VS grootste investeerder in Nederland

Foto omschrijving: Zakenman kijkt naar de skyline van New York op het dak van een wolkenkrabber.

Buitenlandse investeringen en multinationals

Auteurs: Sarah Creemers, Loe Franssen, Marjolijn Jaarsma

Inkomende en uitgaande internationale investeringen (exclusief bfi’s), positie 2018

Behalve internationale handel zijn ook buitenlandse directe investeringen een manier om duurzame economische relaties in het buitenland op te bouwen. Nederland is aantrekkelijk voor buitenlandse investeringen, wat kan leiden tot meer banen, maar ook nieuwe kennis en technologieën. Multinationals zijn de actoren achter deze directe buitenlandse investeringen en zijn derhalve interessant om nader te bestuderen.

7.1Belangrijkste bevindingen

Directe buitenlandse investeringen (DBI) zijn een belangrijk element van globalisering. Internationaal zakendoen gaat natuurlijk verder dan alleen internationale handel. Zo kunnen bedrijven ook over de grens investeren. Dit kan bijvoorbeeld wanneer een bedrijf ervoor kiest om een bedrijf in een ander land op te richten (zogenaamde greenfield FDI), of om een lokaal bedrijf over te nemen (zogenaamde brownfield FDI). Nederland behoort wereldwijd tot de top-5 grootste investeringslanden. Een belangrijke factor hierbij is het aantrekkelijke investeringsklimaat dat in Nederland heerst. Denk hierbij aan onze fysieke en digitale infrastructuur, de hoogopgeleide beroepsbevolking, efficiënte arbeidsmarkt, en investeringen in innovatie en technologie (Franssen, 2018).

Door in het buitenland te investeren, kunnen bedrijven bijvoorbeeld de productieschaal vergroten, profiteren van goedkopere lokale productiefactoren alsook transportkosten naar de buitenlandse markt besparen om zodoende de concurrentie met buitenlandse bedrijven aan te gaan. Echter kunnen ook fiscale redenen spelen waarom bedrijven in het buitenland actief zijn. Bedrijven trachten hun belastingafdracht te verlagen door hun financiële of investeringsactiviteiten via landen met een gunstig belastingklimaat te loodsen. Nederland speelt hierin een grote rol aangezien circa 63 procentnoot1 van de inkomende buitenlandse investeringen direct doorgesluisd wordt naar het buitenland zonder enige vorm van economische activiteit in Nederland. Multinationals maken daarbij gebruik van administratie- of trustkantoren in Nederland waar zij tijdelijk hun kapitaal onderbrengen voordat ze daadwerkelijk investeren in derde bestemmingen. Via dergelijke Bijzondere Financiële Instellingen of bfi’s kunnen deze multinationals dan gebruikmaken van de voordelige Nederlandse belastingregels, zonder dat ze verder enige productie in Nederland ondernemen (Boonstra, 2018).

Nederland speelt op het vlak van kapitaalstromen een belangrijke rol. In 2019 had Nederland 2 498 miljard euro aan directe investeringen uitstaan in het buitenland, exclusief bfi’s. Dit is zo’n 274 miljard euro meer dan een jaar eerder. Slechts één land had in 2019 meer uitstaan, namelijk de Verenigde Staten. Als het gaat om inkomende buitenlandse investeringen, exclusief bfi’s, stond Nederland in 2019 wereldwijd op positie vijf met 1 768 miljard euro. Ondanks een toename van 174 miljard euro ten opzichte van 2018, moest ons land een plaatsje toegeven in de ranking ten faveure van China.

Van het totaal aan inkomende directe investeringen in Nederland kwam in 2018 zo’n 14 procent uit het Verenigd Koninkrijk, na correctie voor investeringen via bfi’s. In 2018 was het Verenigd Koninkrijk daarmee de grootste investeerder in Nederland, terwijl in 2015 circa 10 procent van de totaal inkomende directe investeringen uit het Verenigd Koninkrijk kwam. Hiermee was het Verenigd Koninkrijk in 2015 ‘slechts’ de vierde grootste investeerder in ons land. Ons land had in 2018 de meeste investeringen uitstaan in de Verenigde Staten, net zoals dat het geval was in 2015. Deze investeringen, exclusief bfi’s, vertegenwoordigden 15 procent van de Nederlandse totale uitgaande directe investeringen.

In 2017 waren er in totaal 24 375 multinationals actief in Nederland, waarvan 56 procent onder buitenlandse zeggenschap staat. Het aandeel buitenlandse multinationals is sinds 2010 met bijna 10 procentpunt gegroeid. Met circa 2,3 miljoen werkzame personen waren de – Nederlandse én buitenlandse – multinationals goed voor 39 procent van de totale werkgelegenheid in het Nederlandse bedrijfsleven. In het totale Nederlandse bedrijfsleven telt de bedrijfstak specialistische zakelijke dienstverlening de meeste bedrijven (waaronder veel zzp’ers), terwijl de meeste multinationals actief zijn in de groot- en detailhandel. Multinationals waren in 2018 verantwoordelijk voor 84 procent van de goederenuitvoer en 90 procent van de dienstenuitvoer. Zowel de in- als uitvoer van Nederlandse multinationals groeide het afgelopen jaar harder dan die van buitenlandse multinationals.

84% van uitvoerwaarde van goederen voor rekening van multinationals

Multinationals die binnen de Nederlandse landsgrenzen actief zijn, staan vaak onder Amerikaanse zeggenschap. Nederland telde in 2017 circa 2 875 bedrijven onder Amerikaanse zeggenschap. Dat komt neer op ruim 21 procent van alle bedrijven onder buitenlandse zeggenschap. Met ongeveer 203 duizend werkzame personen waren deze Amerikaanse multinationals goed voor 20 procent van de totale werkgelegenheid bij buitenlandse multinationals in ons land.

Nederlandse multinationals investeren ook in het buitenland: in 2017 waren er in totaal 23 205 Nederlandse dochterondernemingen in het buitenland, waarvan 15 duizend in EU-landen en 8 205 in niet-EU-landen. Met 4 221 dochterondernemingen van Nederlandse multinationals, was vooral Duitsland een belangrijk bestemmingsland. Dit zorgde voor 356 duizend voltijdbanen bij Nederlandse dochterondernemingen in Duitsland.

7.2Macro-overzicht investeringsstromen

In het eerste deel van dit hoofdstuk wordt ingegaan op de investeringspositie van Nederland, gebaseerd op macro-cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB) voor de periode 2015–2019. Wie zijn de belangrijkste investeringspartners voor Nederland? Zien we daarbij andere patronen wanneer we de investeringen via Bijzondere Financiële Instellingen buiten beschouwing laten? Hoe hebben de investeringsstromen zich ontwikkeld in de afgelopen jaren?

Nederland als investeringsland

In 2019 stond Nederland in de top-5 grootste investeringslanden wereldwijd. Nederland was zelfs de op één na grootste buitenlandse investeerder in de wereld, alleen voorafgegaan door de Verenigde Staten (UNCTAD, 2020). Wat betreft de inkomende directe buitenlandse investeringen stond Nederland op de 5e plaats wereldwijd, na de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Hongkong en China (UNCTAD, 2020). In deze UNCTAD-cijfers worden de investeringen via Bijzondere Financiële Instellingen buiten beschouwing gelaten.

De Nederlandsche Bank (DNB) houdt de macrocijfers bij over de bilaterale investeringen van Nederland. In 2018 is er een kleine dip in de totale waarde van de buitenlandse investeringen in Nederland ten opzichte van 2017, zie figuur 7.2.1. Dat had te maken met een desinvestering in 2018 door de opheffing van een in Nederland gevestigde Bijzondere Financiële Instelling (DNB, 2018a). In 2019 bestonden de Nederlandse investeringen uit 4 709 miljard euro aan inkomende investeringen en 5 788 miljard euro aan uitgaande investeringen. Een jaar eerder was dit respectievelijk 4 664 miljard euro en 5 636 miljard euro.

7.2.1 Investeringspositie Nederland, 2015-2019 (mld euro)
Type Jaar Exclusief bfi's bfi's
Inkomend ‎2015, Inkomend 1420 2827
Inkomend ‎2016, Inkomend 1485 3062
Inkomend ‎2017, Inkomend 1523 3223
Inkomend ‎2018, Inkomend 1594 3070
Inkomend 2019, Inkomend 1768 2941
Uitgaand ‎2015, Uitgaand 2005 3156
Uitgaand ‎2016, Uitgaand 2247 3279
Uitgaand ‎2017, Uitgaand 2247 3449
Uitgaand ‎2018, Uitgaand 2224 3412
Uitgaand 2019, Uitgaand 2498 3290
Bron: DNB

Nederland als doorsluisland

Een aanzienlijk gedeelte van de directe buitenlandse investeringen die Nederland binnenkomen, komt niet in de Nederlandse economie terecht maar wordt via Nederlandse Bijzondere Financiële Instellingen van het ene naar het andere land doorgesluisd. De lage Nederlandse bronbelasting, de deelnemingsvrijstelling, zogenaamde tax rulings, de toegankelijkheid van de Nederlandse belastingdienst, de expertise en ervaring van de Nederlandse trustsector, en de bilaterale verdragen die Nederland heeft afgesloten met vele landen zijn voorname redenen voor bfi’s om hun investeringen om te leiden via Nederland (Lejour & van ’t Riet, 2013; Franssen, 2018).

In Nederland waren in 2018 ongeveer 15 duizend Bijzondere Financiële Instellingen gevestigd (DNB, 2018b). Met een balanstotaal van 3 609 miljard euro per eind 2017 vormden bfi’s de grootste Nederlandse financiële sector, groter dan de bancaire sector met een balanstotaal van 2 281 miljard euro (DNB, 2018b). Uit cijfers van DNB blijkt dat er in de periode 2013–2016 jaarlijks ongeveer 180 miljard euro per aan fiscaal relevante inkomens (dividenden, rentes en royalty’s) via bfi’s door Nederland heen stroomt (DNB, 2018b).

Figuur 7.2.1 laat het aandeel investeringen zien dat uitstaat bij Bijzondere Financiële Instellingen. Naast de 3 290 miljard euro aan in het buitenland uitstaande investeringen van bfi’s stond er ook nog 2 498 miljard euro aan investeringen uit vanuit Nederland die niet door bfi’s werden gedaan. Dit brengt het totaal aan uitstaande directe investeringen in 2019 op 5 788 miljard euro. Als de investeringen die via bfi’s uitstaan buiten beschouwing worden gelaten, dan is de Nederlandse uitgaande investeringspositie stabiel gebleven sinds 2016.

Circa 63 procent van de totale buitenlandse investeringen in Nederland wordt direct doorgesluisd naar verdere bestemmingen. De overige 37 procent wordt daadwerkelijk in Nederland geïnvesteerd. Dit is het soort investering dat kan leiden tot meer werk, banen en belastingopbrengsten binnen Nederland. Als wederom investeringen via bfi’s buiten beschouwing worden gelaten, dan zijn de inkomende DBI zelfs ietwat gestegen sinds 2015.

Meeste directe investeringen (exclusief bfi’s) uit VK en Luxemburg

De belangrijkste investeringspartners voor Nederland zijn de Verenigde Statennoot2, Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland, Ierland en Duitsland.noot3 De meeste uitstaande investeringen in Nederland zijn in Amerikaanse handen, gevolgd door Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk. Exclusief bfi’s zijn er enkele verschuivingen te zien in de top-6 grootste investeringspartners. De meeste uitstaande investeringen in Nederland zijn dan in Britse handen (exclusief bfi’s) gevolgd door Luxemburg, de Verenigde Staten en Zwitserland. In 2018 investeerde het Verenigd Koninkrijk zo’n 213 miljard euro (exclusief bfi’s) in Nederland, zie figuur 7.2.2. Ten opzichte van 2015 zijn de investeringen uit het Verenigd Koninkrijk toegenomen, waarmee het land ook van plaats 4 naar plaats 1 is opgeklommen in de top-6 investeringspartners. De grotere Britse investeringen in Nederland kunnen het gevolg zijn van de onzekerheid die gepaard gaat met Brexit. Britse bedrijven vinden het belangrijk om in een EU-land aanwezig te zijn om ook na het Britse vertrek uit de EU deel uit te maken van de eenheidsmarkt (Algemeen Dagblad, 2019; RTL Nieuws, 2019).

Nederland had in 2018 vooral in de Verenigde Staten veel investeringen uitstaan. In totaal ging het om bijna 775 miljard euro. Figuur 7.2.2 laat zien dat als investeringen die via Bijzondere Financiële Instellingen lopen buiten beschouwing worden gelaten, de Verenigde Staten nog steeds de belangrijkste bestemming zijn voor Nederlandse investeringen, gevolgd door Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Van het totaal aan uitgaande directe investeringen ging in 2018 zo’n 15 procent (310 miljard euro) vanuit ons land naar de Verenigde Staten, na correctie voor investeringen via bfi’s. In 2015 waren de Verenigde Staten ook al onze belangrijkste bestemming voor investeringen.

In vergelijking met de situatie in 2015 heeft het Verenigd Koninkrijk in 2018 een plaatsje moeten toegeven in de top-6 investeringsbestemmingen voor Nederland, en ging het van plaats 2 naar plaats 3. Vanwege Brexit kan het Verenigd Koninkrijk een minder aantrekkelijke bestemming voor buitenlandse investeringen worden. Ten eerste verliest het VK met Brexit mogelijk de toegang tot de EU interne markt. Ten tweede wordt de rol van het VK in mondiale waardeketens bemoeilijkt door mogelijke handelsbarrières tussen het VK en de EU (DNB, 2019). Uit data van het Britse ministerie voor Internationale handel blijkt dat sinds het Brexit-referendum het aantal greenfield FDI en fusies en overnames door buitenlandse bedrijven in het Verenigd Koninkrijk daalde met 14 procent en zo het laagste niveau in zes jaar bereikte (Romei, 2019). Volgens berekeningen van Financial Times is het aantal banen dat in het VK is gecreëerd als gevolg van greenfield FDI met 19 procent gedaald in vergelijking met dezelfde periode vóór het referendum (Romei, 2019).

7.2.2 Top-6 investeringspartners totale waarde buitenlandse investeringen exclusief bfi's, in 2018 (mld euro)
Type Investeringspartner Totale waarde buitenlandse investeringen exclusief bfi's
Inkomend Verenigd Koninkrijk, Inkomend 213
Inkomend Luxemburg, Inkomend 209
Inkomend Verenigde Staten, Inkomend 174
Inkomend Zwitserland, Inkomend 122
Inkomend Duitsland, Inkomend 116
Inkomend Frankrijk, Inkomend 89
Uitgaand Verenigde Staten, Uitgaand 310
Uitgaand Zwitserland, Uitgaand 231
Uitgaand Verenigd Koninkrijk, Uitgaand 217
Uitgaand Duitsland, Uitgaand 113
Uitgaand Luxemburg, Uitgaand 102
Uitgaand Frankrijk, Uitgaand 95
Bron: DNB

De cijfers weergegeven in figuur 7.2.2 hebben betrekking op het land waar de investering direct vandaan komt. Door verschillende constructies (bijvoorbeeld doorsluizen) kan er echter een verschil zijn tussen waar de investering momenteel direct vandaan komt en waar het oorspronkelijk vandaan komt. In een recent artikel van Hagendoorn (2020) worden de cijfers van investeringen naar directe en oorspronkelijke eigenaarnoot4 met elkaar vergeleken. Daarbij worden opmerkelijke verschillen gevonden in de top-6 van de landen die het meest in Nederland investeren. Zo blijkt uit de cijfers over directe investeringen naar oorspronkelijke eigenaar dat de Verenigde Staten in 2017 de belangrijkste investeerder in Nederland waren. Uiteindelijk investeerden de Verenigde Staten zo’n 551 miljard euro (exclusief bfi’s) in Nederland, wat neerkomt op bijna 40 procent van de totale Nederlandse positie aan inkomende investeringen. Volgens de traditionele cijfers over investeringen naar de directe eigenaar was dit minder dan de helft, namelijk 206 miljard euro (exclusief bfi’s). Dat is ‘slechts’ 15 procent van de totale positie aan inkomende investeringen.

Luxemburg is een land dat bijvoorbeeld hoog scoorde in de 2017 cijfers van de investeringen naar directe eigenaar, maar geen rol van betekenis speelde wanneer gekeken werd naar oorspronkelijke eigenaar. Dit land gedraagt zich dus als een belangrijke ‘tussenschakel’ tussen de oorspronkelijke eigenaar en het Nederlandse bedrijf waarin er wordt geïnvesteerd (Hagendoorn, 2020). Ook het Verenigd Koninkrijk treedt vaak op als ‘tussenschakel’ bij investeringen uit bijvoorbeeld de Verenigde Staten en zelfs voor Nederlandse investeringen die via buitenlandse groepsmaatschappijen via leningen of deelnemingen weer naar Nederland terugkomen (Hagendoorn, 2020).

7.3Multinationals in Nederland

In deze paragraaf wordt er specifiek gekeken naar de bedrijven die investeringen doen, de multinationals dus. CBS-cijfers over de Inward en Outward Foreign Affiliates Statistics werden gebruikt om de multinationals in Nederland per nationaliteit te onderzoeken, voor de periode 2013–2017. Hoeveel multinationals telt het Nederlandse bedrijfsleven? In welke bedrijfstak zijn ze actief en hoeveel werkgelegenheid levert dat op? Onder zeggenschap van welk land vallen de buitenlandse multinationals? Hoeveel internationale handel en welk gedeelte van de werkgelegenheid in het Nederlandse bedrijfsleven is er bij multinationale bedrijven?

Een multinational is een onderneming die de uiteindelijke zeggenschap heeft over bedrijven in twee of meer landen. Het CBS kan onderscheid maken tussen Nederlandse en buitenlandse multinationals. Een Nederlandse multinational is een bedrijf onder Nederlandse zeggenschap met dochters (meerderheidsdeelnemingen) in het buitenland. Een buitenlandse multinational is een in Nederland gevestigd dochterbedrijf waarover de uiteindelijke zeggenschap in het buitenland ligt. Het aantal multinationals neemt toe doordat nieuwe multinationals zich in Nederland vestigen en/of Nederlandse bedrijven door buitenlandse bedrijven worden overgenomen. Daarnaast zetten Nederlandse bedrijven op hun beurt ook steeds vaker de stap over de grens.

Meer buitenlandse multinationals in Nederland

In 2017, het laatste jaar met beschikbare gegevens, waren er 24 375 multinationals actief in het Nederlandse bedrijfsleven. Dit komt neer op 2,1 procent van de totale bedrijvenpopulatie. Meer dan de helft van de multinationals stond onder buitenlandse zeggenschap. Figuur 7.3.1 laat zien dat het aandeel buitenlandse multinationals sinds 2010 gegroeid is.

7.3.1 Aantal multinationals in Nederlandse bedrijfsleven, 2010-2017
Jaar Buitenlandse multinationals Nederlandse multinationals
2010 8565 9655
2011 10455 9530
2012 10850 9305
2013 11970 9195
2014 12340 9780
2015 12620 9925
2016 13130 10265
2017 13690 10685
7.3.2 Aantal werkzame personen bij multinationals in Nederlandse bedrijfsleven, 2010-2017 (dzd)
Jaar Buitenlandse multinationals Nederlandse multinationals
2010 818 993
2011 855 960
2012 858 1048
2013 870 1049
2014 867 1103
2015 916 1151
2016 967 1204
2017 1017 1252

In totaal boden multinationals werk aan bijna 2,3 miljoen mensen in Nederland in 2017, goed voor 39 procent van de totale werkgelegenheid in Nederland. Dat zijn netto 98 duizend voltijdbanen (vte) meer dan een jaar eerder (+4,5 procent). Een toename in de werkgelegenheid bij multinationals kan ontstaan doordat het bedrijf groeit en nieuwe banen creëert, maar het kan ook komen door verschuivingen van zeggenschap. Zo kunnen Nederlandse bedrijven, en dus banen, worden overgenomen door buitenlandse multinationals of kan een bestaand Nederlands bedrijf (nog geen multinational) een investering doen in het buitenland waardoor haar werkgelegenheid vervolgens ook wordt meegeteld bij de multinationals. In het gehele Nederlandse bedrijfsleven – inclusief de niet-multinationals – groeide het aantal werkzame personen met 3,5 procent. In aantallen zijn er minder Nederlandse multinationals dan buitenlandse multinationals, maar qua werkgelegenheid is de verhouding omgekeerd. Bij alle Nederlandse multinationals samen werkten in 2017 om en nabij 235 duizend werknemers meer dan bij de buitenlandse multinationals, zie figuur 7.3.2.

L egenda Minder dan 50 51 tot 100 101 tot 500 501 tot 1 500 1 501 tot 3 000 Geen beschikbare data Herkomst buitenlandse multinationals in Nederland, 2017

Meer dan 21 procent van de buitenlandse multinationals zijn Amerikaanse bedrijven

De meeste buitenlandse multinationals in het Nederlandse bedrijfsleven staan onder Amerikaanse, Duitse, Britse, Belgische of Franse zeggenschap, zie figuur 7.3.3. Samen vormen deze vijf landen meer dan 63 procent van alle buitenlandse bedrijven in Nederland. Net als in de totale uitgaande investeringspositie (exclusief bfi’s) zijn de Verenigde Staten ook onze voornaamste investeringspartner als het gaat om het aantal multinationals dat actief is in Nederland. In 2017 telde Nederland 2 875 bedrijven onder Amerikaanse zeggenschap. Dat komt neer op ruim 21 procent van alle bedrijven onder buitenlandse zeggenschap. Daarnaast is dit aantal ook nog eens stevig toegenomen tussen 2013 en 2017 (+315 bedrijven). Bijna 2 200 van de buitenlandse multinationals stonden in 2017 onder Duitse zeggenschap, waarmee ze circa 16 procent van alle bedrijven onder buitenlandse zeggenschap vertegenwoordigden. Daarmee komen bedrijven onder Duitse zeggenschap – na Amerikaanse bedrijven – het vaakst voor in het Nederlandse bedrijfsleven.

7.3.3 Top-10 buitenlandse multinationals in Nederland, naar herkomst (aantal)
Land 2013 2016 2017
Verenigde Staten 2560 2820 2875
Duitsland 2070 2150 2190
Verenigd
Koninkrijk
1260 1310 1355
België 1025 1255 1290
Frankrijk 695 765 815
Japan 535 555 560
China 315 465 470
Zwitserland 440 455 460
Zweden 365 365 375
Italië 260 280 285

Het aantal bedrijven onder zeggenschap van niet-EU multinationals is in de periode 2013–2017 sterker gegroeid dan het aantal multinationals onder EU-zeggenschap. Sinds 2013 is de groep multinationals onder niet-EU zeggenschap met 15 procent gegroeid, ten opzichte van 9 procent voor de multinationals onder EU-zeggenschap.

Voor alle landen uit de top-10 zien we dat het aantal bedrijven onder hun zeggenschap gestegen is ten opzichte van een jaar eerder. Met name het aantal bedrijven onder Chinese zeggenschapnoot5 is in de afgelopen vijf jaar sterk toegenomen (+49 procent), dat is ruim meer dan het totaal aantal buitenlandse multinationals (+12 procent). Buiten de top-10 van meest voorkomende buitenlandse multinationals zien we dat Canadese, Turkse, Australische en Russische multinationals in opmars zijn sinds 2013. Zo is het aantal multinationals onder Canadese zeggenschap met 24 procent gegroeid in de afgelopen vijf jaar tot een aantal van 180 bedrijven in 2017.

Het aantal bedrijven onder zeggenschap van een ASEAN-5 landnoot6 is in 2017 opgelopen tot 150. Deze extra 5 in vergelijking met een jaar eerder komen op naam van Singapore. In 2017 waren er circa 2 duizend mensen in Nederland werkzaam bij bedrijven die onder Singaporese zeggenschap stonden. Het aantal Nederlandse bedrijven onder zeggenschap van landen in de Golf regionoot7 is gegroeid sinds 2013, al is het aantal in 2017 hetzelfde gebleven als in 2016 (85 bedrijven). Bedrijven onder zeggenschap van Noord-Afrikaanse landen stonden in 2017 vrijwel altijd onder Egyptische of Marokkaanse zeggenschap.

577 duizend werkzame personen bij multinationals onder EU‍-‍zeggenschap

Figuur 7.3.4 laat zien dat er in 2017 circa 203 duizend mensen in Nederland werkzaam waren bij bedrijven die onder Amerikaanse zeggenschap stonden. Daarmee zijn Amerikaanse bedrijven – voor Duitse, Franse, Britse, Japanse en Belgische multinationals – de grootste buitenlandse werkgever in Nederland en bieden ze werk aan circa 20 procent van de werkzame personen die voor buitenlandse multinationals werken. Bedrijven onder Japanse zeggenschap in Nederland zagen in de periode 2013–2017 een sterke toename van de werkgelegenheid; daar nam de werkgelegenheid met 55 duizend werkzame personen toe tot 88 duizend.

7.3.4 Aantal werkzame personen bij top-6 meest voorkomende buitenlandse multinationals (dzd personen)
Jaar Verenigde Staten Duitsland Verenigd Koninkrijk België Frankrijk Japan
2013 205 132 107 28 121 33
2016 201 149 114 32 138 80
2017 203 155 127 37 137 88

Buitenlandse multinationals vooral actief in handel

In figuur 7.3.5 is te zien dat de verdeling van multinationals naar bedrijfstak sterk verschilt van het totale Nederlandse bedrijfsleven. Ongeveer een derde van alle Nederlandse bedrijven is vertegenwoordigd in de specialistische zakelijke dienstverlening. Deze bedrijfstak is opvallend minder populair bij multinationals. Multinationals in Nederland waren in 2017 vooral actief in de groot- en detailhandel: 40,1 procent van de buitenlandse multinationals en 29 procent van de multinationals onder Nederlandse zeggenschap. Ook al zijn de meeste multinationals – zowel de Nederlandse als de buitenlandse – actief in de groot- en detailhandel, toch wordt deze bedrijfstak niet gedomineerd door multinationals. Multinationals vormden 3,6 procent van de ruim 240 duizend bedrijven in deze bedrijfstak in 2017. De bedrijfstak delfstoffenwinning had in 2017, net zoals een jaar eerder, het grootste aandeel multinationals. Zo was in dat jaar 33,3 procent van het totaal aantal bedrijven in de bedrijfstak delfstoffenwinning een multinational.

4 op de 10 buitenlandse multinationals zijn actief in groot- en detailhandel Buitenvorm Binnenvorm

Er zijn ook verschillen zichtbaar tussen buitenlandse en Nederlandse multinationals. Zo waren Nederlandse multinationals in 2017 vaker dan buitenlandse multinationals actief in specialistische zakelijke dienstverlening en de overige bedrijfstakken, zoals bouwnijverheid, horeca en verhuur van onroerend goed.

7.3.5 Relatieve verdeling multinationals naar bedrijfstak, in 2017
Type Groot- en detailhandel Industrie Vervoer en opslag Specialistische zakelijke
diensten
Informatie en communicatie Verhuur en overige
zakelijke diensten
Overige bedrijfstakken
Buitenlandse multinationals 5490 1925 905 2165 1505 685 1015
Nederlandse multinationals 3100 1655 710 2215 955 720 1330
Nederlandse bedrijfsleven 240780 63200 42925 348980 93135 74155 273015

Nederlandse multinationals in verhuur en overige zakelijke dienstverlening trekken relatief veel werknemers

In totaal boden de 1,2 miljoen bedrijven in het Nederlandse bedrijfsleven werk aan bijna 5,8 miljoen mensen in Nederland in 2017. In het totale Nederlandse bedrijfsleven zien we dat de bedrijfstakken groot- en detailhandel, verhuur en overige zakelijke dienstverlening en industrie de grootste werkgevers zijn, zie figuur 7.3.6. Ook voor Nederlandse en buitenlandse multinationals bieden deze drie bedrijfstakken de meeste werkgelegenheid. Al is de rangorde van deze top-3 wel verschillend. Nederlandse multinationals in de verhuur en overige zakelijke dienstverlening zijn grote werkgevers. Bijna een derde van alle werkzame personen bij Nederlandse multinationals was actief in deze bedrijfstak. Bij de buitenlandse multinationals is de belangrijkste bedrijfstak qua werkgelegenheid de groot- en detailhandel, gevolgd door industrie en verhuur en overige zakelijke dienstverlening.

Wat betreft de Nederlandse werkgelegenheid die wordt gecreëerd door multinationals, zijn er verschillen zichtbaar tussen buitenlandse en Nederlandse multinationals. De doorsnee buitenlandse multinational is in de bedrijfstakken groot- en detailhandel, verhuur en overige zakelijke dienstverlening, specialistische zakelijke dienstverlening en bouwnijverheid qua gemiddeld aantal werkzame personen kleiner dan de doorsnee Nederlandse multinational in deze bedrijfstakken. Het omgekeerde geldt voor de bedrijfstakken industrie, horeca en informatie en communicatie. In deze bedrijfstakken zijn de buitenlandse multinationals relatief grotere werkgevers dan de Nederlandse multinationals.

7.3.6 Relatieve verdeling werkgelegenheid bij multinationals naar bedrijfstak, in 2017
Type Groot- en detailhandel Verhuur en overige
zakelijke diensten
Industrie Specialistische zakelijke
diensten
Horeca Bouwnijverheid Vervoer en opslag Informatie en communicatie Overige bedrijfstakken
Buitenlandse multinationals 315 144 217 50 47 28 107 85 24
Nederlandse multinationals 336 403 175 81 27 56 107 49 19
Nederlandse bedrijfsleven 1524 1103 698 673 467 450 408 310 159

Multinationals grote werkgever in vervoer en opslag

Niet alleen zijn werkzame personen bij Nederlandse multinationals vaak actief in de sector vervoer en opslag, ook vormen zij een aanzienlijk deel van de totale werkgelegenheid in deze bedrijfstak. Van de 408 duizend werkzame personen in deze bedrijfstak staat ruim een kwart op de loonlijst van een Nederlandse multinational. Een op de vier is werkzaam voor een buitenlandse multinational, zie figuur 7.3.7. De bedrijfstak groot- en detailhandel zorgde voor de meeste werkgelegenheid in Nederland in 2017. Van de 1,5 miljoen werkzame personen in deze bedrijfstak is 43 procent in dienst van een multinational.

Werkgelegenheid door multinationals komt het minst vaak voor in de bedrijfstakken reparatie van consumentenartikelen, verhuur en handel van onroerend goed en horeca. In de sectoren delfstoffenwinning en energievoorziening hebben multinationals het grootste aandeel in de werkgelegenheid. Al moet er wel benadrukt worden dat dit qua werkgelegenheid kleine sectoren zijn. In de delfstoffenwinning werkten in 2017 zo’n 9 duizend mensen en de energievoorziening bood in datzelfde jaar werk aan 27 duizend mensen. Dit is samen slechts 0,6 procent van de totale werkgelegenheid in het Nederlandse bedrijfsleven.

7.3.7 Werkgelegenheid bij buitenlandse, Nederlandse multinationals en overige bedrijven per bedrijfstak, in 2017 (dzd werkzame personen)
Branche Buitenlandse multinationals Nederlandse multinationals Niet-multinationals
Winning van
delfstoffen
4 2 3
Industrie 217 175 307
Energie 7 9 11
Water en
afvalbeheer
8 5 22
Bouwnijverheid 28 56 366
Groot- en
detailhandel
315 336 873
Vervoer en
opslag
107 107 193
Horeca 47 27 393
Informatie en
communicatie
85 49 176
Onroerend goed 4 2 69
Specialistische
zakel. diensten
50 81 541
Verhuur en
overige
zakel. diensten
144 403 556
Reparatie 1 1 13

5 procent meer uitvoer van goederen door multinationals

Terwijl multinationals ‘slechts’ 2,1 procent van de totale Nederlandse bedrijvenpopulatie vormen, waren zij in 2018 verantwoordelijk voor 39 procent van de totale werkgelegenheid in het Nederlandse bedrijfsleven. Naast de relatief grote rol van multinationals in de Nederlandse werkgelegenheid, nemen zij ook een groot deel van de internationale handel in goederen en diensten voor hun rekening. In 2018 waren multinationals in Nederland verantwoordelijk voor 84 procent van de uitvoerwaarde van goederen, zie figuur 7.3.8. Bij de internationale handel in diensten namen multinationals in totaal 90 procent van de uitvoerwaarde voor hun rekening in 2018. De goederenuitvoer van multinationals is in 2018 met 13,2 miljard euro tot 284,4 miljard euro gestegen. Dat is bijna 5 procent meer dan een jaar eerder. Buitenlandse multinationals hadden in 2018 het grootste aandeel in deze uitvoerwaarde. Zij waren namelijk verantwoordelijk voor 52 procent van de totale uitvoer van goederen, tegenover 32 procent bij de Nederlandse multinationals. Voor zowel de buitenlandse als de Nederlandse multinationals is de totale goederenuitvoer gestegen in vergelijking met 2017. Voor buitenlandse multinationals nam de exportwaarde toe met 6,2 miljard euro (+3,7 procent) en voor Nederlandse multinationals groeide de exportwaarde met 7 miljard euro (+7 procent). Bij de export van diensten zijn het vooral de buitenlandse multinationals die een groei in handelswaarde rapporteerden. Zo is de uitvoer van diensten door buitenlandse multinationals met bijna 13 procent (10,3 miljard euro) gestegen in vergelijking met een jaar eerder.

Multinationals importeerden 15 miljard euro meer aan goederen

In 2018 waren multinationals in Nederland verantwoordelijk voor 83 procent van de goederen invoerwaarde, zie figuur 7.3.8. Dit patroon is nog sterker aanwezig bij de internationale handel in diensten, aangezien multinationals verantwoordelijk waren voor 92 procent van de totale diensten invoerwaarde in 2018. De goedereninvoer van multinationals is in 2018 gestegen met 15 miljard euro tot 268,7 miljard euro. Dat is bijna 6 procent meer dan een jaar eerder. Buitenlandse multinationals hadden in 2018 het grootste aandeel in de invoerwaarde. Zij waren namelijk verantwoordelijk voor 54 procent van de totale invoer van goederen, tegenover 29 procent bij de Nederlandse multinationals. Voor zowel de buitenlandse als de Nederlandse multinationals is de totale invoerwaarde van goederen gestegen in vergelijking met 2017. Buitenlandse multinationals importeerden in 2017 zo’n 4,1 miljard euro meer aan goederen (+2,4 procent) en voor Nederlandse multinationals steeg de importwaarde met 10,9 miljard euro (+13,2 procent). Multinationals importeerden ook zo'n 9 procent meer diensten in 2018 ten opzichte van 2017. Voor buitenlandse multinationals steeg de diensten invoerwaarde met 9,5 procent (8,9 miljard euro) en voor de Nederlandse multinationals met 6,2 procent (1,5 miljard euro).

7.3.8 Rol van multinationals in internationale goederenhandel (mld euro)
Type Jaar Buitenlandse multinational Nederlandse multinational Zelfstandig mkb
(niet-multinational)
Grootbedrijf
(niet-multinational)
Invoer 2015, Invoer 152,9 73,0 47,1 2,7
Invoer 2016, Invoer 157,8 71,7 48,7 2,3
Invoer 2017, Invoer 171,0 82,7 49,4 2,3
Invoer 2018, Invoer 175,1 93,6 52,9 2,5
Uitvoer 2015, Uitvoer 151,2 93,3 46,7 3,1
Uitvoer 2016, Uitvoer 156,1 92,6 48,0 2,7
Uitvoer 2017, Uitvoer 170,8 100,3 49,0 2,8
Uitvoer 2018, Uitvoer 177,1 107,3 50,9 3,4

7.4Activiteiten van Nederlandse multinationals in het buitenland

In deze paragraaf komt aan bod in welke landen Nederlandse bedrijven actief zijn, welke activiteiten ze daar ontplooien en hoeveel werkgelegenheid daarmee in die landen wordt gecreëerd. Hiervoor worden cijfers van het CBS en Eurostat gebruikt voor de periode 2013–2017. Uiteraard is het niet mogelijk om alle landen en regio’s tot in detail toe te lichten. Meer informatie en cijfers op dit gebied zijn te vinden in de tabellenset van hoofdstuk 7 op de landingspagina van deze publicatie.

Toename in aantal Nederlandse dochterondernemingen in Duitsland

Internationale investeringen worden gedaan door bedrijven die er voor kiezen om in een ander land een nieuwe dochteronderneming op te richten of over te nemen. Figuur 7.4.1 laat zien dat bedrijven die onder Nederlandse zeggenschap staan zich vooral in Duitsland bevinden. Zo waren er in 2017 zo’n 4 221 dochterondernemingen van Nederlandse multinationals actief in Duitsland. Daarmee is Duitsland – voor de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk – de belangrijkste bestemming voor Nederlandse multinationals. Met name Duitsland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben hun voorsprong in 2017 verder uitgebouwd ten opzichte van een jaar eerder, met respectievelijk 415, 130 en 53 nieuwe dochterondernemingen. De forse daling van het aantal Nederlandse dochterondernemingen op Franse bodem kan verklaard worden door een trendbreuk in de Eurostat cijfers.

7.4.1 Aantal buitenlandse dochterondernemingen onder Nederlandse zeggenschap, in 2017
Land 2016 2017
Duitsland 3806 4221
Verenigde Staten 1700 1830
Verenigd Koninkrijk 1287 1340
Frankrijk* 1853 1107
China 695 650
Italië 499 503
Polen* 511 503
Australië 235 260
Brazilië 275 250
Canada 250 245
Bron: CBS, Eurostat

Lichte terugval in aantal Nederlandse multinationals in ASEAN-5 regio

Volgens Franssen & Jaarsma (2019) investeerden Nederlandse multinationals in de ASEAN-5 regio vooral in dochterondernemingen in Singapore, op ruime afstand gevolgd door Maleisië en Indonesië. In de periode 2010–2016 is het aantal Nederlandse bedrijven in de ASEAN-5 regio gegroeid, wat vooral voor rekening van Singapore komt. Figuur 7.4.2 laat echter zien dat het aantal Nederlandse dochterondernemingen in de ASEAN-5 regio licht is afgenomen in 2017 in vergelijking met een jaar eerder. Ook voor de Golf regio is een kleine daling in 2017 zichtbaar. Desalniettemin is er voor de Verenigde Arabische Emiraten een stijging zichtbaar; daar nam het aantal Nederlandse dochterondernemingen toe met 5 bedrijven tot 200. De Verenigde Arabische Emiraten zijn dominant in het aantrekken van Nederlandse bedrijvigheid in de Golf regio. Het aantal Nederlandse dochterondernemingen in Noord-Afrika is vrijwel stabiel gebleven sinds 2010. De top-3 Afrikaanse landen met de meeste Nederlandse dochterondernemingen waren in 2017 Zuid-Afrika (215 bedrijven), Kenia (55 bedrijven) en Nigeria (45 bedrijven).

7.4.2 Aantal buitenlandse dochterondernemingen onder Nederlandse zeggenschap, per extra-EU regio
Jaar ASEAN-5 Golf regio Noord-Afrika
2010 670 150 95
2011 635 160 90
2012 665 150 85
2013 725 170 110
2014 715 235 95
2015 765 255 95
2016 810 280 95
2017 790 265 90
Bron: CBS, Eurostat

356 duizend werkzame personen bij Nederlandse dochterondernemingen in Duitsland

In 2017 waren er in totaal 23 205 Nederlandse dochterondernemingen in het buitenland, waarvan 15 duizend in de EU en 8 205 in niet-EU-landen. Met in totaal zo’n 2,3 miljoen werkzame personen werkten bij Nederlandse dochterondernemingen in het buitenland in 2017 zo’n 179 duizend mensen meer in vergelijking met een jaar eerder. Net zoals in 2016, werkten in 2017 de meeste mensen bij dochterondernemingen gevestigd in Duitsland, namelijk 356 duizend mensen. Tabel 7.4.3 laat zien dat ook Nederlandse dochter­ondernemingen in de Verenigde Staten, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk veel werkgelegenheid verschaffen. De werkgelegenheid bij Nederlandse dochterondernemingen in Frankrijk is in 2017 – met 200 duizend werkzame personen – minder dan de werkgelegenheid bij Nederlandse dochterondernemingen in de Verenigde Staten met 291 duizend werkzame personen.

7.4.3Top-10 werkgelegenheid bij buitenlandse dochters onder Nederlandse zeggenschap

Aantal werkzame personen 2017 Aantal werkzame personen 2016 Procentuele verandering 2017 t.o.v. 2016
x 1 000 %
Duitsland 356 331 7,7
Verenigde Staten 291 266 9,4
Frankrijk 200 . .
Verenigd Koninkrijk 163 182 −10,6
Polen 140 135 4,3
België 84 84 −0,3
Italië 81 68 18,7
China 74 82 −9,8
Brazilië 45 41 9,8
Mexico 35 33 6,1

Bron:CBS, Eurostat

Voor zes landen uit de top-10 zien we dat de werkgelegenheid in 2017 gegroeid is ten opzichte van een jaar eerder. Enkel voor het Verenigd Koninkrijk, België en China is de werkgelegenheid gedaald. De grootste absolute toename is voor Duitsland (+26 duizend werkzame personen) en de Verenigde Staten (+25 duizend werkzame personen). Wanneer we in relatieve termen kijken, is de grootste toename zichtbaar voor Italië. De werkgelegenheid bij dochterondernemingen in Italië groeide in 2017 namelijk met 18,7 procent ten opzichte van 2016. Bij de dochterondernemingen van Nederlandse bedrijven in het Verenigd Koninkrijk werkten 19 duizend mensen minder in 2017 dan in 2016. Voor China zien we een afname van 8 duizend werkzame personen. Een andere ontwikkeling die eruit springt is de relatieve afname in Maleisië (–45 procent). Dit is opvallend omdat de werkgelegenheid in Nederlandse dochterondernemingen in Maleisië al sinds 2010 in opmars is, maar in 2017 de laagste waarde sinds 2010 bereikte. In 2010 waren er 16 duizend werkzame personen en bereikte de werkgelegenheid zijn hoogtepunt in 2016 met 22 duizend werkzame personen.

7.5Literatuur

Open literatuurlijst

Literatuur

Algemeen Dagblad (2019, 9 september). Britten investeren meer in Nederland, andersom juist niet. Geraadpleegd op 26 juni 2020.

Boonstra, W. (2018, 7 augustus). Informatiegehalte internationale investeringsstatistieken neemt af. RaboResearch – Economisch onderzoek. Geraadpleegd op 4 juni 2020.

Creemers, S., Jaarsma, M., Notten, T. & Rooyakkers, J. (2020). De handels- en investeringsrelatie tussen Nederland en China. In: S. Creemers, M. Jaarsma & R. Voncken (Red.), Internationaliseringsmonitor 2020, tweede kwartaal: China. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

DNB (2018a, 21 september). SNB: Overschot lopende rekening tweede kwartaal hoger dan een jaar geleden. Geraadpleegd op 2 juni 2020.

DNB (2018b, 25 oktober). DNBulletin: Bijzondere financiële instellingen van beperkt belang voor Nederlandse economie. Geraadpleegd op 2 juni 2020.

DNB (2019, 2 mei). DNBulletin: Buitenlandse investeringen van en naar het VK duiken in de min. Geraadpleegd op 26 juni 2020.

Franssen, L. (2018). Geldstromen van Bfi’s in Nederland; welke rol spelen bilaterale verdragen? In: M. Jaarsma & S. Vos (Red.), Internationaliseringsmonitor 2018, vierde kwartaal: Financiële globalisering. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Franssen, L. & Jaarsma, M. (2019). Buitenlandse investeringen en multinationals. In: M. Jaarsma & A. Lammertsma (Red.), Nederland Handelsland 2019: Export, investeringen en werkgelegenheid. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Franssen, L. & Lammertsma, A. (2019). Bestemming en herkomst van Amerikaanse directe investeringen. In: M. Jaarsma & S. Vos (Red.), Internationaliseringsmonitor 2019, eerste kwartaal: Verenigde Staten. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Hagendoorn, E. (2020). VS nog belangrijker dan gedacht voor directe investeringen in Nederland. Economische Statistische Berichten, 105(4786).

Jaarsma, M., Loog, B. & Hoekema, L. (2020). Bilaterale investeringen, multinationals, oprichtingen en overnames. In: S. Creemers, M. Jaarsma & A. Lammertsma (Red.), Internationaliseringsmonitor 2020, eerste kwartaal: Duitsland. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Lejour, A. & van ’t Riet, M. (2013). Nederland belastingparadijs? Nederland doorsluisland! Bilaterale belastingverdragen en buitenlandse investeringen. Centraal Planbureau (CPB).

Romei, V. (2019, 21 augustus). Brexit has chilling effect on UK inward investment. Financial Times. Geraadpleegd op 6 juli 2020.

RTL Nieuws (2019, 9 september). Britten investeren door brexit veel meer in Nederland. Geraadpleegd op 26 juni 2020.

UNCTAD (2020). World Investment Report 2020. Geraadpleegd op 18 juni 2020.

Noten

Door de manier waarop er is omgegaan met bfi’s die deels ook reële economische activiteiten hebben (zogenaamde mengvormen) wijkt dit aandeel af van het aandeel in Franssen (2018).

Zie hoofdstuk 2 van de Internationaliseringsmonitor 2019 eerste kwartaal (Franssen & Lammertsma, 2019) voor een uitgebreide analyse van de bilaterale investeringsrelatie tussen de Verenigde Staten en Nederland.

Zie hoofdstuk 4 van de Internationaliseringsmonitor 2020 eerste kwartaal (Jaarsma et al., 2020) voor een uitgebreide analyse van de bilaterale investeringsrelatie tussen Duitsland en Nederland.

Het bedrijf aan de top van de multinationale bedrijfsstructuur, waar ook managementbeslissingen worden genomen. Deze entiteit heeft het uiteindelijke zeggenschap over de aandelen van het Nederlandse bedrijf waarin wordt geïnvesteerd (Hagendoorn, 2020).

Zie hoofdstuk 2 van de Internationaliseringsmonitor 2020 tweede kwartaal (Creemers et al., 2020) voor een uitgebreide analyse van de bilaterale investeringsrelatie tussen China en Nederland.

De ASEAN-5 landen bestaan uit Indonesië, Maleisië, Singapore, Thailand en Vietnam.

De Golf regio bestaat uit Bahrein, Koeweit, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
Nihil
(Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2019–2020 2019 tot en met 2020
2019/2020 Het gemiddelde over de jaren 2019 tot en met 2020
2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2019 en eindigend in 2020
2017/’18–2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2017/’18 tot en met 2019/’20

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Nieke Aerts

Marcel van den Berg

Sarah Creemers

Hans Draper

Loe Franssen

Marjolijn Jaarsma

Alex Lammertsma

Tom Notten

Tim Peeters

Leen Prenen

Janneke Rooyakkers

Khee Fung Wong

Redactie

Sarah Creemers

Marjolijn Jaarsma

Alex Lammertsma

Eindredactie

Marjolijn Jaarsma

Alex Lammertsma

Dankwoord

We danken de volgende collega’s voor hun constructieve bijdrage aan deze editie van Nederland Handelsland:

Deirdre Bosch

Linda Bruls

Elijah Cats

Richard Jollie

Bart Loog

Pascal Ramaekers

Carla Sebo-Ros

Roos Smit

Sandra Vasconcellos

Gabriëlle de Vet

Roger Voncken

Hans Westerbeek

Hendrik Zuidhoek

We danken ook de volgende medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor hun feedback op een eerdere versie van Nederland Handelsland:

Tom Beerling

Laurens den Hartog

Harry Oldersma