Kenmerken van het internationale bedrijfsleven
Dit hoofdstuk gaat in op de vraag wat de kenmerken zijn van bedrijven die internationaal handelen. In hoeverre exporteren ze, importeren ze of doen ze allebei? In hoeverre zijn het bedrijven in het zelfstandig mkb of het grootbedrijf, vallen ze onder Nederlandse of buitenlandse zeggenschap? In hoeverre bestaat de populatie van internationaal actieve ondernemers uit vrouwen en hoe verschilt dat per leeftijdscategorie en sector? En hoe verschillen internationaal actieve bedrijven op kernindicatoren als productiviteit, gemiddelde lonen, aandeel multinationals en aandeel exporteurs?
3.1Belangrijkste bevindingen
Het internationale bedrijfsleven bestaat uit een groep van bedrijven die onderling op een groot aantal punten verschillen. Het aandeel exporteurs was met 62 procent het hoogste bij de winning van delfstoffen; water en afvalbeheer was tweede met 55 procent. Van de groep bedrijven in het Nederlandse bedrijfsleven verhandelde 34 procent goederen en/of diensten met het buitenland. Voor het zelfstandig mkb was dat 33 procent, terwijl dit voor het grootbedrijf 88 procent was. Bij zowel de Nederlandse als de buitenlandse bedrijven zijn de meeste importeurs en two-way traders actief in de groot- en detailhandel en de meeste exporteurs in de professionele en wetenschappelijke activiteiten.
De hoogste productiviteit bij internationaal actieve bedrijven werd gerealiseerd in de winning van delfstoffen en vervolgens in de energiesector. De hoogste gemiddelde lonen hebben werknemers bij internationaal actieve bedrijven in de winning van delfstoffen en in de energiesector. Het aandeel multinationals was in 2018 bij de delfstoffenwinning het hoogste, en het laagste in de reparatie, de horeca en de bouwnijverheid.
In de periode 2015–2018 is het aandeel van bedrijven dat meer dan 10 jaar oud is in de groep van internationaal actieve bedrijven licht gestegen. Aan de andere kant is het aandeel bedrijven jonger dan 5 jaar licht gedaald. De populatie van internationaal actieve ondernemers bestaat voor ruim een kwart uit vrouwelijke ondernemers, maar er is nauwelijks verschil tussen vrouwelijke en mannelijke ondernemers in de mate waarin zij internationaal actief zijn.
3.2Internationaal actieve bedrijven naar type
In 2018 bestond het Nederlandse bedrijfslevennoot1 uit 1,2 miljoen bedrijven. Die groep kan onderverdeeld worden in importeurs, exporteurs, two-way traders (bedrijven die importeren en exporteren) en bedrijven die geen goederen- of dienstenhandel hebben en dus in het geheel niet internationaal handelen.noot2
Twee derde van de bedrijven uit het Nederlandse bedrijfsleven zijn niet-handelaars
Veruit de grootste groep is die van de niet-handelaren. In 2018 was 34,2 procent van de bedrijven een actieve handelaar. Daarvan was 22,6 procent een importeur, 7,9 procent een two-way trader en 3,7 procent een exporteur, zie figuur 3.2.1. Ten opzichte van 2013 is deze samenstelling zo goed als onveranderd.
Jaar | Importeurs | Exporteurs | Two-way traders | Geen handelaar |
---|---|---|---|---|
2013 | 21,2 | 3,3 | 8 | 67,4 |
2016 | 22,5 | 3,4 | 8,3 | 65,8 |
2017 | 22,6 | 3,8 | 7,9 | 65,7 |
2018 | 22,6 | 3,7 | 7,9 | 65,8 |
Bedrijven in groot- en detailhandel relatief vaak internationaal actief
Tussen de sectoren in het Nederlandse bedrijfsleven zijn er aanzienlijke verschillen in de mate waarin een bedrijf in de sector alleen importeert, alleen exporteert, zowel importeert als exporteert of niet handelt, zie figuur 3.2.2. Van alle sectoren had in 2018 de groot- en detailhandel met 32 procent relatief de meeste bedrijven die alleen importeerden; in de bouwnijverheid was dit met 15 procent het laagste. De winning van delfstoffen had van alle sectoren met 9 procent het grootste aandeel dat alleen exporteur was; bij de horeca was dit met 1 procent het laagste. Two-way traders kwamen met 23 procent relatief het vaakst voor bij de winning van delfstoffen en het minst bij de horeca (1 procent). Bedrijven in de onroerend goed sector waren relatief het minst vaak een internationale handelaar (21 procent) en in de groot- en detailhandel het vaakst (52 procent).
Sector | Importeurs | Exporteurs | Two-way traders | Geen handelaar |
---|---|---|---|---|
Winning van delfstoffen |
0,080 | 0,045 | 0,120 | 0,275 |
Industrie | 16,135 | 2,635 | 14,170 | 37,680 |
Energie | 0,280 | 0,020 | 0,100 | 1,010 |
Water en afvalbeheer |
0,340 | 0,070 | 0,360 | 1,280 |
Bouwnijverheid | 28,105 | 2,420 | 3,780 | 153,350 |
Groot- en detailhandel |
81,105 | 8,750 | 42,205 | 122,335 |
Vervoer en opslag |
9,210 | 2,380 | 4,565 | 32,240 |
Horeca | 17,745 | 0,355 | 0,495 | 44,175 |
Informatie en communicatie |
28,035 | 6,290 | 9,495 | 57,590 |
Onroerend goed | 5,260 | 0,345 | 0,440 | 23,435 |
Advies en onderzoek |
71,760 | 18,975 | 16,710 | 266,700 |
Verhuur van roerend goed |
15,395 | 2,620 | 3,680 | 59,505 |
Reparatie | 2,990 | 0,150 | 0,490 | 6,395 |
88 procent van grootbedrijven internationaal actief
Het internationaal actieve bedrijfsleven bestaat uit bedrijven in het zelfstandig mkb en het grootbedrijf die internationaal goederen en/of diensten verhandelen. Van de 1,2 miljoen bedrijven uit het totale Nederlandse bedrijfsleven in 2018 behoorden 1,2 miljoen bedrijven tot het zelfstandig mkb en 18 duizend tot het grootbedrijf. Circa 99 procent behoorde daarmee tot het zelfstandig mkb. Deze twee groepen verschillen in de mate waarin ze (niet) handelen en two-way trader zijn, zie figuur 3.2.3. Waar in het zelfstandig mkb in 2018 twee op de drie bedrijven niet handelde, was dit voor het grootbedrijf maar een op de acht. Het spiegelbeeld daarvan zien we bij de two-way-traders. Van het zelfstandig mkb was maar 7 procent een two-way trader terwijl dit voor het grootbedrijf 64 procent was. Aan de andere kant zijn de percentages van bedrijven die alleen exporteren of importeren bij het zelfstandig mkb en het grootbedrijf vergelijkbaar. Circa 23 procent van de zelfstandig mkb-bedrijven importeerde alleen goederen en/of diensten in 2016, terwijl dat bij het grootbedrijf 20 procent was. Bij zowel het zelfstandig mkb als het grootbedrijf exporteerde had zo’n 4 procent van de bedrijven alleen export.
Grootteklasse | Importeurs | Exporteurs | Two-way traders | Geen handelaar |
---|---|---|---|---|
zmkb | 22,6 | 3,7 | 7,1 | 66,6 |
Grootbedrijf | 20,2 | 4,1 | 64 | 11,8 |
De meeste importeurs en two-way traders zijn actief in de groot- en detailhandel en de meeste exporteurs in de zakelijke diensten. Dat geldt voor zowel het zelfstandig mkb als het grootbedrijf. In 2018 was namelijk voor het zelfstandig mkb 29 procent van de importeurs actief in de handel en 44 procent van de two-way traders; voor het grootbedrijf was dat vergelijkbaar met 29 procent van de importeurs en 40 procent van de two-way traders. Bij de exporteurs verschilde dat aandeel aanzienlijk tussen het zelfstandig mkb en het grootbedrijf. Met de export van zakelijke diensten was in 2018 bij het zelfstandig mkb 42 procent actief en 28 procent bij het grootbedrijf.
1 op de 100 de bedrijven in buitenlandse handen
Naast het onderscheid tussen het zelfstandig mkb en het grootbedrijf kan het Nederlandse bedrijfsleven ook opgedeeld worden in buitenlandse en Nederlandse bedrijven, zie figuur 3.2.4. Van de 1,2 miljoen bedrijven in 2018 stonden 1,2 miljoen bedrijven onder Nederlandse zeggenschap en 14 duizend onder buitenlandse zeggenschap. Daarmee was circa 1 procent van de bedrijven dus in buitenlandse handen. In 2018 was 64 procent van de buitenlandse bedrijven een two-way trader en verhandelde 13 procent geen goederen en diensten met andere landen. Bij de Nederlandse bedrijven was maar 7 procent een two-way trader en 66 procent geen handelaar. Ten opzichte van 2013 is het aantal buitenlandse bedrijven harder gestegen dan het aantal Nederlandse bedrijven. In de periode 2013–2018 steeg het aantal buitenlandse bedrijven met 30 procent, terwijl het aantal Nederlandse bedrijven met 20 procent steeg.
Zeggenschap | Importeurs | Exporteurs | Two-way traders | Geen handelaar |
---|---|---|---|---|
Buitenlandse bedrijven | 19,5 | 4,6 | 63,5 | 12,5 |
Nederlandse bedrijven | 22,6 | 3,7 | 7,2 | 66,5 |
Bij zowel de Nederlandse als de buitenlandse bedrijven zijn de meeste importeurs en two-way traders actief in de groot- en detailhandel en de meeste exporteurs houden zich bezig met zakelijke diensten. Zo was in 2018 voor de Nederlandse bedrijven 29 procent van de importeurs actief in de groot- en detailhandel en 44 procent van de two-way traders; voor de buitenlandse bedrijven was dat vergelijkbaar met 35 procent van de importeurs en 44 procent van de two-way traders. Bij de exporteurs verschilde dat wel tussen Nederlandse en buitenlandse bedrijven. Met de export van zakelijke diensten was in dat jaar bij de Nederlandse bedrijven 42 procent actief en 27 procent bij de buitenlandse bedrijven.
3.3Kernindicatoren voor het internationaal actieve bedrijfsleven
Uit tabel 3.3.1 blijkt dat de sectoren die internationaal handelen onderling sterk verschillen. De groot- en detailhandel is de sector met veruit de meeste internationale ondernemers.noot3 Circa 38 procent van de internationaal actieve ondernemers was hier werkzaam in 2018. Het aandeel multinationals was met 36 procent het hoogste bij de winning van delfstoffen, maar het betreft met 265 ondernemingen slechts een kleine sector. Bij de groot- en detailhandel, de sector met het meeste aantal bedrijven, is het aandeel multinationals slechts 6 procent. In zowel de reparatie, de horeca als de bouwnijverheid is dat aandeel kleiner dan 3 procent. Die laatste drie sectoren zijn namelijk vrijwel geheel gericht zijn op de binnenlandse markt. Het aandeel exporteurs is met 62 procent het hoogste bij de winning van delfstoffen; bij water en afvalbeheer is dat 55 procent. De hoogste productiviteit in internationaal actieve bedrijven werd gerealiseerd in de winning van delfstoffen en vervolgens – op ruime afstand – in de energiesector. De hoogste gemiddelde lonen hebben werknemers in de winning van delfstoffen en de energiesector. Zo was in 2018 in de winning van delfstoffen het gemiddelde loon 38 euro per uur en in de energiesector 32 euro per uur. Het aandeel vrouwelijke ondernemers is met 35 procent het hoogste in de horeca.
3.3.1Kernindicatoren voor het internationaal actieve bedrijfsleven per sector, 2018
Aantal bedrijven | Aandeel multinationals (%) | Aandeel exporteurs (%) | Productiviteit1) | Gemiddeld loon2) | Aantal internationale ondernemers | Aandeel vrouwelijke ondernemers (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Sector | |||||||
Winning van delfstoffen | 265 | 35,8 | 62,3 | 709 | 38 | 65 | 21,5 |
Industrie | 33 105 | 10,4 | 50,8 | 103 | 25 | 18 295 | 21 |
Energie | 425 | 23,5 | 28,2 | 265 | 32 | 105 | 12,4 |
Water en afvalbeheer | 785 | 17,2 | 54,8 | 115 | 24 | 330 | 16,2 |
Bouwnijverheid | 34 470 | 2,1 | 18 | 81 | 25 | 14 580 | 16,1 |
Groot- en detailhandel | 132 675 | 6,0 | 38,4 | 64 | 21 | 76 015 | 29 |
Vervoer en opslag | 16 285 | 9,1 | 42,6 | 82 | 23 | 12 180 | 21,5 |
Horeca | 18 645 | 1,5 | 4,6 | 30 | 14 | 19 520 | 34,5 |
Informatie en communicatie | 44 145 | 5,2 | 35,8 | 110 | 30 | 11 275 | 12 |
Onroerend goed | 6 350 | 6,3 | 12,4 | 184 | 28 | 3 500 | 21,3 |
Advies en onderzoek | 108 390 | 3,2 | 32,9 | 73 | 31 | 32 300 | 21,9 |
Verhuur van roerende goederen | 21 920 | 5,5 | 28,7 | 34 | 17 | 9 965 | 24,8 |
Reparatie | 3 630 | 0,7 | 17,6 | 41 | 18 | 1 125 | 25,3 |
Nederlandse bedrijfsleven | 421 090 | 5,2 | 33,6 | 70 | 23 | 199 280 | 24,9 |
1) in 1 000 euro per jaar
2) in euro per uur
3.4Internationaal actieve bedrijven naar leeftijd
In de periode 2013–2018 is in de groep van internationaal actieve bedrijven het aandeel van bedrijven dat meer dan 10 jaar oud is licht gestegen, namelijk van 40 procent in 2013 naar 44 procent in 2018, zie figuur 3.4.1. Aan de andere kant is het aandeel van bedrijven jonger dan 5 jaar in die periode met 1,6 procentpunt afgenomen.
Jaar | Jonger dan 5 jaar | 5 tot 10 jaar | 10 jaar of ouder |
---|---|---|---|
2013 | 35,8 | 23,8 | 40,4 |
2016 | 35,6 | 23,2 | 41,2 |
2017 | 34,5 | 22,5 | 43 |
2018 | 34,2 | 21,5 | 44,3 |
Binnen de groep van internationaal actieve bedrijven jonger dan 5 jaar waren in 2018 relatief de meeste bedrijven actief in de winning van delfstoffen, energie, informatie en communicatie, en advisering en onderzoek, zie figuur 3.4.2. De meeste internationaal actieve bedrijven ouder dan 10 jaar zitten in de bedrijfstak industrie, water en afvalbeheer, bouwnijverheid, groot- en detailhandel, vervoer en opslag, horeca, onroerend goed, verhuur van roerende goederen en reparatie van consumentenartikelen.
Sector | Jonger dan 5 jaar | 5 tot 10 jaar | 10 jaar of ouder |
---|---|---|---|
Winning van delfstoffen |
0,090 | 0,060 | 0,115 |
Industrie | 8,585 | 5,460 | 19,060 |
Energie | 0,230 | 0,095 | 0,100 |
Water en afvalbeheer |
0,230 | 0,155 | 0,400 |
Bouwnijverheid | 10,000 | 6,435 | 18,035 |
Groot- en detailhandel |
42,405 | 24,755 | 65,520 |
Vervoer en opslag |
4,605 | 2,935 | 8,745 |
Horeca | 6,700 | 3,715 | 8,235 |
Informatie en communicatie |
17,085 | 11,585 | 15,475 |
Onroerend goed | 2,280 | 1,265 | 2,805 |
Advies en onderzoek |
42,555 | 28,410 | 37,425 |
Verhuur van roerend goed |
8,380 | 4,940 | 8,605 |
Reparatie | 0,945 | 0,820 | 1,870 |
3.5Born globals
De verandering van de leeftijdsverdeling van bedrijven komt niet alleen doordat bedrijven die blijven handelen ouder worden, maar ook doordat een gedeelte start of stopt met handelen. Bovendien is er een grote groep bedrijven die op enig moment handelde, maar in de loop van de periode van handelsstatus is gewisseld, hetzij van exporteur (importeur) naar niet-exporteur (niet-importeur) of omgekeerd. Daarbij is er een aanzienlijke groep bedrijven die na het zetten van deze stap binnen enkele jaren weer stopt met handelen. Het grootste deel van deze groep blijft echter wel bestaan als bedrijf. Daarnaast zien we een flinke groep bedrijven die herhaaldelijk begint en weer stopt met exporteren, de zogenaamde ‘knipperlichtexporteurs’. Deze groep ‘knipperlichtexporteurs’ is gezamenlijk goed voor ruim 20 procent van de populatie exporteurs, maar vertegenwoordigt nog geen 2,5 procent van de exportwaarde (CBS, 2019).
Sector | Born globals |
---|---|
Industrie | 445 |
Bouwnijverheid | 290 |
Groot- en detailhandel | 2155 |
Vervoer en opslag | 295 |
Informatie en communicatie | 965 |
Advies en onderzoek | 2625 |
Verhuur van roerend goed | 325 |
Overige sectoren | 150 |
Binnen de groep van goederen- en/of dienstenexporteurs waren in 2018 de meeste starters en stoppers actief in advies en onderzoek en de groot- en detailhandel. In die sectoren zitten ook de meeste born globals, zie figuur 3.5.1. Born globals zijn bedrijven die vlak na hun oprichting al meteen een groot deel van hun verkopen in het buitenland realiseren (CBS, 2019). Maar er zitten ook relatief veel born globals in de informatie- en communicatiesector, de industrie en de bouwnijverheid. Dit is in lijn met de bevindingen uit een studie van de Europese Unie (Eurofound, 2012). Deze studie meldt dat in Europa born globals relatief vaak in de groot- en detailhandel, de zakelijke diensten, de industrie en in de informatie- en communicatiebranche voorkomen. Circa 24 procent van de startende exporteurs van goederen en/of diensten was in 2018 een born global. De exportwaarde van born globals bedroeg voor goederen circa 0,4 procent van de totale goederenexport in 2018 en voor diensten 0,4 procent van de totale dienstenexport (CBS, 2019).

3.6Internationaal actieve ondernemers naar geslacht
De groep van ondernemers die internationaal handelt of aan het roer staat van een multinational, bestaat voor een kwart uit vrouwelijke ondernemers.noot4 Zo waren er in het Nederlandse bedrijfsleven in 2018 in totaal 49 duizend van deze internationaal actieve vrouwelijke ondernemers tegen 142 duizend mannelijke. Hoewel het aantal mannelijke ondernemers aanzienlijk groter is dan het aantal vrouwelijke ondernemers, is er nauwelijks verschil in de mate waarin zij internationaal actief zijn. Zo was in 2018 van vrouwelijke ondernemers 14,5 procent internationaal actief tegen 15,2 procent van de mannelijke ondernemers, zie figuur 3.6.1.
Geslacht | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|
Mannelijke internationaal actieve ondernemers | 15,8 | 15,5 | 15,2 |
Vrouwelijke internationaal actieve ondernemers | 15,3 | 14,7 | 14,5 |
De mate waarin ondernemers internationaal actief zijn, hangt samen met hun leeftijd, zie figuur 3.6.2. Bij mannelijke ondernemers neemt het aandeel dat internationaal actief is toe tot en met de leeftijdscategorie van 45–54 jaar; daarna neemt dat af. Voor vrouwelijke ondernemers neemt het aandeel dat internationaal actief is toe met de leeftijd en treedt er vanaf 55 jaar geen daling op. Voor de groep ondernemers vanaf 25 tot en met 54 jaar zijn vrouwen iets minder internationaal actief dan hun mannelijke collega’s. Waarschijnlijk spelen sociaaleconomische factoren zoals de zorg voor kinderen hier een rol: juist in deze leeftijdsgroep zijn vrouwen vaak moeder en gaan ze minder werken. Het zijn over het algemeen juist vrouwen die de zorg voor de kinderen op zich nemen en voor hen weegt de balans tussen werk en privé zwaarder dan voor mannen (Weerden & Martens, 2018).
Leeftijdscategorie | Mannelijke internationaalactieve ondernemers | Vrouwelijke internationaal actieve ondernemers |
---|---|---|
15-24 jaar | 6,0 | 6,4 |
25-34 jaar | 11,4 | 10,0 |
35-44 jaar | 15,3 | 13,6 |
45-54 jaar | 18,1 | 16,6 |
55-64 jaar | 17,1 | 17,0 |
65 jaar en ouder | 15,1 | 17,7 |
Tussen de sectoren verschilt ook de mate waarin mannelijke en vrouwelijke ondernemers internationaal actief zijn, zie figuur 3.6.3. In de winning van delfstoffen, water en afvalbeheer, de bouwnijverheid en vervoer en opslag zijn vrouwelijke ondernemers aanzienlijk meer internationaal actief dan mannelijke ondernemers. Vrouwelijke ondernemers waren in 2018 het minst internationaal actief in de onroerend goed sector (5 procent).
Sector | Mannelijke internationaalactieve ondernemers | Vrouwelijke internationaal actieve ondernemers |
---|---|---|
Winning van delfstoffen |
25,0 | 33,3 |
Industrie | 26,9 | 23,1 |
Energie | 12,9 | 10,5 |
Water en afvalbeheer |
17,1 | 30,8 |
Bouwnijverheid | 6,2 | 16,3 |
Groot- en detailhandel |
33,4 | 29,5 |
Vervoer en opslag |
15,5 | 25,5 |
Horeca | 8,4 | 6,5 |
Informatie en communicatie |
12,9 | 11,3 |
Onroerend goed | 7,1 | 5,1 |
Advies en onderzoek |
9,2 | 6,2 |
Verhuur van roerend goed |
9,7 | 6,8 |
Reparatie | 12,2 | 11,9 |
3.7Literatuur
Literatuur
CBS (2019). Internationaliseringsmonitor 2019, tweede kwartaal: Patronen in handelsgedrag. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Eurofound (2012). Born global: The potential of job creation in new international businesses. Luxembourg: Publications Office of the European Union.
Weerden, L. van & en Drs. J. Martens, J. (2018). De positie van de vrouwelijke internationale ondernemer: Een literatuurstudie naar behoeften, motieven en belemmeringen. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Geraadpleegd op 29 juni 2020.
Noten
Tot het Nederlandse bedrijfsleven worden de bedrijven gerekend in het Algemeen Bedrijven Register (ABR) tot de sectie B tot en met N plus divisie S95 behoren, met uitzondering van die in sectie K. De landbouw, bosbouw en visserij (A), de financiële instellingen (K), openbaar bestuur (O), onderwijs (P), gezondheidszorg (Q), cultuur, sport en recreatie (R), levensbeschouwelijke en politieke organisaties (divisie 94), wellness en uitvaartbranche (divisie 96), huishoudens (T) en extraterritoriale organisaties en lichamen (U) vallen dus buiten de populatie van het Nederlandse bedrijfsleven.
Bij de typering van de handelaren is er geen ondergrens gehanteerd om te filteren voor kleine handelaren. Importeurs (exporteurs) handelen in goederen en/of diensten; een two-way trader heeft zowel import als export van goederen en/of diensten.
Een ondernemer is een persoon die arbeid verricht voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of die eigenaar is van een bedrijf en als directeur in loondienst is van het bedrijf.
Bij de typering van internationale ondernemers is er een ondergrens gehanteerd van 5 000 euro om te filteren voor kleine internationale ondernemers.