Kernbevindingen
Hoewel de woningmarkt rondom het Groningenveld zich herstelt, verloopt dit herstel in de risicogebieden met gemiddelde en hoge schade-intensiteit wel trager bij verschillende indicatoren. Ook het herstel in krimpgebieden blijft op meerdere vlakken achter.
In dit hoofdstuk worden de kernbevindingen van het onderzoek beknopt besproken. Voor de uitgebreidere resultaten, kunnen de volgende hoofdstukken of het dashboard geraadpleegd worden.
In het gebied rond het Groningenveld is in de periode tussen het derde kwartaal van 2012 en het tweede kwartaal van 2020, net als in de rest van Nederland, eerst een periode van neergang van de woningmarkt te zien en daarna een periode van herstel. Dit herstel zet nog steeds door en laat inmiddels ook tekenen van krapte zien: In alle gebieden zijn de verkoopprijzen weer gestegen, zijn de verkoopprijzen dichter bij de vraagprijzen komen te liggen en is het aantal te koop staande woningen verder afgenomen. Ondanks de komst van het coronavirus in het eerste kwartaal van 2020, lijkt er geen effect te zijn op de woningmarkt in het onderzoeksgebied, net zoals in de rest van Nederland.noot1
De ontwikkelingen in het risicogebied met lage schade-intensiteit zijn vergelijkbaar met de ontwikkelingen in het referentiegebied voor de meeste indicatoren. De ontwikkeling van de verkoopprijs stijgt zelfs significantnoot2 harder in het risicogebied met lage schade-intensiteit dan in het referentiegebied. De risicogebieden met gemiddelde en hoge schade-intensiteit lopen qua ontwikkeling wat achter op het referentiegebied, maar ook daar is steeds meer herstel te zien in de indicatoren. In het risicogebied met gemiddelde schade-intensiteit blijft de stijging van de prijsverhouding en de daling van de te koopduur significantnoot3 achter bij de ontwikkelingen in het referentiegebied. In het gebied met hoge schade-intensiteit stijgen de verkoopprijs en de prijsverhouding significant minder snel en loopt de daling van de te koopduur significant achter bij de ontwikkelingen in het referentiegebied. De ontwikkeling van de woningmarkt in het risicogebied met hoge schade-intensiteit blijft daarmee het meest achter.
Bovenstaande resultaten worden samengevat in figuur 2.1.1. Per indicator toont de figuur voor elk van de onderzoeksgebieden hoeveel procent deze het tweede kwartaal van 2020 is toe- of afgenomen ten opzichte van het derde kwartaal van 2012. Daarbij wordt aangegeven of dit verschil al dan niet significant is.
Ook de WOZ-waarde herstelt zich in alle gebieden. Dit herstel is het sterkst in het risicogebied met lage schade-intensiteit, gevolgd door het referentiegebied. De gebieden met gemiddelde en hoge schade-intensiteit herstellen ook, maar blijven achter in deze ontwikkeling.
De ontwikkeling van gebieden met krimp blijft net als in eerdere onderzoeksperioden achter bij gebieden zonder krimp, maar deze verschillen zijn wel afgenomen. Waar we vorige onderzoeksperiode nog een significant verschil zagen in het aandeel te koop staande woningen tussen de gebieden met en zonder krimp, zien we dit nu niet meer terug. In het risicogebied verschillen nu alleen de ontwikkeling van de verkoopprijs en de te koopduur significant tussen de gebieden met en zonder krimp. Voor het referentiegebied is er nog een verschil te zien bij de te koopduur, maar niet meer bij de verkoopprijs zoals vorige onderzoeksperiode. Daarnaast blijft de WOZ-waarde in de krimpgebieden achter in zowel het risico- als het referentiegebied.
Ook voor de woningen in het lage en hoge segment worden significante verschillen gevonden. Zo blijft – zowel in het risico- als het referentiegebied – de ontwikkeling van de prijsverhouding en het aandeel verkochte woningen in het lage segment significant achter bij die van woningen in het hoge segment. Waar we in de vorige onderzoeksperiode zowel in het risico- als in het referentiegebied verschillen zagen in de te koopduur, zien we deze verschillen nu alleen nog voor het referentiegebied.
Naast de prijs- en verkoopbaarheidsindicatoren, zijn de verhuisbewegingen geanalyseerd. Deze analyses laten zien dat de meerderheid van de verhuisde huishoudens in het risicogebied, het risicogebied niet verlaat. Wel is het migratiesaldo voornamelijk negatief in de onderzochte periode (2012–2019). Dit is echter ook zo in het referentiegebied.
Noten
Voor meer informatie zie hier.
Het verschil is significant bij een marge van 90%.
Het verschil is voor de prijsverhouding en te koopduur significant bij een marge van 90%.