Maatschappij
Cijfers - Natuur en milieu
Tussen 2000 en 2007 groeide de hoeveelheid huishoudelijk afval licht. Sinds 2007 is er sprake van een daling. In 2015 werd 8,4 miljoen ton huishoudelijk afval verzameld. Dat is 496 kilogram per inwoner en 10 procent minder dan in 2007. Ruim 53 procent van het afval werd gescheiden ingezameld, in 2000 was dat 46 procent.
Jaarlijks produceert de Nederlandse industrie ongeveer 14 miljoen ton niet gevaarlijk afval. In 2015 ging het om 13,8 miljoen ton, 1 procent meer dan in het jaar ervoor en 4 procent minder dan in 2010. Bijna al het vrijgekomen afval (96 procent) wordt gerecycled of gebruikt voor diervoeder. Zestig procent van het afval is afkomstig van de voedings- en genotmiddelenindustrie.
Krap 60 procent van de fosfaatproductie door de Nederlandse veestapel is afkomstig van rundvee. Vanaf 2013 groeit de fosfaatproductie door uitbreiding van de melkveestapel na het afschaffen van de melkquota. In 2016 daalde de fosfaatproductie weer met 2 procent, wat vooral een gevolg is van lagere fosfaatgehalten van het ruwvoer.
In 2015 is in Nederland 10 miljoen kilogram chemische gewasbeschermingsmiddelen verkocht. De voorgaande vier jaar schommelde de afzet rond 11 miljoen kilogram. De verkoop wisselt van jaar tot jaar al naar gelang de druk van plagen en ziekten en de weersomstandigheden tijdens de groei van de gewassen.
In 2015 was de uitstoot van broeikasgassen 4 procent hoger dan in 2014, een stijging van 7,7 miljoen ton CO2-equivalenten. De uitstoot in 2015 lag 12 procent onder het niveau van 1990. De doelstelling van het klimaatakkoord van Parijs – dat de Nederlandse overheid ondertekende – is 25 procent minder uitstoot in 2020 ten opzichte van 1990.
Sinds 1990 is de belasting van het oppervlaktewater met nutriënten en zware metalen flink afgenomen. Tussen 1990 en 2010 zijn diverse maatregelen genomen die veel effect hadden. Daarna verloopt een verdergaande daling van de totale belasting slechts langzaam. In de gepresenteerde cijfers zit alleen de uitstoot naar binnenwater, de belasting van de Noordzee is niet meegenomen.
Nederlandse bedrijven in de delfstoffenwinning, industrie en energiesector hebben in 2015 bijna 2,1 miljard euro geïnvesteerd in milieuvoorzieningen. Vooral de energiesector investeerde veel in het milieu. In het laatste decennium is vooral geïnvesteerd in het beperken of voorkomen van luchtverontreiniging.
De boerenlandvogelindicator laat zien dat sinds 1960 60 tot 70 procent van de broedvogels uit het Nederlandse boerenland zijn verdwenen. Het gaat om een achteruitgang van naar schatting ruim 4 miljoen naar ruim 1,5 miljoen broedparen. Enkele soorten zijn in grote delen van Nederland bijna niet meer te vinden. Sinds 1960 zijn naar schatting 750 duizend tot 1,1 miljoen broedparen van de veldleeuwerik verdwenen. Ook de patrijs (afname 93 procent), de zomertortel (afname 92 procent), de ringmus (afname 93 procent) en de grutto (afname 68 procent) zijn tegenwoordig schaarse verschijningen.