Achtergrond
In dit hoofdstuk wordt eerst een beeld geschetst van de coronapandemie in Nederland, inclusief de contactbeperkende maatregelen die werden opgelegd. Daarna wordt ingegaan op het effect van de pandemie en de genomen maatregelen op de economie. Vervolgens wordt ingegaan op de steunmaatregelen voor ondernemers en bedrijven, het feitelijke onderwerp van dit rapport. Aangegeven wordt welke van de maatregelen in het rapport zijn opgenomen. Het hoofdstuk sluit af met een korte achtergrond van de cijferverzameling.
2.1Verloop coronapandemie in Nederland
2020: eerste en tweede golf
Eind december 2019 bereikten de eerste signalen over een uitbraak van een nieuw coronavirus in de Chinese stad Wuhan ons land. Kort daarop werden de eerste besmettingen in Europa bekendgemaakt (in Italië) en in februari werd de eerste coronabesmetting in Nederland vastgesteld. In reactie hierop volgden maatregelen om de verspreiding van het virus te beperken. Het kabinet stelde op 23 maart een ‘intelligente lockdown’ in, waarbij onder andere de scholen en de kinderopvang moesten sluiten, thuiswerken de norm werd en sociale contacten moesten worden vermeden. Deze maatregelen waren vooral gericht op het beheersbaar houden van de druk op de zorg. De aantallen besmettingen en ziekenhuisopnames liepen snel op. De mogelijkheid om te testen op het virus werd uitgebreid. In april 2020 werd de ‘anderhalvemetersamenleving’ geïntroduceerd. Dat hield enerzijds versoepelingen in van de mate waarin men thuis moest blijven, maar anderzijds het devies om 1,5 meter afstand te houden bij contact met een ander persoon. Na een afname liepen de besmettingen in de zomer van 2020 weer sneller op, wat de opmaak vormde voor een tweede besmettingsgolf vanaf oktober. Als reactie hierop werden steeds verdergaande lockdown-maatregelen ingevoerd. Eind november werden de contactbeperkende maatregelen verzwaard en verlengd, waardoor Nederland tijdens de feestdagen in december in een harde lockdown zat, waarbij bijvoorbeeld alleen de essentiële winkels open waren. Eind 2020 verschenen in het Verenigd Koninkrijk de eerste berichten over een verontrustende mutatie van het virus, de bètavariant, die ook in Nederland aanleiding gaf tot nog verdergaande maatregelen.
2021: derde en vierde golf én vaccinatiecampagne
Het jaar 2021 startte met de invoering van een avondklok en een verlenging van de lockdown, maar de scholen mochten vanaf begin februari deels weer open. Ook startte het jaar met de eerste coronavaccinatie, wat het begin inluidde van de nationale vaccinatiecampagne. De snelle ontwikkeling van een vaccin leek een uitweg te gaan bieden uit de crisis. Eind februari werd een voorzichtige verruiming van de lockdown aangekondigd. Vanaf maart liepen de besmettingen weer verder op, wat resulteerde in de derde golf. In de zomer ging de samenleving gecontroleerd open, wat bijvoorbeeld inhield dat naar kantoor gaan weer gedeeltelijk mocht en er geen regels meer golden voor het aantal bezoekers thuis. Er heerste optimisme, maar het najaar bracht een nieuwe besmettingsgolf (de vierde) en opnieuw aanscherping van de contactbeperkingen. Vanwege de zorgen over de opkomst van de omikronvariant en de druk die dat op de zorg zou betekenen, werd aan het einde van 2021 wederom opgeschaald naar een harde lockdown.
2022 (tot oktober): afbouw maatregelen
In januari werd de harde lockdown versoepeld. Het aantal IC-opnames en de oversterfte als gevolg van omikronbesmettingen bleek mee te vallen. Gedurende het voorjaar werden de contactbeperkende maatregelen steeds minder streng. In maart werden de coronaregels adviezen: de gevolgen van het virus waren op z’n retour en vanaf april 2022 waren er nagenoeg geen maatregelen meer van kracht.
2.2Gevolgen van de coronapandemie en de contactbeperkende maatregelen voor economie en bedrijven
De coronapandemie had en heeft grote impact op het maatschappelijk leven. Het economische verkeer werd sterk verstoord, met gevolgen voor ondernemers, bedrijven en werknemers. Een heel zichtbaar feit was dat bedrijven in bepaalde sectoren, zoals horecazaken en niet-essentiële winkels in de detailhandel, vanwege de contactbeperkende maatregelen tijdens bepaalde perioden hun deuren moesten sluiten. Deze bedrijven werden direct geraakt en vrijwel geheel belemmerd in hun mogelijkheden om omzet te maken. Hetzelfde gold voor ondernemers in contactberoepen. Ook waren er bedrijven die indirect werden geraakt. Zo werden toeleveranciers van de gesloten sectoren geconfronteerd met grote omzetverliezen. Aan de andere kant waren er bedrijfstakken voor wie deze sluitingen van delen van de economie een forse omzetgroei betekenden. Consumenten en bedrijven gingen op zoek naar nieuwe manieren van werken, winkelen en leven. Webwinkels, thuisbezorgers en aanbieders van apps voor bijvoorbeeld videobellen zagen hun klantenkring toenemen.
Ook buiten de harde lockdownperiodes was er sprake van maatregelen die een belemmering betekenden voor de bedrijfsvoering van sommige sectoren, bijvoorbeeld in de vorm van opgelegde openings- en sluitingsuren. De anderhalvemetersamenleving hield een continue beperking in voor bedrijven die afhankelijk zijn van de bijeenkomst van grote groepen mensen, zoals de cultuur, de sport, de evenementenbranche en de toeleveranciers van deze branches.
Naast de effecten van de maatregelen zelf op individuele bedrijven, was er ook sprake van een bredere economische impact van de pandemie. Een voorbeeld hiervan is een sterke daling van de consumptie en een stijging van het ziekteverzuim. Daarnaast veroorzaakten de beperkende maatregelen in andere landen een stevige verstoring in de toeleveringsketens en een verdere ontwrichting van de reisbranche.
De meest direct getroffen bedrijven zagen door de omzetdalingen hun liquide middelen verdampen en het risico op bedrijfsopheffingen stijgen. Hierdoor dreigde een sterk banenverlies en een verstoring van de rest van de economie.
2.3Tijdelijke coronasteunmaatregelen
In reactie op de coronabesmettingen en de beperkende maatregelen kondigden ministers en staatssecretarissen van Economische Zaken en Klimaat, Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 17 maart 2020 het eerste noodpakket banen en economie aan.noot1 Dit eerste noodpakket richtte zich met tijdelijke steunmaatregelen met name op de door de contactbeperkende maatregelen getroffen sectoren. In latere uitbreidingen werd de steun verbreed naar bedrijven in de hele economie. Deze coronasteun beoogde de werkgelegenheid te behouden, zwakkere liquiditeitsposities van bedrijven tijdelijk te overbruggen en de continuïteit van bedrijven te borgen. Het was gericht op zowel zzp’ers als mkb-ondernemers en grootbedrijven.
Gedurende de crisisperiode werden de noodpakketten meermaals verlengd. Bestaande regelingen werden uitgebreid en nieuwe regelingen ingevoerd. De inrichting van de steunmaatregelen volgde het verloop van de gezondheidscrisis. Zo werden regelingen uitgebreid om geraakte sectoren specifieke steun te geven, zoals de module Voorraad Gesloten Detailhandel van de TVL, die de door de sluiting geraakte detailhandelszaken extra ondersteuning gaf. Het omgekeerde gebeurde ook. Toen de ziekenhuisopnames in de zomer van 2021 afnamen, meldde het kabinet dat de generieke steunmaatregelen per 1 oktober 2021 zouden stoppen. Maar op 16 november 2021 werd, volgend op nieuwe contactbeperkende maatregelen, besloten de steunmaatregelen toch te verlengen.
Veel coronasteunmaatregelen werden door de acute nood en de onvoorspelbaarheid van de pandemie en de economische effecten onder grote tijdsdruk vorm gegeven door de uitvoeringsorganisaties, zoals de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de Belastingdienst. Daarom werd gewerkt met regelingen en voorschotten op basis van verwachtingen vooraf. Zie het kader aan het eind van dit hoofdstuk voor de verschillende soorten regelingen.
2.4Verslaglegging coronasteunmaatregelen
Spoedig na de start van de crisis en de introductie van de steunmaatregelen, werd onder regie van het CBS, EZK en RVO een data-infrastructuur opgezet waarin de registraties bijeen werden gebracht van de organisaties die het noodpakket uitvoerden. Zo ontstond de mogelijkheid van het actueel monitoren van het gebruik en bereik van de steunmaatregelen. De eerste cijfers, in de vorm van tabellensets en begeleidende berichtgeving, werden eind mei 2020 gepubliceerd, waardoor al in een vroegtijdig stadium aanvullende inzichten beschikbaar kwamen naast de informatie van de uitvoeringsinstanties zelf. Hierna volgden nog negen cijferoverzichten. De data-infrastructuur wordt ook ingezet voor gerichte analyses en het in beeld brengen van de effecten van het steunbeleid.
Dit rapport is gebaseerd op informatie uit de elfde tabellenset en geeft een overzicht van het gebruik van de coronasteunmaatregelen vanaf het begin van de coronacrisis tot en met 30 juni 2022. Alle generieke nationale regelingen zijn in het rapport opgenomen. Het betreft de regelingen waarmee de grootste bedragen waren gemoeid en die gericht waren op gebruik door grote groepen bedrijven.
Daarnaast zijn er tijdens de coronacrisis vele specifieke regelingen van kracht geweest. Bijvoorbeeld voor landbouwbedrijven, voor ondernemers in de culturele sector, voor bedrijven die in de crisisperiode zijn gestart en zelfs heel gerichte regelingen zoals voor ijsbanen en zwembaden. Dergelijke bijzondere regelingen maken geen onderdeel uit van dit overzichtsrapport. Een overzicht van de opgenomen coronasteunmaatregelen, staat in het kader.
In het rapport opgenomen coronasteunmaatregelen
Hieronder staat een korte beschrijving van de verschillende soorten regelingen. De regelingen zijn ingedeeld in vijf hoofdgroepen.
- Tegemoetkoming voor loonkosten
Dit betreft de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW). De NOW werd uitgevoerd door het UWV. De NOW heeft acht aanvraagperiodes gekend, tussen maart 2020 en maart 2022. Via de NOW konden ondernemers die omzetverlies van minimaal 20 procent verwachtten, bij het UWV een tegemoetkoming in de loonkosten aanvragen om hun personeel in dienst te kunnen houden. De maximale tegemoetkoming bedroeg, afhankelijk van de aanvraagperiode, 80 of 90 procent van de vooraf berekende loonkosten. Ook de overige voorwaarden konden per aanvraagperiode verschillen.
- Tegemoetkoming voor vaste lasten
Dit betreft de Tijdelijke Ondersteuning Getroffen Sectoren (TOGS) en de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Beiden werden uitgevoerd door RVO. De TOGS bestond uit een eenmalige uitkering van 4 duizend euro voor mkb-bedrijven die in de periode 16 maart 2020 tot en met 15 juni 2020 minstens 4 duizend euro aan vaste lasten verwachtten te maken en minstens 4 duizend euro aan omzetverlies. De uitkering kon worden aangevraagd door specifieke bedrijfstakken volgens een vastgestelde lijst met SBI-codes (branches). Na De TOGS volgde de TVL. Deze kende zeven aanvraagperiodes en liep tot en met maart 2022. De voorwaarden konden per aanvraagperiode wijzigen. Ondernemers met een verwacht omzetverlies van 30 procent (bij de TVL Q4 2021 was dat 20 procent) konden een subsidie toegezegd krijgen voor een deel van hun vaste lasten. Het maximale bedrag varieerde, afhankelijk van de aanvraagperiode tussen de 50 duizend euro en 550 duizend euro voor het mkb en tussen de 600 duizend euro en 1,2 miljoen euro voor grootbedrijven. In bepaalde aanvraagperiodes konden bedrijven in specifieke sectoren ook aanspraak maken op opslagen en modules (bijvoorbeeld de Vaste Lasten Evenementen).
- Inkomensondersteuning voor zelfstandigen
Dit betreft de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). De Tozo werd aangekondigd in het eerste noodpakket in maart 2020 en liep in vijf aanvraagperiodes tot en met september 2021. Zelfstandigen konden aanspraak maken op aanvullende inkomensondersteuning voor levensonderhoud en een lening voor bedrijfskapitaal om de financiële gevolgen van de coronacrisis op te vangen. De aanvullende ondersteuning vulde het inkomen aan tot het sociaal minimum. De Tozo werd uitgevoerd door de gemeenten.
- Bijzonder uitstel van belastingbetaling
Ondernemers konden door een tijdelijke versoepeling bij de Belastingdienst uitstel aanvragen voor het betalen van bijna alle soorten belastingen. De invorderingsrente was tijdelijk op 0,01 procent gezet. Er werden ook geen verzuimboetes opgelegd en reeds opgelegde verzuimboetes werden verminderd als er uitstel van betaling in verband met corona was verleend. Het bijzondere uitstel kon worden verkregen tot en met eind maart 2022.
- Krediet- en garantieregelingen
Met dit type regelingen konden ondernemers tegen relatief gunstige voorwaarden kredieten afsluiten of stond de overheid garant voor een deel van de leningen. Het gaat hierbij om de volgende regelingen: De Corona-uitbreiding van de Borgstelling MKB-Kredieten (BMKB-C), de Corona-uitbreiding van de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO-C), het Klein Krediet Corona (KKC), de Corona-uitbreiding van het Borgstellingskrediet voor de Landbouw (BL-C), de Corona Overbruggingslening (COL) en de mogelijkheden voor corona-specifieke overbruggingskredieten en uitstel van aflossing bij Qredits.
Nadere informatie
Meer gedetailleerde informatie over de loonkostenregelingen staat op de website van het UWV. Voor de vastelastenregelingen is er de website van RVO en voor het uitstel van belastingbetaling de website van de Belastingdienst. De krediet- en garantierelingen worden nader toegelicht in hoofdstuk 5 van dit rapport.
Noten
Coronavirus: kabinet neemt pakket nieuwe maatregelen voor banen en economie | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl.