Foto omschrijving: De Capital Gas Aristos I is een lng tanker die 174000 m3 vloeibaar gas kan vervoeren. Op de Maasvlakte wordt de tanker leeggepompt om de gasvoorraad in Nederland aan te vullen.

Begrippenlijst

Bedrijf(seenheid)

De feitelijke transactor in het productieproces gekenmerkt door zelfstandigheid ten aanzien van de beslissingen over dat proces en door het aanbieden van zijn producten aan derden. Een bedrijf bestaat uit een of meer juridische eenheden. Kenmerkend is dat er autonomie is over beslissingen met betrekking tot productie binnen deze entiteit. Wanneer deze eenheid zich uitstrekt over verschillende landen wordt omwille van de nationale statistiek het Nederlandse deel als bedrijf beschouwd.

Bijzondere Financiële Instelling (BFI)

Bijzondere Financiële Instellingen zijn in Nederland gevestigde dochtermaatschappijen van buitenlandse ondernemingen die fungeren als financieel intermediair tussen diverse onderdelen van het concern waar ze deel van uitmaken. De vorderingen en verplichtingen van deze instellingen hebben veelal betrekking op directe investeringen vanuit het ene land via Nederland in een ander land, of op het doorsluizen naar de buitenlandse moeder van in het buitenland aangetrokken middelen. Een BFI is in dit verband een speciaal rechtspersoon die zich bezighoudt met securitisaties. Zij neemt in het kader van een securitisatietransactie activa en/of kredietrisico over en geeft effecten, eenheden van securitisatiefondsen, andere schuldbewijzen en/of financiële derivaten uit, dan wel is eigenaar van onderliggende activa. Een BFI is gevrijwaard van het risico van faillissement of en andere vorm van in gebreke blijven van de initiator (ofwel ‘originator’, d.w.z. de instelling die activa en/of kredietrisico’s aan de BFI overdraagt).

Bruto binnenlands product (bbp)

Een maat voor de omvang van de economie. Deze wordt berekend uit de som van de waarde die door ondernemingen, huishoudens en overheden wordt toegevoegd aan de goederen en diensten die zij hebben moeten verbruiken om hun producten te kunnen maken. Deze som staat bekend als de toegevoegde waarde ‘in basisprijzen’. Om tot het bbp ‘in marktprijzen’ te komen, wordt hierbij het saldo van productgebonden belastingen en subsidies én het verschil tussen toegerekende en afgedragen btw opgeteld.

Buitenlandse dochteronderneming

Als een Nederlands bedrijf een meerderheidsbelang in een buitenlands bedrijf heeft, dan is dit bedrijf een dochteronderneming van een Nederlands bedrijf, of buitenlands bedrijf onder Nederlandse zeggenschap. Daarbij is geen minimum bedrag aan investeringen of minimum aandeel in het stemrecht in het buitenlands bedrijf gehanteerd. Zulke investeringen in het buitenland, gedaan door een bedrijf in Nederland én in Nederlandse handen (Nederlandse multinational), heeft als doel een blijvend belang op te bouwen in een buitenlands bedrijf.

Directe Buitenlandse Investering (DBI)

Een onderneming met directe investeringen uit het buitenland is een onderneming waarin een investeerder uit een ander land tenminste 10 procent bezit van het gewone aandelenkapitaal of van de stemrechten of het equivalent daarvan. Het gaat hierbij om een blijvend belang en om verkrijging van substantiële invloed in het management van de onderneming. Directe investeringen zijn opgebouwd uit aandelenkapitaal, deelnemingen in groepsmaatschappijen in het buitenland en kredietverlening.

Exportverdiensten

Waarde van een bruto exportstroom minus het verbruik van geïmporteerde grondstoffen,

halffabricaten en ondersteunende diensten.

Incidentele exporteur

Een onderneming is een incidentele exporteur wanneer deze in een periode van vier jaar minstens één en maximaal twee jaar exporteerde. Zie ook structurele exporteur.

Intellectueel eigendom

De verzamelnaam voor rechten op uitgewerkte ideeën en concepten zoals beschermd door bijvoorbeeld patenten, handelsmerken en auteursrechten (copyrights).

Intermediaire goederen

Dit zijn inputs in het productieproces, zoals grondstoffen, halffabricaten of brandstoffen. Een intermediair product wordt gebruikt tijdens het productieproces, vaak getransformeerd, en dan verwerkt in de uiteindelijke output. Het wordt dus gebruikt om weer andere goederen te produceren.

International handelend bedrijf

Een bedrijf wat diensten en/of goederen importeert en/of exporteert.

Internationaal handelende ondernemer

Een internationaal handelende ondernemer is een ondernemer die aan het roer staat van een bedrijf wat diensten en/of goederen importeert en/of exporteert.

Internationale handel in diensten

Er is sprake van internationale handel in diensten wanneer Nederlandse ingezetenen voor ingezetenen van een andere economie diensten verrichten of omgekeerd. Diensten zijn producten die over het algemeen niet tastbaar zijn, bijvoorbeeld vervoersdiensten, zakelijke diensten en persoonlijke, culturele en recreatieve diensten. Met Nederlandse ingezetenen worden bedrijven en personen bedoeld die in Nederland economische activiteiten ontplooien en daartoe reeds langer dan één jaar over een locatie in Nederland beschikken.

Internationale handel in goederen

Er is sprake van internationale handel in goederen wanneer ingezetenen goederen leveren aan het buitenland en omgekeerd. Bij invoer uit EU-landen is dit de waarde van de goederen inclusief vracht- en verzekeringskosten tot aan de Nederlandse grens. Bij invoer uit niet-EU- landen is dit de waarde inclusief vracht- en verzekeringskosten tot aan de buitengrens van de Europese Unie. De uitvoerwaarde is inclusief vracht- en verzekeringskosten tot aan de Nederlandse grens. Dit in overeenstemming met de statistiek Internationale Handel in Goederen (IHG). De IHG bronstatistiek hanteert andere concepten dan Nationale Rekeningen. Zo gaat de bronstatistiek uit van grensoverschrijdend goederenverkeer en is economisch eigendom leidend voor Nationale Rekeningen. Ook de integratie in de Nationale Rekeningen levert additionele verschillen op.

Internationale productieketen (waardeketen)

Een internationale productieketen omvat alle activiteiten – in meer dan één land – die nodig zijn om een product of dienst vanuit de conceptfase via de verschillende productiefases bij eindverbruikers te bezorgen en verwerking na gebruik.

Investeringen in materiële vaste activa

Goederen die worden aangeschaft of in eigen beheer worden voortgebracht, met als doel om als kapitaalgoed in het productieproces ingezet te worden. Het gaat daarbij om goederen met een levensduur van meer dan één jaar zoals gebouwen, woningen, machines, vervoermiddelen en dergelijke.

Invoer

De som van invoer voor binnenlands gebruik en invoer voor wederuitvoer.

Invoer voor binnenlandse bestedingen

De voor ingezetenen bestemde goederen, die vanuit het buitenland in het economisch gebied van Nederland zijn gebracht. Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde grondstoffen, halffabricaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde vaste activa.

Invoer voor wederuitvoer

De goederen die Nederland binnenkomen, daarbij (tijdelijk) eigendom worden van een ingezetene, en daarna, zonder dat significant industriële bewerking plaatsvindt, Nederland weer verlaten.

Invoerintensiteit

De invoerintensiteit is een indicator die de mate van de internationale concurrerende druk in de lokale markt weergeeft. Het is uitgedrukt in een procentueel aandeel dat weergeeft in hoeverre de Nederlandse vraag naar goederen of diensten afhankelijk is van buitenlandse invoer. Een hogere ratio leidt dan ook tot een groter aandeel van de invoer om in de totale vraag naar goederen en diensten te voorzien.

Multifactorproductiviteit (mfp)

Met multifactorproductiviteit wordt aangegeven hoeveel geproduceerd wordt per eenheid van alle productiefactoren. Dit, in tegenstelling tot arbeidsproductiviteit, dat alleen de productie per gewerkt uur weergeeft. Multifactorproductiviteit geeft hiermee weer hoe efficiënt de verschillende productiefactoren worden gecombineerd, onder andere door schaalvoordelen, bezettingsgraad en technologische ontwikkeling.

Multinational

Bedrijven met een moeder- of dochterbedrijf in het buitenland. Zie ook: buitenlandse dochteronderneming. Een Nederlandse multinational is een bedrijf onder (ultieme) Nederlandse zeggenschap met ten minste één dochter (meerderheidsdeelneming) in het buitenland. Een buitenlandse multinational is een in Nederland gevestigde dochteronderneming, waarover de uiteindelijke zeggenschap in het buitenland ligt.

Nederlandse bedrijfsleven

Het Algemeen Bedrijvenregister (ABR) maakt gebruik van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) om bedrijfseenheden in te delen naar hoofdactiviteit. Het Nederlandse bedrijfsleven omvat alle bedrijven uit de SBI-secties B tot en met N, exclusief K plus S95. Deze afbakening wordt internationaal aangeduid als de ‘non-financial business economy’.

Deze categorie is een samenstelling van de volgende bedrijfstakken:

B Delfstoffenwinning

C Industrie

D Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom en gekoelde lucht

E Winning en distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering

F Bouwnijverheid

G Groot- en detailhandel; reparatie van auto’s

H Vervoer en opslag

I Logies-, maaltijd- en drankverstrekking

J Informatie en communicatie

L Verhuur van en handel in onroerend goed

M Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening

N Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening

S95 Reparatie van consumentenartikelen

Niet-multinational

Bedrijven zonder moeder- of dochterbedrijf in het buitenland.

Ondernemer

Een persoon die arbeid verricht voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer) of als directeur in loondienst van een eigen bedrijf (directeur-grootaandeelhouder).

Onderneming (ondernemingengroep)

De eenheid die feitelijk optreedt als financiële transactor. Operationeel wordt de ondernemingengroep gedefinieerd als de meest omvattende verzameling van in Nederland gevestigde juridische eenheden waarover zeggenschap kan worden uitgeoefend en die homogeen is naar institutionele sector. Een ondernemingengroep kan uit één of meerdere bedrijfseenheden bestaan. Zie ook bedrijf (bedrijfseenheid).

Quasi-doorvoer

Quasi-doorvoer betreft invoer van goederen van buitenlandse makelij die na aankomst in Nederland niet of nauwelijks een bewerking ondergaan en daarna weer worden doorgevoerd naar het buitenland. De goederen zijn tijdens het gehele verblijf in Nederland eigendom van een buitenlands bedrijf (in tegenstelling tot de wederuitvoer). Daarnaast moet er nog één van de volgende administratieve handelingen gebeuren in Nederland, wil er sprake zijn van quasi-doorvoer:

  • De goederen van buiten de EU worden bij aankomst in Nederland vrijgemaakt;
  • De goederen verlaten Nederland en de EU en er wordt door de douane een uitvoerdocument opgemaakt;
  • De internationale goederen worden in Nederland voor minimaal één dag opgeslagen. Hierdoor wordt de eigenaar btw-plichtig en moet hij zich laten registreren voor de btw.

De quasi-doorvoer is geen onderdeel van de Nederlandse cijfers over de Nederlandse handel, wel bij de Europese cijfers over de Nederlandse handel (Eurostat).

Royalty’s

Royalty’s zijn vergoedingen voor het gebruik van andermans rechten. Voorbeelden van die rechten zijn auteursrechten, merkrechten en patentrechten.

Structurele exporteur

Een onderneming is een structurele exporteur wanneer deze in een periode van vier jaar, minstens drie jaar goederenexport rapporteerde. Zie ook incidentele exporteur.

Toegevoegde waarde

Het verschil tussen de productie en het intermediair verbruik (exclusief aftrekbare btw).

Two-way trader

Een bedrijf of bedrijfsvestiging met zowel import als export van goederen of diensten. Dit in tegenstelling tot de zgn. one-way trader, die enkel importeert ofwel enkel exporteert.

Uitvoer

De som van uitvoer van Nederlandse makelij en wederuitvoer.

Uitvoer van Nederlandse makelij

Uitvoer van Nederlandse makelij (oftewel eigen makelij) betreft uitvoer na productie in Nederland dan wel uitvoer na significante bewerking van buitenlandse makelij (waarbij wordt gekeken in hoeverre de statistische goederencode van het goed al dan niet sterk is veranderd). Wederuitvoer en uitvoer van Nederlandse makelij vormen samen de totale Nederlandse uitvoercijfers.

VTE

Een maatstaf voor het arbeidsvolume, die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten (vte) genoemd.

Zo leveren twee halve banen (elk 0,5 vte) samen een arbeidsvolume van één arbeidsjaar op.

Wederuitvoer

Wederuitvoer betreft invoer van goederen van buitenlandse makelij die na aankomst in Nederland niet of nauwelijks een bewerking ondergaan en daarna weer worden uitgevoerd naar het buitenland. De goederen zijn tijdens het verblijf in Nederland (tijdelijk) eigendom van een Nederlands bedrijf (in tegenstelling tot de quasi-doorvoer). Wederuitvoer en uitvoer van Nederlandse makelij vormen samen de totale Nederlandse uitvoercijfers.

Zeggenschap

De zeggenschap van bedrijven wordt bepaald aan de hand van het land waar de strategische besluitvorming plaatsvindt. Deze zeggenschap ligt bij de Ultimate Controlling Institutional Unit (UCI). Buitenlandse zeggenschap betekent dat het land van vestiging van de UCI een ander land is dan Nederland.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016–2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/’17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/’05-2016/’17 oogstjaar enz., 2004/’05 tot en met 2016/’17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Nieke Aerts

Arjen Berkenbos (DNB)

Timon Bohn

Sarah Creemers

Daniël Herbers

Bas Kerckhoffs

Dio Limpens

Tom Notten

Davey Poulissen

Leen Prenen

Pascal Ramaekers

Janneke Rooyakkers

Anne Maaike Stienstra (DNB)

Manon Weusten

Redactie

Sarah Creemers

Daniël Herbers

Janneke Rooyakkers

Manon Weusten

Eindredactie

Sarah Creemers

Daniël Herbers

Dankwoord

We danken de volgende personen voor hun constructieve bijdrage aan deze editie

van Nederland Handelsland:

Fintan van Berkel

Dennis Cremers

Anniek Erkens

Bert Eykelenkamp

Loe Franssen

Marjolijn Jaarsma

Kasper Leufkens

Bart Loog

Angie Mounir

Tim Peeters

Hans Ponsteen

Roos Smit

Adam Walker

Khee Fung Wong

CBS CCN Logistiek

CBS CCN Redactie en Visualisatie

CBS Vertaalbureau

We danken ook de volgende medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor hun feedback op een eerdere versie van Nederland Handelsland:

Jan Pieter Barendse

Vasant Bhoendie

Jeroen Jacobs

Harry Oldersma