Maatschappij
Cijfers - Welzijn
Nederlanders zijn over het algemeen erg gelukkig. Bijna 9 op de 10 volwassenen zeggen gelukkig te zijn. Een iets minder grote groep is tevreden met het leven. Beide aandelen zijn de afgelopen jaren stabiel gebleven.
Door een wijziging in de onderzoeksmethode zijn de cijfers van 2012–2016 niet geheel vergelijkbaar met de cijfers van 1997–2010.
Bijna 88 procent van de volwassenen zegt tevreden te zijn met de woning waarin ze wonen. De woonbuurt wordt positief gewaardeerd door een bijna even grote groep. Minder tevreden is men met de lichamelijke gezondheid, de financiële situatie en de hoeveelheid beschikbare vrije tijd.
De vraag naar de tevredenheid met het werk is alleen gesteld aan personen die betaald werk van minimaal 12 uur per week doen. Personen zonder betaald werk of met een baan van minder dan 12 uur per week, is gevraagd naar de tevredenheid met de dagelijkse bezigheden.
Mensen met een hoger inkomen zijn doorgaans meer tevreden met hun financiële situatie dan mensen met lagere inkomens. Van de mensen met een inkomen in het laagste inkomenskwartiel is iets minder dan de helft tevreden met de eigen financiën. Die tevredenheid is de afgelopen jaren ook niet toegenomen. Bij de hogere inkomensgroepen is het percentage mensen dat tevreden is met hun financiële situatie wel gestegen. In de hoogste inkomensgroep zijn 9 op de 10 mensen tevreden met de eigen financiën.
De mate van overgewicht hangt samen met de gezondheid. Mensen met ernstig overgewicht zijn het minst vaak tevreden met hun lichamelijke gezondheid. Mensen met een gezond gewicht zijn het meest tevreden met hun lichamelijke gezondheid, mensen met ondergewicht zijn daarover iets tevredener dan mensen met matig overgewicht.
Tussen gewicht en psychische gezondheid is de samenhang minder sterk. Mensen met een gezond gewicht voelen zich het vaakst psychisch gezond, mensen met ondergewicht het minst vaak. Maar de verschillen in psychisch welbevinden zijn niet groot.
Het persoonlijk welzijn is hoger naarmate het hoogst behaalde onderwijsniveau hoger ligt: ruim 70 procent van de hoogopgeleiden heeft een hoog persoonlijk welzijn tegenover minder dan de helft van de laagopgeleiden.
Het persoonlijk welzijn geeft één samenvattend cijfer van het welzijn op acht verschillende aspecten, waaronder de gezondheid, materiële welvaart, sociale relaties en veiligheid.
Het vertrouwen in andere mensen is hoger naarmate het onderwijsniveau van mensen hoger is. Van de hoogst opgeleiden met een master op hbo- of wo-niveau heeft 85 procent vertrouwen in andere mensen. Onder mensen met alleen basisonderwijs heeft nog geen 40 procent vertrouwen in anderen.