Economie
Cijfers - Macro-economie
De Nederlandse economie, afgemeten aan het bruto binnenlands product (bbp), groeide in 2016 met 2,2 procent, iets harder dan in 2015. De groei was de hoogste sinds de start van de crisis in 2008. Vooral de binnenlandse bestedingen, investeringen en consumptie droegen bij aan de groei. Anders dan in 2015 is in 2016 ook het saldo van export en import positief.
Sommige regio’s doen het economisch beter dan andere. De Zaanstreek, Amsterdam en de Haarlemmermeer groeiden sterk in 2016, met 2,9 procent of meer. De Zaanstreek groeide dankzij de voedingsmiddelenindustrie, Amsterdam profiteerde van de groei van de verhuur en handel in onroerend goed in de hoofdstad. De Haarlemmermeer bloeide dankzij Schiphol. De stad Utrecht groeide minder hard (2,3 procent) door krimp bij de financiële instellingen. De economische groei van Rotterdam (2,3 procent) werd getemperd door achteruitgang in de sector vervoer en opslag.
De Nederlandse economie groeide in 2016 harder dan het gemiddelde van de Europese Unie (1,8 procent). De groei in ons land (2,2 procent) was hoger dan in Duitsland (1,9 procent) en het Verenigd Koninkrijk (1,8 procent). Ook de economische groei in België (1,2 procent) en Frankrijk (1,1 procent) kwam in 2016 lager uit dan die van Nederland.
In 2016 namen de belasting- en premie-inkomsten met ruim 17 miljard euro toe. De btw-inkomsten stegen met bijna 4 miljard euro, bedrijven betaalden bijna 5 miljard euro meer aan vennootschapsbelasting. De loon- en inkomstenbelasting, inclusief de sociale premies, stegen met bijna 7 miljard euro. De overheidsuitgaven zijn iets gedaald, onder meer door een korting van meer dan 3 miljard euro op de afdrachten aan de Europese Unie over de afgelopen jaren.
De rentelasten daalden met ongeveer 1 miljard euro, door de historisch lage rentetarieven en afnemende schuld.
In 2016 had de overheid voor het eerst sinds 2008 meer inkomsten dan uitgaven. Het overschot was 2,9 miljard euro, 0,4 procent van het bbp.
De stemming onder consumenten verbeterde verder in 2016. Aan het begin van het jaar daalde het consumentenvertrouwen een paar maanden, maar herstelde daarna sterk. Eind 2016 werd het hoogste niveau in ruim negen jaar bereikt. Consumenten vonden de tijd gunstig voor het doen van grote aankopen en waren positief over hun eigen financiële situatie in de komende 12 maanden. Ze besteedden ook daadwerkelijk meer in 2016. De consumptiegroei in het vierde kwartaal was de hoogste in negen jaar.
Het producentenvertrouwen verbeterde al in de eerste helft van 2016. In juni bereikte het producentenvertrouwen het hoogste niveau in ruim vijf jaar. Daarna daalde het weer, en veerde het weer op, tot het in december op ongeveer hetzelfde niveau stond als in het voorjaar. Het positieve producentenvertrouwen is in lijn met de productie van de industrie.
De overheid verdiende in 2016 2,4 miljard euro aan de winning van aardgas. Dit is bijna 13 miljard euro minder dan in 2013 en de laagste opbrengst sinds 1975. De aardgasbaten waren goed voor 0,8 procent van de overheidsinkomsten, het laagste aandeel sinds 1969.
De daling van de aardgasbaten van de afgelopen jaren kwam enerzijds door lagere winning van aardgas. Vanwege de negatieve gevolgen van de gaswinning in Groningen heeft de overheid het winningsplafond naar beneden bijgesteld.
Ook de jaarlijkse gaswinning uit de velden in het Nederlandse deel van de Noordzee daalt gestaag. Daarnaast droegen ook lagere prijzen sterk bij aan de dalende inkomsten uit aardgas.