Niet-fysieke seksuele intimidatie
Dit hoofdstuk gaat over ervaringen met seksuele intimidatie waarbij er geen lichamelijk contact was. Het betreft uitsluitend ervaringen die in de ‘echte wereld’, dus niet online plaatsvonden. Fysiek seksueel geweld komt in hoofdstuk 7 aan de orde en online seksuele intimidatie in hoofdstuk 8. Niet-fysieke seksuele intimidatie kan variëren van seksueel getinte opmerkingen tot het moeten aanschouwen van seksuele handelingen. De incidenten kunnen binnen en buiten de huiselijke kring hebben plaatsgevonden.
6.1Slachtofferschap niet-fysieke seksuele intimidatie
In 2020 gaf 12 procent van de bevolking van 16 jaar en ouder aan in de afgelopen vijf jaar weleens op een seksuele manier geïntimideerd te zijn, waarbij er geen lichamelijk contact was met de pleger maar de pleger wel fysiek aanwezig was. Zeven procent, ongeveer 975 duizend personen, zei dit in afgelopen 12 maanden te hebben meegemaakt.noot1 In de meeste gevallen werden kwetsende seksueel getinte opmerkingen of grapjes gemaakt (4 procent) of werden de slachtoffers aangestaard met een wellustige blik (3,5 procent).
in afgelopen 12 maanden | |
---|---|
Niet-fysieke seksuele intimidatie totaal | 6,8 |
waarbij iemand: | . |
Opmerkingen, grapjes maakte | 4,0 |
Bleef staren op een seksuele manier | 3,5 |
Bleef aandringen op seks | 1,1 |
Bleef aandringen op een date | 1,1 |
Seksueel gerichte gebaren maakte | 0,9 |
Eigen naakte lichaam liet zien | 0,7 |
Naaktfoto's of seksfilmpjes liet zien | 0,6 |
Liet zien dat hij/zij masturbeerde | 0,4 |
Toekeek bij seksuele handelingen | 0,1 |
Naaktfoto of seksfilmpje maakte | 0,1 |
Naaktfoto of seksfilmpje verspreidde | 0,1 |
Bron: CBS, WODC | |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
Slachtoffers niet-fysieke seksuele intimidatie naar kenmerken
Vrouwen zijn vaker slachtoffer van seksuele intimidatie dan mannen, en jongeren (met name 18- tot 24‑jarigen) vaker dan ouderen. Jonge vrouwen maken dit het vaakst mee: 33 procent van de vrouwen in de leeftijd van 18 tot 24 jaar voelde zich in de afgelopen 12 maanden geïntimideerd (zie tabel 1b in bijlage A). Dit is vijf keer zo vaak als hun mannelijke leeftijdsgenoten.
Heteroseksuele personen worden minder vaak seksueel geïntimideerd dan personen met een andere seksuele oriëntatie. Biseksuelen maken seksuele intimidatie het vaakst mee, en dan met name de vrouwen. Ruim een derde (35 procent) van de biseksuele vrouwen werd in het afgelopen jaar geïntimideerd; bij lesbiennes is dit 19 procent en bij hetero vrouwen 9 procent. Bij mannen is er nauwelijks verschil tussen biseksuelen en homoseksuelen (14 tegen 13 procent). Van de hetero mannen werd 3 procent slachtoffer.
% | ||
---|---|---|
Totaal, | 6,8 | |
Geslacht | Vrouwen, Geslacht | 10,5 |
Geslacht | Mannen, Geslacht | 3,1 |
Leeftijd | 16 tot 18 jaar, Leeftijd | 14 |
Leeftijd | 18 tot 24 jaar, Leeftijd | 19,4 |
Leeftijd | 24 tot 45 jaar, Leeftijd | 10 |
Leeftijd | 45 tot 65 jaar, Leeftijd | 3,7 |
Leeftijd | 65 jaar of ouder, Leeftijd | 1,4 |
Seksuele oriëntatie | Homo's, Seksuele oriëntatie | 12,5 |
Seksuele oriëntatie | Lesbiennes, Seksuele oriëntatie | 18,7 |
Seksuele oriëntatie | Biseksuele mannen, Seksuele oriëntatie | 14,2 |
Seksuele oriëntatie | Biseksuele vrouwen, Seksuele oriëntatie | 34,5 |
Seksuele oriëntatie | Hetero mannen, Seksuele oriëntatie | 2,5 |
Seksuele oriëntatie | Hetero vrouwen, Seksuele oriëntatie | 9,2 |
Bron: CBS, WODC |
Alleenstaanden worden het vaakst slachtoffer van niet-fysieke seksuele intimidatie; personen met een partner én kinderen het minst vaak (zie tabel 1b bijlage A). Daarnaast zijn welvaart, migratieachtergrond en stedelijkheid van belang voor de kans om seksueel geïntimideerd te worden. Personen met een niet-westerse migratieachtergrond worden minder vaak slachtoffer dan personen met een westerse of Nederlandse achtergrond, ook als rekening gehouden wordt met het relatief hoge aantal dat (sommige) vragen niet beantwoordt. Personen in huishoudens met een laag welvaartsniveau en inwoners van zeer sterk stedelijke gemeenten worden vaker slachtoffer. Er bestaat echter een grote samenhang tussen sommige kenmerken: jongeren (die relatief vaak slachtoffer zijn) zijn bijvoorbeeld gemiddeld minder welvarend. Als gecorrigeerd wordt voor de samenhang tussen kenmerken worden sommige relaties dan ook afgezwakt of verdwijnen, bijvoorbeeld het verschil in slachtofferschap tussen verschillende welvaartsgroepen
Aantal vormen van niet-fysieke seksuele intimidatie
Van de slachtoffers maakte 55 procent in de afgelopen 12 maanden één vorm van seksuele intimidatie mee. Dat betekent dat 45 procent op meerdere manieren werd geïntimideerd. Bij 36 procent ging het om 2 of 3 van de onderzochte vormen en 9 procent maakte meer dan 3 verschillende vormen mee.
in afgelopen 12 maanden | |
---|---|
1 vorm | 54,7 |
2-3 vormen | 36,4 |
4-7 vormen | 8,1 |
meer dan 8 vormen | 0,9 |
Bron: CBS, WODC |
6.2Structurele niet-fysieke seksuele intimidatie
Bij 13 procent van de slachtoffers van de afgelopen 12 maanden had de intimidatie een structureel karakter, dat wil zeggen dat ze ten minste één keer per maand werden geïntimideerd (zie tabel 2 in bijlage A). Omgerekend gaat het om 124 duizend personen. Dat is 1 procent van de bevolking van 16 jaar en ouder. De meesten van hen, 7 procent, gaven aan dat de intimidatie maandelijks gebeurde, 4 procent kreeg hier wekelijks mee te maken en 2 procent (bijna) elke dag. Het seksueel aangestaard worden en het met opmerkingen gekwetst worden hadden het vaakst een structureel karakter: respectievelijk 14 en 11 procent van de slachtoffers gaf aan dat dit structureel gebeurde.
(Bijna) dagelijks | Wekelijks | Maandelijks | |
---|---|---|---|
Niet-fysieke seksuele intimidatie totaal | 1,9 | 3,9 | 6,9 |
waarbij iemand: | . | . | . |
Bleef staren op een seksuele manier | 1,8 | 4,5 | 7,8 |
Seksueel kwetsende opmerkingen of grapjes maakte | 1,6 | 3,6 | 5,3 |
Liet zien dat hij/zij masturbeerde | 1,3 | 3,5 | 4,9 |
Bleef aandringen op seks | 0,9 | 3,8 | 4,7 |
Eigen billen, geslachtsdelen of borsten liet zien | 2,7 | 1,3 | 3,7 |
Bleef aandringen op een date | 1,8 | 0,7 | 4,9 |
Seksueel gerichte gebaren maakte | 1,0 | 2,2 | 3,2 |
Naaktfoto's of seksfilmpjes liet zien | 1,0 | 0,5 | 3,3 |
Bron: CBS, WODC | |||
1) Meerdere antwoorden mogelijk. |
6.3Plegers niet-fysieke seksuele intimidatie
Verreweg de meeste slachtoffers (89 procent) worden alleen door personen buiten de huiselijke kring geïntimideerd. Bij 5 procent gebeurt het alleen binnen de huiselijke kring, en bij 5 procent zowel binnen als buiten de eigen kring. Meestal zijn de plegers man: 82 procent van de slachtoffers werd geïntimideerd door een man (of meerdere mannen), 8 procent door een vrouw (of meerdere vrouwen). Zeven procent had zowel met mannelijke als met vrouwelijke plegers te maken. Vier procent heeft niet aangegeven wie de pleger was (zie tabel 3 in bijlage A).
Meer dan de helft van de slachtoffers (53 procent) geeft aan door een onbekende geïntimideerd te zijn. Daarnaast worden collega’s (18 procent) of iemand uit het uitgaansleven (16 procent) naar verhouding vaak genoemd. Ook goede vrienden (11 procent), nieuwe dates (8 procent), medestudenten (7 procent), online contacten (6 procent) en losse sekspartners (5 procent) werden genoemd als plegers van niet-fysieke seksuele intimidatie (zie tabel 3 in bijlage A).
2019 | |
---|---|
Binnen huiselijke kring | . |
Mannelijke partner | 4,0 |
Mannelijke ex-partner | 2,9 |
Ander mannelijke familielid | 1,3 |
Vrouwelijke partner | 1,1 |
Vrouwelijke ex-partner | 0,7 |
Broer | 0,4 |
Vader | 0,4 |
Zus | 0,3 |
Moeder | 0,2 |
Ander vrouwelijke familielid | 0,2 |
Dochter | 0,0 |
Zoon | 0,0 |
Buiten huiselijke kring | . |
Een onbekende | 53,3 |
Een collega | 18,4 |
Iemand die ik ken van uitgaan of een feestje | 15,7 |
Een goede vriend(in) | 11,1 |
Iemand met wie ik een date had / net ontmoet had | 7,5 |
Een medeleerling of medestudent | 6,9 |
Iemand die ik online heb leren kennen, maar nog niet in het echt had ontmoet | 5,9 |
Iemand met wie ik eerder al seks had, maar geen relatie | 4,7 |
Mijn leidinggevende | 3,6 |
Een teamgenoot | 2,0 |
Een docent | 1,1 |
Mijn arts of zorgverlener | 0,5 |
Mijn coach of trainer | 0,5 |
Een religieus leider | 0,3 |
Iemand anders | 16,3 |
Bron: CBS, WODC | |
1) Meerdere antwoorden mogelijk. | |
6.4Gevolgen van niet-fysieke seksuele intimidatie
Bij een op de zes (17 procent) slachtoffers heeft de intimidatie gevolgen gehad (zie ook tabel 4 in bijlage A). Psychische problemen werden het vaakst genoemd: 12 procent van alle slachtoffers kreeg hier last van. Minder dan 5 procent noemde seksuele problemen of relatieproblemen als gevolg van niet-fysieke seksuele intimidatie.
2019 | |
---|---|
Heeft gevolgen gehad | 17,3 |
. | |
Psychische problemen | 11,5 |
Relatieproblemen | 4,5 |
Seksuele problemen | 3,9 |
Andere problemen met werk en/of opleiding | 2,0 |
Lichamelijk problemen | 1,8 |
Problemen met (een deel van) familie | 1,1 |
Kon (een tijdje) niet meer werken | 0,9 |
Andere problemen | 3,9 |
Bron: CBS, WODC | |
1) Bij het noemen van problemen waren meerdere antwoorden mogelijk. |
6.5Praten over niet-fysieke seksuele intimidatie
Twee derde (67 procent) van de slachtoffers heeft met iemand over de seksuele intimidatie gesproken (zie ook tabel 5 in bijlage A). Een derde (31 procent) heeft er met niemand over gepraat. Degenen die structureel werden geïntimideerd praten vaker over de voorvallen: 73 procent van hen sprak erover tegen 66 procent van degenen die incidenteel zijn lastiggevallen.
Meestal praat men met een vriend of vriendin (43 procent), partner (30 procent) of een ander gezins- of familielid (15 procent). Professionele hulpverlening wordt bij niet-fysieke seksuele intimidatie verhoudingsgewijs weinig ingeschakeld, namelijk door 6 procent van de slachtoffers.
Vrouwen praten vaker over hun ervaringen dan mannen: van de vrouwelijke slachtoffers heeft bijna drie kwart (72 procent) met iemand gepraat over wat hen overkomen is, van de mannen deed dat de helft (50 procent) (zie Maatwerktabel).
2019 | |
---|---|
Met iemand gepraat | 67,1 |
. | |
Met vriend/vriendin | 43,4 |
Met partner | 30,1 |
Met ander gezins- of familielid | 15,1 |
Met een hulpverlener (bijv. (huis)arts, psycholoog, maatschappelijk werker) | 5,7 |
Met de politie | 1,6 |
Met iemand anders | 7,7 |
Bron: CBS, WODC | |
1) Bij het noemen van personen met wie gepraat is waren meerdere antwoorden mogelijk. |
Noten
Indien een respondent de vraag over slachtofferschap bij een item niet heeft ingevuld wordt verondersteld dat hij/zij dit item niet heeft meegemaakt. Deze veronderstelling zal niet altijd juist zijn omdat sommige slachtoffers om hun moverende redenen die vragen niet hebben willen of kunnen beantwoorden. Wanneer degenen die de vragen niet beantwoord hebben als slachtoffer worden meegeteld, zou het slachtofferpercentage voor niet-fysieke seksuele intimidatie in de afgelopen 5 jaar 14 procent bedragen, en het slachtofferschap in de afgelopen 12 maanden 9 procent. Zie ook de Onderzoeksverantwoording (in paragraaf 4 het aandachtspunt Ontbrekende waarden).