Foto omschrijving: Vrouw en man in professionele setting in gesprek aan tafel.

Het gebruik van garanties en leningen

In de vorige hoofdstukken zijn directe steunmaatregelen besproken, die het karakter van een subsidie of uitstel van belastingbetaling hebben. Daarnaast zijn er tijdens de coronacrisis ook maatregelen genomen om de werking van de kapitaalmarkt te versterken en beter te enten op de overbrugging van de coronaschokken. Het gaat hierbij om borgstellingen voor kredieten (ofwel: garanties) en om leningen. In beide gevallen betreft het ondersteuning aan ondernemers waarin de kapitaalmarkt zelf niet voorziet en een terrein waar de overheid – ook voor de coronacrisis – al actief op was.

5.1Soorten regelingen

Garanties

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB-C)

In maart 2020 werd door het kabinet aangekondigd dat ondernemers gesteund zouden gaan worden in hun behoefte aan liquiditeit via onder andere een verruiming van de Borgstelling MKB-kredieten. Het belangrijkste doel was te zorgen dat bedrijven met een gezond toekomstperspectief gefinancierd konden blijven. Daarbij werd in eerste instantie de focus gelegd op het mkb en werd een verruiming van de BMKB aangekondigd. Deze verruiming (BMKB-C) hield een verhoging in van het borgstellingskrediet (van 50 procent naar 75 procent), een verlaging van de provisienoot1 en een langere looptijd van de staatsgarantie. De BMKB-C was aan te vragen vanaf 21 maart 2020 tot en met het tweede kwartaal 2022.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO-C)

Ook grote bedrijven kunnen tegen grenzen aanlopen, ondanks dat zij doorgaans meer financiële buffers hebben om tegenvallende omzetten op te vangen. Dit geldt in het bijzonder voor ondernemingen waarvan de omzet in lockdownperiodes geheel of grotendeels wegviel. Via de verruiming van de Garantie Ondernemingsfinanciering konden mkb- en grootbedrijven eveneens aanspraak maken op meer financiering. Ondernemingen konden bij banken een lening krijgen met een hoger percentage staatsgarantie: 80 of 90 procent (afhankelijk van de omzet van de onderneming) in plaats van de gebruikelijke 50 procent. De maximale lening bedroeg daarbij 150 miljoen euro. Het totale garantiebudget voor de GO werd substantieel verhoogd, waardoor meer bedrijven hier gebruik van konden maken. De GO-C was aan te vragen tussen 29 april 2020 en 15 juni 2022.

Klein Krediet Corona (KKC)

In mei 2020 werd een garantieregeling opgezet die speciaal was bedoeld voor bedrijven met een kleine financieringsbehoefte, de Klein Krediet Corona (KKC). Ondernemers konden bij hun financier een lening aanvragen tussen de 10 duizend en 50 duizend euro, waarbij de overheid garant stond voor 95 procent van de hoofdsom. De KKC was aan te vragen vanaf 29 mei 2020 tot en met het tweede kwartaal van 2022.

Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL-C)

Naast deze generieke garantieregelingen werd in het eerste noodpakket specifieke kredietsteun aangekondigd voor de landbouw-, tuinbouw-, visserij- en aquacultuursector. Door de afnemende vraag, zowel nationaal als internationaal, stonden de prijzen van deze sector onder druk en namen de verkopen af. De Borgstelling MKB-Landbouwkredieten werd daarom verruimd tot de BL-C. Het maximumbedrag voor de borgstelling werd verhoogd van 1,2 naar 1,5 miljoen euro. De overheid stond voor 70 procent van de lening borg; dit is gelijk aan de reguliere BL. De BL-C was aan te vragen vanaf 21 maart 2020 tot en met het tweede kwartaal 2022.

Leningen

Uitstel aflossingsverplichting en rentekorting microkredieten & overbruggingskredieten (Qredits)

Om de risico’s van de coronacrisis voor startende ondernemers en ondernemers uit het kleinbedrijf te verkleinen werd er door het kabinet extra geld vrijgemaakt voor Qredits, een stichting die microkredieten beschikbaar stelt voor ondernemingen die via andere kanalen niet aan krediet kunnen komen. Bij Qredits konden ondernemers uitstel van (bestaande) aflossingsverplichtingen met rentekorting aanvragen én (nieuwe) corona overbruggingskredieten (voor bestaande ondernemers tot maximaal 25 duizend euro en voor beginnende ondernemers gestart in het eerste halfjaar van 2022 tot maximaal 35 duizend euro). Vanaf 18 maart 2020 was uitstel van aflossing mogelijk en vanaf 23 juli 2020 konden kredieten worden aangevraagd. Voor beide onderdelen was de regeling open tot en met het tweede kwartaal van 2022.

Corona Overbruggingslening (COL)

Vanaf eind april 2020 konden ondernemers aanvullende steun aanvragen voor startups, scale-ups en innovatieve mkb’ers via de Corona Overbruggingslening. De Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) in samenwerking met Techleap voerden deze regeling uit. Het gaat hierbij om bedrijven die overwegend met extern eigen vermogen gefinancierd zijn. Daarnaast stond de COL onder voorwaarden open voor mkb’ers die hun groei hebben gefinancierd met intern eigen vermogen en die geen bancaire financieringsrelatie hebben (met uitzondering van een beperkte rekening-courant verhouding). De COL bood kredieten aan tussen de 50 duizend euro en 2 miljoen euro. De COL liep tot 1 juli 2021.

Ter verduidelijking, bij de genoemde garanties staat de overheid garant voor een deel van een lening, die door de ondernemer bij een financier is aangevraagd. De genoemde leningen zijn een vorm van financiering die direct door Qredits en de ROM’s (via Techleap) aan ondernemers verstrekt werden, door extra middelen van het kabinet.

5.2Het gebruik van garanties

De BMKB, GO en BL bestonden al vóór de crisisperiode, waardoor de verruiming vroeg in de pandemie geregeld kon worden door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Bedrijven die hun financiële reserves door de coronapandemie in het voorjaar van 2020 zagen afnemen, konden door de verruiming met het coronaluik al vroeg in de crisis gebruik maken van de liquiditeitssteun.

Het totaal aantal toegekende garanties per week was in de maanden maart, april en mei 2020 het hoogst. Daarna namen de toegekende garanties sterk af. Vanaf de zomer van 2020 konden ondernemers ook aanspraak maken op andere ondersteuning, zoals het uitstel van belastingbetaling, de TVL en de NOW. Mogelijk waren deze (subsidie)regelingen aantrekkelijkere alternatieven dan de leningen voor ondernemers. In 2020 werd voornamelijk gebruik gemaakt van de BMKB-C en vanaf de zomer ook de KKC.

In aantallen is de BMKB-C het vaakst gebruikt. De GO-C het minst, maar vanwege de grote omvang per garantie is het totale garantiebedrag van deze regeling wel hoger dan bij de andere garantieregelingen.

5.2.1 Aantal bedrijven met een toegekende BMKB-C, GO-C, KKC en/of BL-C per maand
jaar maand BMKB-C GO-C KKC BL-C
2020 maart, 2020 85 0 0 0
2020 april, 2020 1570 0 0 35
2020 mei, 2020 1325 25 0 60
2020 juni, 2020 510 20 430 55
2020 juli, 2020 255 10 320 20
2020 augustus, 2020 80 10 165 15
2020 september, 2020 45 0 160 10
2020 oktober, 2020 35 5 140 0
2020 november, 2020 30 5 115 0
2020 december, 2020 35 0 110 5
2021 januari, 2021 30 0 125 5
2021 februari, 2021 45 0 120 5
2021 maart, 2021 35 5 90 0
2021 april, 2021 10 0 50 0
2021 mei, 2021 20 0 55 0
2021 juni, 2021 15 0 45 0
2021 juli, 2021 10 0 5 0
2021 augustus, 2021 10 0 10 0
2021 september, 2021 5 0 15 0
2021 oktober, 2021 5 0 5 0
2021 november, 2021 0 0 5 0
2021 december, 2021 10 0 10 0
2022 januari, 2022 0 0 0 0
2022 februari, 2022 0 0 0 0
2022 maart, 2022 0 0 0 0
2022 april, 2022 0 0 5 0
2022 mei, 2022 0 0 5 0
2022 juni, 2022 0 0 0 0
Bron: CBS, RVO
5.2.2Garantie- en leningsbedragen BMKB-C, GO-C, KKC en BL-C, stand 30 juni 2022
Juridische eenheden Totaal leningsbedrag Totaal garantiebedrag Mediaan leningsbedrag Mediaan garantiebedrag
mln euro 1 000 euro
BMKB-C 4 170 1 042 541 80 56
GO-C1) 85 . 643 . 4 000
KKC 1 995 66 63 32 30
BL-C 210 86 60 260 182

1)Voor GO-C zijn enkel garantiebedragen bekend.

Uitleg garantie- en leningbedragen

Het leningbedrag is het totale bedrag dat door het bedrijf aangevraagd is als lening. Het garantiebedrag duidt het deel van de lening aan waarvoor de overheid garant staat. Door deze garantie loopt de financier minder risico, en kan deze dus gemakkelijker en sneller kredieten verstrekken. Hierdoor konden bedrijven makkelijker en meer geld lenen.

De verschillende garantieregelingen bedienen deels verschillende doelgroepen, maar er zijn ook overeenkomsten. Dit is terug te zien in de bedrijfskenmerken van de gebruikers. Tabel 5.2.3 geeft een overzicht van een tweetal bedrijfskenmerken voor de regelingen BMKB-C, GO-C, KKC en BL-C.

5.2.3Gebruikers garantieregelingen naar grootteklasse en bedrijfsleeftijd1)
BMKB-C GO-C BL-C KKC
Economische eenheden 4 000 70 210 1 940
%
Grootteklasse
1 wp 11,6 7,1 11,9 45,4
2 tot 10 wp 48,3 7,1 45,2 49,0
10 tot 50 wp 34,9 7,1 35,7 5,4
50 tot 250 wp 5,0 50,0 4,8
250 wp of meer 0,3 35,7
Bedrijfsleeftijd
0 tot 3 jaar 11,6 2,4 17,5
3 tot 7 jaar 19,1 7,1 7,1 27,8
7 jaar en ouder 69,3 92,9 90,5 54,4

1)Percentages hoeven niet op te tellen tot 100 procent vanwege afronding en onderdrukking.

In het algemeen worden de garantieregelingen het vaakst gebruikt door bedrijven die ouder zijn dan zeven jaar. Dit komt mede doordat deze bedrijven vaak al een bankrelatie hebben, die snel kon worden aangewend op het moment dat deze regelingen verruimd werden. Daarnaast waren de gebruikers veelal bedrijven met twee tot tien werkzame personen, behalve bij de GO-C. Deze werd het vaakst gebruikt door bedrijven met 50 tot 250 werkzame personen. De gebruikers van de BMKB-C, GO-C en KKC zijn veelal afkomstig uit de sectoren horeca, handel en specialistisch zakelijke diensten. Voor de BL-C is dat de landbouw.

De BMKB-C heeft een ander doel dan de reguliere BMKB. De reguliere BMKB is er voor investeringen die resulteren in omzetgroei. De BMKB-C beoogde een tijdelijk liquiditeitstekort op te vangen bij bedrijven die geraakt werden door de coronacrisis. Dit zien we terug in het gebruik van beide regelingen. De groep gebruikers van de BMKB-C verschilt van de reguliere gebruikers.noot2 Zo’n 36 procent van de BMKB-C-gebruikers zijn horecabedrijven tegen 22 procent van de BMKB-gebruikers in 2019. Dit komt doordat horecabedrijven hard geraakt werden door de lockdowns. Daarnaast waren bedrijven met BMKB-C vaak ouder dan de reguliere gebruikers. Een deel van de jonge bedrijven kwam in het begin van de introductie van de garantieregelingen niet in aanmerking omdat bedrijven moesten aantonen in de kern financieel gezond te zijn op basis van jaarrekeningen uit 2018 en 2019. Een juiste risico-inschatting was voor banken in deze onzekere periode lastig te maken. Daarnaast bestond er voor kleine bedragen ook de KKC (gunstigere voorwaarden) en Qredits, waar veel kleine bedrijven gebruik van hebben gemaakt.

5.2.4 Gebruik BMKB-C in vergelijking met BMKB 2019 (% bedrijven)
BMKB-C BMKB 2019
Horeca 35,6 21,5
Handel 24,1 27,3
Specialistische zakelijke diensten 6,3 8,4
Nijverheid (geen bouw) 5,8 9,1
Verhuur en overige zakelijke diensten 5,6 4
Cultuur, sport en recreatie 5,3 3,5
Overige dienstverlening 4,1 2,7
Informatie en communicatie 2,6 3,5
Onderwijs 2,3 2,2
Bouwnijverheid 2,1 6,2
Vervoer en opslag 2 3,8
Gezondheids- en welzijnszorg 1,9 2,9
Financiële dienstverlening 0,9 3,5
Verhuur en handel van onroerend goed 0,9 1,1
Landbouw, bosbouw en visserij 0,4 0,4
Bron: CBS, RVO

Gebruik garanties in combinatie met andere regelingen

De garantieregelingen werden minder gebruikt dan verwacht. Dit kan onder andere verklaard worden doordat andere (subsidie)regelingen met aantrekkelijkere voorwaarden beschikbaar kwamen. Overigens hebben veel bedrijven met een krediet- of garantieregeling ook daar gebruik van gemaakt. In totaal ontvingen 11 645 bedrijven een toezegging voor een krediet of garantie. Ongeveer 87 procent hiervan heeft ook NOW, een vastelastenregeling en/of uitstel van belastingbetaling toegekend gekregen. Een mogelijke verklaring is dat banken bij de beoordeling van de aanvragen ook keken naar de vraag of de onderneming zich al voldoende had ingespannen om andere steun, zoals de subsidies, aan te trekken.

Een andere mogelijke verklaring is dat er minder behoefte was aan externe financiering. Uit de conjunctuurenquête uit mei 2021 bleek dat 75 procent van de bedrijven in de sectoren horeca en cultuur, sport en recreatie aangaf geen investeringsbehoefte te hebben, of de investeringen uit beschikbare eigen middelen te hebben gedaan.noot3 In de overige sectoren lag dit op 80 tot 90 procent. Uit aanvullend onderzoek blijkt dat bedrijven met coronasteun minder vaak financiering zochten voor groeidoelen zoals de uitbreiding of vernieuwing van hun bedrijf en investeringen in het personeelsbestand dan bedrijven zonder steun.noot4

Naast bovengenoemde verklaringen, bleek de coronacrisis een aantal sectoren minder hard te raken dan eerder verwacht. De verruiming van de Borgstelling Landbouw was bijvoorbeeld specifiek gericht op de landbouw-, tuinbouw-, visserij- en aquacultuursectoren. Deze sectoren herstelden zich al in 2020, na een kleine afname van de toegevoegde waarde in het tweede kwartaal. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de horecabedrijven, waar de impact van de coronacrisis in dit opzicht juist erg groot was.

5.3Het gebruik van leningen

Kleine en middelgrote bedrijven, startende bedrijven, startups en scale-ups konden tijdens de coronacrisis extra krediet krijgen of onder betere voorwaarden geld lenen. Hierdoor konden deze bedrijven hun liquiditeitspositie verbeteren. Het gaat hierbij om de overbruggingskredieten die Qredits verstrekte, het uitstel van aflossing (met rentekorting) die Qredits aan ondernemers aanbood en de COL.

Via Qredits hebben bijna 3 duizend bedrijven uitstel van aflossing gekregen. Op 30 juni 2022 stond voor 63 miljoen euro krediet uit.noot5 Van het overbruggingskrediet van Qredits hebben ruim 2 duizend bedrijven gebruik gemaakt. Op 30 juni 2022 stond nog voor 33 miljoen euro coronaoverbruggingskrediet uit. Van de COL hebben 870 bedrijven gebruik gemaakt en het totaal gecommitteerde leningsbedrag van de COL is 289 miljoen euro.

In het begin van de crisisperiode werd het vaakst gebruik gemaakt van de COL en uitstel van aflossing via Qredits. Vanaf het najaar van 2020 werd nog slechts een beperkt aantal Corona Overbruggingsleningen en uitstel van aflossing toegekend. Het gebruik van het overbruggingskrediet van Qredits laat geen afname zien in aantallen. Van mei 2020 tot en met juni 2022 varieerde het aantal toegekende aanvragen tussen de 10 en 45 bedrijven per week.

5.3.1 Aantal bedrijven met COL, een Qredits krediet en uitstel van aflossing bij Qredits per maand
jaar maand Qredits uitstel van aflossing Qredits corona-overbruggingskrediet COL-krediet
2020 maart, 2020 1905 0 0
2020 april, 2020 1030 0 335
2020 mei, 2020 185 75 370
2020 juni, 2020 35 115 90
2020 juli, 2020 25 135 25
2020 augustus, 2020 15 60 25
2020 september, 2020 35 110 40
2020 oktober, 2020 45 145 0
2020 november, 2020 5 150 0
2020 december, 2020 5 135 0
2021 januari, 2021 0 90 40
2021 februari, 2021 0 170 5
2021 maart, 2021 0 150 15
2021 april, 2021 0 85 5
2021 mei, 2021 0 95 15
2021 juni, 2021 0 80 0
2021 juli, 2021 0 75 0
2021 augustus, 2021 0 75 0
2021 september, 2021 0 85 0
2021 oktober, 2021 0 75 0
2021 november, 2021 0 85 0
2021 december, 2021 0 105 0
2022 januari, 2022 0 100 0
2022 februari, 2022 0 70 0
2022 maart, 2022 0 85 0
2022 april, 2022 0 50 0
2022 mei, 2022 0 60 0
2022 juni, 2022 0 90 0
Bron: CBS, Techleap, Qredits

De verschillende leningsregelingen bedienen verschillende doelgroepen. Dit is terug te zien in de bedrijfskenmerken van de gebruikers. Tabel 5.3.2 geeft een overzicht van een aantal bedrijfskenmerken voor de Qredits-regelingen en de COL.

5.3.2Gebruikers leningen naar grootteklasse en bedrijfsleeftijd1)
Qredits uitstel van aflossing Qredits corona overbruggingskrediet COL
Economische eenheden 2995 2065 870
%
Grootteklasse
1 wp 68,8 70,0 25,3
2 tot 10 wp 30,1 29,1 46,0
10 tot 50 wp 1,2 1,2 26,4
50 tot 250 wp 1,7
Bedrijfsleeftijd
0 tot 3 jaar 45,2 37,0 43,7
3 tot 7 jaar 28,5 28,6 35,1
7 jaar en ouder 26,2 34,4 21,3

1)Percentages hoeven niet op te tellen tot 100 procent vanwege afronding en onderdrukking.

Qredits richt zich op een specifieke doelgroep: kleine en jonge bedrijven (starters). Ongeveer 69 procent van het aantal bedrijven met uitstel van aflossing heeft één werkzame persoon. Dit geldt voor 70 procent van de bedrijven met een coronaoverbruggingskrediet. Het waren hoofdzakelijk jonge bedrijven die een beroep op Qredits deden tijdens de crisisperiode. Van de bedrijven die uitstel van aflossing hebben gehad, had 45 procent een leeftijd tot drie jaar. Ook onder bedrijven met een coronaoverbruggingskrediet was dit de grootste groep (37 procent). Evenals bij de borgstellingen en garanties waren de bedrijven die van Qredits gebruik hebben gemaakt voornamelijk afkomstig uit de handel en de horeca. Dit zijn de sectoren die economisch gezien het hardst geraakt zijn door de diverse lockdowns.

De COL bereikte voornamelijk jonge bedrijven: 44 procent van de bedrijven met een COL-krediet heeft een bedrijfsleeftijd tot drie jaar. Het grootste deel (46 procent) van de COL-gebruikers heeft twee tot tien werkzame personen. De COL-gebruikers zijn voornamelijk actief in de informatie & communicatie en de specialistisch zakelijke dienstverlening. Hieronder vallen bijvoorbeeld bedrijven in de sector softwareontwikkeling en dienstverlening op het gebied van IT. Dit kan verklaard worden uit de achtergrond van de doelgroep van de regeling. Techleap en de ROM’s hebben een rapport gemaakt over de gebruikers van de COL.noot6 Daarin wordt onder andere gemeld dat meer dan de helft van de aanvragen gedaan werd door startups.

Noten

De financier is bij het afsluiten van het borgstellingskrediet een eenmalige garantieprovisie verschuldigd aan RVO. Deze provisie is gebaseerd op het borgstellingskrediet en het tarief is afhankelijk van de looptijd. De financier rekent deze provisieverplichting aan de ondernemer door. Zie hier.

Er wordt vergeleken met gebruikers van de BMKB in het pre-coronajaar 2019 om eventuele onderlinge substitutie tussen de beide regelingen uit te sluiten.

Meeste bedrijven hadden geen extra extern vermogen nodig vanwege corona (cbs.nl).

Span, T, B. Bos, E. Brouwer, H. van der Wiel, S. Sleijpen-Snoek en T. Smits (2022), De zoektocht naar bedrijfsfinanciering in tijden van corona: Verschillen tussen gebruikers en niet-gebruikers van de coronasteunmaatregelen, te verschijnen als BAT-lab-rapport.

Dit is het nog openstaande bedrag van de oorspronkelijke hoofdsom, exclusief rente.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016–2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/’17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/’05-2016/’17 oogstjaar enz., 2004/’05 tot en met 2016/’17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Redactie

Charlotte Brand (CBS)

Hans Langenberg (CBS)

Lona Verkooijen (CBS)

Auteurs Hoofdstuk 6

Theo Roelandt en Henry van der Wiel (EZK)

Overige medewerkers aan deze publicatie

Brenda Bos (CBS)

Marie Louise Bijnen (RVO)

Thijs Driessen (CBS)

Renee Groen (RVO)

Remco Kaashoek (CBS)

Paul Schmitz (EZK)

Marien Vrolijk (CBS)

Jouke Wortelboer (RVO)

Sten Zijlstra (CBS)