Epiloog
Het coronavirus heeft onze samenleving en economie de afgelopen twee jaar ernstig op de proef gesteld. Hoewel het aantal besmettingen gedurende 2022 soms weer opliep en vaccinatieprogramma’s nodig blijven, lijken de directe maatschappelijke en economische effecten van de gezondheidscrisis in een rustiger vaarwater te zijn gekomen. Sinds april 2022 zijn de coronasteunmaatregelen afgebouwd en vanaf 1 oktober moeten ook de uitgestelde belastingen terugbetaald worden. Volgens het kabinet wegen de voordelen van het ondersteunen van bedrijven niet meer op tegen de nadelen daarvan.noot1 De normale economische dynamiek moet weer de ruimte krijgen. Dit hoofdstuk laat zien hoe de Nederlandse economie er na de coronacrisis voorstaat en welke gevolgen dat heeft voor de nabije toekomst.
6.1De Nederlandse economie na coronacrisis
Nederland staat er medio 2022 goed voor in internationaal perspectief (zie grafiek 6.1.1). Afgemeten aan de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp) lijkt de veerkracht van de Nederlandse economie groot. Na een forse krimp in de eerste maanden na de uitbraak van de coronapandemie was het bbp medio 2021 alweer terug op het niveau van net voor de uitbraak. Vanaf het vierde kwartaal 2019 gerekend is van alle grote EU-landen het herstel het sterkst geweest in Nederland, zelfs nog sterker dan in de VS.
EU | België | Duitsland | Spanje | Frankrijk | Italië | Nederland | Portugal | Verenigde Staten | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2019-IV | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
2020-I | 97 | 96,8 | 98,6 | 94,5 | 94,4 | 94,1 | 98,5 | 95,6 | 98,7 |
2020-II | 86,2 | 85,6 | 89,2 | 77,7 | 81,6 | 82,2 | 90,8 | 81,2 | 89,9 |
2020-III | 96,3 | 95,8 | 97,3 | 90,6 | 96,7 | 95,4 | 96,4 | 93 | 96,7 |
2020-IV | 96,2 | 95,6 | 97,9 | 90,5 | 95,8 | 93,9 | 96,4 | 93,4 | 97,7 |
2021-I | 96,3 | 96,9 | 96,4 | 90,3 | 95,9 | 94,1 | 96,5 | 91 | 99,2 |
2021-II | 98,2 | 98,6 | 98,3 | 91,5 | 96,8 | 96,6 | 100,2 | 95 | 100,8 |
2021-III | 100,2 | 100,6 | 99,1 | 94,4 | 100,1 | 99,2 | 101,7 | 97,6 | 101,4 |
2021-IV | 100,8 | 101,1 | 99 | 96,5 | 100,6 | 99,9 | 102,4 | 99,5 | 103,1 |
2022-I | 101,6 | 101,6 | 99,8 | 96,3 | 100,4 | 100 | 102,9 | 101,9 | 102,7 |
2022-II | 102,3 | 101,8 | 100 | 97,8 | 100,9 | 101,1 | 105,5 | 102 | 102,6 |
Bron: Eurostat |
Volgens het Centraal Planbureau (CPB) was in Europees perspectief het steunpakket in Nederland in 2020 bovengemiddeld groot.noot2 De omvang van het Nederlandse steunpakket lag met 3,6 procent van het bbp iets boven het Europese gemiddelde van 3,3 procent. Nederland heeft volgens het CPB ook geprofiteerd van economische steunmaatregelen in andere landen. Die hebben zowel de uitval van de exportvraag als de kans op een Europees brede crisis beperkt.
Dat het Nederlandse bedrijfsleven veerkrachtig oogt, blijkt ook uit andere kengetallen. Het aantal faillissementen onder bedrijven in 2020 en 2021 was historisch laag. Mede doordat de werkgelegenheid in Nederland relatief goed op peil bleef, steeg de werkloosheid hier minder hard dan in de rest van Europa. Buiten Nederland nam de werkgelegenheid sterker af en nam de werkloosheid sterker toe. De Nederlandse steun was volgens het CPB voor een relatief groot gedeelte gericht op baanbehoud (via de NOW-regeling) en ze was ruimhartiger dan vergelijkbare regelingen in Europa. Uit onderzoek blijkt dat de samenstelling van de Nederlandse werkgelegenheid in 2020 wel is veranderd.noot3 Niet alleen verschilde de werkgelegenheidseffecten van de crisis sterk tussen sectoren, maar ook tussen vaste en flexibele werkgelegenheid en tussen bedrijven met of zonder toegekende NOW-steun. Werknemers met een flexibel contract verloren vaker hun baan, en gingen naar bedrijven die minder last hadden van de crisis. Bedrijven lijken de overheidssteun te hebben benut om de kennis en competenties van vast personeel te kunnen behouden.
Ook de R&D-inspanningen namen in 2020 volgens het CBS toe.noot4 Dit betrof zowel de inzet van R&D-personeel als de uitgaven voor eigen R&D. R&D-inspanningen zijn belangrijk voor het toekomstig groeipotentieel van de economie en voor het aanpakken van de maatschappelijke uitdagingen op de terreinen van duurzaamheid, water, voedsel, gezondheid en veiligheid.
6.2Eerste inzichten werking beleid
Het CPB concludeert dat het coronasteunpakket van 2020 effectief was in het realiseren van de doelstellingen. De opzet van de generieke steunmaatregelen droeg in grote mate bij aan de effectiviteit. Het CPB concludeert ook dat – naarmate de tijd verstreek – de kosten van het generieke steunbeleid stegen terwijl de baten van baanbehoud in een arbeidsmarkt met meer vraag afnamen. Het kabinet was zich ervan bewust dat de opzet van het steunbeleid – dat in een hele korte tijdsperiode aan het begin van de crisis ingericht moest worden – ook risico’s had voor de doelmatigheid van de maatregelen. Terecht zijn er zorgen over mogelijke nadelige gevolgen van langdurige steun en dan met name verstoring van de bedrijvendynamiek. Uit onderzoek blijkt dat er van een serieuze verstoring geen sprake was, maar dat de steun deels ook terecht kwam bij zwakkere bedrijven.noot5 En dat er in 2020 sprake was van oversterfte onder bedrijven die geen steun hadden ontvangen.noot6 Veel van deze bedrijven hadden voor de coronacrisis ook al een lage productiviteit. Ook zijn er bedrijven opgeheven die wel steun hadden ontvangen. Deze bedrijven stonden er voor de coronacrisis al vaker minder financieel gezond voor. Ook waren zij minder productief dan bedrijven die wel overeind bleven (al dan niet met steun).
Een en ander overziend lijkt de steun niet echt in de weg te hebben gestaan van creatieve destructie, waarbij nieuwe bedrijven de ruimte krijgen en de productiefactoren worden ingezet bij de meest productieve bedrijven. Tevens blijkt uit een schatting van Seip et al. (2022) dat het aantal zwakke bedrijven dat dankzij de steun van de overheid in 2020 overeind is gebleven, beperkt is.noot7 Toekomstige evaluaties moeten meer zicht bieden op de mate van doeltreffendheid en doelmatigheid van de verschillende steunmaatregelen.
Met de stopzetting van het steunpakket vanaf het tweede kwartaal 2022 verandert ook de aanpak van de overheid. De uitgangspunten van het kabinet zijn dat de samenleving zoveel mogelijk open is en dat continuïteit en toegankelijkheid van de zorgketen gewaarborgd is.noot8 Bij een eventuele nieuwe golf staat de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven centraal en wordt dit ondersteund door reclamespotjes zoals ‘alleen samen’. Geen ‘intelligente lockdown’ meer, maar een ‘intelligent openhouden’ van de samenleving en het controleren van de druk op de zorg. Alleen in het worst-case scenario bij langdurige en volledige sluiting wordt een nieuw coronasteunpakket overwogen.
6.3Afsluitend
Vanuit een macroperspectief lijkt Nederland goed uit de coronacrisis te zijn gekomen, en ook internationaal gezien staan we er nog steeds goed voor. Maar donkere wolken pakken zich samen. Er staat op dit moment nog een belastingschuld van 20,8 miljard euro uit bij ondernemingen die binnen zeven jaar moet worden terugbetaald. De Nederlandsche Bank (DNB) constateerde dat ongeveer de helft van de bedrijven die uitstel van belastingbetaling hebben, gedurende de komende vijf jaar de helft van hun winst moeten gebruiken voor terugbetalingen.noot9 Daarnaast moeten ook nog behoorlijk wat bedrijven NOW of TVL terugbetalen (zie de paragrafen 4.2 en 4.3). Dit kan tot financiële problemen leiden bij een deel van deze bedrijven. Daarbovenop zijn de economische vooruitzichten mede door de Oekraïne-oorlog en allerlei toeleveringsproblemen op korte termijn niet florissant. Gevoed door de hoge inflatie, energieprijzen en mogelijke gastekorten dreigt een recessie. Zulke schokken gaan het bedrijfsleven raken en het risico op opheffingen of faillissementen vergroten. Die risico’s lijken, althans voor een deel van de bedrijven, nu groter dan voor corona omdat buffers zijn geslonken en een deel van de bedrijven blijvend te kampen heeft met een verslechterde uitgangspositie vanwege de nog bestaande schuldenlast. Recentelijk rapporteerde het CBS al over oplopende bedrijfsopheffingen.noot10 In het eerste halfjaar van 2022 zijn 76 duizend bedrijven opgeheven. Sinds de start van de meetmethode in 2007 was dit aantal niet zo hoog. Veel analisten voorzien voor het einde van dit jaar een krimp van de economie door de energiecrisis, de economische gevolgen van de oorlog in Oekraïne, vraaguitval en de gevolgen van de koopkrachtdalingen. Kortom, een volgende lakmoesproef voor de eerder sterk gebleken weerbaarheid van onze economie.
Noten
Kamerbrief over langetermijnvisie coronasteun | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl.
Verstegen, L., E. van der Wal en C. Deijl, Macro-economische effecten van coronasteunbeleid in 2020, CPB, 28 september 2021.
Zie o.a. Diris, R., L. van Doorn en O. van Vliet (2022), Weinig mobiliteit tussen krimp- en groeisectoren tijdens coronacrisis, ESB, 107(4805), 42–45 en Roelandt, T., H. van der Wiel, T. Smits en E. Brouwer (2022), Bedrijven met coronasteun verkleinen de flexibele schil, ESB, 107(4810), 251-253.
R&D-uitgaven ruim 18 miljard euro in 2020 (cbs.nl).
Roelandt, T., H. van der Wiel, E. Brouwer en B. Bos (2021), Coronasteunbeleid redt de zwakkere maar ook de innoverende bedrijven, ESB, 106(4799), 312-313.
Roelandt, T., H. van der Wiel en E. Brouwer (2022), Effect coronasteun op bedrijfsopheffingen lijkt beperkt, ESB, 107(4813), 424-426.
Seip, M., B. Bos, E. Brouwer, H. van der Wiel, T. Smits en T. Span (2022), De invloed van financiële coronasteunmaatregelen op bedrijfsopheffingen, Ministerie van EZK, 29 juni 2022.
Kamerbrief over langetermijnvisie coronasteun | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl.
J. de Winter en B. Pruijt, De invloed van het corona steun- en herstelpakket op het Nederlandse bedrijfsleven, DNB, 29 maart 2022.
Hoogste aantal bedrijfsopheffingen sinds 2007 in het eerste halfjaar (cbs.nl).