Editie 2020

Foto omschrijving: Libelle op een plantenstengel

Hoe gaat het met de verschillende diersoorten?

De fauna van land en zoet water in Nederland ging tussen 1990 en 2018 met 3 procent vooruit. Per soortgroepnoot1 zijn er wel grote verschillen. Over de hele linie gaat het merendeel van de soorten die op het land leven in aantal achteruit, zoals dagvlinders (25 soorten achteruit, 14 vooruit). Soortgroepen van zoet water gaan gemiddeld juist vooruit. Zo zijn 37 soorten libellen in verspreiding toegenomen, terwijl 10 soorten achteruitgingen.

Hoe gaat het met de verschillende diersoorten?1331037941111998VissenLibellenAmfibieënReptielen
251412Vlinders51510ZoogdierenToenameAfnameStabielLegenda, Trendrichting (aantal soorten)Vogels707219

Het CBS berekent trends in de omvang van de populatie en het verspreidingsgebied van een groot aantal planten- en diersoorten uit de Nederlandse natuur. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van waarnemingen die voornamelijk verzameld zijn door vrijwilligers, maar deels ook door professionele waarnemers. Door de trends in samenhang te bekijken ontstaat een redelijk compleet beeld van de toestand en de ontwikkeling van de Nederlandse natuur.

Fauna van land en zoet water licht toegenomen

De indicator “fauna van land en zoet water” (ook wel de Nederlandse Living Planet Index of LPInoot2) geeft de gemiddelde trend weer van 357 in Nederland voorkomende soorten broedvogels, reptielen, amfibieën, dagvlinders, libellen, zoogdieren en zoetwatervissen. In de periode 1990–2018 is deze index met 3 procent toegenomen. In de laatste 12 jaar is deze stabiel, maar per type natuurgebied zijn er verschillende ontwikkelingen. Zo zijn de kenmerkende diersoorten van heide, duinen en agrarisch gebied gemiddeld achteruit gegaan en die van bos, zoet water en moerassen juist toegenomen.

Fauna van land en zoetwater (trend 1990=100)
Waarneming Trend Onzekerheid trend (low) Onzekerheid trend (high)
1990 103 100 95 - 105 95 - 105
1991 96 99 95 - 103 95 - 103
1992 101 98 95 - 101 95 - 101
1993 96 97 95 - 100 95 - 100
1994 91 97 95 - 100 95 - 100
1995 98 97 94 - 99 94 - 99
1996 95 97 95 - 100 95 - 100
1997 98 97 95 - 100 95 - 100
1998 99 98 95 - 100 95 - 100
1999 96 99 97 - 101 97 - 101
2000 103 100 98 - 103 98 - 103
2001 97 101 99 - 104 99 - 104
2002 102 102 100 - 104 100 - 104
2003 106 103 100 - 105 100 - 105
2004 102 103 101 - 106 101 - 106
2005 106 104 102 - 106 102 - 106
2006 106 104 102 - 107 102 - 107
2007 103 105 103 - 107 103 - 107
2008 102 105 103 - 107 103 - 107
2009 108 105 103 - 107 103 - 107
2010 106 105 103 - 107 103 - 107
2011 107 105 103 - 107 103 - 107
2012 101 105 104 - 107 104 - 107
2013 105 105 104 - 107 104 - 107
2014 109 105 104 - 107 104 - 107
2015 106 105 103 - 107 103 - 107
2016 104 105 103 - 106 103 - 106
2017 106 104 102 - 106 102 - 106
2018 101 104 101 - 106 101 - 106
Bron: CBS, NEM (Soortenorganisaties)

Minder vlinders, meer libellen

Naast verschillen tussen natuurgebieden zijn er ook grote verschillen tussen soortgroepen. De soortgroepen waarvan de meeste soorten gebonden zijn aan land zijn de afgelopen dertig jaar gemiddeld achteruitgegaan, terwijl soortgroepen die vooral aan zoetwater gebonden zijn in deze periode gemiddeld juist vooruit zijn gegaan. Zo is de aantalstrend van dagvlinders (land) gehalveerd ten opzichte van 1992. Vlindersoorten als boswitje, bruin blauwtje, veenbesblauwtje, veenbesparelmoervlinder en veenhooibeestje kennen een dalende trend. De verspreiding van libellennoot3 (zoetwater) is met ongeveer 50 procent toegenomen sinds 1992, al neemt de trend de laatste jaren wel weer af. Van typisch zuidelijke soorten zoals zuidelijke oeverlibel, zuidelijke keizerlibel, zuidelijke glazenmaker, vuurlibel en zwervende heidelibel neemt de verspreiding nog toe.

Dagvlinders en libellen (trend 1992=100)
Waarneming libellen Trend libellen Onzekerheid trend libellen (low) Onzekerheid trend libellen (high) Waarneming vlinders Trend vlinders Onzekerheid trend vlinders (low) Onzekerheid trend vlinders (high)
1992 101 100 81 – 124 81 – 124 116 100 93 - 108 93 - 108
1993 96 103 87 – 122 87 – 122 89 92 86 - 97 86 - 97
1994 101 106 93 – 123 93 – 123 63 84 80 - 89 80 - 89
1995 112 110 97 – 124 97 – 124 88 79 76 - 82 76 - 82
1996 113 113 101 – 128 101 – 128 79 74 71 - 77 71 - 77
1997 123 117 104 – 133 104 – 133 71 70 67 - 73 67 - 73
1998 121 121 106 – 137 106 – 137 69 67 64 - 69 64 - 69
1999 122 125 110 – 141 110 – 141 51 64 61 - 67 61 - 67
2000 128 129 114 – 146 114 – 146 66 62 59 - 64 59 - 64
2001 126 133 118 – 151 118 – 151 50 60 58 - 63 58 - 63
2002 138 137 120 – 156 120 – 156 64 59 57 - 62 57 - 62
2003 150 142 125 – 161 125 – 161 73 58 56 - 61 56 - 61
2004 144 146 130 – 164 130 – 164 55 57 55 - 60 55 - 60
2005 147 150 133 – 169 133 – 169 63 57 55 - 59 55 - 59
2006 157 152 136 – 171 136 – 171 58 57 54 - 59 54 - 59
2007 158 154 138 – 171 138 – 171 44 57 54 - 59 54 - 59
2008 155 154 138 – 171 138 – 171 44 57 54 - 59 54 - 59
2009 156 154 138 – 172 138 – 172 71 57 54 - 59 54 - 59
2010 152 154 138 – 171 138 – 171 70 57 54 - 59 54 - 59
2011 148 153 138 – 169 138 – 169 62 57 55 - 59 55 - 59
2012 151 152 138 – 167 138 – 167 44 57 55 - 59 55 - 59
2013 150 152 138 – 166 138 – 166 65 57 55 - 59 55 - 59
2014 146 151 138 – 164 138 – 164 65 56 54 - 58 54 - 58
2015 151 150 138 – 162 138 – 162 52 55 54 - 58 54 - 58
2016 147 149 138 – 161 138 – 161 48 55 53 - 57 53 - 57
2017 144 149 137 – 161 137 – 161 63 53 51 - 55 51 - 55
2018 155 148 136 – 162 136 – 162 54 52 50 - 54 50 - 54
2019 148 147 132 – 164 132 – 164 45 50 47 - 53 47 - 53
Bron: CBS, NEM (Vlinderstichting)

De vragen

Noten

Soortgroep

Een soortgroep is een groep soorten behorende tot dezelfde klasse (bijvoorbeeld vogels, zoogdieren, vlinders).

Living Planet Index (LPI)

Plantensoorten, maar ook diersoorten die voorkomen in zoutwater (zeevissen, fauna van de zeebodem) zijn nog niet meegenomen in deze indicator. Daarom betreft de LPI van Nederland feitelijk de fauna van land en zoet water.

Libellen

Voor libellen zijn momenteel geen (betrouwbare) aantalstrends voorhanden: de trends in verspreiding worden gezien als de beste manier om de populatieontwikkeling te beschrijven wanneer geen trends in aantallen beschikbaar zijn.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
Nihil
(Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2019–2020 2019 tot en met 2020
2019/2020 Het gemiddelde over de jaren 2019 tot en met 2020
2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2019 en eindigend in 2020
2017/’18–2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2017/’18 tot en met 2019/’20

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Concept & beeldredactie

Irene van Kuik

Infographics

Anne Blaak

Janneke Hendriks

Richard Jollie

Hendrik Zuidhoek

Redactie

Ronald van der Bie

Kees Groenenboom

Annelie Hakkenes-Tuinman

Michel van Kooten

Sidney Vergouw

Paul de Winden

Elma Wobma

Karolien van Wijk

Gert Jan Wijma

Vertaling

Gaby de Vet

Frans Dinnissen

Eindredactie

Annelie Hakkenes-Tuinman

Dank aan alle andere collega’s die hebben bijgedragen aan deze editie van Nederland in cijfers