Online seksuele intimidatie

Vervelende seksueel getinte opmerkingen, ongewenste aanrakingen of gedwongen worden om seksuele dingen te doen: dit zijn allemaal voorbeelden van ongewenst seksueel gedrag. Dit kan thuis of op straat gebeuren (zie hoofdstuk 6) maar ook via het internet, bijvoorbeeld via sociale media, WhatsApp, (video)chat of e-mail. In dit hoofdstuk gaat het over ongewenste seksuele ervaringen op het internet.

7.1Slachtofferschap online seksuele intimidatie

In 2022 gaf ruim een op de tien personen van 16 jaar of ouder (11 procent) aan dat zij in de afgelopen vijf jaar online een of meerdere ongewenste seksuele ervaringen hebben meegemaakt. Ruim 6 procent overkwam dit in de afgelopen 12 maanden; dit zijn ongeveer 930 duizend personen.noot1 Ten opzichte van 2020 is in 2022 zowel het slachtofferschap van online seksuele intimidatie in de afgelopen vijf jaar (9 procent in 2020) als in de afgelopen 12 maanden (5 procent in 2020) toegenomen.

Het maken van seksueel kwetsende opmerkingen of grapjes of het ongewenst naaktfoto’s of seksfilmpjes sturen zijn de vormen van online seksuele intimidatie die het vaakst voorkwamen (beide 3 procent). Ook gebeurde het regelmatig dat iemand bleef aandringen op een date of aandrong op het toesturen van persoonlijke seksuele foto’s of filmpjes (beide 2 procent).

7.1.1 Slachtoffers online seksuele intimidatie in afgelopen 12 maanden1) (% personen van 16 jaar of ouder)
2022 2020
Online seksuele intimidatie totaal 6,4 5,4
waarbij iemand ongewenst: . .
Seksueel kwetsende opmerkingen maakte 3 2,1
Naaktfoto's of seksfilmpjes stuurde 2,5 2
Bleef aandringen op een date 2,1 1,8
Vroeg om seksuele foto's of filmpjes 2,1 1,6
Billen, geslachtsdelen of borsten liet zien 2 1,3
Bleef aandringen op seks 1,2 1
Liet zien dat hij/zij masturbeerde 1,1 0,7
Dwong tot het overmaken van geld 0,5 0,8
Dwong tot uitkleden of masturberen 0,2 0,1
Naaktfoto of seksfilmpje verspreidde 0,1 0,1
Een naaktfoto of seksfilmpje maakte 0,1 0,1
Nepnaaktfoto of nepseksfilmpje verspreidde 0 0,1
Bron: CBS, WODC
1) Meerdere antwoorden mogelijk.

Slachtoffers online seksuele intimidatie naar kenmerken

Vrouwen geven bijna twee keer zo vaak als mannen aan dat zij in de afgelopen 12 maanden ongewenst seksueel gedrag hebben meegemaakt op internet (8 tegen 4 procent). Daarbij krijgen biseksuele en homoseksuele personen er vaker mee te maken dan heteroseksuele personen. Jongeren zijn duidelijk het vaakst slachtoffer van online seksuele intimidatie, en dan met name jonge vrouwen: 35 procent van de 16- tot 18‑jarige vrouwen en 28 procent van de 18- tot 24‑jarige vrouwen geven aan hier in de afgelopen 12 maanden mee te zijn geconfronteerd, tegen 9 procent van hun mannelijke leeftijdgenoten.

Personen met een partner zijn met ongeveer 3 procent het minst vaak slachtoffer van online seksuele intimidatie, ongeacht of er kinderen in het huishouden zijn. Alleenstaanden (8 procent) en alleenstaande ouders (9 procent) krijgen hier vaker mee te maken (zie ook tabel 1b in bijlage A).

7.1.2 Slachtoffers online seksuele intimidatie in afgelopen 12 maanden naar kenmerken, 2022 (% personen van 16 jaar of ouder)
2022
Totaal, 6,4
Geslacht Vrouwen, Geslacht 8,4
Geslacht Mannen, Geslacht 4,4
Leeftijd 16 tot 18 jaar, Leeftijd 21,8
Leeftijd 18 tot 24 jaar, Leeftijd 18,4
Leeftijd 24 tot 45 jaar, Leeftijd 8,3
Leeftijd 45 tot 65 jaar, Leeftijd 3,7
Leeftijd 65 jaar of ouder, Leeftijd 1,2
Seksuele oriëntatie Homoseksuele mannen, Seksuele oriëntatie 26,1
Seksuele oriëntatie Homoseksuele vrouwen, Seksuele oriëntatie 14
Seksuele oriëntatie Biseksuele mannen, Seksuele oriëntatie 18
Seksuele oriëntatie Biseksuele vrouwen, Seksuele oriëntatie 23,1
Seksuele oriëntatie Heteroseksuele mannen, Seksuele oriëntatie 3,5
Seksuele oriëntatie Heteroseksuele vrouwen, Seksuele oriëntatie 7,2
Bron: CBS, WODC

Aantal vormen van online seksuele intimidatie

Bijna de helft (49 procent) is in de afgelopen 12 maanden slachtoffer geweest van één vorm van online seksuele intimidatie, de overige 51 procent kreeg met meerdere vormen te maken. Bij 30 procent ging het om 2 of 3 vormen en bij 21 procent om meer dan drie vormen.

7.1.3 Aantal vormen van online seksuele intimidatie, 2022
2022
1 vorm 49,3
2-3 vormen 30,2
4-7 vormen 19,4
meer dan 8 vormen 1,1
Bron: CBS, WODC

7.2Structurele online seksuele intimidatie

Ruim een op de tien slachtoffers (13 procent) van online seksuele intimidatie in de afgelopen 12 maanden heeft structureel, dat wil zeggen minstens één keer per maand, hiermee te maken gehad (zie ook tabel 2 in bijlage A). Dit is 0,8 procent van de bevolking van 16 jaar en ouder, en omgerekend 93 duizend personen. Het gaat naar verhouding vaak om seksueel kwetsende opmerkingen of grapjes, om het laten zien van billen, geslachtsdelen of borsten door de pleger en om het blijven aandringen op seks. Bij 7 procent van de slachtoffers betreft het maandelijkse ervaringen, bij 4 procent wekelijkse ervaringen, en bij 2 procent (bijna) dagelijkse ervaringen.

7.2.1 Structurele online seksuele intimidatie1) 2), 2022 (% slachtoffers van betreffende voorval in afgelopen 12 maanden)
(Bijna) dagelijks Wekelijks Maandelijks
Online seksuele intimidatie totaal 2,2 4 6,7
waarbij iemand ongewenst: . . .
Seksueel kwetsende opmerkingen maakte 2,3 4,4 8,8
Billen, geslachtsdelen of borsten liet zien 1,9 2,9 8,9
Bleef aandringen op seks 0,7 5,3 7,4
Liet zien dat hij/zij masturbeerde 1 2,6 8,3
Naaktfoto's of seksfilmpjes stuurde 1,8 3,7 6,3
Vroeg om seksuele foto's of filmpjes 1,9 2,9 6,1
Bleef aandringen op een date 0,8 2,8 3,3
Dwong tot het overmaken van geld 1,1 0 3
Bron: CBS, WODC
1)Meerdere antwoorden mogelijk.
2)De voorvallen 'dwong tot uitkleden of masturberen', 'een naaktfoto of seksfilmpje maakte', 'naaktfoto of seksfilmpje verspreidde' en 'nepnaaktfoto of nepseksfilmpje verspreidde' ontbreken i.v.m. te weinig waarnemingen.

7.3Plegers online seksuele intimidatie

De pleger(s) van online seksueel gedrag behoren vaak niet tot de huiselijke kring van gezin, familie, partner of ex-partner. Bij 92 procent van de slachtoffers komt de pleger van buiten deze kring. Bij 3 procent gaat het wel om een gezins- of familielid of om een (ex)-partner. Eveneens 3 procent geeft aan dat zij met plegers binnen en buiten de huiselijke kring te maken heeft gehad. Een procent heeft geen antwoord gegeven.

Meer dan de helft van de slachtoffers (54 procent) van online seksuele intimidatie geeft aan dat de pleger(s) onbekenden zijn. De rest kent de pleger(s) wel. Het gaat naar verhouding vaak om iemand die ze niet in het echt hebben ontmoet maar enkel via het internet kennen (32 procent), om iemand die ze niet goed kennen zoals een date of iemand die ze net hebben ontmoet (14 procent) of om iemand die ze kennen van het uitgaan of een feestje (13 procent).

Vaak gaat het om mannelijke plegers. Bijna 70 procent van de slachtoffers zegt dat een man of meerdere mannen hen online seksueel geïntimideerd hebben. Bij 10 procent ging het om een vrouwelijke pleger of plegers. Acht procent kreeg te maken met zowel mannelijke als vrouwelijke pleger(s). Verder wil of kan een relatief groot deel van 12 procent niet aangeven wat het geslacht van de pleger(s) is.

7.3.1 Plegers online seksuele intimidatie1), 2022 (% slachtoffers in afgelopen 12 maanden)
2022
Binnen huiselijke kring .
mannelijke partner 1,4
mannelijke ex-partner 3,3
vrouwelijke partner 0,4
vrouwelijke ex-partner 0,8
vader 0,3
moeder 0,1
broer 0,2
zus 0,1
zoon 0,2
dochter 0,0
ander mannelijke familielid 0,4
ander vrouwelijke familielid 0,0
Buiten huiselijke kring .
een onbekende 53,5
een online kennis, niet in het echt ontmoet 32,2
een date/iemand die ik net ontmoet had 13,5
iemand die ik ken van uitgaan of een feestje 13,0
een goede vriend(in) 9,1
een collega 8,0
iemand met wie al seks gehad, zonder relatie 7,3
een medeleerling of medestudent 5,4
een teamgenoot 2,2
mijn leidinggevende 1,3
mijn arts of zorgverlener 0,5
mijn coach of trainer 0,4
een docent 0,3
een religieus leider 0,0
iemand anders 11,7
Bron: CBS, WODC
1)Meerdere antwoorden mogelijk.

7.4Gevolgen online seksuele intimidatie

Drie kwart (76 procent) van de slachtoffers gaf aan geen gevolgen te hebben ondervonden van de ongewenste seksuele ervaringen die zij online hebben opgedaan. Bij 19 procent was dit wel het geval (zie ook tabel 4 in bijlage A). Vijf procent heeft geen antwoord gegeven. Vrouwen geven vaker dan mannen aan gevolgen te hebben ondervonden, respectievelijk 23 en 13 procent.

Het percentage dat gevolgen ondervindt van online seksuele intimidatie verschilt naar de frequentie waarmee dit voorkomt: van de structurele slachtoffers ondervindt 21 procent gevolgen, tegen 11 procent van de incidentele slachtoffers.

Bij 14 procent van de slachtoffers heeft de online seksuele intimidatie geleid tot psychische problemen. Seksuele, relatie- en lichamelijke problemen komen minder vaak voor.

7.4.1 Gevolgen online seksuele intimidatie1), 2022 (% slachtoffers in afgelopen 12 maanden)
2022
Heeft gevolgen gehad 19,4
.
Psychische problemen 13,9
Seksuele problemen 5,7
Relatieproblemen 4,6
Lichamelijk problemen 2,4
Problemen met (een deel van) familie 1,0
Kon (een tijdje) niet meer werken 0,7
Andere problemen met werk en/of opleiding 1,9
Andere problemen 4,0
Bron: CBS, WODC
1)Meerdere antwoorden mogelijk.

7.5Praten over online seksuele intimidatie

Ruim zes op de tien slachtoffers (63 procent) hebben met iemand gesproken over wat ze op het internet hebben meegemaakt (zie ook tabel 5 in bijlage A). 35 procent heeft deze ervaringen voor zich gehouden en 2 procent wil of kan niet zeggen of ze er met iemand over hebben gepraat. Het percentage dat met iemand gesproken heeft over de ongewenste seksuele gebeurtenissen op het internet verschilt niet tussen structurele en incidentele slachtoffers.

Vooral met personen uit het informele netwerk wordt over online seksuele intimidatie gesproken: 41 procent heeft erover gepraat met een vriend of vriendin, 22 procent met de partner en 12 procent met een ander gezins- of familielid. Met hulpverleners zoals een (huis)arts, psycholoog of maatschappelijk werker (5 procent), het Centrum Seksueel Geweld (0,3 procent), Veilig Thuis (0,2 procent) en met de politie (2 procent) wordt duidelijk minder vaak contact gezocht. Een procent van de slachtoffers zegt aangifte te hebben gedaan.

7.5.1 Gepraat over online seksuele intimidatie1), 2022 (% slachtoffers in afgelopen 12 maanden)
2022
Met iemand gepraat 62,8
.
Vriend/vriendin 40,7
Partner 21,7
Ander gezins- of familielid 12,3
Hulpverlener (bijv. (huis)arts, psycholoog) 5,2
Politie 1,6
Hulpverlener Centrum Seksueel Geweld 0,3
Medewerker Veilig Thuis 0,2
Met iemand anders 6,6
Bron: CBS, WODC
1)Meerdere antwoorden mogelijk.

Noten

Indien een respondent de vraag over slachtofferschap bij een item niet heeft ingevuld wordt verondersteld dat hij/zij dit item niet heeft meegemaakt. Deze veronderstelling zal niet altijd juist zijn omdat sommige slachtoffers om hun moverende redenen die vragen niet hebben willen of kunnen beantwoorden. Wanneer degenen die de vragen niet beantwoord hebben als slachtoffer worden meegeteld, zou het slachtofferpercentage voor online seksuele intimidatie in de afgelopen 5 jaar 13 procent bedragen, en het slachtofferpercentage in de afgelopen 12 maanden 9 procent. Zie ook de Onderzoeksverantwoording (in paragraaf 4 het aandachtspunt Ontbrekende waarden).

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016–2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/’17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/’05-2016/’17 oogstjaar enz., 2004/’05 tot en met 2016/’17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs (allen CBS)

drs. M.M.P Akkermans

drs. E.L.J. Derksen

dr. J.G. Kloosterman

dr. E.A.L.M.G Moons

dr. M. Wingen

Begeleidingscommissie

em. prof. dr. W.M.A. Vanwesenbeeck (UU; tevens voorzitter)

dr. D. van de Bongardt (EUR)

H. de Kat LLM (Ministerie van VWS; tot 1 juli 2022 lid))

J. van Rooden MSc (Ministerie van VWS; vanaf 1 juli 2022 lid)

dr. I. Schwabe (TiU)

prof. dr. M.J. Steketee (Verwey-Jonker Instituut, leerstoel Erasmus Universiteit)

S.J. Tjalsma MSc LLM (Ministerie van JenV)

dr. L.M. van der Knaap (WODC)