Dwingende controle in huiselijke kring
Dwingende controle is een vorm van huiselijk geweld waarbij een of meer personen een ander sterk domineren en controleren. Het slachtoffer kan daarbij bepaalde vrijheden worden ontzegd door de ander(en), zoals het onderhouden van sociale contacten of het hebben van eigen geld en zelf te bepalen waaraan dit uit te geven. Ook kan/kunnen de pleger(s) dreigen zichzelf, het slachtoffer, of haar of zijn geliefden iets aan te doen. Het kan daarbij gaan om zowel fysiek als psychisch geweld. Alle vormen van dwingende controle hebben een zich herhalend, structureel karakter.
4.1Slachtoffers van dwingende controle in huiselijke kring
In 2022 zei bijna 10 procent van de bevolking van 16 jaar of ouder dat zij in de afgelopen vijf jaar slachtoffer zijn geweest van een of meerdere vormen van dwingende controle door iemand uit de huiselijke kring. Vijf procent werd in de afgelopen 12 maanden slachtoffer; dit komt neer op bijna 730 duizend personen.noot1 Regelmatig of de hele tijd gekleineerd of vernederd worden kwam het vaakst voor (2 procent).noot2 Het percentage dat in de afgelopen 12 maanden slachtoffer was van dwingende controle is tussen 2020 en 2022 niet veranderd (in beide jaren 5 procent), alsook de prevalentie van de onderliggende vormen. Dit geldt eveneens voor het percentage slachtoffers dat aangaf in de afgelopen vijf jaar met dwingende controle te maken te hebben gehad (9 procent in 2020; 10 procent in 2022).
2022 | 2020 | |
---|---|---|
Dwingende controle totaal | 5,0 | 4,8 |
waarbij slachtoffer werd/voor slachtoffer werd: | . | . |
Gekleineerd of vernederd | 2,0 | 1,9 |
Banggemaakt of geïntimideerd | 1,7 | 1,5 |
Hele tijd bijgehouden waar men was | 1,2 | 1,2 |
Communicatie gecontroleerd | 0,9 | 1,0 |
Bepaald met wie te praten | 0,8 | 1,0 |
Gedreigd zichzelf iets aan te doen | 0,7 | 0,7 |
Bepaald waaraan geld uit te geven | 0,7 | 0,6 |
Weggehouden bij familie/vrienden | 0,6 | 0,7 |
Verboden werd om huis te verlaten | 0,3 | 0,3 |
Gedreigd om geliefden iets aan te doen | 0,2 | 0,2 |
Verboden eigen geld/bankrekening te hebben | 0,1 | 0,1 |
Andere manier gecontroleerd/geïntimideerd | 1,3 | 1,3 |
Bron: CBS, WODC | ||
1) Meerdere antwoorden mogelijk. | ||
Met behulp van een Principale Componenten Analyse (PCA)noot3 zijn de 12 bevraagde vormen van dwingende controle gereduceerd tot een drietal hoofdcomponenten: sociale controle (weghouden bij familie/vrienden, bepalen met wie te praten, hele tijd bijhouden waar men was, communicatie controleren), dreiging/intimidatie (dreigen om geliefden iets aan te doen, dreigen zichzelf iets aan te doen, bang maken of intimideren, kleineren of vernederen, op een andere manier controleren of intimideren) en het wegnemen van zelfstandigheid (verbieden huis te verlaten, bepalen waaraan geld uit te geven, verbieden hebben eigen geld of bankrekening). Van dreiging/intimidatie werd bijna 4 procent van alle 16‑plussers in de afgelopen 12 maanden slachtoffer, van sociale controle ruim 2 procent en van het wegnemen van zelfstandigheid 1 procent.
Slachtoffers dwingende controle in huiselijke kring naar kenmerken
Er bestaat een duidelijke relatie tussen leeftijd en het slachtofferschap van dwingende controle door iemand uit de huiselijke kring: jongeren krijgen hier vaker mee te maken dan ouderen. Van de jongeren in de leeftijd van 16 tot 18 jaar geeft 14 procent aan hier in de afgelopen 12 maanden slachtoffer van te zijn geweest; van de 65‑plussers is dit 2 procent. Vrouwen geven iets vaker aan slachtoffer van dwingende controle te zijn geweest dan mannen: 6 tegen 4 procent. Verder zijn biseksuele vrouwen (11 procent) vaker slachtoffer dan heteroseksuele vrouwen en heteroseksuele mannen (respectievelijk 5 en 4 procent).
Wanneer er specifiek wordt gekeken naar de onderliggende hoofdcomponenten van dwingende controle blijkt dat vrouwen iets vaker slachtoffer zijn van dreiging/intimidatie (5 procent) dan van sociale controle (3 procent). Bij mannen is er geen verschil tussen beide componenten van dwingende controle. Verder zijn met name 16- tot 18‑jarigen en 18- tot 24‑jarigen met respectievelijk 5 procent en 2 procent vaker dan gemiddeld (1 procent) slachtoffer van het wegnemen van zelfstandigheid.
Personen in huishoudens met een lager welvaartsniveau krijgen vaker met dwingende controle te maken dan personen in huishoudens met een hoger welvaartsniveau. Zo is 8 procent van de personen in huishoudens met de laagste welvaart slachtoffer, tegen 4 procent van de personen in huishoudens met de hoogste welvaart (zie ook tabel 1b in bijlage). Ook alleenstaande ouders en personen die nog bij hun ouders thuis wonen zijn relatief vaak slachtoffer van dwingende controle (beide 10 procent).
2022 | ||
---|---|---|
Totaal, | 5 | |
Geslacht | Vrouwen, Geslacht | 5,8 |
Geslacht | Mannen, Geslacht | 4,2 |
Leeftijd | 16 tot 18 jaar, Leeftijd | 14,2 |
Leeftijd | 18 tot 24 jaar, Leeftijd | 8,3 |
Leeftijd | 24 tot 45 jaar, Leeftijd | 5,2 |
Leeftijd | 45 tot 65 jaar, Leeftijd | 4,9 |
Leeftijd | 65 jaar of ouder, Leeftijd | 2,4 |
Seksuele orientatie | Homoseksuele mannen, Seksuele orientatie | 5,7 |
Seksuele orientatie | Homoseksuele vrouwen, Seksuele orientatie | 7,8 |
Seksuele orientatie | Biseksuele mannen, Seksuele orientatie | 7,9 |
Seksuele orientatie | Biseksuele vrouwen, Seksuele orientatie | 11,1 |
Seksuele orientatie | Heteroseksuele mannen, Seksuele orientatie | 4,0 |
Seksuele orientatie | Heteroseksuele vrouwen, Seksuele orientatie | 5,1 |
Bron: CBS, WODC |
Aantal vormen van dwingende controle in huiselijke kring
De helft van de slachtoffers heeft in de afgelopen 12 maanden één vorm van dwingende controle meegemaakt. Bij 35 procent ging het om 2 of 3 vormen, bij 13 procent om 4 tot en met 7 vormen, en 2 procent van de slachtoffers kreeg met 8 of meer vormen te maken.
2022 | |
---|---|
1 vorm | 50,4 |
2 - 3 vormen | 34,7 |
4 - 7 vormen | 13,0 |
8 - 12 vormen | 1,8 |
Bron: CBS, WODC |
4.2Plegers dwingende controle in huiselijke kring
Van de personen die aangeven in de afgelopen 12 maanden slachtoffer te zijn geweest van dwingende controle, zegt 20 procent dat hun mannelijke partner dit heeft gedaan (zie ook tabel 3 in bijlage A). Vrouwelijke partners worden door 17 procent als pleger genoemd. Ook ouders worden relatief vaak genoemd (moeder door 18 procent; vader door 16 procent).
2022 | |
---|---|
Mannelijke partner | 19,8 |
Moeder | 17,7 |
Vrouwelijke partner | 17,4 |
Vader | 15,9 |
Mannelijke ex-partner | 12,0 |
Broer | 6,1 |
Vrouwelijke ex-partner | 5,8 |
Ander mannelijk familielid | 5,7 |
Zoon | 5,6 |
Ander vrouwelijk familielid | 4,9 |
Zus | 4,9 |
Dochter | 3,4 |
Bron: CBS, WODC | |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
Het zijn vaker mannen die dwingende controle uitoefenen. Van de slachtoffers is 42 procent dwingend gecontroleerd door een man en 33 procent door een vrouw. Vijftien procent had zowel met mannelijke als met vrouwelijke plegers te maken. Tien procent van de slachtoffers heeft niet aangegeven wie de pleger(s) waren. Bij vrouwelijke slachtoffers is de pleger vaker man (61 procent) dan vrouw (15 procent), terwijl voor mannelijke slachtoffers het omgekeerde geldt (16 procent man als pleger tegen 58 procent vrouw). Het percentage dat zowel met mannelijke als vrouwelijke plegers te maken krijgt verschilt niet naar geslacht.
Aantal plegers dwingende controle in huiselijke kring
Bij ruim 7 op de 10 slachtoffers vindt de dwingende controle plaats door één pleger.noot4 Bijna 2 op de 10 hebben te maken met meerdere plegers, waarvan de meesten met twee. Een op de tien geeft geen antwoord op de vraag wie uit hun huiselijke kring de pleger is van dwingende controle.
2022 | |
---|---|
1 pleger | 70,7 |
2 plegers | 14,3 |
3, 4 of 5 plegers | 4,5 |
Geen antwoord | 10,4 |
Bron: CBS, WODC |
4.3Gevolgen dwingende controle in huiselijke kring
Ruim twee derde (67 procent) van de slachtoffers van dwingende controle in de afgelopen 12 maanden zegt dat dit gevolgen heeft gehad (zie ook tabel 4 in bijlage A). Vrouwelijke slachtoffers ervaren met 73 procent vaker gevolgen dan mannelijke slachtoffers (58 procent).
Psychische problemen worden met 47 procent het vaakst ondervonden, vooral door vrouwelijke slachtoffers (55 procent tegen 35 procent van de mannelijke slachtoffers). Ook relatieproblemen (30 procent) en problemen met familie (21 procent) worden door slachtoffers van dwingende controle relatief vaak genoemd. 7 procent heeft geen antwoord gegeven.
2022 | |
---|---|
Heeft gevolgen gehad | 67,0 |
. | |
Psychische problemen | 46,8 |
Relatieproblemen | 30,0 |
Problemen met (een deel van) mijn familie | 21,1 |
Lichamelijke problemen | 13,0 |
Seksuele problemen | 10,5 |
Andere problemen met werk en/of opleiding | 9,7 |
Kon (een tijdje) niet meer werken | 7,9 |
Andere problemen | 11,6 |
Bron: CBS, WODC | |
1) Bij het noemen van problemen waren meerdere antwoorden mogelijk. |
4.4Praten over dwingende controle in huiselijke kring
Bijna acht op de tien (78 procent) slachtoffers van dwingende controle in de afgelopen 12 maanden heeft met iemand gesproken over wat hen overkomen is (zie ook tabel 5 in bijlage A). Bij vrouwen is dat aandeel groter dan bij mannen (81 tegen 73 procent).
Een vriend of vriendin wordt met 42 procent het vaakst in vertrouwen genomen. Ook met de partner (34 procent) en (andere) gezins- of familieleden (32 procent) wordt relatief vaak gepraat over wat er is gebeurd. Dat geldt ook voor hulpverleners zoals een (huis)arts of psycholoog (32 procent). Met de politie (5 procent) of een medewerker van Veilig Thuis (3 procent) wordt duidelijk minder vaak gepraat over de ervaringen.
2022 | |
---|---|
Met iemand gepraat | 77,8 |
. | |
Een vriend / vriendin | 42,3 |
Partner | 34,4 |
Ander gezins- of familielid | 32,1 |
Hulpverlener (bv. (huis)arts, psycholoog) | 32,0 |
Politie | 4,7 |
Medewerker van Veilig Thuis | 2,9 |
Iemand anders | 9,1 |
Bron: CBS, WODC | |
1) Bij het noemen van personen met wie gepraat is waren meerdere antwoorden mogelijk. |
Noten
Indien een respondent de vraag over slachtofferschap bij een item niet heeft ingevuld wordt verondersteld dat hij/zij dit item niet heeft meegemaakt. Deze veronderstelling zal niet altijd juist zijn omdat sommige slachtoffers om hun moverende redenen die vragen niet hebben willen of kunnen beantwoorden. Wanneer degenen die de vragen niet beantwoord hebben als slachtoffer worden meegeteld, zou het slachtofferpercentage voor dwingende controle in de afgelopen 5 jaar 12 procent bedragen, en het slachtofferpercentage in de afgelopen 12 maanden 8 procent. Zie ook de Onderzoeksverantwoording (in paragraaf 4 het aandachtspunt Ontbrekende waarden).
Wanneer een slachtoffer regelmatig of altijd gekleineerd wordt, zonder dat dit gebeurt in combinatie met andere voorvallen van dwingende controle, kan dit ook gezien worden als een vorm van psychisch geweld in plaats van dwingende controle. Als de prevalentie van dwingende controle wordt berekend exclusief de gevallen dat enkel sprake is van regelmatig gekleineerd of vernederd worden, bedraagt het percentage slachtoffers van dwingende controle in de afgelopen 12 maanden 4,4 procent. Bij deze operationalisering van dwingende controle verandert het patroon van de uitkomsten over plegers, gevolgen en het praten over de ervaringen zoals weergegeven in de paragrafen 4.2 tot en met 4.4 niet.
Voor meer informatie over PCA en de analyses in deze publicatie, zie de onderzoeksverantwoording.
Het gaat hier om pleger(s) in de huiselijke kring met dezelfde relatie tot het slachtoffer. Het kan voorkomen dat het slachtoffer met meerdere individuele plegers van doen heeft maar dat deze dezelfde relatie tot het slachtoffer hebben, bijvoorbeeld twee broers. In dat geval zijn deze twee broers geteld als 1 pleger. Wanneer daarentegen een broer en een zus pleger zijn dan zijn deze beide, dus als 2 plegers geteld.