Op welke leeftijd gaan werknemers met pensioen?
In 2022 gingen 84 duizend werknemers met pensioen. 28 procent van hen was jonger dan 65 jaar. Het grootste deel, 63 procent, ging op 65- of 66‑jarige leeftijd met pensioen. Ruim 9 procent was 67 of ouder toen ze met pensioen gingen.
Iets minder dan de helft van de werknemers die in 2022 met pensioennoot1 gingen, was jonger dan de AOW-leeftijd. Die was in dat jaar 66 jaar en 7 maanden. 40 procent ging maximaal twee maanden voor of na het bereiken van de AOW-leeftijd met pensioen. De rest (11 procent) was ouder dan de AOW-leeftijd.
Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar, daarna is deze stapsgewijs verhoogd. In 2006 waren ongeveer 9 op de 10 werknemers die met pensioen gingen jonger dan de AOW-leeftijd. Vanaf 2007 ging een steeds kleiner deel voor de AOW-leeftijd met pensioen.
Jaar | Vóór AOW-leeftijd | Op AOW-leeftijd | Na AOW-leeftijd |
---|---|---|---|
2006 | 87,4 | 8,6 | 4,1 |
2007 | 83,1 | 11,4 | 5,5 |
2008 | 82,0 | 12,6 | 5,4 |
2009 | 77,9 | 14,8 | 7,3 |
2010 | 75,3 | 17,1 | 7,6 |
2011 | 67,3 | 25,7 | 7,0 |
2012 | 61,7 | 29,5 | 8,9 |
2013 | 55,3 | 33,0 | 11,6 |
2014 | 53,6 | 35,4 | 11,0 |
2015 | 49,3 | 40,7 | 10,0 |
2016 | 48,5 | 40,5 | 11,1 |
2017 | 46,5 | 42,3 | 11,1 |
2018 | 45,3 | 43,6 | 11,1 |
2019 | 47,4 | 40,5 | 12,0 |
2020 | 39,8 | 48,2 | 12,0 |
2021* | 42,9 | 47,6 | 9,5 |
2022* | 48,8 | 39,8 | 11,4 |
*voorlopige cijfers |
In alle bedrijfstakken boven de 65 jaar
Gemiddeld gingen werknemers in 2022 met 65,6 jaar met pensioen. In het openbaar bestuur was de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers met 65,1 jaar het laagst, gevolgd door de zorg en het onderwijs. In de landbouw, bosbouw en visserij was de pensioenleeftijd van werknemers met 66,6 jaar het hoogst, gevolgd door overige (zakelijke) diensten en handel. In 2022 was voor het eerst in alle bedrijfstakken de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers hoger dan 65 jaar.
De verschillen in de gemiddelde pensioenleeftijd tussen de bedrijfstakken zijn in de loop van de tijd kleiner geworden. In 2006 was het verschil tussen de bedrijfstakken met de hoogste en de laagste pensioenleeftijd ruim 4 jaar. In 2012 was dat verschil gedaald tot 2,5 jaar en in 2022 nog maar 1,5 jaar.
Bedrijfstak | 2022* | 2006 |
---|---|---|
Totaal | 65,6 | 60,9 |
Land-, bosbouw, visserij |
66,6 | 62,2 |
Verhuur, overige zakelijke diensten |
66,4 | 62,5 |
Overige dienstverlening | 66,4 | 62,1 |
Handel | 66,3 | 62,0 |
Informatie en communicatie |
66,2 | 60,7 |
Horeca | 66,1 | 61,7 |
Cultuur, sport en recreatie |
66,1 | 62,2 |
Vervoer en opslag | 66,0 | 60,6 |
Specialistische zakelijke diensten |
66,0 | 62,1 |
Delfstoffenwinning en industrie |
65,9 | 61,2 |
Waterbedrijven en afvalbeheer |
65,7 | 59,5 |
Energievoorziening | 65,5 | 58,4 |
Bouwnijverheid | 65,5 | 60,8 |
Verhuur en handel onroerend goed |
65,5 | 61,0 |
Financiële dienstverlening | 65,4 | 60,2 |
Onderwijs | 65,4 | 61,2 |
Gezondheids- en welzijnszorg |
65,2 | 60,5 |
Openbaar bestuur en overheidsdiensten |
65,1 | 59,9 |
*voorlopige cijfers |
Langer doorwerken
In 2022 zeinoot2 het grootste deel van de werknemers van 45 tot 65 jaar dat zij best bereid zijn om langer door te werken. Het hangt wel af van de situatie. 45- tot 55‑jarigen staan meer open voor doorwerken dan 55- tot 65‑jarigen. Van de 45- tot 55‑jarigen wil 85 procent misschien wel tot een hogere leeftijd doorwerken. Bij de 55- tot 65‑jarigen geldt dat voor 73 procent.
De keuze om minder te kunnen werken is de meest genoemde voorwaarde om door te willen gaan met werken. Dit geldt nog meer voor 45- tot 55‑jarige werknemers (52 procent) dan voor 55- tot 65‑jarige (43 procent). Ook zijn mensen vaker bereid om door te blijven werken, als zij lichter werk kunnen doen en als stoppen met werken financieel onaantrekkelijker wordt.
Redenen | 2022 |
---|---|
Minder werken | 49,6 |
Lichter werk (fysiek/psychisch) |
22,5 |
Stoppen financieel onaantrekkelijker |
21,8 |
Betere gezondheid | 11,8 |
Weet niet | 11,7 |
Meer uitdaging of voldoening in werk |
10,0 |
Werkgever/collega's ondersteunen doorwerken |
9,4 |
Familie/vrienden ondersteunen doorwerken |
6,0 |
Minder zorgtaken voor naasten |
6,0 |
Omscholing/bijscholing | 4,9 |
Andere omstandigheden | 3,2 |
Wil hoe dan ook niet langer doorwerken |
23,8 |
Bron: CBS, TNO | |
1)45 tot 65 jaar, meerdere antwoorden mogelijk |
Bronnen
Tabel – Pensioenleeftijd 2022
Publicatie TNO – Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2022
Relevante link
Nieuwsbericht – Pensioenleeftijd werknemer gemiddeld 65 jaar en 8 maanden
De vragen
- Wat houdt mensen tegen om gezonder te eten?
- Wat is het inkomen van werkenden?
- Welk deel van ons energieverbruik was duurzaam?
- Hoeveel procent draagt een bril?
- Hoe gaat het met de libellen en dagvlinders?
- Hoeveel woningen zijn er?
- Wat doet woninginbraak met mensen?
- In welke beroepen werken de meeste mensen thuis?
- Hoeveel duurder werd eten?
- Hoeveel baby’s hadden een niet-getrouwde moeder?
- Uit welke landen komen de meeste immigranten?
- Hoeveel honderdplussers zijn er?
- Hoe verdelen vaders en moeders werk en zorg?
- Hoeveel auto’s zijn er?
- Hoeveel melk geeft een koe?
- Welk deel van het inkomen ging in 1936 naar voeding?
- Hoeveel varkens waren er in 1910?
- Hoeveel runderen en varkens telt ons land?
- Wat importeren we uit China?
- Welke winkels zijn er steeds minder?
- Hoeveel nachten sliepen gasten in Nederlandse hotels?
- Hoe vaak hebben ouderen contact met hun buren?
- Hoeveel volwassenen voldoen aan de Beweegrichtlijnen?
- Waar komen internationale studenten in Nederland vandaan?
- Welk geloof hangen we aan?
- Hoeveel liter water gebruiken we per dag?
- Hoeveel miljonairs wonen er in Nederland?
- Hoeveel inwoners telt Nederland?
- Waar liggen onze fietspaden en -wegen?
- Op welke leeftijd gaan werknemers met pensioen?
- Op welke dag zijn de meeste mensen jarig?
- Hoeveel mensen hebben een studieschuld?
- Hoe gaat het CBS om met je privacy?
Noten
Werknemer die met pensioen gaat
Een persoon van 55 jaar of ouder, behorende tot de bevolking van Nederland die loon als voornaamste persoonlijke inkomensbron heeft in november aan het begin van de verslagperiode en een jaar later in november pensioen als voornaamste inkomensbron heeft. Pensioen omvat uitkeringen in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW), werkgerelateerde pensioenen, nabestaandenpensioenen, lijfrenten en uitkeringen in het kader van de Algemene nabestaandenwet (ANW).
Directeur-grootaandeelhouders worden hier buiten beschouwing gelaten. Zij worden tot de zelfstandigen gerekend.
De pensioenleeftijd is de leeftijd in maanden nauwkeurig aan het einde van de maand waarin voor het eerst pensioen de voornaamste inkomensbron is.
De gegevens in dit bericht over de bereidheid en de redenen om langer door te werken zijn afkomstig uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van het CBS en TNO.