Geografische dimensie van de Nederlandse goederenhandel
Hoe belangrijk is de Europese Unie voor de Nederlandse handel en hoe belangrijk is Nederland voor de handel van andere EU-landen? Wat zijn de belangrijkste landen van herkomst en bestemming voor de Nederlandse handel in goederen? Hoe belangrijk is Nederland voor de goederenhandel van alle andere landen in de wereld? Hoe ontwikkelt het Nederlandse marktaandeel zich in de landen op de Nederlandse handelsagenda? Dit hoofdstuk geeft antwoord op deze en vele andere vragen door de geografische dimensie van de Nederlandse goederenimport en -export te analyseren. Hierbij kijken we enerzijds vanuit Nederlands perspectief (met CBS-cijfers) en anderzijds vanuit het perspectief van de handelspartners (met internationale handelscijfers).
5.1Belangrijkste bevindingen
De handel vanuit Nederlands perspectief bekeken
In 2020 is de export van goederen met 32 miljard euro gedaald tot 483 miljard euro. Dat is 6 procent minder dan in 2019. In 2020 bedroeg de waarde van de Nederlandse goederenimport 424 miljard euro. Dat is een afname van 8 procent ten opzichte van 2019. De daling in export en import is een direct gevolg van de coronacrisis en de sterk fluctuerende handelsprijzen.
Voor de Nederlandse handel is de Europese Unie (EU) nog steeds van groot belang. Zo blijkt uit CBS-cijfers dat in 2020 het exportaandeel bestemd voor de EU (inclusief het Verenigd Koninkrijk) met 70 procent onverminderd hoog was. Van de 50 belangrijkste exportpartners behoorden er 21 tot de EU. Wat betreft de Nederlandse goederenimport kwam in 2020 ruimschoots de helft van de waarde (53 procent) uit de EU. Van de 50 belangrijkste goederenleveranciers behoren 18 landen tot de EU.
Bijna 22 procent van de Nederlandse goederenexport heeft Duitsland als bestemming. België volgt als 2e exportbestemming op grote afstand met ruim 10 procent. Frankrijk completeert de top-3 met een aandeel van bijna 8 procent. De Verenigde Staten en China zijn de enige niet-Europese landen in de top-10 van exportbestemmingen. Enkel China (+10 procent) en Polen (+5 procent) voerden meer goederen uit Nederland in dan in 2019. Voor zowel de export van goederen van Nederlandse makelij als de export van goederen voor wederuitvoer zijn onze buurlanden de belangrijkste bestemmingen.
De Nederlandse goederenimport is in vergelijking met de export minder gericht op de EU, maar ook hier is het EU-aandeel het grootst (53 procent van het totaal). De belangrijkste tien goederenleveranciers voor Nederland zijn goed voor 64 procent van de totale import in 2020. Van die tien landen zijn er zeven Europees (Duitsland, België, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Ierland en Polen) en drie niet (China, de Verenigde Staten en Rusland). De goederenimport van negen partners uit deze top-10 kende een krimp in 2020 vergeleken met een jaar eerder. China is het enige land in de top-10 van belangrijkste goederenleveranciers met een importgroei. Daarmee klom China op tot onze 2e importpartner, wat ten koste ging van België.
De handel vanuit internationaal perspectief bekeken
De Nederlandse economie neemt mondiaal (in termen van het nominaal bbp in 2019 volgens UNCTAD) de 17e positie in. De goederenhandel is goed voor 19,7 procent van het bbp en is daarmee van groot belang voor de Nederlandse economie. Nederland heeft een intensieve handelsrelatie met de tien grootste economieën in de wereld (top-10 volgens UNCTAD-cijfers). De export naar deze groep landen bedroeg inclusief quasi-doorvoer 230 miljard euro in 2019. Dat is 36 procent van de totale Nederlandse goederenexport. In dat jaar haalde Nederland 50 procent van alle goederen (279 miljard euro) uit deze landen. Het handelstekort met de tien grootste economieën bedroeg daarmee dus 49 miljard euro. Met de overige landen behaalde Nederland juist een groot handelsoverschot (128 miljard euro), want het handelsoverschot over de totale handel kwam in 2019 uit op 79 miljard euro.
Gebruikmakend van UNCTAD- en UN Comtrade-cijfers blijkt dat Nederland er bij onze buurlanden als leverancier van goederen goed voor staat. Nederland was in de periode 2015–2019 voor België steeds de belangrijkste goederenleverancier. Het Nederlandse aandeel in de Belgische goederenimport bedroeg dan ook in 2019 ruim 17 procent. Voor Duitsland is Nederland de op één na belangrijkste goederenleverancier. Niet alleen als exportland is de handelsrelatie met België en Duitsland intensief. Ook als importeur van goederen staat Nederland er bij deze landen goed op. Nederland is voor België inmiddels al vijf jaar op rij de 3e exportbestemming. Bij de Duitse goederenexporteurs staat Nederland na 2015 steeds op plaats 4, met uitzondering van 2017 toen Nederland in rangorde de 5e exportpartner was.
5.2Nederlandse goederenexport
In paragraaf 5.2 en 5.3 wordt de goederenhandel geanalyseerd vanuit het Nederlandse perspectief op basis van CBS-cijfers. In 2020 bedroeg de waarde van de Nederlandse goederenexport conform de statistiek Internationale Handel in Goederen 483 miljard euro. Dat is 6 procent minder dan in 2019. Toen exporteerden Nederlandse bedrijven voor 515 miljard euro goederen. De daling is een direct gevolg van de coronacrisis en het olieoverschot in de lente van 2020. Beide gebeurtenissen zorgden voor een kleinere vraag en lagere handelsprijzen. Na de uitbraak van het coronavirus kwam eind januari 2020 een groot deel van de productieketens in China voor enkele weken stil te liggen. Nederlandse importeurs konden hierdoor minder goederen aankopen waardoor al in maart bedrijven genoodzaakt waren de productie stil te leggen omdat onderdelen niet meer geleverd konden worden. Dit leidde tot een exportkrimp van 17 procent in het tweede kwartaal, zoals te zien in figuur 5.2.1. In de herfst van 2020 trad herstel op. De industrie kon de productie hervatten en ruwe aardolie werd in de loop van 2020 steeds duurder. Uiteindelijk werd 2020 afgesloten met een 2 procent lagere exportwaarde dan in hetzelfde kwartaal van 2019. De lagere exportwaarde in het vierde kwartaal was volledig toe te schrijven aan lagere prijzen.
Jaar | Kwartaal | Export |
---|---|---|
2019 | 1e kwartaal, 2019 | 3,8 |
2019 | 2e kwartaal, 2019 | 5,2 |
2019 | 3e kwartaal, 2019 | 1,9 |
2019 | 4e kwartaal, 2019 | 3,2 |
2020 | 1e kwartaal, 2020 | 0 |
2020 | 2e kwartaal, 2020 | -17,1 |
2020 | 3e kwartaal, 2020 | -6,1 |
2020 | 4e kwartaal, 2020 | -2,1 |
Per 1 februari 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaten. Er is gedurende heel 2020 toch handel gedreven met het Verenigd Koninkrijk volgens de bestaande handelsovereenkomsten geldend voor alle EU-landen. Daarom wordt in dit hoofdstuk het Verenigd Koninkrijk als een volwaardige EU-lidstaat beschouwd. Per 1 januari 2021 heeft het Verenigd Koninkrijk met een nieuwe handelsovereenkomst de EU verlaten. Aan het einde van deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de export van goederen in het eerste kwartaal van 2021. In deze exclusieve bijdrage wordt het Verenigd Koninkrijk vanzelfsprekend beschouwd als een land dat geen lid is van de Europese Unie.
Zeven op de tien exporteuro’s werden verdiend aan EU-afnemers
De Europese Unie is verreweg het belangrijkste afzetgebied met een exportaandeel van 70 procent. Naar de EU (inclusief het Verenigd Koninkrijk) gingen in 2020 goederen ter waarde van 337 miljard euro, zie figuur 5.2.2. Tussen 2015 en 2020 groeide de export naar de EU met 11 procent. Als gevolg van toenemende globalisering wordt het EU-aandeel in onze export elk jaar net iets kleiner. In 2015 had nog 72 procent van de goederenexport de EU als bestemming. Nederland exporteerde in 2020 naar niet-EU-landen voor 146 miljard euro. In de periode 2015–2020 groeide de Nederlandse export naar niet-EU-landen met 25 procent. Het niet-EU-aandeel was in 2015 28 procent van de waarde van de totale goederenexport. Vijf jaar later ging 30 procent van de Nederlandse goederenexport naar deze groep landen.
Jaar | EU | Niet-EU |
---|---|---|
2015 | 303 | 116 |
2016 | 307 | 117 |
2017 | 334 | 134 |
2018 | 352 | 145 |
2019 | 360 | 156 |
2020 | 337 | 146 |
De Nederlandse goederenhandel was in 2020 aanzienlijk kleiner dan in 2019 (zie figuur 5.2.1). In 2020 exporteerde ons land 33 miljard euro minder dan in 2019. Dat is een afname van 6,3 procent. Er is weinig verschil tussen de afname van goederenexport naar EU- en niet-EU-landen, respectievelijk 6,2 en 6,5 procent.
76 procent naar Europa en 12 procent naar Azië
In 2020 was meer dan drie kwart van de Nederlandse export bestemd voor het Europese continent, zie figuur 5.2.3. Wel neemt dit aandeel al jaren af, ten faveure van voornamelijk Aziatische landen waaronder China.noot1 Azië had in 2020 met bijna 56 miljard euro een aandeel van 12 procent in de export. Dat is iets hoger dan in 2015. In 2020 was 8 procent van de Nederlandse goederenexport (38 miljard euro) bestemd voor het Amerikaanse continent. Met een exportaandeel van 3 procent was Afrika als bestemming voor goederen vanuit Nederland een kleine speler. Het continent Afrika ontvangt net wat meer goederen dan bijvoorbeeld Spanje. In rangorde neemt Spanje de 7e positie in als exportbestemming.
Continent | Europa | Azië | Amerika | Afrika | Oceanië en overig |
---|---|---|---|---|---|
2015 | 324 | 43 | 31 | 14 | 7 |
2019 | 388 | 57 | 43 | 17 | 11 |
2020 | 365 | 56 | 38 | 15 | 9 |
Met een exportdaling van 13 procent ten opzichte van 2019, kromp de export naar Amerika bovengemiddeld hard in 2020. Ook de goederenexport naar Afrika daalde in 2020 sterker dan de totale Nederlandse uitvoer. De exportkrimp met Amerika en Afrika is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de coronacrisis en de lagere olieprijs. Vooral met Afrika wordt relatief meer dan gemiddeld gehandeld in olie en olieproducten (Creemers & Draper, 2021; CBS, 2021a). De goederenexport naar Azië is in 2020 het minst hard getroffen. In het Aziatische exportpakket spelen olie en gas nauwelijks een rol van betekenis. Mede door de fors hogere export van machines werd de Nederlandse export naar Azië in 2020 minder hard geraakt.
8 Europese landen behoren tot de belangrijkste 10 exportbestemmingen
De tien belangrijkste afzetmarkten waren in 2020 goed voor twee derde van de totale waarde van de Nederlandse goederenexport. Dit aandeel is sinds 2015 minimaal gewijzigd. Duitsland (107 miljard euro en 22 procent aandeel) en België (50 miljard euro en 10 procent aandeel) zijn traditioneel onze belangrijkste exportpartners, zie figuur 5.2.4. De export naar deze landen kromp tussen 2020 en 2019 met respectievelijk 7 en 5 procent. Naast onze beide buurlanden behoren nog zes Europese landen tot de tien grootste exportbestemmingen, waarvan Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk de belangrijkste zijn. De goederenexport naar het Verenigd Koninkrijk viel in 2020 met ongeveer 12 procent terug en kwam daarmee onder het niveau van 2015. Het Verenigd Koninkrijk is het enige land uit de top-10 belangrijkste exportbestemmingen waarvan de exportwaarde in 2020 lager is dan in 2015.
Partner | 2020 | 2019 | 2015 |
---|---|---|---|
Duitsland | 106 | 114 | 99 |
België | 50 | 52 | 44 |
Frankrijk | 37 | 40 | 33 |
VK | 35 | 40 | 36 |
VS | 24 | 27 | 18 |
Italië | 19 | 20 | 17 |
Spanje | 14 | 16 | 12 |
Polen | 14 | 14 | 10 |
China | 14 | 13 | 9 |
Zweden | 9 | 10 | 8 |
Van de tien belangrijkste exportbestemmingen groeide in 2020, ten opzichte van 2019, alleen de export naar China en Polen. De export naar China nam in 2020 met ruim 10 procent toe tot 14 miljard euro. Deze groei kon vooral gerealiseerd worden door meer export van in Nederland vervaardigde machines (CBS, 2020a). Opvallend is dat de export naar Polen, als enige Europees land in de top-10, toenam met ruim 5 procent. Met een exportwaarde van 14 miljard euro was Polen daarmee onze 8e exportbestemming. De exportgroei naar Polen was te danken aan een sterke groei van de wederuitvoer van elektrische apparaten (CBS, 2020b).
De export van Nederlandse makelij bedroeg in 2020 263 miljard euro. Dat is 8 procent minder dan in 2019. Het aandeel Nederlandse makelij in de totale export was daarmee 54 procent. De exportafname komt, naast de coronacrisis, vooral doordat de export van in Nederland vervaardigde producten sterk te lijden had onder fors lagere prijzen van olie en gas. Het exportpakket naar de tien belangrijkste handelspartners verschilt sterk tussen Nederlandse productie en wederuitvoer. Vooral naar China en de Verenigde Staten gaan bovengemiddeld veel goederen van Nederlandse makelij. Zo is van de uitgevoerde goederen naar China en de Verenigde Staten respectievelijk 80 en 68 procent vervaardigd door de Nederlandse industrie. Nederlandse bedrijven vervaardigden in 2020 voor 2,3 miljard euro babymelkpoeder bestemd voor de export. Maar liefst twee derde hiervan ging naar China. Nederlandse bierbrouwerijen produceerden voor buitenlandse klanten voor 1,7 miljard euro bier. Hiervan ging 42 procent naar de Verenigde Staten.
Zuid-Korea in top-10 bestemmingen voor Nederlandse producten
Als we de focus leggen op goederen van Nederlandse makelij (want hier zijn de verdienstennoot2 het grootst, zie hoofdstuk 2 van deze publicatie), dan zijn onze buurlanden de belangrijkste exportbestemmingen, zie figuur 5.2.5. Op 1 staat Duitsland (50 miljard euro, 19 procent aandeel) gevolgd door België (27 miljard euro, 10 procent aandeel).
Land | Aandeel in totale export | Aandeel in totale export NL makelij |
---|---|---|
Duitsland | 22 | 19 |
België | 10 | 10 |
VK | 7 | 7 |
Frankrijk | 8 | 7 |
VS | 5 | 6 |
China | 3 | 4 |
Italië | 4 | 3 |
Spanje | 3 | 3 |
Polen | 3 | 2 |
Zuid-Korea | 1 | 2 |
In 2020 is de export van goederen van Nederlandse makelij naar Zuid-Korea met 2,4 miljard euro gestegen tot 5,7 miljard euro. Dat is 71 procent meer dan in 2019. In het Zuid-Koreaanse exportpakket spelen olie en gas nauwelijks een rol van betekenis. Mede hierdoor kon het belang van Zuid-Korea in de totale export van Nederlandse makelij toenemen. Zuid-Korea klimt daarmee naar een 10e plaats in de rangschikking van exportbestemmingen van in Nederland geproduceerde goederen. In 2019 stond Zuid-Korea nog op plaats 16. In 2020 is Zuid-Korea na China de belangrijkste handelsbestemming van Nederland in Azië. Dankzij onder meer het handelsverdrag tussen de Europese Unie en Zuid-Korea is de handel tussen Nederland en Zuid-Korea de afgelopen jaren in opmars (RVO, 2021a). Ons land voerde vooral gespecialiseerde machines uit naar het schiereiland. Nederland exporteerde in 2020 circa 16 procent van de gespecialiseerde machines naar Zuid-Korea. Daarmee is het de 2e grootste afnemer van gespecialiseerde machines. Hoogtechnologische bedrijven gevestigd in Zuid-Korea gebruiken deze machines onder andere voor de productie van hun elektronica (Evofenedex, 2021). Zuid-Korea loopt daarmee voorop in de ontwikkeling en productie van halfgeleiders, beeldschermen en batterijen. Dit zijn onderdelen die cruciaal zijn in de hightech-industrie (RVO, 2021b). Verder is ons land een belangrijke exporteur van technologie voor verwerkende bedrijven in de Zuid-Koreaanse voedselindustrie (RVO, 2021b).
China klom op tot de 6e exportbestemming van in Nederland geproduceerde goederen. De export van Nederlandse makelij naar China groeide in 2020 met 15 procent naar 11,2 miljard euro. Net als Zuid-Korea gaan er nauwelijks minerale brandstoffen naar China.
Wederuitvoer vooral naar Europese bestemmingen
De exportwaarde van wederuitvoer bedroeg in 2020 219 miljard euro. Dat is een afname van 4 procent ten opzichte van 2019. Nederlandse bedrijven voeren relatief veel goederen in die hier niet of nauwelijks bewerkt worden, waarna ze weer geëxporteerd worden. Deze wederuitvoer was goed voor 45 procent van de totale waarde van de goederenexport in 2020. Nederland heeft een zeer belangrijke distributiefunctie als toegangspoort tot Europa. De haven van Rotterdam speelt hier een grote rol in (Creemers et al., 2021). Denk hierbij maar aan de gunstige geografische ligging in combinatie met de sterk ontwikkelde Nederlandse logistieke en data-infrastructuur, de ervaring met complexe logistieke processen en de relatief hoogopgeleide beroepsbevolking (Kuypers et al., 2012; NFIA, 2019). Nederland is voor goederen vanuit alle hoeken van de wereld een belangrijk knooppunt, het eerste punt van aankomst in Europa. Van daaruit vervolgen de goederen hun weg naar het Europese achterland. We zien dan ook dat bijna 85 procent van de Nederlandse wederuitvoer in 2020 bestemd was voor Europese partners. Hierbij zijn Duitsland, België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië de belangrijkste, zie figuur 5.2.6. Zo gaan er veel hightech producten vanuit Azië via Nederland naar het Europese achterland.
Land | Aandeel in totale export | Aandeel in totale wederuitvoer |
---|---|---|
Duitsland | 22 | 26 |
België | 10 | 10 |
Frankrijk | 8 | 9 |
VK | 7 | 8 |
Italië | 4 | 5 |
Polen | 3 | 4 |
Spanje | 3 | 4 |
VS | 5 | 4 |
Tsjechië | 2 | 2 |
Zweden | 2 | 2 |
Wederuitvoer bedroeg 53 procent van de totale export naar Duitsland, Frankrijk en Italië. België blijft hierbij achter met 45 procent. Het aandeel wederuitvoer naar België is te vergelijken met het doorsnee Nederlandse exportpakket. Er staat maar één niet-Europese bestemming in de top-10 van belangrijkste partners voor Nederlandse wederuitvoer: de Verenigde Staten op plaats 8. Voor de Oost-Europese handelspartners is het aandeel wederuitvoer opvallend hoog. Zo gaat 64 procent van de totale export als wederuitvoer naar Tsjechië, 61 procent naar Hongarije en 58 procent naar Polen.
Exportbelang Verenigd Koninkrijk op een dieptepunt in 1ekwartaal 2021
Het exportaandeel van het Verenigd Koninkrijk kwam in het eerste kwartaal van 2021 uit op een dieptepunt, zie figuur 5.2.7. Van de totale goederenexport ging in het eerste kwartaal 6,6 procent naar het Verenigd Koninkrijk. Nooit eerder was het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in de Nederlandse goederenexport zo laag.
De totale Nederlandse goederenexport groeide in het eerste kwartaal met ruim 5 procent naar 134 miljard euro. De export naar het Verenigd Koninkrijk werd in het eerste kwartaal positief beïnvloed door een grotere vraag naar olie en gas. De prijzen van olie en gas waren flink hoger dan een jaar eerder. Toch bleef de export naar het Verenigd Koninkrijk steken op 8,9 miljard euro. Dat is vrijwel gelijk aan die van vorig jaar. Met dit resultaat is het Verenigd Koninkrijk in rangorde de 4e exportbestemming. Duitsland (exportaandeel 22 procent), België (11 procent) en Frankrijk (8 procent) vormen de top-3.
Periode | Aandeel |
---|---|
2016 | 9,2 |
2017 | 8,6 |
2018 | 8,1 |
2019 | 8,5 |
2020 | 7,0 |
2021 | 6,6 |
In het eerste kwartaal was de exportwaarde van olie en gas met 49 procent toegenomen tot 853 miljoen euro, zie figuur 5.2.8. Ook de exporteurs van bloemen en planten deden, mede door het mindere voorjaar van 2020, uitstekende zaken. De export van bloemen en planten naar het Verenigd Koninkrijk groeide met 52 procent tot 533 miljoen euro. Daarnaast kwam de export van medische apparaten en andere medische hulpgoederen in de eerste drie maanden van dit jaar goed op stoom. Andersom was vooral de export van in Azië vervaardigde producten zoals modems en routers, kleding en computers fors minder dan een jaar geleden. Ook de vraag vanuit het Verenigd Koninkrijk naar personenauto’s en vlees was in de eerste drie maanden van 2021 beduidend kleiner dan in 2020.
1e kwartaal 2021 t.o.v. 1e kwartaal 2020 (mln euro)Verberg tabel5.2.8 Grootste exportmutaties naar het Verenigd Koninkrijk,
1e kwartaal 2021 t.o.v. 1e kwartaal 2020 (mln euro)
categorie | ontwikkeling |
---|---|
Stijgers | . |
Olie en gas | 280 |
Bloemen en planten | 183 |
Medische instrumenten en apparaten | 121 |
Elektromedische apparatuur | 67 |
Medicijnen | 26 |
. | |
Dalers | . |
Modems en routers | -206 |
Kleding | -204 |
Personenauto's | -112 |
Computers, kantoormachines | -96 |
Vlees | -70 |
5.3Nederlandse goederenimport
Nederlandse importeurs kochten in 2020 voor 424 miljard euro aan goederen in het buitenland. Een jaar eerder was de waarde van de Nederlandse goederenimport met 460 miljard euro 8 procent hoger. De lagere import is toe te schrijven aan een combinatie van de olie- en de coronacrisis. De oliecrisis is het gevolg van onenigheid tussen olieproducerende landen over de olieprijs. Deze situatie leidde tot veel aanbod en een buitengewoon lage olieprijs. Tegelijkertijd zorgde de coronapandemie voor een verminderde vraag naar goederen. Hierdoor gingen de importprijzen in het voorjaar van 2020 fors onderuit. Deze gebeurtenissen resulteerden in een forse importkrimp van meer dan 16 procent in het tweede kwartaal van 2020, zie figuur 5.3.1. In de loop van 2020 nam de vraag van consumenten en producenten naar goederen toe en steeg de prijs van ruwe aardolie. Daardoor bleef in het vierde kwartaal de goederenimport beperkt tot een verlies van 5 procent. Deze importkrimp is geheel toe te schrijven aan lagere importprijzen.
Jaar | Kwartaal | Import |
---|---|---|
2019 | 1e kwartaal, 2019 | 5,3 |
2019 | 2e kwartaal, 2019 | 6,6 |
2019 | 3e kwartaal, 2019 | 2,7 |
2019 | 4e kwartaal, 2019 | 2,5 |
2020 | 1e kwartaal, 2020 | -2,1 |
2020 | 2e kwartaal, 2020 | -16,4 |
2020 | 3e kwartaal, 2020 | -7,6 |
2020 | 4e kwartaal, 2020 | -4,9 |
Ruimschoots de helft van de import komt uit EU
In 2020 importeerde Nederland voor 424 miljard euro goederen. Dat is 14 procent meer dan in 2015. Met een aandeel van ruim 53 procent waren in 2020, net zoals in de voorgaande vijf jaar, het merendeel van de door Nederland ingevoerde goederen afkomstig uit de EU, zie figuur 5.3.2. De import uit niet-EU-landen bedroeg in 2020 198 miljard euro, een toename van 15 procent in vergelijking met 2015.
Jaar | EU | Niet-EU |
---|---|---|
2015 | 200 | 172 |
2016 | 200 | 168 |
2017 | 222 | 187 |
2018 | 236 | 205 |
2019 | 243 | 217 |
2020 | 226 | 198 |
De Nederlandse goederenimport was in 2020 aanzienlijk lager dan in 2019. In 2020 importeerde Nederland 36 miljard euro minder dan een jaar eerder. Dat is een afname van 8 procent. Deze afname is zichtbaar voor zowel de goederenimport met als herkomst de EU (–7 procent) als de goederen uit niet-EU-landen (–9 procent).
60 procent uit Europa en 24 procent uit Azië
De Nederlandse goederenimport is vooral gericht op het Europese continent. In 2020 was meer dan 60 procent van de Nederlandse import afkomstig uit Europese landen, zie figuur 5.3.3. Naast Europa is ook Azië voor ons land een belangrijke leverancier van goederen. In 2020 bedroeg de Nederlandse import uit Aziatische landen 102 miljard euro, dat is 2 keer meer dan de import uit Amerika en 9 keer meer dan de import uit Afrika. Het waren vooral machines en fabricaten die vanuit Azië naar Nederland kwamen.
Continent | Europa | Azië | Amerika | Afrika | Oceanië en overig |
---|---|---|---|---|---|
2015 | 233 | 81 | 44 | 12 | 3 |
2019 | 281 | 107 | 54 | 12 | 6 |
2020 | 255 | 102 | 52 | 11 | 5 |
Ten opzichte van 2019 daalde de import uit Azië in 2020 met 4,4 procent, terwijl de totale Nederlandse import kromp met bijna 8 procent. Hierdoor steeg het importaandeel van Azië met 1 procentpunt naar 24 procent in 2020. De daling van de goederenimport is met name toe schrijven aan een lagere import van minerale brandstoffen en vervoermaterieel. De import van minerale brandstoffen daalde in 2020 ten opzichte van een jaar eerder, maar dit werd gedeeltelijk gecompenseerd door een hogere import van chemische producten en natuurproducten. De lockdown-maatregelen hebben gezorgd voor een verschuiving in het bestedingspatroon van consumenten. Restaurants waren lange tijd gesloten, consumenten konden lange tijd bijvoorbeeld niet meer uit eten gaan, en gaven hun geld eerder uit aan nieuwe spullen. Daarnaast werken veel mensen thuis, wat zorgt voor een toenemende vraag naar elektronica (Van der Duin, 2021).
China 2e importpartner ten koste van België
In 2020 is China België gepasseerd als 2e importpartner. Dat komt omdat Nederland voor ruim 44 miljard euro (groei van 3,2 procent t.o.v. 2019) goederen uit China importeerde. België daarentegen had met 42 miljard euro juist minder export (afname van 8,1 procent t.o.v. 2019). Het importaandeel van China in de Nederlandse goederenimport groeide in de afgelopen vijf jaar van 8,7 procent naar 10,5 procent. Duitsland blijft de belangrijkste leverancier van goederen met een aandeel van 17,6 procent (75 miljard euro). De importwaarde uit Duitsland was in 2020 zo’n 5 procent minder dan in 2019. Naast Duitsland en België behoren nog vijf Europese landen tot de tien grootste importpartners. Van deze landen groeide in de periode 2015–2020 de import uit Ierland (+78 procent), Italië (+30 procent) en Polen (+26 procent) meer dan het gemiddelde van 14 procent. In 2020 kon Italië in rangorde twee plaatsen opklimmen tot de 7e importpartner. Ierland won één plek. De goederenimport uit het Verenigd Koninkrijk kromp in 2020 met 19 procent in vergelijking met een jaar eerder. In de periode 2015–2020 daalde de import uit het Verenigd Koninkrijk met 15 procent. Van de niet-Europese partners staan naast China ook de Verenigde Staten (plaats 4) en Rusland (plaats 8) in de top-10.
Land | 2020 | 2019 | 2015 |
---|---|---|---|
Duitsland | 75 | 79 | 66 |
China | 44 | 43 | 32 |
België | 42 | 45 | 38 |
VS | 34 | 37 | 30 |
VK | 20 | 25 | 21 |
Frankrijk | 15 | 17 | 16 |
Italië | 12 | 12 | 9 |
Rusland | 10 | 16 | 14 |
Ierland | 9 | 9 | 5 |
Polen | 9 | 9 | 7 |
De goederenimport uit negen partners uit de top-10 belangrijkste goederenleveranciers kende een krimp in 2020 vergeleken met een jaar eerder. China is het enige land in deze top-10 met een importgroei. Ons land importeerde met name meer elektrische apparaten uit China. Rusland kende de grootste importdaling uit de top-10. De import uit Rusland nam af met 39 procent. Rusland was in 2020 met een import van 9,5 miljard euro onze 8e importpartner, én zakte daarmee een plaats ten opzichte van 2019. Rusland is verreweg de belangrijkste leverancier van minerale brandstoffen. Een kleinere vraag hiernaar en lagere handelsprijzen hiervan zorgden voor deze forse importkrimp uit Rusland.
Noorwegen buiten de top-10
Van de partners die niet tot de tien grootste goederenleveranciers horen, had Noorwegen bijna 4 miljard euro (–31 procent) exportkrimp in 2020. Het land leverde in dat jaar voor 8,5 miljard euro goederen aan Nederland. Noorwegen was in 2019 nog goed voor een 8e plaats maar is inmiddels met een aandeel van 2 procent onze 12e importpartner. Net als Rusland is Noorwegen vooral belangrijk voor Nederland als leverancier van olie en gas. We zien ook lagere import uit Nigeria (–1,1 miljard euro), de belangrijkste olieproducent in Afrika, en Saoedi-Arabië (–0,6 miljard euro). Ook uit deze landen haalt Nederland veel olie. Dat de import van olie en gas een nogal grillige reeks vertoont, komt overigens niet alleen door een verandering in vraag en prijzen. Het is gebruikelijk dat olie-importerende bedrijven voor een langere periode contracten afsluiten met hun leveranciers.
Een derde van de import voor Nederlandse markt afkomstig uit buurlanden
De goederenexport is in paragraaf 5.2 opgedeeld naar de exportstromen uitvoer van Nederlandse makelij en wederuitvoer. Ook de import van goederen kan gespecificeerd worden naar invoer voor de Nederlandse markt (consumptie, intermediair verbruik, kapitaalgoederen) en invoer voor wederuitvoer.noot3
Als we de focus leggen op goederenimport voor de Nederlandse markt, dan waren in 2019 onze buurlanden nog steeds de belangrijkste leveranciers, zie figuur 5.3.5. Op 1 stond Duitsland (45 miljard euro en 21 procent aandeel) gevolgd door België (27 miljard euro en 13 procent aandeel). China completeert de top-3 met een aandeel van 7 procent en een importwaarde van 16 miljard euro.
Land | Aandeel in totale import | Aandeel in totale import voor NL markt |
---|---|---|
Duitsland | 17 | 21 |
België | 10 | 13 |
China | 9 | 7 |
VS | 8 | 7 |
VK | 5 | 6 |
Rusland | 3 | 4 |
Frankrijk | 4 | 4 |
Noorwegen | 3 | 3 |
Italië | 3 | 2 |
Polen | 2 | 2 |
De import uit China, de Verenigde Staten en Ierland is vooral bestemd voor het Europese achterland en verlaat ons land na import in de vorm van wederuitvoer. Dit komt met name door de gunstige ligging van ons land, de goede infrastructurele verbindingen en de aanwezigheid van grote centrale havens. Omgekeerd is de import uit Duitsland, België en Rusland veelal bestemd voor de Nederlandse markt. Ongeveer 71 procent van de invoer uit Rusland wordt in Nederland verwerkt of geconsumeerd. Het overige deel gaat als wederuitvoer ons land weer uit. Voor de andere landen (het VK, Frankrijk, Italië en Polen) uit de top-10 goederenleveranciers (uit figuur 5.3.4) is de verhouding invoer bestemd voor Nederlandse markt versus wederuitvoer vergelijkbaar met het doorsnee Nederlandse importpakket. Van de totale import is ongeveer de helft bestemd voor de Nederlandse markt. De andere helft verlaat ons land als wederuitvoer.
Japan belangrijke leverancier van goederen voor wederuitvoer
In 2020 waren onze belangrijkste leveranciers voor wederuitvoerproducten Duitsland (31 miljard euro en 15 procent aandeel), China (27 miljard euro en 13 procent aandeel) en de VS (20 miljard euro en 9 procent aandeel). Opvallend is de 7e plaats van Japan. Nederland importeerde in 2019 voor 6,1 miljard euro goederen uit Japan, die meteen verder geëxporteerd werden. Meer dan de helft van deze import betrof machines. Japan komt niet voor in de top-10 van belangrijkste goederenleveranciers én was in 2019 met een importwaarde van 8,1 miljard euro pas onze 13e goederenleverancier.
5.4Belang van Nederland als goederenleverancier voor andere landen
Nederland exporteerde in 2020 ter waarde van 483 miljard euro goederen. Figuur 5.4.1 laat zien dat Nederland in 2020 verantwoordelijk was voor 3,1 procent van de wereldexport. Daarmee is de Nederlandse bijdrage in de wereldexport tussen 2015 en 2020 met 0,3 procentpunt gestegen. Het aandeel was in 2020 ook licht toegenomen in vergelijking met 2019. In rangorde was Nederland in 2020 na China, de Verenigde Staten en Duitsland het 4e exportland.
De Nederlandse export naar de EU (inclusief het Verenigd Koninkrijk) is in 2020 ten opzichte van 2019 met 0,2 procentpunt toegenomen tot 6,6 procent. Het aandeel van Nederland in de EU-export bleef in 2020 vrijwel onveranderd op 1,4 procent. In de periode 2015–2020 zien we ook een toename van 0,4 procentpunt van de Nederlandse bijdrage in de EU-export. Tegelijkertijd groeide het exportaandeel naar niet-EU-landen met 0,2 procentpunt. Het Nederlandse aandeel in de mondiale export groeide in 2020 met 0,1 procentpunt tot 3,1 procent. Tussen 2015 en 2020 groeide het Nederlandse belang in de wereldwijde export met 0,3 procentpunt.
Jaar | Wereld | EU | niet-EU |
---|---|---|---|
2015 | 2,8 | 6,2 | 1,2 |
2018 | 3,0 | 6,4 | 1,3 |
2019 | 3,0 | 6,4 | 1,4 |
2020 | 3,1 | 6,6 | 1,4 |
Bron: CBS, UNCTAD |
Het grote EU-belang (tussen 2015 en 2019) komt vooral omdat Nederland een gunstige geografische ligging heeft. Via de mainports Port of Rotterdam en Schiphol komen veel goederen uit Azië en Amerika ons land binnen en gaan via Nederland als wederuitvoer of doorvoer via binnenvaart, spoor of weg naar landen in Europa. Hierdoor heeft Nederland een groot handelsoverschot met vrijwel alle EU-landen.
Nederland na China 2e goederenleverancier voor Duitsland
De Nederlandse export naar de, op basis van UNCTAD-cijfers, tien grootste economieën in de wereld, bedroeg in 2019 230 miljard euro. Dat is 36 procent van de totale Nederlandse export. Het Nederlandse belang in de import van Duitsland en het Verenigd Koninkrijk was verreweg het grootst, zie figuur 5.4.2. Beide landen importeerden in 2019 bijna 8 procent van hun goederen uit Nederland en blijven daarmee ruim boven het EU-gemiddelde van 6,4 procent. Vanuit Duits oogpunt staat Nederland er goed op als 2e importpartner na China (CBS, 2020a; CBS, 2020b). Bij het Verenigd Koninkrijk was Nederland in 2019 het 4e importland. Als goederenleverancier neemt Nederland in de import van Frankrijk en Italië respectievelijk de 7e en 5e positie in.
Na Brexit referendum importaandeel vijf jaar vrijwel onveranderd
Tussen 2015 en 2019 werd het belang van het Verenigd Koninkrijk in onze export ieder jaar steeds kleiner (CBS, 2020c). Andersom bleef het Nederlandse belang in de import van het Verenigd Koninkrijk in dezelfde periode vrijwel onveranderd. In 2015, het jaar voor het Brexit referendum, had Nederland een aandeel van 7,5 procent in de import van het Verenigd Koninkrijk. In 2019, toen de handelsbeperkingen nog niet van kracht waren, importeerde het Verenigd Koninkrijk 7,7 procent van haar goederen uit Nederland. Nederlandse goederen zijn na het Brexit referendum steeds duurder geworden voor de Britse importeur. In 2015 was het Britse pond nog 0,73 euro waard. Vier jaar later was het Britse pond 21 procent in waarde gedaald (0,88 euro). Goederen uit de eurozone werden door deze koersval gemiddeld 21 procent duurder voor bedrijven in het Verenigd Koninkrijk. Andere belangrijke handelspartners binnen de eurozone zoals Duitsland, Frankrijk, België en Ierland hadden vanzelfsprekend ook te maken met die koersval. Deze landen hadden in de periode 2015–2019 meer dan Nederland last van een afkalvende vraag uit het Verenigd Koninkrijk. Het CBS heeft de afgelopen jaren regelmatig gepubliceerd over het belang van het Verenigd Koninkrijk voor onze goederenexport (zie CBS, 2020c; CBS, 2020d; CBS, 2021b; CBS, 2021c).
Land | 2019 | 2018 | 2015 |
---|---|---|---|
VS | 1,2 | 1,0 | 0,8 |
China | 0,5 | 0,6 | 0,5 |
Japan | 0,4 | 0,4 | 0,4 |
Duitsland | 7,9 | 8,1 | 8,3 |
India | 0,5 | 0,5 | 0,5 |
VK | 7,7 | 8,3 | 7,5 |
Frankrijk | 4,3 | 4,6 | 4,2 |
Italië | 5,3 | 5,3 | 5,6 |
Brazilië | 1,1 | 0,9 | 1,4 |
Canada | 0,8 | 0,8 | 0,6 |
Bron: CBS, UNCTAD, UN Comtrade |
Het Nederlandse importaandeel van de grootste economieën die niet tot de EU behoren is beduidend kleiner. Vanuit Braziliaans perspectief was Nederland in 2019 het 20e land van herkomst voor import. Ons land leverde in dat jaar met name ruwe aardolie, aardolieproducten en medicijnen aan Brazilië. Voor Brazilië zijn China, de Verenigde Staten en Argentinië de belangrijkste goederenleveranciers. In de goederenimport van Canada (16e), China (35e), India (31e), Japan (31e) en de Verenigde Staten (18e) neemt Nederland een bescheiden positie in.
Nederland belangrijke goederenleverancier voor België, Nigeria en Zweden
Van landen die meer dan 1 miljard euro goederen uit Nederland importeren, is België het meest afhankelijk van Nederland (ruim 17 procent), zie tabel 5.4.3. Na Nederland importeert België de meeste goederen uit Duitsland en Frankrijk. In Zweden en Duitsland staat Nederland op plaats 2. Zweden importeert de meeste goederen uit Duitsland terwijl China voor de Duitse importeurs het meest belangrijk is. Opvallend is de vooraanstaande positie van Nederland in Litouwen. Nederland is voor Litouwen de 5e goederenleverancier.
Van de tien landen die het meest afhankelijk zijn van Nederland voor hun goederenimport behoren er negen tot de Europese Unie. Nigeria staat in de top-10 omdat het bijzonder veel olieproducten uit Nederland importeert (zie ook CBS, 2021a). In 2019 bestond 73 procent (3,8 miljard euro) van de export naar Nigeria uit benzine en diesel. Vanuit Nigeriaans perspectief was ons land in 2019 het 4e belangrijkste land van herkomst voor import. Nederland werd enkel voorafgegaan door de economische zwaargewichten China, India en de Verenigde Staten. In 2018 bestond de top-10 Nederlands aandeel in de import van landen met meer dan 1 miljard euro import uit Nederland uit dezelfde tien landen als in 2019. Wel is de positie van bepaalde landen gewijzigd. Duitsland en Denemarken zijn een plaats gestegen, en hebben het Verenigd Koninkrijk teruggedrongen naar een 6e plaats.
Handelsagenda
Nederland verdiende in 2019 160 miljard euro aan de goederenexport (zie ook hoofdstuk 2 van deze publicatie). De goederenexport leverde daarmee een grote bijdrage aan de economie en werkgelegenheid. Aangezien Nederland met export een belangrijk deel van haar nationale inkomsten verdient, wordt eraan gewerkt om de exportpositie van Nederland te versterken. De handel met 30 specifieke landen (vetgedrukt in onderstaande tabellen) krijgt daarbij extra aandacht (Kaag, 2018). Het Nederlandse aandeel in de invoer van deze landen alsook in de invoer van andere landen is weergegeven in tabel 5.4.3 (voor landen die meer dan 1 miljard euro importeren uit Nederland) en tabel 5.4.4 (voor landen die minder dan 1 miljard euro importeren uit Nederland). Griekenland staat op de 11e positie. Nederland heeft een aandeel van 4,8 procent in de Griekse import. Dit opvallend grote belang is het resultaat van veel export van Nederlands varkensvlees en kaas naar Griekenland. Nederland is volgens Eurostat met een aandeel van 45 procent met afstand het belangrijkste land voor de import van varkensvlees. Als leverancier van kaas is Nederland in rangorde de 2e leverancier voor Griekenland.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|
Marktaandeel groter dan 5 procent (2019) | |||||
België | 16,5 | 15,8 | 17,1 | 18,0 | 17,4 |
Nigeria | 7,4 | 7,3 | 8,9 | 11,6 | 10,7 |
Zweden | 8,3 | 8,6 | 8,9 | 9,4 | 9,4 |
Duitsland | 8,4 | 8,8 | 8,1 | 8,2 | 7,9 |
Denemarken | 8,0 | 7,9 | 7,7 | 7,7 | 7,9 |
Verenigd Koninkrijk | 7,5 | 7,4 | 8,0 | 8,3 | 7,7 |
Litouwen | 5,1 | 4,8 | 5,0 | 4,9 | 5,4 |
Italië | 5,5 | 5,5 | 5,6 | 5,3 | 5,3 |
Hongarije | 4,5 | 5,0 | 5,0 | 5,1 | 5,1 |
Portugal | 5,1 | 5,1 | 5,4 | 5,2 | 5,0 |
Marktaandeel tussen 3 en 5 procent (2019) | |||||
Griekenland | 5,5 | 5,5 | 5,2 | 4,9 | 4,8 |
Finland | 5,3 | 5,0 | 4,6 | 4,6 | 4,5 |
Frankrijk | 4,2 | 4,5 | 4,6 | 4,4 | 4,3 |
Spanje | 4,2 | 4,3 | 4,0 | 4,1 | 4,2 |
Roemenië | 4,0 | 4,1 | 4,0 | 3,9 | 3,9 |
Kroatië | . | . | . | 3,7 | 3,9 |
Noorwegen | 3,6 | 4,0 | 3,9 | 3,7 | 3,8 |
Polen | 3,8 | 3,5 | 3,1 | 3,3 | 3,8 |
Bulgarije | 3,3 | 3,6 | 3,7 | 3,8 | 3,6 |
Ierland | 3,8 | 3,5 | 3,1 | 3,3 | 3,4 |
Marktaandeel tussen 1 en 3 procent (2019) | |||||
Tsjechië | 3,0 | 2,9 | 2,7 | 2,8 | 2,9 |
Taiwan | 1,3 | 1,5 | 1,5 | 1,4 | 2,8 |
Oostenrijk | 2,6 | 2,6 | 2,7 | 2,7 | 2,7 |
Saoedi-Arabië | 1,0 | 1,7 | 2,1 | 2,7 | 2,5 |
Zwitserland | 2,1 | 1,9 | 2,0 | 2,0 | 2,0 |
Israël | 3,9 | 4,1 | 4,2 | 1,9 | 1,8 |
Rusland | 1,5 | 1,6 | 1,5 | 1,5 | 1,6 |
Turkije | 1,4 | 1,5 | 1,6 | 1,4 | 1,5 |
Slowakije | 1,4 | 1,5 | 1,3 | 1,4 | 1,4 |
Verenigde Staten | 0,8 | 0,7 | 0,8 | 1,0 | 1,2 |
Brazilië | 1,4 | 1,3 | 1,3 | 0,9 | 1,2 |
Verenigde Arabische Emiraten | 0,5 | 1,2 | 1,2 | 1,4 | 1,1 |
Australië | 0,8 | 0,9 | 0,8 | 1,0 | 1,1 |
Zuid-Afrika | 1,2 | 1,4 | 1,2 | 1,2 | 1,0 |
Marktaandeel kleiner dan 1 procent (2019) | |||||
Singapore | 1,4 | 1,4 | 1,9 | 1,7 | 0,9 |
Egypte | 2,0 | 2,6 | 2,2 | 2,3 | 0,9 |
Zuid-Korea | 1,0 | 1,0 | 1,3 | 1,3 | 0,8 |
Canada | 0,6 | 0,7 | 0,7 | 0,7 | 0,8 |
Thailand | 0,5 | 0,6 | 0,6 | 0,5 | 0,8 |
India | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 |
China | 0,5 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,5 |
Mexico | 0,8 | 0,5 | 0,6 | 0,5 | 0,5 |
Hong Kong | 0,5 | 0,5 | 0,4 | 0,4 | 0,4 |
Japan | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 |
Bron:UNCTAD, UN Comtrade, bewerking CBS
Noot: Vet gemarkeerd zijn landen op de handelsagenda.
Kaapverdië importeert relatief veel goederen uit Nederland
Als de landen die voor meer dan 1 miljard euro goederen importeren uit Nederland buiten beschouwing worden gelaten, dan is Nederland voor de import van Kaapverdië de belangrijkste goederenleverancier (tabel 5.4.4). In deze tabel staan de landen met een importwaarde uit Nederland van minder dan 1 miljard euro. Deze partners zijn minder belangrijk voor de Nederlandse export dan de partners vermeld in tabel 5.4.3. Ook tabel 5.4.4 toont het belang van Nederland in de import van het betreffende land. Zo had Nederland in 2019 bijzonder veel export van olieproducten naar Kaapverdië. Daarom was Nederland, na Portugal, voor Kaapverdië de op een na belangrijkste leverancier van goederen. Voor Aruba en Suriname is Nederland in rangorde ook de 2e goederenleverancier.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|
Marktaandeel groter dan 1 procent (2019) | |||||
Kaapverdië | 11,6 | 6,4 | 4,6 | 6,0 | 12,7 |
Suriname | 9,3 | 11,5 | 12,2 | 9,7 | 12,5 |
Barbados | 1,5 | 1,9 | 1,5 | 2,4 | 8,2 |
Aruba | 10,4 | 8,9 | 11,7 | 10,4 | 8,1 |
IJsland | 5,9 | 7,5 | 6,6 | 6,3 | 6,9 |
Senegal | 4,1 | 5,3 | 5,6 | 6,5 | 6,8 |
Cyprus | 5,1 | 3,3 | 5,0 | 3,3 | 4,3 |
Gambia | 2,7 | 3,7 | 2,9 | 2,6 | 4,3 |
Luxemburg | 3,5 | 3,4 | 3,6 | 3,9 | 4,1 |
Letland | 3,7 | 4,1 | 4,0 | 3,5 | 3,7 |
Malta | 7,2 | 3,6 | 3,4 | 4,7 | 3,1 |
Ivoorkust | 2,9 | 2,0 | 3,2 | 3,6 | 2,8 |
Estland | 4,1 | 5,0 | 4,5 | 3,3 | 2,7 |
Marokko | 1,8 | 2,7 | 2,5 | 2,3 | 2,4 |
Qatar | 1,2 | 1,3 | 1,9 | 1,9 | 2,4 |
Wit-Rusland | 0,7 | 0,8 | 0,9 | 0,8 | 2,3 |
Koeweit | 1,6 | 1,8 | 1,7 | 2,0 | 2,0 |
Benin | 3,2 | 4,8 | 7,2 | 3,4 | 1,9 |
Georgië | 1,8 | 3,0 | 2,0 | 2,2 | 1,9 |
Noord-Macedonië | 1,8 | 1,2 | 1,3 | 1,6 | 1,8 |
Burkina Faso | 7,6 | 4,5 | 7,1 | 3,2 | 1,8 |
Ghana | . | 2,4 | 1,9 | 2,2 | 1,7 |
Kenia | . | . | 1,1 | 1,1 | 1,7 |
Servië | 1,6 | 1,6 | 1,7 | 1,6 | 1,6 |
Pakistan | 0,8 | 0,8 | 1,6 | 0,9 | 1,6 |
Slovenië | 2,1 | 2,3 | 2,0 | 1,9 | 1,5 |
Ecuador | 1,4 | 1,1 | 2,2 | 1,9 | 1,4 |
Bosnië-Herzegovina | 1,5 | 1,5 | 1,4 | 1,4 | 1,4 |
Oekraïne | 1,2 | 1,4 | 1,3 | 1,4 | 1,3 |
Jordanië | 1,0 | 1,5 | 1,5 | 1,2 | 1,2 |
Antigua en Barbuda | 0,8 | 0,7 | 0,8 | 1,1 | 1,2 |
Guinee | 1,8 | 1,6 | 1,8 | 1,4 | 1,1 |
Nieuw Zeeland | 1,1 | 1,1 | 1,1 | 1,1 | 1,0 |
Marktaandeel kleiner dan 1 procent (2019) | |||||
Argentinië | 0,8 | 0,7 | 0,7 | 0,8 | 0,8 |
Burundi | 6,3 | 1,1 | 1,5 | 1,4 | 0,8 |
Armenië | 0,9 | 0,9 | 0,8 | 1,1 | 0,8 |
Peru | 0,5 | 0,7 | 0,7 | 0,6 | 0,6 |
Kazachstan | 1,0 | 1,1 | 1,0 | 0,9 | 0,6 |
Chili | 0,7 | 0,9 | 0,8 | 0,6 | 0,6 |
Filipijnen | 0,6 | 0,6 | 0,7 | 0,6 | 0,6 |
Paraguay | 4,3 | 4,3 | 3,8 | 3,5 | 0,5 |
Bron:UNCTAD, UN Comtrade, bewerking CBS
Noot: Vet gemarkeerd zijn landen op de handelsagenda.
5.5Belang van Nederland als klant voor andere landen
De Nederlandse goederenimport had in 2020 een waarde van 425 miljard euro. Figuur 5.5.1 laat zien dat Nederland in 2020 verantwoordelijk was voor 2,7 procent van de wereldimport. Daarmee is de Nederlandse bijdrage in de wereldimport tussen 2015 en 2020 met 0,2 procentpunt gestegen. Ten opzichte van 2019 bleef het aandeel in 2020 nagenoeg onveranderd. Wereldwijd was Nederland in 2020 het 6e importland.
Het Nederlandse aandeel in de EU-import (inclusief het Verenigd Koninkrijk) groeide in 2020 met 0,1 procentpunt tot 4,5 procent. Tegelijkertijd was het aandeel van Nederland in de niet-EU-import 0,3 procentpunt groter dan in 2019. In de periode 2015–2020 was de Nederlandse bijdrage in de EU-import met 0,3 procentpunt toegenomen. In de groep niet-EU-landen nam het Nederlandse importaandeel tussen 2015 en 2020 toe met 0,5 procentpunt tot 2,2 procent.
Jaar | Wereld | EU | niet-EU |
---|---|---|---|
2015 | 2,5 | 4,2 | 1,7 |
2018 | 2,6 | 4,3 | 1,8 |
2019 | 2,7 | 4,4 | 1,9 |
2020 | 2,7 | 4,5 | 2,2 |
Bron: CBS, UNCTAD |
Nederland importeerde in 2019 voor 279 miljard euro uit de tien grootste economieën in de wereld volgens UNCTAD. Dat is 50 procent van de totale Nederlandse import. Nederland had in 2019 een handelstekort van 49 miljard euro met deze tien grootste economieën. Vooral met China (30 miljard euro), de Verenigde Staten (10 miljard euro) en Japan (3 miljard euro) heeft Nederland een flink tekort. Een belangrijk deel van de goederen die Nederland importeert uit deze landen verlaat uiteindelijk ons land als wederuitvoer of doorvoer. Nederland heeft daarmee in zijn rol als ‘Gateway to Europe’ een belangrijke functie als leverancier van goederen naar landen binnen en buiten Europa. Mede hierdoor heeft Nederland met Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië juist een flink handelsoverschot (samen 77 miljard euro).
Nederland 3e belangrijkste klant voor Braziliaanse export
Het Nederlandse aandeel in de export van Duitsland (ruim 6 procent) en het Verenigd Koninkrijk (circa 6,5 procent) was in 2019 hoger dan het EU-gemiddelde van 4,4 procent. Als exportbestemming is Nederland binnen de EU bijzonder belangrijk voor Duitsland. Nederland neemt bij onze oosterburen de 4e positie in na de Verenigde Staten, Frankrijk en China. Ook bij het Verenigd Koninkrijk was Nederland in 2019 de 4e exportbestemming. De Verenigde Staten, Duitsland en China zijn voor het Verenigd Koninkrijk de belangrijkste klanten voor de goederenexport. Het Nederlandse belang in de import uit Frankrijk en Italië bleef onder het EU-gemiddelde. Bij deze landen is Nederland met een 9e en 10e plaats iets minder belangrijk.
Van de landen die geen deel uitmaken van de EU is het Nederlandse aandeel in de export van Brazilië het grootst, zoals blijkt uit figuur 5.5.2. 5 procent van de Braziliaanse export was in 2019 bestemd voor Nederland. Dat is ruim boven het gemiddelde aandeel dat Nederland heeft in de export van niet-EU-landen (1,9 procent). Buiten de EU speelt Nederland als 3e exportbestemming dus een vooraanstaande rol in de Braziliaanse goederenexport. Brazilië exporteert veel sojabonen. Hiervan gaat volgens UN Comtrade 78 procent naar China. In rangorde zijn Spanje en Nederland na China de belangrijkste afnemers van sojabonen uit Brazilië. Het exportaandeel van Spanje en Nederland is respectievelijk 3 en 2 procent. Nederland behoort tot de belangrijkste tien exportbestemmingen van Canada, China, India en de Verenigde Staten. Nederland neemt voor Japan een bescheiden positie in als klant.
Land | 2019 | 2018 | 2015 |
---|---|---|---|
VS | 3,1 | 2,9 | 2,7 |
China | 3,0 | 2,9 | 2,6 |
Japan | 1,7 | 1,7 | 1,9 |
Duitsland | 6,2 | 6,4 | 6,1 |
India | 1,5 | 1,0 | 1,2 |
VK | 6,5 | 7,1 | 5,7 |
Frankrijk | 3,4 | 3,7 | 3,9 |
Italië | 2,5 | 2,5 | 2,3 |
Brazilië | 4,5 | 5,5 | 5,2 |
Canada | 0,9 | 0,8 | 0,7 |
Bron: CBS, UNCTAD, UN Comtrade |
Nederland belangrijke exportbestemming voor IJsland en Ivoorkust
Voor landen met een exportstroom van meer dan 1 miljard euro naar Nederland zijn IJsland en Ivoorkust het meest afhankelijk van Nederland als klant, zie figuur 5.5.3. IJsland verdient ruim een op de vier exporteuro’s aan Nederlandse afnemers. Dankzij de daar aanwezige geothermische bronnen exporteert IJsland vooral veel aluminium. Ruim een kwart van deze export gaat naar Nederland.
Met de haven van Amsterdam als grootste haven ter wereld voor de import van cacaobonen is Nederland een bijzonder belangrijk afzetgebied voor landen als Ivoorkust en Ghana. Met een exportaandeel van 11 procent is Nederland voor Ivoorkust de belangrijkste klant van cacaobonen (zie ook CBS, 2019; Creemers & Draper, 2021).
Land | Aandeel |
---|---|
IJsland | 26,4 |
België | 12,1 |
Noorwegen | 11,2 |
Ivoorkust | 10,8 |
Rusland | 10,7 |
Kazachstan | 7,7 |
Verenigd Koninkrijk | 6,5 |
Duitsland | 6,2 |
Finland | 5,9 |
Nigeria | 5,7 |
Bron: CBS, UNCTAD, UN Comtrade |
Nederland bijzonder belangrijk voor de export van Costa Rica
Als de limiet van 1 miljard euro export uit Nederland los gelaten wordt, dan komen achtereenvolgens Kenia, Cambodja, Ghana en Costa Rica in beeld. 8 procent van de Keniaanse export had in 2019 als bestemming Nederland. Daarmee is Nederland, na Oeganda en de Verenigde Staten, de 3e exportbestemming. Ons land ontvangt veel snijbloemen, zoals rozen, uit Kenia. Vanuit het Cambodjaanse perspectief bekeken, was Nederland in 2019 de 10e exportbestemming. Cambodja levert vooral kleding, schoeisel en tassen aan ons land (zie ook CBS, 2021d). Na Ivoorkust en Kameroen is Ghana in rangorde onze 3e leverancier van cacaobonen met een aandeel van 14 procent. Opvallend is de 2e positie van Nederland als exportpartner van Costa Rica. Bijna een kwart van de geïmporteerde bananen komt uit Costa Rica. Daarnaast is Costa Rica een belangrijke leverancier van ananas met een importaandeel van 84 procent.
5.6Literatuur
Literatuur
CBS (2015). De in- en uitvoercijfers van het CBS. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2019). Nederland grootste importeur cacaobonen. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2020a). Hogere export Nederlandse producten naar China. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2020b). Nederland verdient ruim 5 miljard euro aan export naar Polen. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2020c). Exportgroei naar Verenigd Koninkrijk blijft achter. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2020d). Export Nederlandse makelij naar Verenigd Koninkrijk 17 procent lager. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2021a). 11 procent minder goederenimport uit Afrika. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2021b). Bijna 26 miljard aan exportverdiensten uit het Verenigd Koninkrijk in 2020. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2021c). Meer Nederlandse makelij naar Verenigd Koninkrijk in eerste kwartaal 2021. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
CBS (2021d). Helft import uit armste landen is kleding. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Creemers, S., Jaarsma, M., Notten, T. & Rooyakkers, J. (2020). De handels- en investeringsrelatie tussen Nederland en China. In: S. Creemers, M. Jaarsma & R. Voncken (Red.), Internationaliseringsmonitor 2020, tweede kwartaal: China. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Creemers, S. & Draper, H. (2021). Trends in de Nederlands-Afrikaanse handel. In: S. Creemers & M. Jaarsma (Red.), CBS Internationaliseringsmonitor 2021, eerste kwartaal editie: Afrika. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Creemers, S., Rooyakkers, J., Dahlmans, D., Ramaekers, P. & Alberda, A. P. (2021). Agrologistiek en –transport. In: G. D. Jukema, P. Ramaekers & P. Berkhout (Red.), De Nederlandse agrarische sector in internationaal verband – editie 2021. Wageningen/Heerlen/Den Haag: Wageningen Economic Research en Centraal Bureau voor de Statistiek.
Duin, van der, K. (2021, 7 februari). Door pandemie is ‘Made in China’ duurder dan ooit. NOS Nieuwsuur.
Evofenedex (2021). Zuid-Korea: hightechpartner in innovatie.
Kuypers, F., Lejour, A., Lemmers, O. & Ramaekers, P. (2012). Kenmerken van wederuitvoerbedrijven. Den Haag/Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek en Centraal Planbureau.
Lemmers, O. & Wong, K. F. (2019). Distinguishing between imports for domestic use and for re-exports: A novel method for the Netherlands. National Institute Economic Review, 249(1), R46‑R51.
Kaag, S. A. M. (2018). Handelsagenda [Kamerbrief].
NFIA (2019). Invest in Holland. Leading location for innovation and growth.
RVO (2021a). Handel Nederland – Zuid-Korea.
RVO (2021b). Zakelijke kansen in Zuid-Korea.
Noten
Zie hoofdstuk 2 van de Internationaliseringsmonitor 2020 tweede kwartaal voor een uitgebreide analyse van de bilaterale handel tussen Nederland en China (Creemers et al., 2020).
Aan de export van goederen van Nederlandse makelij verdiende ons land in 2019 met bijna 125 miljard euro het meeste. De uitvoer van diensten en wederuitvoer bracht minder op met respectievelijk 112 miljard euro en 35 miljard euro.
Dit betreft informatie die beschikbaar is gekomen door nieuwe analysetechnieken bij het CBS (Lemmers & Wong, 2019). De cijfers zoals ze in figuur 5.3.5 gepresenteerd worden, zijn afkomstig van de Nationale Rekeningen en beschikbaar tot en met 2019. De overige figuren in deze paragraaf zijn gebaseerd op de bronstatistiek Internationale Handel in Goederen. De bronstatistiek hanteert andere concepten dan Nationale Rekeningen; zo gaat de bronstatistiek uit van grensoverschrijdend goederenverkeer en is economisch eigendom leidend voor Nationale Rekeningen. Ook de integratie in de Nationale Rekeningen levert additionele verschillen op. Hierdoor kunnen de totalen in figuur 5.3.5 en de andere figuren uit deze paragraaf verschillen. Zie voor meer informatie over deze verschillen ‘De in- en uitvoercijfers van het CBS’ (CBS, 2015).