VS grootste investeerder in Nederland

Foto omschrijving: Het World Trade Center in New York City

Buitenlandse investeringen en multinationals

Auteurs: Arjen Berkenbos (DNB), Sarah Creemers (CBS), Eva Hagendoorn (DNB), Marjolijn Jaarsma (CBS)

Investeringspositie van de 5 landen die het meest in Nederland investeerden en van de 5 landen waar Nederland het meest in investeerde in 2020, na correctie voor investeringen van bfi’s en holdings. De VS investeert met 241 miljard euro het meest in Nederland, Nederland investeert het meest in het VK met 216 miljard euro. Landen waarin Nederland het meest investeert = 5 mld Zwitserland Brazilië €177 mld €122 mld Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten Duitsland €216 mld €215 mld €190 mld Landen die het meest investeren in Nederland Verenigde Staten Duitsland Luxemburg €241 mld €186 mld Verenigd Koninkrijk Zwitserland €130 mld €102 mld €143 mld = 5 mld Bron: DNB

Directe buitenlandse investeringen zijn een belangrijk element van globalisering. Internationaal zakendoen gaat immers verder dan alleen internationale handel. Nederland is aantrekkelijk voor buitenlandse investeringen, wat kan zorgen voor economische groei, innovatie en banen. Multinationals zijn belangrijke actoren achter deze directe buitenlandse investeringen en zijn derhalve interessant om in dit hoofdstuk nader te bestuderen. In dit hoofdstuk komen eerst de inkomende en uitgaande directe investeringen in en door Nederland aan bod. Daarna wordt ingezoomd op de multinationals, waarbij onderscheid gemaakt wordt naar multinationals onder buitenlandse of Nederlandse zeggenschap.

7.1Belangrijkste bevindingen

Naast internationale handelsstromen zijn ook directe investeringen een belangrijke maatstaf voor de verwevenheid van de Nederlandse economie met het buitenland. Bedrijven kunnen via investeringen in buitenlandse dochterbedrijven bijvoorbeeld profiteren van schaalvergroting en van lokale productiefactoren. Maar ook fiscale of juridische motieven kunnen onderdeel zijn van het vestigingsklimaat. Grote bedrijven trachten hun belastingafdracht te verlagen door investeringsactiviteiten via landen met een gunstig belastingklimaat te loodsen. Nederland speelt hierin een belangrijke rol, wat blijkt uit de vestiging van een groot aantal Bijzondere Financiële Instellingen (BFI’s) en houdstermaatschappijen (oftewel holdings). Hierdoor gaat een groot deel van de investeringen die Nederland op papier binnenkomen, Nederland ook weer uit zonder substantieel waarde toe te voegen aan de Nederlandse economie. Dit geldt zowel voor Bijzondere Financiële Instellingen als voor holdings.noot1 Deze entiteiten hebben namelijk weinig werknemers, zijn vaak niet daadwerkelijk fysiek in Nederland gevestigd en hun (eventuele) handelsactiviteit bestaat namelijk voornamelijk uit financiële intra-concern activiteiten. Om deze reden worden ze hier apart weergegeven in de directe investeringscijfers. Mede als gevolg van de aanwezigheid van dit soort doorsluisentiteiten staat Nederland steevast in de top-5 van landen met de grootste directe investeringen ter wereld. Maar ook zonder BFI’s en holdings blijft Nederland in 2020 met 1 851 miljard euro de op twee na grootste speler wat betreft uitgaande directe investeringen, na de Verenigde Staten en China. Inkomend is Nederland met 1 391 miljard euro, na de Verenigde Staten, China en het Verenigd Koninkrijk de nummer vier (DNB en OECD, 2021).noot2

Wanneer het Nederlandse bedrijfsleven (bijna 1,3 miljoen bedrijven) vanuit investeringsperspectief wordt bekeken, dan blijkt dat in 2018 één op de vijftig bedrijven een multinational was.noot3 Het Nederlandse bedrijfsleven telde in 2018 ongeveer 26,5 duizend multinationals, waarvan 53 procent onder buitenlandse zeggenschap en 47 procent onder Nederlands bewind. Multinationals, Nederlandse én buitenlandse, boden in 2018 werk aan ruim 2,4 miljoen mensen in Nederland, wat neerkomt op een toename van 92 duizend voltijdbanen ten opzichte van 2017. Daarmee zijn multinationals goed voor 41 procent van de totale werkgelegenheid in het Nederlandse bedrijfsleven. Van alle multinationals is 35 procent actief in de bedrijfstak groot- en detailhandel. Deze multinationals zorgen, met 694 duizend werkzame personen, voor ruim 44 procent van de werkgelegenheid in de groot- en detailhandel. Multinationals waren in 2019 verantwoordelijk voor 85 procent van de Nederlandse goederenuitvoer en 90 procent van de dienstenuitvoer. Deze cijfers liggen in lijn met die voor het jaar 2018.

Eén op de vijf buitenlandse multinationals in Nederland stond in 2018 onder Amerikaanse zeggenschap (ruim 3 duizend bedrijven). De Verenigde Staten waren in 2018, met circa 218 duizend werknemers, ook de grootste buitenlandse werkgever in het Nederlandse bedrijfsleven. Duitsland en Frankrijk completeren de top-3 grootste buitenlandse werkgevers in het Nederlandse bedrijfsleven. Het aantal multinationals onder Turkse zeggenschap is in de periode 2014–2018 verdubbeld tot een aantal van 150 bedrijven. Daarmee is Turkije opgeklommen van de 22e plaats naar de 17e. Veel Turkse bedrijven kiezen voor een vestiging in Nederland om vanuit daar uit te breiden in de Europese Unie.

De meeste dochterbedrijven van Nederlandse multinationals bevonden zich in 2018 in Duitsland (circa 2 600), gevolgd door de Verenigde Staten (1 865 ondernemingen). Ten opzichte van 2017 is het aantal Nederlandse dochterondernemingen in absolute aantallen het sterkst gegroeid in de Verenigde Staten (+35). Het aantal dochter­ondernemingen van Nederlandse multinationals in de ASEAN-5 landen is in 2018 opnieuw hard gegroeid (20 procent) naar 805. Ook in de Golfregio was er in 2018 sprake van een stijging van 10 dochterondernemingen naar een totaal van 275 bedrijven. Het aantal Nederlandse dochterondernemingen in Noord-Afrika is in 2018 gelijk gebleven, zowel ten opzichte van 2017 als 2010.

7.2Macro-overzicht directe buitenlandse investeringen

In dit eerste deel van het hoofdstuk wordt ingegaan op de investeringspositie van Nederland, gebaseerd op macro-cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB), UNCTAD en OECD. Dit laat ons toe om in te zoomen op de meest recente inzichten die de DNB-data over directe buitenlandse investeringen bieden. In hoeverre worden deze macrocijfers over 2020 beïnvloed door de coronapandemie? Wie zijn de belangrijkste investeringspartners voor Nederland wanneer we de investeringen via BFI’s en holdings buiten beschouwing laten?

Wereldwijde daling investeringen raakt ook Nederland

De wereldwijde buitenlandse investeringen stortten in 2020 in, ten gevolge van de coronacrisis. Een dergelijk laag niveau werd voor het laatst gezien in de jaren negentig en ligt zelfs onder het niveau van de investeringen tijdens en na de wereldwijde financiële crisis van 2008–2009 (UNCTAD, 2021). De lockdowns over de gehele wereld als reactie op de coronapandemie vertraagden bestaande investeringsprojecten, en de vooruitzichten op een recessie brachten multinationals ertoe nieuwe projecten opnieuw te beoordelen. De wereldwijde directe buitenlandse investeringen daalden dan ook beduidend sterker dan het mondiale bbp en de wereldwijde handel (UNCTAD, 2021).

Ook in Nederland was sprake van een duidelijke dip in zowel ontvangen als uitgaande buitenlandse investeringen, zie figuur 7.2.1. In 2020 bestonden de Nederlandse investeringen uit 1 391 miljard euro aan inkomende investeringen en 1 851 miljard euro aan uitgaande investeringen, na correctie voor BFI’s en holdings. Een jaar eerder was dit respectievelijk 1 419 miljard euro en 1 948 miljard euro, waarmee de daling aan de ontvangstenkant uitkomt op 2 procent en aan de uitgavenkant op 5 procent.

7.2.1 Investeringspositie Nederland, exclusief bfi's en holdings (mld euro)
Categorie Jaar Exclusief bfi's en holdings
Inkomend 2020, Inkomend 1391
Inkomend 2019, Inkomend 1419
Inkomend 2018, Inkomend 1396
Inkomend 2017, Inkomend 1321
Inkomend 2016, Inkomend 1300
Inkomend 2015, Inkomend 1256
Uitgaand 2020, Uitgaand 1851
Uitgaand 2019, Uitgaand 1948
Uitgaand 2018, Uitgaand 1893
Uitgaand 2017, Uitgaand 1873
Uitgaand 2016, Uitgaand 1886
Uitgaand 2015, Uitgaand 1698
Bron: CBS, DNB

Daling inkomende investeringen door afname schuldstromen

De investeringspositie van Nederland kan verder uitgesplitst worden in twee componenten, zijnde kapitaaldeelnemingen (eigen vermogen) en schulden (vreemd vermogen), zie figuur 7.2.2. Onder kapitaaldeelnemingen vallen bijvoorbeeld oprichting, fusie, overname, kapitaalstorting, etc. Als we kijken naar een uitsplitsing van de instrumenten die bedrijven inzetten om te investeren, dan is het opvallend dat de daling in 2020 aan de ontvangstenkant volledig komt door de schuldstromen. Bij de andere component van de directe investeringen, de kapitaaldeelnemingen, is zelfs sprake van een lichte stijging in de investeringen. De schuldstromen zijn sterk gedreven door de financieringsbehoefte van multinationals waardoor deze over het algemeen volatieler zijn dan de kapitaaldeelnemingen. Dit maakt deze component economisch lastiger te duiden (Hemmerlé, 2021). Aan de uitgavenkant is de daling min of meer gelijk verdeeld over de twee verschillende instrumenten.

7.2.2 Investeringspositie Nederland, exclusief bfi's en holdings naar instrument (mld euro)
Categorie Type Deelnemingen Schulden
Inkomend 2020, Inkomend 1002 389
Inkomend 2019, Inkomend 999 420
Uitgaand 2020, Uitgaand 1298 554
Uitgaand 2019, Uitgaand 1361 588
Bron: CBS, DNB

Nederland blijft belangrijk tussenstation

Een aanzienlijk gedeelte van de directe buitenlandse investeringen die Nederland binnenkomen, komt niet in de Nederlandse economie terecht maar verlaat ons land zonder waarde toe te voegen aan de Nederlandse economie. Dit geldt zowel voor Bijzondere Financiële Instellingen (BFI’s) als voor houdstermaatschappijen (oftewel holdings). De totale directe investeringscijfers (inclusief BFI’s en holdings) worden zodoende niet alleen beïnvloed door mondiale economische ontwikkelingen, ook de toenemend kritische houding van de internationale en Nederlandse politiek richting ‘brievenbusmaatschappijen’ kan op termijn de aantrekkingskracht van Nederland voor BFI-achtige entiteiten verminderen. Onlangs zijn de landen van de G20 het eens geworden over een minimumtarief van 15 procent op de bedrijfswinsten van multinationals. Dat betekent dat multinationals in de toekomst belasting gaan betalen in de landen waar zij hun inkomsten verdienen, en er minder winst doorgesluisd zal worden naar landen met lage tarieven (Giesen & De Waard, 2021).

Nederlandse wetgeving aantrekkelijk voor hoofdkantoren

Nederland is tussen 2018 en 2020 gezakt van plek 9 naar plek 17 in de International Tax Competitiveness Index.noot4 Deze index meet in hoeverre een belastingstelsel in een bepaald land zich houdt aan twee cruciale elementen van het belastingbeleid, namelijk concurrentievermogen en neutraliteit. Een belastingwet wordt als concurrerend beschouwd als de marginale belastingtarieven laag zijn, wat wereldwijde bedrijven zou aanmoedigen om in het land te investeren. Een belastingwet wordt als neutraal beschouwd, als deze probeert de meeste inkomsten te genereren met de minste economische verstoringen (Bunn & Asen, 2020). Deze index zegt met name iets over de belastingdruk in Nederland en is relatief ten opzichte van andere landen toegenomen tussen 2018 en 2020. Vooralsnog is in Nederland echter weinig te merken van een afnemende activiteit of aanwezigheid van deze overwegend fiscaal gedreven entiteiten (BFI’s en holdings). Dit wordt mogelijk deels verklaard door de Nederlandse wetgeving, die het mogelijk maakt dat een in Nederland gevestigd bedrijf (bijvoorbeeld een nv), zich relatief makkelijk kan beschermen tegen een vijandige overname. In recente jaren hebben, om die reden, een aantal grote beursgenoteerde bedrijven hun hoofdkantoor op papier naar Nederland verplaatst, zonder dat daar veel fysieke aanwezigheid en dus economische activiteit mee gepaard gaat. Wel heeft dit een groot effect op de totale Nederlandse investeringscijfers, aangezien deze bedrijven tegen marktwaarde in de directe investeringscijfers komen. Om een zuiverder onderscheid te kunnen maken tussen Nederlandse bedrijven en buitenlandse bedrijven, worden de investeringen van zulke bedrijven hier buiten beschouwing gelaten. Beursgenoteerde bedrijven met weinig fysieke aanwezigheid in Nederland vallen namelijk in de categorie holdings.

Door bovenstaande factoren komt sinds jaar en dag een belangrijk aandeel van de directe investeringen in Nederland voor rekening van de BFI’s en holdings. In 2020 was dit aandeel respectievelijk 69 procent van de ontvangen investeringen en 67 procent van de uitgaande investeringen.noot5 Naast de 1 851 miljard euro aan de in het buitenland uitstaande investeringen die niet door BFI’s of holdings werden gedaan, stonden er ook nog 3 797 miljard euro aan investeringen uit vanuit Nederland die wel door BFI’s en holdings werden gedaan. Dit brengt het totaal aan uitstaande directe investeringen in 2020 op 5 648 miljard euro. Bij de investeringscijfers exclusief BFI’s en holdings daalden de uitgaven sterker dan de ontvangsten, terwijl dit voor de investeringen via BFI’s en holdings juist andersom was.

Meeste directe investeringen (exclusief BFI’s en holdings) uit VS

Wanneer we de investeringsstromen van BFI’s en holdings echter buiten beschouwing laten, dan bedroegen de Nederlandse uitgaande investeringen in 2020 circa 1 851 miljard, een daling van 5 procent ten opzichte van 2019. Niettemin stond Nederland wat betreft uitgaande investeringen (exclusief BFI’s en holdings) daarmee op de 3e plaats wereldwijd, na de Verenigde Staten en China. Wat betreft inkomende directe investeringen was Nederland, met 1 391 miljard euro (exclusief BFI’s en holdings), de nummer vier na de Verenigde Staten, China en het Verenigd Koninkrijk (DNB en OECD, 2021). Deze inkomende investeringen waren in 2020 2 procent kleiner dan in 2019.

17% van directe investeringen in Nederland door Amerikaanse bedrijven Buitenvorm Binnenvorm

Door in het buitenland te investeren kunnen bedrijven de productieschaal vergroten, profiteren van goedkopere lokale productiefactoren alsook besparen op transportkosten naar buitenlandse markten. Voor ontvangende landen leveren directe investeringen kennis en werkgelegenheid op. De belangrijkste investeringspartners voor Nederland zijn de Verenigde Staten, Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Zwitserland (zie figuur 7.2.3). De top-3 van investerende landen in Nederland (exclusief BFI’s en holdings) is ongewijzigd ten opzichte van een jaar eerder: koploper zijn de Amerikanen (241 miljard euro), gevolgd door de Duitsers (186 miljard euro) en de Luxemburgers (143 miljard euro).

De cijfers in figuur 7.2.3 hebben betrekking op het land waar de investering direct vandaan komt. Door verschillende constructies (bijvoorbeeld doorsluizen) kan er echter een verschil zijn tussen waar de investering momenteel direct vandaan komt en waar het oorspronkelijk vandaan komt. Nederland blijft voor investeringen ook een grote aantrekkingskracht hebben op Amerikaanse bedrijven. De Amerikaanse investeringen komen niet alleen direct binnen via de Verenigde Staten, maar vaak ook via andere (doorsluis)landen zoals Luxemburg. Als gekeken wordt naar voorlopige directe investeringscijfers naar uiteindelijke eigenaar, zijn de Verenigde Staten nog belangrijker dan blijkt uit de traditionele directe investeringscijfers (Hagendoorn, 2020).

7.2.3 Top-5 investeringspartners, exclusief bfi's en holdings (mld euro)
Categorie Land 2020 2019
Inkomend Verenigde
Staten, Inkomend
241 211
Inkomend Duitsland, Inkomend 186 211
Inkomend Luxemburg, Inkomend 143 176
Inkomend Verenigd
Koninkrijk, Inkomend
130 166
Inkomend Zwitserland, Inkomend 102 82
Uitgaand Verenigd
Koninkrijk, Uitgaand
216 256
Uitgaand Verenigde
Staten, Uitgaand
215 259
Uitgaand Duitsland, Uitgaand 190 174
Uitgaand Zwitserland, Uitgaand 177 187
Uitgaand Brazilië, Uitgaand 122 99
Bron: CBS, DNB

In de ranglijst van landen waarin Nederland investeert zijn wel wat verschuivingen zichtbaar wanneer 2020 wordt vergeleken met 2019. Het Verenigd Koninkrijk klom van de 2e plek in 2019 op naar de 1e plek in 2020, en de Verenigde Staten zakten nipt naar de 2e plaats. In 2018 stond het Verenigd Koninkrijk zelfs nog op plaats 3. Van het totaal aan inkomende directe investeringen in Nederland kwam in 2020 zo’n 12 procent (216 miljard euro) uit het Verenigd Koninkrijk, na correctie voor investeringen via BFI’s en holdings. Opvallend is ook de 5e plek voor Brazilië. In 2020 had Nederland in totaal 122 miljard euro aan investeringen uitstaan in Brazilië. Deze toename komt met name op conto van bedrijven in de olie-industrie.

Geen eenduidige invloed Brexit op directe investeringsrelaties met VK

De Nederlandse investeringen uit en naar het Verenigd Koninkrijk daalden in 2020, maar dit had aan de uitgavenkant geen negatieve invloed op de positie van het Verenigd Koninkrijk als investeringspartner. Uit de Britse directe investeringscijfers blijkt juist dat over het algemeen de investeringen uit Europa zijn afgenomen in afgelopen jaren als gevolg van de Brexit (Office for National Statistics, 2020), maar vooralsnog lijken de belemmeringen voor de Brits-Nederlandse directe investeringsrelaties mee te vallen. Naar verwachting komt hier in de loop van 2021 meer informatie over beschikbaar. Wat betreft de inkomende investeringen, zakte het Verenigd Koninkrijk in de top-5 van investeringen (exclusief BFI’s en holdings) van plek 2 in 2018 naar plek 4 in 2019 en 2020.

7.3Multinationals in Nederland

In deze paragraaf wordt er specifiek gekeken naar de bedrijven die investeringen doen, oftewel de multinationals. CBS-cijfers over de Inward en Outward Foreign Affiliates Statistics werden gebruikt om de multinationals in Nederland per nationaliteit te onderzoeken, voor de periode 2013–2018. Hoeveel multinationals telt het Nederlandse bedrijfsleven? Welk gedeelte van de werkgelegenheid in het Nederlandse bedrijfsleven is er bij multinationale bedrijven? In welke bedrijfstak zijn ze actief? Onder zeggenschap van welk land vallen de buitenlandse multinationals?

Een multinational is een onderneming die de uiteindelijke zeggenschap heeft over bedrijven in twee of meer landen. Het aantal multinationals neemt toe als nieuwe multinationals zich in Nederland vestigen en als Nederlandse bedrijven door buitenlandse bedrijven worden overgenomen. Daarnaast zetten Nederlandse bedrijven op hun beurt ook steeds vaker de stap over de grens; daarmee kan een bedrijf een Nederlandse multinational worden. Onderzoek van Doyle et al. (2018) toont aan dat binnenlandse en buitenlandse multinationals in OESO-landen gemiddeld genomen goed zijn voor bijna 30 procent van de toegevoegde waarde en handel, én 20 procent van de werkgelegenheid. Onder andere hun buitenlandse netwerk geeft multinationals een goede import- en exportpositie. De multinationals leveren dan ook veel van hun productie direct aan het buitenland (CBS, 2018).

1 op de 50 bedrijven uit Nederlandse bedrijfsleven is een multinational

Nederland telt steeds meer multinationals: in 2018, het laatste jaar met beschikbare gegevens, waren er 26,5 duizend multinationals actief in het Nederlandse bedrijfsleven.noot6 Dit komt neer op 2,2 procent van het totale Nederlandse bedrijfsleven. Figuur 7.3.1 laat zien dat het aantal multinationals in het Nederlandse bedrijfsleven in de periode 2010–2018 is toegenomen. Ondanks dat het aantal multinationals groeit, blijft het aandeel in het bedrijfsleven van jaar tot jaar vrijwel gelijk. Dat komt doordat het aantal niet-multinationals (vooral zelfstandig ondernemers en zzp-ers) sterker groeit.

7.3.1 Multinationals in het Nederlandse bedrijfsleven (x 1 000)
jaar Buitenlandse multinationals Nederlandse multinationals
2010 8,57 12,06
2011 10,46 11,94
2012 10,85 11,54
2013 11,97 11,25
2014 12,34 11,84
2015 12,62 11,85
2016 13,13 12,23
2017 13,94 12,35
2018 14,16 12,39

Het CBS kan een onderscheid maken tussen Nederlandse en buitenlandse multinationals. Een Nederlandse multinational is een bedrijf onder Nederlandse zeggenschap met dochters (meerderheidsdeelnemingen) in het buitenland. Een buitenlandse multinational is een in Nederland gevestigd dochterbedrijf waarover de uiteindelijke zeggenschap in het buitenland ligt. Binnen de groep multinationals stond 53 procent onder buitenlandse zeggenschap en was 47 procent in Nederlandse handen, zie figuur 7.3.1.

2 op de 5 werkt bij een multinational Buitenvorm Binnenvorm

In totaal boden multinationals werk aan ruim 2,4 miljoen mensen in Nederland in 2018, goed voor 41 procent van de totale werkgelegenheid in het Nederlandse bedrijfsleven. In vergelijking met een jaar eerder telden in 2018 multinationals netto 92 duizend voltijdbanen meer (+3,9 procent). Ondanks dat multinationals dus een zeer klein aandeel vormen in de Nederlandse bedrijvenpopulatie (circa 2 procent), zijn ze verantwoordelijk voor een groot deel van de werkgelegenheid in ons land.

Steeds meer mensen in Nederland werken bij een multinational. Multinationals betalen gemiddeld genomen een hoger loon dan Nederlandse bedrijven die enkel gevestigd zijn binnen onze landsgrenzen (Vos et al., 2019). Toch is er ook een potentiële keerzijde aan werken bij een multinational. Werknemers bij multinationals kunnen een hogere werkdruk en meer psychische vermoeidheid ervaren dan werknemers bij niet-multinationals (Vos et al., 2019; Loog & Smits, 2014; Jaarsma, 2013). In aantal zijn er minder Nederlandse multinationals dan buitenlandse multinationals, maar qua werkgelegenheid is de verhouding omgekeerd. Bij alle Nederlandse multinationals samen werkten in 2018 circa 324 duizend personen meer dan bij de groep van buitenlandse multinationals, zie figuur 7.3.2. Dat komt onder andere omdat buitenlandse multinationals juist veel importeren, waardoor het mogelijk is dat een deel van hun productieproces niet in het eigen Nederlandse bedrijf plaatsvindt, maar vooral in het buitenland (CBS, 2018).

7.3.2 Aantal werkzame personen bij multinationals in het Nederlandse bedrijfsleven (x 1000)
jaar Buitenlandse multinationals Nederlandse multinationals
2010 819 1084
2011 855 1053
2012 858 1152
2013 871 1148
2014 867 1209
2015 916 1243
2016 967 1286
2017 1017 1323
2018 1054 1378

35 procent van multinationals actief in groot- en detailhandel

In figuur 7.3.3 is te zien dat de verdeling van multinationals naar bedrijfstak sterk verschilt van het totale Nederlandse bedrijfsleven. Ongeveer 31 procent van alle bedrijven in het Nederlandse bedrijfsleven is actief in de specialistische zakelijke dienstverlening. Deze bedrijfstak is bij de groep multinationals ook populair, weliswaar in mindere mate. Multinationals in Nederland waren in 2018 vooral vertegenwoordigd in de groot- en detailhandel: 39 procent van de buitenlandse multinationals en 29 procent van de multinationals in Nederlandse handen. Er zijn in Nederland relatief veel groothandelaren met een buitenlands moederbedrijf. Dit heeft te maken met de aard van de activiteiten die in Nederland worden ontplooid. Zo worden buitenlandse industriële bedrijven, denk bijvoorbeeld aan Japanse autofabrikanten die in Nederland een Europees logistiek centrum hebben, vaak als groothandel aangemerkt (Van den Berg & Mounir, 2019).

Ook al zijn de meeste multinationals – zowel de Nederlandse als de buitenlandse – actief in de groot- en detailhandel en specialistische zakelijke dienstverlening, toch worden deze bedrijfstakken niet gedomineerd door multinationals. Multinationals vormden 3,6 procent van de ruim 254 duizend bedrijven in de groot- en detailhandel in 2018. Voor de bedrijfstak specialistische zakelijke diensten was het aandeel multinationals 1,3 procent. Multinationals bevinden zich bovengemiddeld vaak in de industrie. Binnen de groep Nederlandse multinationals is bijna 1 op de 6 actief in de industrie. Voor de buitenlandse multinationals is dat 1 op de 7, terwijl dat voor het totale Nederlandse bedrijfsleven slechts 1 op de 17 is. Het omgekeerde zien we voor de bouwnijverheid: 15 procent in het Nederlandse bedrijfsleven is actief in deze bedrijfstak, terwijl dat voor buitenlandse en Nederlandse multinationals respectievelijk 2 en 6 procent is.

7.3.3 Verdeling bedrijven naar bedrijfstak, 2018 (%)
categorie Industrie Groot- en detailhandel Vervoer en opslag Informatie en communicatie Specialistische zakelijke diensten Verhuur en overige zakelijke diensten Overige bedrijfstakken
Buitenlandse multinationals 14 39 7 12 16 5 8
Nederlandse multinationals 16 29 6 9 20 6 13
Totale NL bedrijfsleven 6 21 4 8 31 7 24

694 duizend werknemers bij multinationals actief in groot- en detailhandel

In het totale bedrijfsleven zien we dat de bedrijfstakken groot- en detailhandel, verhuur en overige zakelijke diensten en industrie de grootste werkgevers zijn, zie figuur 7.3.4. Ook voor multinationals creëren deze drie bedrijfstakken de meeste werkgelegenheid. Al is de rangorde van deze top-3 wel verschillend. Nederlandse multinationals actief in verhuur en overige zakelijke dienstverlening droegen in 2018 voor 31 procent bij aan de werkgelegenheid van Nederlandse multinationals. Bij de buitenlandse multinationals is qua werkgelegenheid de groot- en detailhandel de belangrijkste bedrijfstak, gevolgd door industrie.

7.3.4 Relatieve verdeling werkgelegenheid per type bedrijf, naar bedrijfstak, 2018 (%)
categorie Industrie Groot- en detailhandel Vervoer en opslag Informatie en communicatie Specialistische zakelijke diensten Verhuur en overige zakelijke diensten Overige bedrijfstakken
Buitenlandse multinationals 22 31 11 8 5 13 10
Nederlandse multinationals 14 27 9 4 7 31 8
Totale NL bedrijfsleven 12 26 7 5 12 19 19

Wat betreft de Nederlandse werkgelegenheid die wordt gecreëerd door multinationals, zijn er verschillen zichtbaar tussen buitenlandse en Nederlandse multinationals, zie figuur 7.3.4. Zo zijn de bedrijfstakken bouwnijverheid, specialistische zakelijke diensten, verhuur en overige zakelijke diensten relatief gezien grotere werkgevers wanneer het gaat om Nederlandse multinationals ten opzichte van buitenlandse multinationals. De grootste procentuele verschillen zien we in de bedrijfstakken verhuur en overige zakelijke diensten en industrie. Bijna 22 procent van alle werkzame personen in loondienst bij buitenlandse multinationals was in 2018 actief in de industrie. Voor Nederlandse multinationals was dit 14 procent. Omgekeerd zien we dat ongeveer 31 procent van alle werkzame personen in loondienst bij Nederlandse multinationals in 2018 actief was in de verhuur en overige zakelijke dienstverlening. Bij buitenlandse multinationals bedroeg dit aandeel 13 procent.

55 procent van werkgelegenheid in vervoer en opslag te danken aan multinationals

De bedrijfstak vervoer en opslag telde in 2018 zo’n 427 duizend werkzame personen, zie figuur 7.3.5. Ongeveer 234 duizend van deze personen werkt bij een multinational. Uitgesplitst naar Nederlandse en buitenlandse multinationals is 29 procent in dienst van een Nederlandse multinational en 26 procent van een buitenlandse multinational. Van de 715 duizend werkzame personen in de industrie staat bijna een derde op de loonlijst van een Nederlandse multinational. Circa 28 procent is werkzaam voor een buitenlandse multinational. Daarmee is 59 procent van de werkgelegenheid in de industrie te danken aan multinationals. De bedrijfstak groot- en detailhandel zorgde voor de meeste werkgelegenheid in 2018 in het Nederlandse bedrijfsleven. Van de 1,6 miljoen werkzame personen in deze bedrijfstak is 44 procent in dienst van een multinational. Bijna 80 procent van de werkgelegenheid in de specialistische zakelijke dienstverlening kwam in 2018 op conto van niet-multinationals.

7.3.5 Werkgelegenheid per type bedrijf naar bedrijfstak, 2018 (1000 werkzame personen)
categorie Buitenlandse multinationals Nederlandse multinationals Niet-multinationals
Groot- en detailhandel 329 365 868
Verhuur en overige zakelijke diensten 141 426 588
Industrie 227 197 291
Specialistische zakelijke diensten 53 93 554
Vervoer en opslag 112 122 193
Informatie en communicatie 86 57 180
Overige bedrijfstakken 107 117 895

1 op de 5 buitenlandse multinationals in Nederland is Amerikaans

De meeste buitenlandse multinationals in het Nederlandse bedrijfsleven staan nog steeds onder Amerikaanse, Duitse, Britse, Belgische of Franse zeggenschap, zie figuur 7.3.6. Samen vormen deze vijf landen meer dan 62 procent van alle buitenlandse bedrijven in Nederland. De Verenigde Staten zijn nog steeds onze belangrijkste investeringspartner als het gaat om het aantal multinationals dat actief is in Nederland. In 2018 telde Nederland ruim 3 duizend bedrijven onder Amerikaanse zeggenschap. Dat komt neer op meer dan 21 procent van alle bedrijven onder buitenlandse zeggenschap. Duitsland volgt met 2,3 duizend bedrijven op ruime afstand. Er zijn verschillende redenen waarom buitenlandse bedrijven zich in Nederland vestigen. Zo heeft de gunstige ligging in Europa, de sterk ontwikkelde logistieke en data-infrastructuur, de relatief hoog opgeleide Nederlandse bevolking en het gunstige vestigingsklimaat een grote aantrekkingskracht op buitenlandse investeerders.

7.3.6 Top-10 buitenlandse multinationals in Nederland, naar herkomst
land 2018 2014
Verenigde Staten 3090 2725
Duitsland 2295 2070
Verenigd Koninkrijk 1415 1285
België 1360 1095
Frankrijk 845 755
Japan 595 535
China 555 380
Zwitserland 480 455
Zweden 405 355
Italië 315 255

Door de tijd heen is er weinig veranderd in deze top-10. Voor alle landen uit de top-10 zien we dat het aantal bedrijven onder hun zeggenschap gestegen is ten opzichte van zowel 2017 als 2014. Opvallend aan de cijfers: het aantal bedrijven onder Chinese zeggenschap groeide in 2018 met 175 ten opzichte van 2014, naar 555 bedrijven. China passeert daarmee Zwitserland als 7e land van herkomst. Met die toename was China tevens de 3e sterkste groeier (in absolute aantallen), na de Verenigde Staten en Duitsland.

Herkomst buitenlandse multinationals in Nederland in 2018 en landen met grootste toename van multinationals in Nederland tussen 2017 en 2018, waarbij de grootste groei bij de VS zit met 215 bedrijven. V e r enigde S taten Duitsland F r ankrijk België China Japan V e r enigd K oninkrijk Italië Denemarken Z weden 215 105 85 70 60 35 30 30 30 20 G r ootste toename (2017-2018) M i n d e r dan 5 0 51 t o t 10 0 101 t o t 50 0 501 t o t 1 50 0 1 501 o f m ee r G een be sc h i k ba r e da t a L e g e nd a H e r k o m s t b u i t e n l a n d s e m u l t i n a t i o n a l s i n N e d e r l a n d , 2018

Buiten de top-10 van meest voorkomende buitenlandse multinationals zien we dat met name Canadese, Spaanse, Turkse en Australische multinationals in opmars zijn sinds 2014. Zo is het aantal multinationals onder Turkse zeggenschap verdubbeld in de afgelopen vijf jaar tot een aantal van 150 bedrijven in 2018. Daarmee kon Turkije opklimmen van de 22e plaats naar de 17e. Deels gedreven door de onzekere economische situatie in eigen land, openden steeds meer Turkse ondernemingen een vestiging in Nederland (RTL nieuws, 2019). Nederland heeft dan ook een goed investeringsklimaat én een relatief grote Turkse gemeenschap (RTL nieuws, 2019). Veel Turkse bedrijven kiezen voor een vestiging in Nederland om vanuit daar uit te breiden in de Europese Unie. Dat is makkelijker vanuit Nederland dan vanuit Turkije omwille van problemen met het verkrijgen van een zakelijk visum en het niet zo soepel lopende bankverkeer (RTL nieuws, 2019; Kroezen, 2019). Deze Turkse bedrijven vinden we terug zowel bij de dienstverleners als de productiebedrijven. Denk hierbij aan grafische bedrijven of productiebedrijven zoals fruitbedrijven of bedrijven in de auto(onderdelen)industrie (RTL nieuws, 2019).

Google, Coca Cola en American Express zijn bekende voorbeelden van Amerikaanse bedrijven in Nederland. In 2018 werkten zo’n 218 duizend mensen voor bedrijven met een Amerikaanse moeder. Dat zijn er ongeveer 4 duizend meer dan in 2014. De Verenigde Staten waren in 2018 dan ook de grootste buitenlandse werkgever in het Nederlandse bedrijfsleven, zie figuur 7.3.7. Duitsland en Frankrijk completeren de top-3 grootste buitenlandse werkgevers in het Nederlandse bedrijfsleven. Duitse en Britse multinationals boden in 2018 respectievelijk 34 duizend (+26 procent) en 25 duizend (+24 procent) extra mensen werk in vergelijking met 2014.

7.3.7 Werkgelegenheid bij buitenlandse multinationals, naar herkomst, 2018 (1 000 werkzame personen)
land 2018
Verenigde Staten 218
Duitsland 164
Frankrijk 136
Verenigd Koninkrijk 130
Japan 85
België 39
Zwitserland 39
Zweden 35
Denemarken 22
India 19
Overige landen 167

85 procent van uitvoerwaarde goederen op conto van multinationals

Naast de relatief grote rol van multinationals in de Nederlandse werkgelegenheid, nemen zij ook een groot deel van de internationale handel voor hun rekening. Terwijl de multinationals namelijk maar zo’n 2 procent van het totale Nederlandse bedrijfsleven vormden, waren zij in 2019 wel verantwoordelijk voor 83 procent van de goedereninvoer en 85 procent van de uitvoer van goederen, zie figuur 7.3.8. Daarvan nemen de buitenlandse multinationals het merendeel voor hun rekening, aangezien zij verantwoordelijk zijn voor 54 procent van de totale invoerwaarde van goederen en 51 procent van de totale uitvoerwaarde van goederen tegenover 30 en 33 procent bij de Nederlandse multinationals. Dit patroon is nog sterker aanwezig bij de internationale handel in diensten, aangezien multinationals daar in totaal 91 procent van de invoerwaarde en 90 procent van de uitvoerwaarde van diensten voor hun rekening namen in 2019. Het merendeel komt wederom op rekening van de buitenlandse multinationals, die 75 en 68 procent van de totale invoerwaarde en uitvoerwaarde van diensten verzorgen.

7.3.8 Rol van multinationals in internationale goederenhandel (mld euro)
Jaar Buitenlandse multinational Nederlandse multinational Niet-multinational
Uitvoer . . .
2019 179,5 117,2 55,5
2018 177,9 114,5 50,4
2015 151,2 100,1 44,9
Invoer . . .
2019 178,7 99,2 53,4
2018 175,7 98,0 46,3
2015 152,9 77,9 42,9

7.4Activiteiten van Nederlandse multinationals in het buitenland

Deze paragraaf laat zien in welke landen Nederlandse multinationals actief zijn, welke activiteiten ze daar ontplooien en hoeveel werkgelegenheid zij in het buitenland creëren. Daar waar mogelijk is een trend beschreven. De achtergrondinformatie en cijfers die in dit hoofdstuk zijn beschreven, staan in de tabellenset van hoofdstuk 7, te vinden op de landingspagina van deze publicatie.

Meeste Nederlandse dochterondernemingen in Duitsland

Nederlandse bedrijven hebben het vaakst dochterondernemingen in Duitsland, zoals blijkt uit figuur 7.4.1. Zo waren er in 2018 bijna 2,6 duizend dochterondernemingen van Nederlandse multinationals actief in Duitsland. Na Duitsland telden de Verenigde Staten, met 1 865 ondernemingen, de meeste Nederlandse multinationals. Cijfers over het aantal Nederlandse ondernemingen in het Verenigd Koninkrijk – het 3e land van bestemming in 2017 – ontbreken voor 2018 op het moment van schrijven.

7.4.1 Aantal buitenlandse dochterondernemingen onder Nederlandse zeggenschap (2018) 1)
land 2018
Duitsland 2584
Verenigde Staten 1865
Frankrijk 973
China 660
Polen 558
Italië 526
Singapore 385
Australië 275
Canada 255
Brazilië 245
Bron: CBS, Eurostat
1)In de cijfers van Duitsland, Italië en Polen is er vanaf 2018 een trendbreuk in het aantal Nederlandse dochterondernemingen (IFATS). Voor het Verenigd Koninkrijk ontbreken gegevens voor 2018.

Ten opzichte van 2017 is het aantal Nederlandse dochterondernemingen het sterkst gegroeid in de Verenigde Staten (+35). Ook in China groeide het aantal Nederlandse dochters licht (+10).

Verdere groei in aantal Nederlandse multinationals in ASEAN-5 en Golfregio

Creemers et al. (2020) lieten zien dat het aantal dochterondernemingen van Nederlandse multinationals in de ASEAN-5 landen (Indonesië, Maleisië, Singapore, Thailand en Vietnam) tussen 2010 en 2017 is gegroeid. In 2018 zette deze groei verder door, en kwam het aantal Nederlandse dochterondernemingen in deze regio uit op 805, zie figuur 7.4.2. Dat komt neer op een groei van 20 procent ten opzichte van 2010.

Ook in de Golfregio (Bahrein, Koeweit, Qatar, Oman, Saoedi-Arabië en VAE) is het aantal Nederlandse dochterondernemingen gegroeid. Deze regio telde in 2018 ongeveer 275 Nederlandse dochters, 10 bedrijven meer dan in 2017 en 125 meer dan in 2010. Net als in voorgaande jaren is het aantal Nederlandse dochterondernemingen in Noord-Afrika (Algerije, Marokko, Tunesië en Egypte) gelijk gebleven, zowel ten opzichte van 2017 als 2010.

7.4.2 Buitenlandse dochterondernemingen onder Nederlandse zeggenschap
categorie 2018 2017 2015 2010
ASEAN-5 805 790 765 670
Golfregio 275 265 255 150
Noord-Afrika 95 90 95 95
Bron: CBS, Eurostat

Helft Nederlandse dochterondernemingen in ASEAN-5 in Singapore

Bedrijven onder Nederlandse zeggenschap in de ASEAN-5 zijn vaak gevestigd in Singapore. In 2018 ging het om ongeveer 385 bedrijven onder Nederlandse zeggenschap; 110 bedrijven meer dan in 2010. Nederlandse bedrijven in Singapore zijn het vaakst actief in de industrie, vervoer en opslag en zakelijke dienstverlening.

Ook in Indonesië, Maleisië en Vietnam groeide het aantal Nederlandse bedrijven. Opvallende daler is en blijft Thailand. In 2018 daalde het aantal Nederlandse bedrijven er opnieuw. In vergelijking met 2010 is het aantal Nederlandse dochterondernemingen met 30 afgenomen. Vooral het aantal industriële bedrijven onder Nederlandse zeggenschap daalde.

Meeste Nederlandse dochterondernemingen in VAE

In de Golfregio blijven vooral de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) een interessante partner voor Nederlandse multinationals om in te investeren. Van de circa 275 bedrijven onder Nederlandse zeggenschap in de Golfregio in 2018 waren er 205 gevestigd in de VAE. Ten opzichte van 2017 is het aantal Nederlandse bedrijven in de VAE slechts licht gegroeid (+5); de meeste groei vond plaats tussen 2010 en 2015. Nederlandse bedrijven in de VAE zijn vooral actief in de groot- en detailhandel, industrie, advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening. In Bahrein, Oman, Qatar en Koeweit daalde het aantal Nederlandse bedrijven in 2018 niet verder. In Saoedi-Arabië groeide het relatief beperkte aantal Nederlandse bedrijven heel licht.

7.4.3 Ontwikkeling aantal buitenlandse ondernemingen onder Nederlandse zeggenschap
regio land Ontwikkeling t.o.v. 2017 Ontwikkeling t.o.v. 2010
Asean-5 Indonesië, Asean-5 0 10
Asean-5 Maleisië, Asean-5 5 20
Asean-5 Singapore, Asean-5 10 110
Asean-5 Thailand, Asean-5 -5 -30
Asean-5 Vietnam, Asean-5 5 25
Golfregio Bahrein, Golfregio 0 -5
Golfregio Koeweit, Golfregio 0 -5
Golfregio Oman, Golfregio 0 -20
Golfregio Qatar, Golfregio 0 10
Golfregio Saoedi-
Arabië, Golfregio
5 5
Golfregio VAE, Golfregio 5 140
Noord-
Afrika
Algerije, Noord-
Afrika
0 0
Noord-
Afrika
Egypte, Noord-
Afrika
0 0
Noord-
Afrika
Marokko, Noord-
Afrika
5 15
Noord-
Afrika
Tunesië, Noord-
Afrika
0 -15
Bron: CBS, Eurostat

Aantal Nederlandse dochterondernemingen in Noord-Afrika stabiel

Marokko was in 2018 wederom het land met de meeste Nederlandse dochterondernemingen in Noord-Afrika. Van de 95 Nederlandse bedrijven in deze regio waren er 45 gevestigd in Marokko. In Marokko groeide het aantal Nederlandse ondernemingen in 2018 (+5), in Tunesië daalde dit aantal (–15). Als de vier landen samen bekeken worden, is het aantal Nederlandse ondernemingen tussen 2010 en 2018 gelijk gebleven.

Bijna 330 duizend werkzame personen bij Nederlandse dochterondernemingen in Duitsland

Net als in 2017 waren Nederlandse multinationals in Duitsland in 2018 de grootste werkgevers. In dat jaar waren iets minder dan 330 duizend Duitsers werkzaam voor bedrijven die onder Nederlandse zeggenschap stonden. Dat zijn er ruim 25 duizend minder dan in 2017, wat mogelijk verband houdt met de wijzigingen in de Duitse waarneming van buitenlandse multinationals. Na Duitsers zijn Amerikanen het vaakst werkzaam voor Nederlandse dochterondernemingen, namelijk 293 duizend in 2018. Dat is een fractie meer dan in 2017, toen er nog 291 duizend mensen in de VS werkzaam waren voor een Nederlands bedrijf. Een grote stijging is te zien in de werkgelegenheid bij Nederlandse ondernemingen in Polen, van circa 38 procent. Ook de Poolse cijfers hebben echter een trendbreuk in 2018, zoals blijkt uit Eurostat gegevens. Hetzelfde geldt voor Italië.

In België, Brazilië en Mexico groeide het aantal werkzame personen bij bedrijven onder Nederlandse zeggenschap. In China nam dit aantal met 4 procent af, ondanks een kleine stijging in het aantal Nederlandse bedrijven in China (figuur 7.4.1).

7.4.4Top-10 werkgelegenheid bij buitenlandse dochters onder Nederlandse zeggenschap
Aantal werkzame personen 2017 Aantal werkzame personen 2018 Procentuele verandering 2018 t.o.v. 2017
x 1 000 x 1 000 %
Duitsland 356 327 -8
Verenigde Staten 291 293 1
Polen 140 193 38
Frankrijk 200 193 -4
Verenigd Koninkrijk 163 - -
Italië 81 101 24
België 84 86 2
China 74 71 -4
Brazilië 45 48 7
Mexico 35 37 6

Bron:CBS, Eurostat

Wat betreft de werkgelegenheid bij Nederlandse bedrijven in de grotere landen buiten de top-10 is vaak een groei in het aantal werkzame personen te zien. Zo groeide de werkgelegenheid in India met 2 duizend banen ten opzichte van 2017, in Australië met 3 duizend en in de VAE eveneens met 3 duizend. Kleine dalingen in de werkgelegenheid bij Nederlandse dochters in het buitenland zijn te zien in Argentinië (–2 duizend), Thailand, Taiwan en Maleisië (elk duizend minder).

7.5Literatuur

Open literatuurlijst

Literatuur

Berg, van den, M. & Mounir, A. (2019). Een schets van de groothandel. In: M. Jaarsma & R. Voncken (Red.), Internationaliseringsmonitor 2019, derde kwartaal: Groothandel. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Bunn, D. & Asen, E. (2020). International tax competitiveness index 2020. Washington D.C.: Tax Foundation.

CBS (2018). Multinationals goed voor 30 procent economie. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Creemers, S., Franssen, L. & Jaarsma, M. (2020). Buitenlandse investeringen en multinationals. In: M. Jaarsma & A. Lammertsma (Red.), Nederland Handelsland: Export, investeringen & werkgelegenheid 2020. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Dialogic (2021). Het Nederlandse investeringsklimaat. Utrecht.

Doyle, D., Caliandro, C., Pilgrim, G. & Fortanier, F. (2018). Measuring MNEs using Big Data: The OECD Analytical Database on Individual Multinationals and their Affiliates (ADIMA). Organisation for Economic Co-operation and Development.

Giesen, P. & Waard, de, P. (2021). G20‑landen worden het eens over wereldbelasting voor multinationals: ‘Dit gebeurt eens elke eeuw’. De Volkskrant.

Hagendoorn, E. (2020). VS nog belangrijker dan gedacht voor directe investeringen in Nederland. Economisch Statistische Berichten, ESB 105 4786 276–277.

Hemmerlé, Y. (2021). Buitenlandse directe investeringen vallen in Nederland sterk terug. Economisch Statistische Berichten.

IMF (2020). Coordinated Direct Investment Survey (CDIS).

Jaarsma, M. (2013). Werknemers bij internationaal opererende bedrijven beter betaald. Sociaaleconomische trends 2013. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Kroezen, T. (2019, 26 juli). Turkse bedrijven vestigen zich vaker in Nederland: ’400 per jaar’. WNL: Stand van Nederland.

Loog, B. & Smits, W. (2014). Wat verklaart de hogere lonen bij buitenlandse bedrijven? In: M. Jaarsma (Red.), Internationaliseringsmonitor 2014, vierde kwartaal: Werkgelegenheid. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

OECD (2021). FDI in figures, April 2021 (OECD).

Office for National Statistics (2020). Foreign direct investment involving UK companies: 2019. Statistical bulletin.

RTL nieuws (2019). Aantal Turkse bedrijven in Nederland verdubbeld.

Tax Foundation (2020). International Tax Competitiveness Index 2020.

Tax Justice Network (2021). Corporate Tax haven index 2021.

UNCTAD (2021). World Investment Report 2021.

Vos, S., Gielen, W. & Menger, J. (2019). Werken bij Amerikaanse bedrijven in Nederland. In: M. Jaarsma & S. Vos (Red.), Internationaliseringsmonitor 2019, eerste kwartaal: Verenigde Staten. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

World Economic Forum (2020). The Global Competitiveness Report, special edition 2020; How countries are performing on the road to recovery. Génève, Zwitserland.

Noten

Entiteiten met weinig werknemers die een financiële functie vervullen, met zowel Nederlandse dochtermaatschappijen als buitenlandse dochters. Soms fungeren deze entiteiten ook als het wereldwijde hoofdkantoor, maar zijn de activiteiten primair financieel.

In de buitenlandse cijfers zijn alleen de BFI’s (SPEs) weggelaten, terwijl in de Nederlandse cijfers ook holdings eruit zijn gehaald. Aangezien naar verwachting het aantal holdings in andere landen kleiner is, zal dit voor de ranglijst niet of nauwelijks uitmaken.

Een multinational wordt gedefinieerd als een bedrijf dat onder buitenlandse zeggenschap staat of zelf dochterondernemingen in het buitenland heeft. Dochterondernemingen worden gedefinieerd als bedrijven in het buitenland waarin een in Nederland gevestigd bedrijf, in Nederlandse handen, een meerderheidsbelang heeft. Zie ook begrippenlijst.

Overigens staat Nederland nog wel op plek 4 van de Corporate Tax Haven Index van het Tax Justice Network.

Het aandeel van de BFI’s en holdings tezamen is al jarenlang stabiel, hoewel er vanwege meer strikte statistische richtlijnen rond de definitie van Bijzondere Financiële Instellingen, internationaal aangeduid als Special Purpose Entities (SPEs), in 2020 wel grote verschuivingen zijn opgetreden van de BFI/SPE sector enerzijds naar de holdings of captive financial institutions anderzijds.

Tot het Nederlandse bedrijfsleven worden de bedrijven gerekend die in het Algemeen Bedrijven Register (ABR) tot de sectie B tot en met N plus divisie S95 behoren, met uitzondering van die in sectie K. De landbouw, bosbouw en visserij (A), de financiële instellingen (K), openbaar bestuur (O), onderwijs (P), gezondheidszorg (Q), cultuur, sport en recreatie (R), levensbeschouwelijke en politieke organisaties (divisie 94), wellness en uitvaartbranche (divisie 96), huishoudens (T) en extraterritoriale organisaties en lichamen (U) vallen dus buiten de populatie van het Nederlandse bedrijfsleven.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

niets (blanco) een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
. het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
0 (0,0) het cijfer is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
* voorlopige cijfers
** nader voorlopige cijfers
- (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
2016–2017 2016 tot en met 2017
2016/2017 het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017
2016/’17 oogstjaar, boekjaar, schooljaar, enz. beginnend in 2016 en eindigend in 2017
2004/’05-2016/’17 oogstjaar enz., 2004/’05 tot en met 2016/’17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Anne-Peter Alberda

Arjen Berkenbos (DNB)

Chris de Blois

Timon Bohn

Sarah Creemers

Hans Draper

Eva Hagendoorn (DNB)

Marjolijn Jaarsma

Bart Loog

Tom Notten

Tim Peeters

Leen Prenen

Janneke Rooyakkers

Khee Fung Wong

Redactie

Sarah Creemers

Marjolijn Jaarsma

Janneke Rooyakkers

Eindredactie

Sarah Creemers

Marjolijn Jaarsma

Dankwoord

We danken de volgende collega’s voor hun constructieve bijdrage aan deze editie van Nederland Handelsland:

Deirdre Bosch

Elijah Cats

Dennis Cremers

Frans Dinnissen

Loe Franssen

Daniël Herbers

Richard Jollie

Irene van Kuijk

Rik van Roekel

Carla Sebo-Ros

Roos Smit

Sandra Vasconcellos

Gaby de Vet

Roger Voncken

Karolien van Wijk

Hendrik Zuidhoek

We danken ook de volgende medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor hun feedback op een eerdere versie van Nederland Handelsland:

Laurens den Hartog

Harry Oldersma