen op de Basisregistratie personen (BRP), dit in tegenstelling tot reguliere asielzoekers waarbij de aantallen gebaseerd worden op informatie vanuit het COA en de IND. De cijfers omvatten Oekraïense vluchtelingen die in Nederland zijn gearriveerd vanaf 24 februari 2022 (begin van de oorlog in Oekraïne) en op 1 juli 2022 nog in de BRP stonden ingeschreven. Deze populatie omvat zowel personen uit Oekraïne met de Oekraïense nationaliteit als personen met een niet-Oekraïense nationaliteit.

4.1Vestiging in Nederland

Meer vrouwen dan mannen

Op 1 juli 2022 verbleven 73 500 personen uit Oekraïne in Nederland. Hierbij gaat het om 67 660 personen met de Oekraïense nationaliteit en 5 740 personen met een niet-Oekraïense nationaliteit, hierna ook wel derdelanders genoemd. De meeste vluchtelingen hebben zich in de maanden maart en april 2022 gevestigd in Nederland, in april ruim 27 000 personen. Oekraïne heeft alle mannen tussen 18 en 60 jaar oud gemobiliseerd en dat is terug te zien in de cijfers. Bijna twee op de drie is vrouw (64 procent) en onder de mannen is een meerderheid jonger dan 20 of ouder dan 60.

4.1.1 In Nederland gevestigde Oekraïners, naar maand van vestiging en geslacht
Categorie 1 Oekraïense mannen Overige nationaliteiten mannen Oekraïense vrouwen Overige nationaliteiten vrouwen
jun-22 2805 1085 4530 295
mei-22 4370 1070 7990 355
apr-22 8220 1270 17415 495
mrt-22 6695 810 15720 355
feb-22 5 5 10 0
4.1.2 In Nederland gevestigde Oekraïners, naar maand van vestiging, leeftijd en geslacht (%)
Mannen, juni 2022 Vrouwen, juni 2022 Mannen, april 2022 Vrouwen, april 2022 Mannen, maart 2022 Vrouwen, maart 2022
80 jaar of ouder -0,06 0,18 -0,16 0,57 -0,19 0,57
75 tot 80 jaar -0,05 0,25 -0,16 0,53 -0,2 0,59
70 tot 75 jaar -0,26 0,56 -0,39 1,13 -0,54 1,34
65 tot 70 jaar -0,26 0,99 -0,68 1,74 -0,92 2,15
60 tot 65 jaar -1,07 1,6 -1,1 2,38 -1,14 2,84
55 tot 60 jaar -0,79 2 -0,46 2,44 -0,35 2,65
50 tot 55 jaar -1,22 3,48 -0,84 3,04 -0,55 2,99
45 tot 50 jaar -2,17 5,03 -1,31 4,22 -1,06 4,41
40 tot 45 jaar -2,79 5,35 -1,89 6,17 -1,6 5,9
35 tot 40 jaar -4,16 5,73 -2,43 7,99 -2,09 8,83
30 tot 35 jaar -4,99 5,51 -2,43 6,46 -1,71 6,8
25 tot 30 jaar -7,58 6,36 -2,56 5 -1,53 4,92
20 tot 25 jaar -7,28 7,51 -2,36 4,99 -1,03 3,98
15 tot 20 jaar -3,68 3,87 -3,51 4,84 -3,5 4,68
10 tot 15 jaar -3,21 2,78 -5,44 5,09 -5,57 5,94
5 tot 10 jaar -3,06 2,57 -5,16 5,21 -5,92 5,71
0 tot 5 jaar -2,01 1,61 -3,75 3,54 -3,93 3,89

4.2Verblijfssituatie

Iedereen in zelfstandige woning

Bijna iedere vluchteling uit Oekraïne woont zelfstandig in een gemeente. Slechts een enkeling verblijft op 1 juli 2022 in een opvanglocatie van COA en van een paar personen kan gezegd worden dat ze vertrokken zijn uit Nederland. Dat gaat om minder dan 10 personen. Mogelijk zijn er meer mensen vertrokken maar hebben zij zich niet laten uitschrijven bij de gemeente, er kan dus sprake zijn van een overschatting van het aantal vluchtelingen op 1 juli.

4.3Huishoudenssamenstelling

Vooral alleenstaanden en thuiswonende kinderen

Een maand na vestiging in Nederland is 39 procent van alle vluchtelingen uit Oekraïne alleenstaand. Bijna een kwart is een thuiswonend kind en nog eens ruim 10 procent is ouder in een eenouderhuishouden. Ten opzichte van reguliere asielzoekers vormen de Oekraïners minder vaak een paar met een partner, zowel met als zonder kinderen (12 procent onder Oekraïners en 23 procent onder reguliere asielzoekers). Dit is in lijn met het feit dat er ook minder mannen dan vrouwen uit Oekraïne zijn gevlucht. 14 procent is een overig lid in het huishouden, dat zijn bijvoorbeeld grootouders of ooms en tantes.

4.3.1 Plaats in het huishouden van Oekraïners op moment van huisvesting in gemeente
Categorie 1 Alleenstaande Thuiswonend kind Partner in paar met kinderen Partner in paar zonder kinderen Ouder in eenouderhuishouden Overig lid huishouden
Oekraïens 24670 16920 4895 3200 8545 9525
Overige nationaliteiten 3875 355 435 285 115 670

4.4Werk

Ruim een derde werkt na 3 maanden in Nederland

Drie maanden na vestiging in Nederland werkt 36 procent van de vluchtelingen uit Oekraïne. In vergelijking met de reguliere statushouders asiel werken Oekraïners veel vaker. Onder de mensen die in de eerste helft van 2022 een vergunning asiel hebben ontvangen werkt 7 procent na drie maanden. Dit is te verklaren doordat Oekraïense vluchtelingen onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming meteen mogen werken zonder te moeten wachten op een tewerkstellings­vergunning. 46 procent van de Oekraïners werkt voltijd. De meeste Oekraïense vluchtelingen werken in de uitzendbranche (41 procent) of de horeca (20 procent), net als reguliere statushouders asiel. Een derde werkt als werknemer, de overige werkende Oekraïners werken met name als oproepkracht of uitzendkracht. 13 procent van de werkzame vluchtelingen heeft meer dan 1 baan. Het gemiddelde uurloon bedraagt 14 euro, 6 procent krijgt minder dan 11 euro per uur en 23 procent ontvangt 15 euro of meer.

Onder de vluchtelingen uit Oekraïne is een groot verschil te zien tussen de groep met de Oekraïense nationaliteit en de groep met een niet-Oekraïense nationaliteit maar wel Oekraïne als land van herkomst (derdelanders): 34 procent versus 51 procent is werkzaam met minstens één baan.

Vluchtelingen uit Oekraïne die niet werken ontvangen leefgeld in plaats van een bijstandsuitkering.

4.4.1 Aandeel werkenden onder 18- tot 65-jarige Oekraïners die zich in de eerste helft van 2022 in Nederland vestigden, aantal maanden na vestiging (%)
Aantal maanden na vestiging Oekraïens Overige nationaliteiten
1 14,8 14,2
2 28,3 40,7
3 34,3 50,7
4 36,2 47,1

4.5Vestigingsgemeente

Oekraïners wonen verspreid over Nederland

Net als de reguliere statushouders wonen Oekraïners verspreid over Nederland. De verschillen per gemeente, uitgedrukt per 10 duizend inwoners, zijn klein. De uitschieters die zichtbaar zijn betreffen over het algemeen gemeenten met een laag aantal inwoners. Er kan wel opgemerkt worden dat er per gemeente vaak veel meer Oekraïners dan reguliere statushouders wonen. De twee lichtste kleuren in de figuur gaan samen tot 40 Oekraïners per 10 duizend inwoners, waar de lichtste kleuren bij de kaarten over reguliere statushouders betrekking hebben op maximaal 15 statushouders per 10 duizend inwoners.

4.5.1 Aantal Oekraïners per 10 000 inwoners van de gemeentelijke bevolking, 1 maand na vestiging in Nederland in de eerste helft van 2022
GemNaam 22_1
Groningen (gemeente) 41,2
Almere 40,4
Stadskanaal 37,2
Veendam 15,7
Zeewolde 34,1
Achtkarspelen 35,1
Ameland 5,3
Harlingen 46,8
Heerenveen 19,7
Leeuwarden 45,1
Ooststellingwerf 60,5
Opsterland 43,9
Schiermonnikoog 118,2
Smallingerland 22,5
Terschelling 94,5
Vlieland 25,1
Weststellingwerf 35,6
Assen 35,2
Coevorden 30
Emmen 35,3
Hoogeveen 37,6
Meppel 72,1
Almelo 57,2
Borne 102,2
Dalfsen 83,7
Deventer 31,6
Enschede 15,1
Haaksbergen 31,8
Hardenberg 26,7
Hellendoorn 63,2
Hengelo (O.) 50,5
Kampen 56,2
Losser 35
Noordoostpolder 45
Oldenzaal 31,2
Ommen 98,4
Raalte 42,2
Staphorst 97,9
Tubbergen 28,6
Urk 100,8
Wierden 60,3
Zwolle 42,7
Aalten 38,7
Apeldoorn 28,6
Arnhem 36,9
Barneveld 43,7
Beuningen 19,1
Brummen 46
Buren 57,4
Culemborg 15,1
Doesburg 18,1
Doetinchem 27,5
Druten 83,7
Duiven 11,6
Ede 57,7
Elburg 75,1
Epe 43,1
Ermelo 36,3
Harderwijk 14,2
Hattem 81
Heerde 67,6
Heumen 67
Lochem 73,1
Maasdriel 101
Nijkerk 23,6
Nijmegen 32,2
Oldebroek 128,4
Putten 48,8
Renkum 19,4
Rheden 14,7
Rozendaal 63,7
Scherpenzeel 53,3
Tiel 27,7
Voorst 25,4
Wageningen 42,4
Westervoort 15,3
Winterswijk 42
Wijchen 35,4
Zaltbommel 22,1
Zevenaar 17
Zutphen 16,2
Nunspeet 66,7
Dronten 65,5
Amersfoort 41,1
Baarn 34,7
De Bilt 39,2
Bunnik 46,3
Bunschoten 52,2
Eemnes 56,6
Houten 21,5
Leusden 44,9
Lopik 54,6
Montfoort 73,4
Renswoude 358,2
Rhenen 36,1
Soest 31,3
Utrecht (gemeente) 30,6
Veenendaal 24,8
Woudenberg 105,6
Wijk bij Duurstede 23,8
IJsselstein 31,3
Zeist 38,7
Nieuwegein 29,1
Aalsmeer 84,4
Alkmaar 48
Amstelveen 82
Amsterdam 47,3
Beemster 68,2
Bergen (NH.) 85,1
Beverwijk 26,3
Blaricum 46,8
Bloemendaal 64,7
Castricum 24,7
Diemen 62,6
Edam-Volendam 60,4
Enkhuizen 54,7
Haarlem 43,2
Haarlemmermeer 89,9
Heemskerk 21,7
Heemstede 44,7
Heerhugowaard 55,3
Heiloo 24,4
Den Helder 33
Hilversum 91,4
Hoorn 25,4
Huizen 68,4
Landsmeer 51
Langedijk 31,1
Laren (NH.) 90,4
Medemblik 70,6
Oostzaan 16,5
Opmeer 45
Ouder-Amstel 58,1
Purmerend 44,1
Schagen 50,9
Texel 100,3
Uitgeest 11,7
Uithoorn 24,8
Velsen 25,1
Weesp 26,9
Zandvoort 61,7
Zaanstad 27,2
Alblasserdam 58,6
Alphen aan den Rijn 38,9
Barendrecht 12,1
Drechterland 74,1
Brielle 37,3
Capelle aan den IJssel 26,9
Delft 28,7
Dordrecht 78,7
Gorinchem 32,9
Gouda 36
's-Gravenhage (gemeente) 49,2
Hardinxveld-Giessendam 90,2
Hellevoetsluis 26,8
Hendrik-Ido-Ambacht 48,3
Stede Broec 39,1
Hillegom 60,8
Katwijk 32,4
Krimpen aan den IJssel 30,3
Leiden 34,1
Leiderdorp 20,1
Lisse 22,2
Maassluis 19,7
Nieuwkoop 40,1
Noordwijk 91
Oegstgeest 39,9
Oudewater 42,4
Papendrecht 17,1
Ridderkerk 23,4
Rotterdam 46,8
Rijswijk (ZH.) 67,9
Schiedam 36,8
Sliedrecht 84,8
Albrandswaard 12,8
Westvoorne 55
Vlaardingen 28,3
Voorschoten 28,8
Waddinxveen 61
Wassenaar 61,2
Woerden 26
Zoetermeer 25,1
Zoeterwoude 45,2
Zwijndrecht 46,5
Borsele 46
Goes 37,1
West Maas en Waal 73,5
Hulst 38,1
Kapelle 39,6
Middelburg (Z.) 30
Reimerswaal 93,5
Terneuzen 44,3
Tholen 95,5
Veere 91,6
Vlissingen 39,7
De Ronde Venen 41,4
Tytsjerksteradiel 43,4
Asten 33,3
Baarle-Nassau 23,2
Bergen op Zoom 25,6
Best 22,8
Boekel 34,7
Boxmeer 11,1
Boxtel 20,6
Breda 31,9
Deurne 17,6
Pekela 179
Dongen 28,8
Eersel 52,2
Eindhoven 46,9
Etten-Leur 29,4
Geertruidenberg 49,2
Gilze en Rijen 22,1
Goirle 28
Grave 9,6
Helmond 41,3
's-Hertogenbosch 41,5
Heusden 29,8
Hilvarenbeek 51,6
Loon op Zand 21,7
Mill en Sint Hubert 10
Nuenen, Gerwen en Nederwetten 25,3
Oirschot 13,3
Oisterwijk 24,7
Oosterhout 41,6
Oss 26,2
Rucphen 12,6
Sint-Michielsgestel 15,3
Someren 30,9
Son en Breugel 32,5
Steenbergen 45,2
Waterland 65,3
Tilburg 22,5
Uden 33,6
Valkenswaard 19,5
Veldhoven 18,2
Vught 37,3
Waalre 18,2
Waalwijk 24,2
Woensdrecht 35,4
Zundert 38,7
Wormerland 41
Landgraaf 22,5
Beek (L.) 12,6
Beesel 50,6
Bergen (L.) 18,3
Brunssum 31,4
Gennep 172
Heerlen 10,4
Kerkrade 34,1
Maastricht 27,1
Meerssen 20,9
Mook en Middelaar 20,2
Nederweert 28,5
Roermond 45,4
Simpelveld 47,7
Stein (L.) 35,4
Vaals 26,8
Venlo 45,8
Venray 35
Voerendaal 45,7
Weert 49
Valkenburg aan de Geul 102
Lelystad 55,6
Horst aan de Maas 47,1
Oude IJsselstreek 16,8
Teylingen 30,2
Utrechtse Heuvelrug 48,3
Oost Gelre 32,5
Koggenland 122,9
Lansingerland 18,9
Leudal 36,6
Maasgouw 25,1
Gemert-Bakel 40,6
Halderberge 46
Heeze-Leende 28,9
Laarbeek 30,3
Reusel-De Mierden 55,6
Roerdalen 11,7
Roosendaal 33,8
Schouwen-Duiveland 56,9
Aa en Hunze 76
Borger-Odoorn 31,3
Cuijk 51,2
Landerd 12,6
De Wolden 30,8
Noord-Beveland 95
Wijdemeren 38,4
Noordenveld 59,3
Twenterand 44,2
Westerveld 33,1
Sint Anthonis 29,9
Lingewaard 12,8
Cranendonck 18,6
Steenwijkerland 64,7
Moerdijk 50,8
Echt-Susteren 42,5
Sluis 47,1
Drimmelen 12,8
Bernheze 34
Alphen-Chaam 18,3
Bergeijk 34,7
Bladel 33,6
Gulpen-Wittem 48,6
Tynaarlo 48,9
Midden-Drenthe 57,5
Overbetuwe 34,6
Hof van Twente 54,8
Neder-Betuwe 118,9
Rijssen-Holten 41,4
Geldrop-Mierlo 27,5
Olst-Wijhe 28,3
Dinkelland 51,5
Westland 90,1
Midden-Delfland 10,3
Berkelland 25,8
Bronckhorst 53,8
Sittard-Geleen 29,6
Kaag en Braassem 61,4
Dantumadiel 34,3
Zuidplas 39,3
Peel en Maas 65,5
Oldambt 46,5
Zwartewaterland 53,5
S�dwest-Frysl�n 52,6
Bodegraven-Reeuwijk 38,8
Eijsden-Margraten 37,8
Stichtse Vecht 40,4
Hollands Kroon 64,4
Leidschendam-Voorburg 28,7
Goeree-Overflakkee 64
Pijnacker-Nootdorp 40,6
Nissewaard 23,6
Krimpenerwaard 53,3
De Fryske Marren 54,5
Gooise Meren 53,1
Berg en Dal 62,8
Meierijstad 48,6
Waadhoeke 23,8
Westerwolde 15,6
Midden-Groningen 52,9
Beekdaelen 15,8
Montferland 78,3
Altena 37,4
West Betuwe 58,5
Vijfheerenlanden 37,7
Hoeksche Waard 22,8
Het Hogeland 43,7
Westerkwartier 44,9
Noardeast-Frysl�n 18
Molenlanden 64,4
Eemsdelta 32,9

4.6Dashboard

Naast deze rapportage is er een interactief dashboard, met daarin nog meer cijfers over de integratie van statushouders en Oekraïners. In dit dashboard kunt u zelf kiezen over welke onderwerpen en voor welke nationaliteitennoot2 u cijfers (visueel) gepresenteerd wilt zien.

Noten

Nationaliteit wordt afgeleid van geboorteland, land van herkomst of de oorspronkelijke nationaliteit indien de nationaliteit onbekend of inmiddels Nederlands is.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016–2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/’17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/’05-2016/’17 oogstjaar enz., 2004/’05 tot en met 2016/’17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Zoë Driessen

Evelien Ebenau (projectleider)

Corina Huisman

Han Nicolaas

Isidora Stolwijk

Stephan Verschuren

Dankwoord

We danken de medewerkers van de volgende instanties voor hun constructieve bijdrage aan deze editie van het Asielcohorten onderzoek:

Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA)

Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

Nidos

Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV)

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC)

Erratum

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, zijn er achteraf enkele onvolkomenheden geconstateerd. Onze excuses hiervoor.

Datum: 31 januari 2025

In figuur 2.5.1 over huishoudsamenstelling waren voor nationaliteit ‘overig/onbekend’ voor cohortjaar 2014 en 2017 ten onrechte verkeerde cijfers weergegeven. Dit figuur is hersteld met de juiste cijfers.
 
Dit was het oorspronkelijke figuur:

[ Ontbreekt! ]

 
Dit is het nieuwe figuur:
[ Ontbreekt! ]

Ook is een correctie gedaan in de tekst over baankenmerken, betreffende de soort baan (werknemer/uitzendkracht/oproepkracht). Hierin is ten onrechte geen rekening gehouden met de categorie ‘overig’. De categorie ‘overig’ bestaat uit de werkvormen stagiaire, DGA (directeur/grootaandeelhouder) en WSW-er (Wet Sociale Werkvoorziening). De cijfers in de teksten hierover in paragraaf 3.9 en 4.4 zijn hier nu op aangepast.
 
De betreffende originele tekst in 3.9 was:
Statushouders aanvankelijk vaak als oproepkracht aan het werk
In het begin van hun werkzame carrière werken statushouders in verhouding vaak als oproepkracht. Van cohort 2014 werkt een half tot tweeëneenhalf jaar na het verkrijgen van hun vergunning ongeveer een derde als oproepkracht, 10 tot 15 procent werkt als uitzendkracht en het overige deel is werknemer. Het aandeel dat als oproepkracht werkt daalt tot ongeveer 17 procent na vijf jaar en blijft daarna vrij stabiel. Het aandeel dat als uitzendkracht aan de slag gaat neemt geleidelijk toe tot 30 procent na 4–5 jaar en daalt vervolgens tot 22 procent.
 
Dit is nu aangepast naar:
Statushouders aanvankelijk vaak als oproepkracht aan het werk
In het begin van hun werkzame carrière werken statushouders in verhouding vaak als oproepkracht. Van cohort 2014 werkt een half tot tweeëneenhalf jaar na het verkrijgen van hun vergunning ongeveer een derde als oproepkracht, 8 tot 17 procent werkt als uitzendkracht, 2 tot 4 procent behoort tot de groep overig (stagiaire, DGA of WSW-er) en het overige deel is werknemer. Het aandeel dat als oproepkracht werkt daalt tot ongeveer 17 procent na vijf jaar en blijft daarna vrij stabiel. Het aandeel dat als uitzendkracht aan de slag gaat neemt geleidelijk toe tot 30 procent na 4 jaar en daalt vervolgens tot 21 procent.
 
De betreffende originele tekst in 4.4 was:
Een derde werkt als werknemer, de overige werkende Oekraïners werken als oproepkracht of uitzendkracht.
 
Dit is nu aangepast naar:
Een derde werkt als werknemer, de overige werkende Oekraïners werken met name als oproepkracht of uitzendkracht.
 

Datum: 8 februari 2024

Tijdens het maken van de update voor voorjaar 2024 is gebleken dat er personen missen in de data vanuit COA, en dat dit ook al het geval was in de levering voor de update van 2023 (maar niet eerder). In de uitstroom van personen uit COA-locaties in de eerste helft van 2022 is een deel van de populatie niet aangeleverd, waaronder in ieder geval de uitstroom van jongeren onder de 18 jaar. Voor het dashboard en de rapportage Asiel en Integratie 2023 betekent dit dat er momenteel geen conclusies getrokken kunnen worden over de uitstroom uit COA en de instroom/bezetting van COA in het eerste halfjaar van 2022. Met betrekking tot de verblijfssituatie na instroom in COA worden nu personen die onterecht niet zijn meegeleverd in de uitstroombestanden gerekend als ‘in COA’, terwijl ze eigenlijk tot een van de andere categorieën behoren. Bij de kenmerken die de situatie van een persoon weergeven X maanden na uitstroom uit COA, wordt deze groep onterecht buiten beschouwing gelaten.
 
Het cohort eerste halfjaar 2022 binnen het opvang-deel is daarmee nog niet volledig betrouwbaar en is hersteld (en aangevuld met een nieuw jaar) in deze publicatie: Asiel en integratie 2024 – Cohortonderzoek asielzoekers en statushouders.
 
Daarnaast is een kleine correctie gedaan op de indicator ‘aantal verschillende banen’ onder de baankenmerken. In gevallen waarin iemand voor de duur van meerdere maanden terug gaat naar een eerdere baan wordt ten onrechte een lager aantal banen geteld dan het daadwerkelijke aantal verschillende banen. Er was dus sprake van een kleine onderschatting. Dit is hersteld en geeft voor de meeste aandelen geen verschillen.
 
Oorspronkelijke tekst
Het aantal banen dat een statushouder in zijn loopbaan bekleedt neemt geleidelijk toe. Tot ongeveer twee jaar na het verkrijgen van de vergunning heeft driekwart van de statushouders één baan gehad, 1 op de 5 heeft dan al twee banen gehad. Na verloop van tijd stijgt het aandeel dat 3 of meer banen heeft gehad. Uiteindelijk, dat wil zeggen 90 maanden na het verkrijgen van de vergunning, heeft bijna 20 procent van cohort 2014 3 banen gehad, 14 procent heeft 4 banen gehad terwijl 29 procent 5 of meer verschillende banen heeft gehad.
 
Vernieuwde tekst
Het aantal banen dat een statushouder in zijn loopbaan bekleedt neemt geleidelijk toe. Tot ongeveer twee jaar na het verkrijgen van de vergunning heeft driekwart van de statushouders één baan gehad, 1 op de 5 heeft dan al twee banen gehad. Na verloop van tijd stijgt het aandeel dat 3 of meer banen heeft gehad. Uiteindelijk, dat wil zeggen 90 maanden na het verkrijgen van de vergunning, heeft bijna 20 procent van cohort 2014 3 banen gehad, 15 procent heeft 4 banen gehad terwijl 30 procent 5 of meer verschillende banen heeft gehad.