Arbeid en inkomen
Cijfers - Inkomen en bestedingen
In 2015 kwam het gemiddelde gestandaardiseerde inkomen van huishoudens vrijwel even hoog uit als in 2014. In de periode 1995-2008 nam het inkomen overwegend toe, behalve in de periode 2001-2005 toen het economische tij verslechterde. Door de recente economische crisis daalde in de jaren 2008-2013 het inkomen elk jaar (trendbreuk in 2011 daargelaten). De bestedingen van huishoudens stegen van bijna 30 duizend euro in 1995 naar 34 duizend euro in 2015 (gecorrigeerd voor prijsstijgingen).
In 2015 gaven huishoudens gemiddeld 34 duizend euro uit. Daarvan was ruim 31 procent bestemd voor woonlasten. Huishoudens met een hoofdkostwinner tussen 45 en 65 jaar gaven het meest uit. Dit heeft deels te maken met de grote omvang van deze huishoudens, gemiddeld 2,4 personen. De jongste huishoudens besteedden het minst en hadden met gemiddeld 1,4 personen ook de kleinste omvang.
Bijna 9 procent van de huishoudens (626 duizend) moest in 2015 rondkomen van een inkomen onder de lage-inkomensgrens en liep daarmee risico op armoede. Dit is iets minder dan in 2013, maar wel meer dan in 2011. Bij jong en oud nam het armoederisico tussen 2013 en 2015 af, terwijl het bij 25- tot 65-jarigen even hoog bleef. In 2015 had 3,3 procent van de huishoudens al ten minste vier jaar te maken met een laag inkomen.
Het doorsnee vermogen van Nederlandse huishoudens nam in 2015 voor het eerst sinds het uitbreken van de economische crisis in 2008 weer toe. Het vermogen – bezittingen minus schulden – nam vooral toe doordat woningen in waarde zijn gestegen. Wanneer de eigen woning buiten beschouwing blijft, is het vermogen in 2015 even hoog als in 2014.
Zowel onder jongeren tot 25 jaar als onder 25- tot 45-jarigen daalde het eigenwoningbezit in de periode 2011-2015. De economische crisis stond de aanschaf van een (eerste) woning in de weg. Het eigenwoningbezit onder huishoudens met een hoofdkostwinner van 65 jaar of ouder nam daarentegen toe, tot 50 procent in 2015. Dit komt vooral door de instroom in de groep 65-plussers van naoorlogse babyboomers die vaak een eigen huis hebben.
In 2015 hadden huizenbezitters in Rozendaal (Gelderland) met 295 duizend euro de hoogste doorsnee hypotheekschuld. Ook in Laren (Noord-Holland), Bloemendaal en Wassenaar bedroeg de doorsnee hypotheekschuld meer dan 250 duizend euro. In het Groningse Delfzijl is de hypotheekschuld met 110,5 duizend euro het laagst. Gemeenten met inwoners met lage hypotheekschulden liggen vooral aan de randen van Nederland: in Groningen, Friesland, Limburg en Zeeland. In deze gebieden liggen zowel de huizenprijzen als het inkomen en vermogen gemiddeld lager dan in de rest van Nederland.