Hoe vaak eten mensen vlees bij de hoofdmaaltijd?
Volwassenen eten bij 63 procent van alle hoofdmaaltijden vlees. Van de 7 hoofdmaaltijden in een week eten Nederlanders dus gemiddeld 4,4 maaltijden met vlees. Van de andere hoofdmaaltijden zijn 1,8 vegetarisch of volledig plantaardig (veganistisch) en 0,8 maaltijden met vis. De hoofdmaaltijd is de belangrijkste maaltijd van de dag. Voor veel mensen is dat het avondeten.
Mannen eten vaker vlees bij de hoofdmaaltijd dan vrouwen, terwijl vrouwen juist vaker een vegetarische of volledig plantaardige maaltijd eten. Ze eten even vaak een maaltijd met vis. De grootste verschillen tussen mannen en vrouwen zijn te vinden onder jongeren van 18 tot 25 jaar. In die leeftijdsgroep eten mannen bij 71 procent van de hoofdmaaltijden vlees en bij 19 procent vegetarisch. Vrouwen van dezelfde leeftijd eten bij 60 procent van de hoofdmaaltijden vlees en bij 31 procent vegetarisch. Gemiddeld eten mannen 81 gram vlees per dag bij de hoofdmaaltijd, en vrouwen 52 gram.
Vooral ouderen zijn minder vlees gaan eten
Van de 18‑plussers zei 35 procent het afgelopen jaar minder vlees te zijn gaan eten, 2 procent is juist meer vlees gaan eten. Ouderen zeiden vaker dat zij minder vlees zijn gaan eten, terwijl jongeren wat vaker zeggen dat ze meer vlees zijn gaan eten. Het percentage dat geen vlees eet is het hoogst onder 25- tot 35‑jarigen.
Leeftijd | Minder vlees | Meer vlees | Ongeveer hetzelfde | Geen vlees | Weet niet |
---|---|---|---|---|---|
Totaal 18-plussers | 34,9 | 2,2 | 56,7 | 4,9 | 1,3 |
Leeftijd | . | . | . | . | . |
18 tot 25 jaar | 27,8 | 6,3 | 58,1 | 4,7 | 3,1 |
25 tot 35 jaar | 29,5 | 4,5 | 57,3 | 7,5 | 1,2 |
35 tot 45 jaar | 30,8 | 2,4 | 58,8 | 5,9 | 2,0 |
45 tot 55 jaar | 34,1 | 1,2 | 59,4 | 4,3 | 0,9 |
55 tot 65 jaar | 39,0 | 0,8 | 55,7 | 4,0 | 0,5 |
65 tot 75 jaar | 42,6 | 0,1 | 51,9 | 4,3 | 1,1 |
75 jaar of ouder | 40,9 | 0,4 | 54,6 | 2,9 | 1,1 |
Geen of weinig vlees eten voor klimaat en milieu
Zorgen over klimaat of milieu is voor volwassenen de meest genoemde reden om geen of weinig vlees te eten (20 procent). Ook de eigen gezondheid en dierenwelzijn worden in verhouding vaak als reden genoemd (beide 18 procent). Voor 75‑plussers is de eigen gezondheid de meest genoemde reden om geen of weinig vlees te eten. Voor hen spelen zorgen over klimaat en milieu minder dan voor andere leeftijden. Dat vlees duur is, is voor jongere leeftijdsgroepen vaker reden om geen of weinig vlees te eten dan voor oudere leeftijdsgroepen.
7 op de 10 volwassen niet bereid vlees eten op te geven
Van de 18‑plussers die vlees eten geeft 34 procent aan dat ze eigenlijk minder vlees zouden moeten eten, terwijl 70 procent zegt vlees eten niet op te willen geven. Volwassenen jonger dan 55 jaar zeggen vaker dat ze eigenlijk minder vlees zouden moeten eten dan 55‑plussers. Tegelijk zeggen ze ook wat vaker dat ze vlees eten niet willen opgeven: dit verschilt van 64 procent onder 65- tot 75‑jarigen, tot 74 procent onder 25- tot 35‑jarigen.
Leeftijd | Ik vind eigenlijk dat ik (nog) minder vlees zou moeten eten | Vlees eten wil ik niet opgeven |
---|---|---|
Totaal 18-plussers |
34,2 | 70,0 |
18 tot 25 jaar |
34,0 | 72,6 |
25 tot 35 jaar |
37,8 | 74,5 |
35 tot 45 jaar |
37,6 | 72,3 |
45 tot 55 jaar |
35,2 | 71,4 |
55 tot 65 jaar |
31,0 | 67,2 |
65 tot 75 jaar |
32,7 | 63,8 |
75 jaar of ouder |
30,2 | 68,0 |
Bron
Publicatie – Klimaatverandering en energietransitie: opvattingen en gedrag van Nederlanders in 2023
Relevante links
RIVM – Voedselconsumptiepeiling
Nieuwsbericht – Nederlanders kiezen bij een kwart van de hoofdmaaltijden voor vegetarisch