Verbale agressie in huiselijke kring
In dit hoofdstuk staat verbale agressie in de huiselijke kring centraal. Verbale agressie varieert van hoogoplopende meningsverschillen waarbij geschreeuwd of gegild wordt, van treiteren of pesten, tot kleineren of vernederen. Agressie met een fysieke component blijft hierbij buiten beschouwing. Deze komt in het volgende hoofdstuk aan de orde. Tot de huiselijke kring worden alle gezins- en familieleden en ook eventuele (ex-)partners gerekend. Met ‘huiselijke kring’ wordt niet de locatie bedoeld: voorvallen hoeven niet per se thuis te hebben plaatsgevonden.
2.1Slachtofferschap verbale agressie in huiselijke kring
In 2020 gaf bijna de helft (46 procent) van de bevolking van 16 jaar en ouder aan in de afgelopen vijf jaar een of meerdere vormen van verbale agressie door iemand uit de huiselijke kring te hebben meegemaakt. Bijna een op de drie (31 procent) maakte dit ook in de afgelopen 12 maanden mee; dit komt neer op bijna 4,5 miljoen personen.noot1 In de meeste gevallen ging het om schreeuwen of gillen (21 procent), boos weglopen tijdens een ruzie (19 procent), of beledigen en/of vloeken (18 procent).
In afgelopen 12 maanden | |
---|---|
Verbale agressie totaal | 31,4 |
waarbij iemand: | . |
Schreeuwde en/of gilde | 20,9 |
Boos is weggelopen tijdens een ruzie | 19 |
Beledigde en/of vloekte | 17,9 |
Kleineerde of vernederde | 8,3 |
Treiterde of pestte | 4,1 |
Met opzet spullen kapot heeft gemaakt | 1,6 |
Bron: CBS, WODC | |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. | |
Slachtoffers verbale agressie in huiselijke kring naar kenmerken
Jongeren worden naar verhouding vaak slachtoffer van verbale agressie in huiselijke kring (zie tabel 1b in bijlage A). Zo kreeg 56 procent van de 16- tot 18‑jarigen en 50 procent van de 18- tot 24‑jarigen hier in de afgelopen 12 maanden mee te maken, tegen 12 procent van de 65‑plussers. Mannen en vrouwen maken vrijwel even vaak verbale agressie mee. Biseksuele mannen (44 procent) en vooral biseksuele vrouwen (56 procent) hebben vaker last van verbale agressie in huiselijke kring dan homoseksuelen en heteroseksuelen.
Categorie 1 | Categorie 2 | |
---|---|---|
Totaal, | 31,4 | |
Geslacht | Vrouwen, Geslacht | 32,5 |
Geslacht | Mannen, Geslacht | 30,3 |
Leeftijd | 16 tot 18 jaar, Leeftijd | 55,5 |
Leeftijd | 18 tot 24 jaar, Leeftijd | 50,1 |
Leeftijd | 24 tot 45 jaar, Leeftijd | 40,4 |
Leeftijd | 45 tot 65 jaar, Leeftijd | 29,3 |
Leeftijd | 65 jaar of ouder, Leeftijd | 11,5 |
Seksuele oriëntatie | Homo's, Seksuele oriëntatie | 32,7 |
Seksuele oriëntatie | Lesbiennes, Seksuele oriëntatie | 38,2 |
Seksuele oriëntatie | Biseksuele mannen, Seksuele oriëntatie | 44,2 |
Seksuele oriëntatie | Biseksuele vrouwen, Seksuele oriëntatie | 55,9 |
Seksuele oriëntatie | Hetero mannen, Seksuele oriëntatie | 30,8 |
Seksuele oriëntatie | Hetero vrouwen, Seksuele oriëntatie | 32 |
Bron: CBS, WODC |
Personen zonder kinderen zijn vaker slachtoffer van verbale agressie dan personen met kinderen (zie tabel 1b in bijlage A), maar dit komt doordat zij doorgaans jonger zijn. Wanneer rekening gehouden wordt met leeftijd, is het beeld omgekeerd. Daarbij neemt het slachtofferschap licht toe met het aantal kinderen. Alleenstaanden geven het minst vaak aan slachtoffer te zijn geweest. Verder geven personen met een Nederlandse achtergrond en personen met een westerse migratieachtergrond met respectievelijk 33 en 31 procent vaker aan met verbale agressie in huiselijke kring geconfronteerd te worden dan personen met een niet-westerse migratieachtergrond (24 procent). Personen in huishoudens met een hoog welvaartsniveau komen vaker met verbale agressie in aanraking dan personen in huishoudens met een lagere welvaart.
Aantal vormen van verbale agressie in huiselijke kring
Een op de drie slachtoffers (33 procent) heeft in de afgelopen 12 maanden één vorm van verbale agressie in huiselijke kring meegemaakt, en twee op de drie (67 procent) dus meerdere vormen.
Bij ongeveer de helft (51 procent) ging het om twee of drie verschillende vormen van verbale agressie en bij bijna een op de zes (16 procent) om meer dan drie verschillende vormen.
In afgelopen 12 maanden | |
---|---|
1 vorm | 32,8 |
2 - 3 vormen | 51,2 |
4 - 6 vormen | 16,0 |
Bron: CBS, WODC |
2.2Structurele verbale agressie in huiselijke kring
De overgrote meerderheid van de personen die in de afgelopen 12 maanden te maken hadden met verbale agressie in huiselijke kring zegt dat deze incidenteel – dat wil zeggen eenmalig of enkele malen – plaatsvond. Van structurele verbale agressie is sprake als de voorvallen ten minste één keer per maand voorkomen; bij een op de tien slachtoffers (11 procent) is dit het geval (zie tabel 2 in bijlage A). Dit is 3,4 procent van de bevolking van 16 jaar en ouder. Omgerekend gaat het dan om bijna 490 duizend personen. Bijna 2 procent van de slachtoffers maakt (bijna) dagelijks een vorm van verbale agressie mee, 4 procent wekelijks en 5 procent maandelijks. Treiteren of pesten heeft het vaakst een structureel karakter. Zo geeft ruim een op de zeven (15 procent) slachtoffers die in de afgelopen 12 maanden getreiterd of gepest zijn aan dat dit maandelijks of vaker gebeurde.
(Bijna) dagelijks | Wekelijks | Maandelijks | |
---|---|---|---|
Verbale agressie totaal | 1,6 | 3,9 | 5,3 |
waarbij iemand: | . | . | . |
Treiterde of pestte | 3,7 | 5,5 | 5,7 |
Kleineerde of vernederde | 1,8 | 3,9 | 6 |
Schreeuwde en/of gilde | 1,2 | 4,2 | 5,1 |
Beledigde en/of vloekte | 1,4 | 3 | 5,2 |
Met opzet spullen kapot heeft gemaakt | 0,6 | 1,1 | 3,4 |
Boos is weggelopen tijdens een ruzie | 0,3 | 1,7 | 2,7 |
Bron: CBS, WODC | |||
1) Meerdere antwoorden mogelijk. | |||
2.3Plegers verbale agressie in huiselijke kring
Verbale agressie in huiselijke kring komt het vaakst van de eigen partner (zie tabel 3 in bijlage A). Ruim een kwart (respectievelijk 27 en 26 procent) van de personen die aangeven in de afgelopen 12 maanden verbale agressie te hebben meegemaakt, zegt dat de mannelijke of vrouwelijke partner dit deed. Andere gezinsleden worden alle door ongeveer 10 procent van de slachtoffers genoemd: vader (12 procent), moeder (14 procent), broer of zus (beiden 10 procent), zoon (12 procent) of dochter (11 procent).
2020 | |
---|---|
Mannelijke partner | 27,2 |
Vrouwelijke partner | 25,8 |
Moeder | 14,4 |
Vader | 12,1 |
Zoon | 11,5 |
Dochter | 11,3 |
Broer | 10,4 |
Zus | 10,3 |
Mannelijke ex-partner | 4,2 |
Ander mannelijk familielid | 4,0 |
Ander vrouwelijk familielid | 3,6 |
Vrouwelijke ex-partner | 3,0 |
Bron: CBS, WODC | |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. | |
Noten
Indien een respondent de vraag over slachtofferschap bij een item niet heeft ingevuld wordt verondersteld dat hij/zij dit item niet heeft meegemaakt. Deze veronderstelling zal niet altijd juist zijn omdat sommige slachtoffers om hun moverende redenen die vragen niet hebben willen of kunnen beantwoorden. Wanneer degenen die de vragen niet beantwoord hebben als slachtoffer worden meegeteld, zou het slachtofferpercentage voor verbale agressie in de afgelopen 5 jaar 48 procent bedragen, en het slachtofferpercentage in de afgelopen 12 maanden 35 procent. Zie ook de Onderzoeksverantwoording (in paragraaf 4 het aandachtspunt Ontbrekende waarden).