Economie
Cijfers - Prijzen
De prijzen in de industrie zijn in de periode januari 2005 – januari 2017 met ruim 25 procent gestegen. In de voedingsindustrie zijn de prijzen met bijna 40 procent gestegen in dezelfde tijd. De grootste stijger in de voedingsbranche is de spijsoliën- en vettenindustrie. Hier zijn de prijzen met 96 procent gestegen sinds januari 2005.
Na vier jaar van daling stijgen vanaf begin 2017 de producentenprijzen weer, in bijna alle branches. De aardolie-industrie bepaalt grotendeels deze ontwikkeling, de stijging ten opzichte van een jaar eerder is 60 procent. De prijzen van de chemische industrie stijgen met 12 procent ten opzichte van een jaar eerder. De prijsontwikkeling in de chemische industrie wordt sterk beïnvloed door het verloop van de prijzen in de aardolie-industrie.
In 2016 stegen de prijzen van diensten met gemiddeld 0,4 procent ten opzichte van een jaar eerder. Hiermee ligt het gemiddelde prijsniveau ruim 6 procent hoger dan in 2007. De prijsstijging geldt niet voor alle diensten. Zo zijn de prijzen gedaald in enkele deelmarkten binnen de branches vervoer en opslag en informatie en communicatie.
De prijzen van onroerendgoedgerelateerde diensten stegen in 2016 met gemiddeld 1,9 procent. Het herstel, dat in 2015 begon, zet daarmee door. De malaise op de woning- en vastgoedmarkt in de jaren na 2008 trof alle dienstverleners: verhuizers, makelaars en architecten hadden te maken met dalende prijzen. Het prijsniveau van makelaars daalde het meest (12 procent sinds 2007). Alleen de prijzen van verhuizingen zijn weer op een vergelijkbaar niveau als voor de crisis.
De ontwikkeling van de consumentenprijzen in Nederland volgens de geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP) is in 2016 gemiddeld uitgekomen op 0,1 procent. Dat is het laagste cijfer sinds 1997. De prijsstijging in de eurozone is op jaarbasis 0,2 procent. De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid. Volgens de ECB heerst er prijsstabiliteit als de stijging van de consumentenprijzen in de eurozone onder, maar in de buurt van de 2 procent ligt.
In 2016 waren bestaande koopwoningen gemiddeld 5 procent duurder dan in 2015. Het prijsniveau van bestaande koopwoningen in Amsterdam, Utrecht en Rotterdam is al gestegen tot boven het niveau van voor de crisis. In augustus 2008 bereikten de woningprijzen een piek. Vervolgens daalden de prijzen tot een dieptepunt in juni 2013. Sindsdien is sprake van een stijgende trend.
In 2016 zijn 215 duizend woningen verkocht, het hoogste aantal transacties sinds 1995. Met deze transacties is een recordbedrag gemoeid van ruim 52 miljard euro.