VS grootste investeerder in Nederland

Foto omschrijving: Het financiele centrum van New York maakt deel uit van de skyline van New York.

Buitenlandse investeringen en multinationals

Auteurs: Loe Franssen, Marjolijn Jaarsma

H7 1 Landen waarin Nederland het meest investeert = 10 mld Duitsland Luxemburg €312 mld €229 mld Verenigde Staten Verenigd Koninkrijk Zwitserland €805 mld €552 mld €439 mld Inkomende en uitgaande internationale investeringen, positie 2018 Landen die het meest investeren in Nederland Verenigde Staten Luxemburg Verenigd Koninkrijk €621 mld €498 mld Zwitserland Ierland €272 mld €261 mld €422 mld = 10 mld

Tot dusver is in deze publicatie veel aandacht besteed aan de rol van Nederland in de internationale handel in goederen en diensten en het belang van deze handel voor ons land. Internationaal zakendoen gaat natuurlijk verder dan alleen internationale handel. Zo kunnen bedrijven ook over de grens investeren, bijvoorbeeld in een nieuwe buitenlandse dochteronderneming. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de bilaterale investeringen in en vanuit Nederland. Wat zijn de belangrijkste bestemmingen van Nederlandse investeringen en welke landen investeren juist veel binnen de Nederlandse grenzen? Hoe hebben deze investeringsstromen zich ontwikkeld in de afgelopen jaren? Welke bedrijfstakken springen er uit wat betreft buitenlandse investeringen? Hoeveel internationale handel en welk gedeelte van de werkgelegenheid in het bedrijfsleven is er bij grote multinationale bedrijven – de bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de grote investeringsstromen? Deze vragen komen in dit hoofdstuk aan bod.

7.1Belangrijkste bevindingen

Terwijl Nederland vaak gekenmerkt wordt als een handelsland, is de term investeringsland misschien wel net zo van toepassing. Nederland behoort namelijk al jaren tot de top van de wereld wat betreft de waarde van de inkomende en uitgaande directe investeringen (UNCTAD, 2018). Deze positie van Nederland als investeringsland hangt onder andere samen met ons gunstige investeringsklimaat, mede mogelijk gemaakt door de goede fysieke en digitale infrastructuur, hoogopgeleide beroepsbevolking, efficiënte arbeidsmarkt en investeringen in innovatie en technologieën (WEF, 2018; Forbes, 2018). Zo vindt er jaarlijks ongeveer 200 miljard euro aan nieuwe bilaterale investeringen plaats, waarmee het totaal aan inkomende en uitgaande investeringen in 2018 op circa 4 000 respectievelijk 5 000 miljard euro uitkwam. Een directe buitenlandse investering (DBI) geschiedt bijvoorbeeld wanneer een bedrijf er voor kiest om een bedrijf in een ander land op te richten (zogenaamde greenfield FDI), of om een lokaal bedrijf over te nemen (brownfield FDI). Zulke investeringen worden uitgevoerd door multinationals. Het CBS neemt sinds een tiental jaren waar hoeveel buitenlandse multinationals finale zeggenschap uitoefenen over een Nederlandse dochter of deelneming.

Directe investeringen zijn opgebouwd uit aandelenkapitaal, deelnemingen in groepsmaatschappijen in het buitenland en kredietverlening. Zulke investeringen zijn bijvoorbeeld gericht op het verkrijgen van controle in een buitenlandse onderneming. Deze geldstromen worden waargenomen door De Nederlandsche Bank (DNB) en vormen als zodanig de financiële tegenhanger van de reële CBS-statistieken over multinationale ondernemingen. Dit hoofdstuk belicht zowel de macro-financiële cijfers van DNB alsook de activiteiten van de multinationals die dergelijke investeringen maken.

De Verenigde Staten zijn onze belangrijkste investeringspartner. Ondanks een afname in 2018 hebben zij nog altijd 621 miljard aan investeringen in Nederland terwijl Nederland zo’n 805 miljard aan investeringen in de VS heeft uitstaan. Ook de multinationals die binnen de Nederlandse landsgrenzen actief zijn, staan vaak onder Amerikaans zeggenschap. In totaal waren er dat er 2 820 in 2016. Een ander land dat zich in dit opzicht onderscheidt, is het Verenigd Koninkrijk. Als één van de weinige landen heeft het VK haar investeringen in Nederland het afgelopen jaar namelijk uitgebreid. In 2018 was het VK zelfs de grootste buitenlandse investeerder in Nederland. Deze toename van investeringen uit het VK is ten tijde van het Brexit referendum in 2016 begonnen en duidt mogelijk op een verplaatsing van activiteiten vanuit het VK naar Nederland.

In 2016 waren er in totaal 23 145 – buitenlandse én Nederlandse – multinationals actief in Nederland, wat neerkomt op 2 procent van het Nederlandse bedrijfsleven. Met ruim 2,1 miljoen werkzame personen waren deze multinationals goed voor 38 procent van de totale werkgelegenheid in het Nederlandse bedrijfsleven. Daarnaast zijn ze ook nog eens verantwoordelijk voor 80 tot 90 procent van de internationale handel in goederen en diensten en spelen daarmee dus een relatief belangrijke rol in de Nederlandse economie. Tussen 2010 en 2016 is het aandeel van de multinationals dat in Nederlandse handen is, afgenomen van 56 procent tot 43 procent. Het aandeel werknemers dat werkt bij Nederlandse multinationals is echter gestaag toegenomen.

2,1 miljoen werkzame personen bij multinationals in Nederland Buitenvorm Binnenvorm

Nederlandse multinationals investeren ook in het buitenland. Met name in Duitsland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben Nederlandse multinationals veel dochterondernemingen. Zowel het aantal werkzame personen dat bij deze Nederlandse bedrijven in dienst is, als het aantal bedrijven dat in die landen onder Nederlands bewind staat, is in de onderzochte periode toegenomen (m.u.v. het VK).

7.2Macro-overzicht investeringsstromen

Jaarlijks circa 200 miljard aan inkomende en uitgaande directe investeringen

De Nederlandsche Bank (DNB) houdt de macrocijfers bij over de bilaterale investeringen van Nederland. Die cijfers laten zien dat er in de afgelopen acht jaar steeds een aanzienlijke stroom aan investeringen Nederland is binnengekomen en ook heeft verlaten. Gemiddeld is er in die periode jaarlijks circa 200 miljard aan investeringen gedaan. Dat heeft er ook toe geleid dat de totale investeringspositie in die periode gestaag is toegenomen, tot een totaal van 5 000 miljard (ofwel 5 biljoen) euro aan uitgaande investeringen en 4 000 miljard euro aan inkomende investeringen in 2017, zie figuur 7.2.1. Daarmee behoort Nederland al jaren tot de top van de wereld. In 2017 was Nederland bijvoorbeeld de op één na grootste buitenlandse investeerder in de wereld. Wat betreft inkomende investeringen staat Nederland op een vierde plaats (CBS, 2019).

In 2018 was er een opmerkelijke daling in de totale investeringsstand, wat neerkomt op een desinvestering. Dit had vooral te maken met de opheffing van een Bijzondere Financiële Instelling (DNB, 2019). Verderop in dit hoofdstuk zal de rol van deze BFIs nog verder worden bekeken.

Verenigde Staten nog steeds grootste investeringspartner

De belangrijkste investeringspartners voor Nederland zijn de Verenigde Statennoot1, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk. Bij de uitgaande investeringen van Nederland zijn de Verenigde Staten en Zwitserland recentelijk in belang flink toegenomen, terwijl de Nederlandse investeringen in Luxemburg juist zijn afgenomen. Bij de buitenlandse investeringen in Nederland (inkomende investeringen) is een opvallende daling vanuit de VS te zien in 2018. Onlangs rapporteerden enkele media dat Amerikaanse bedrijven Nederland steeds vaker links laten liggen. Een combinatie van de verlaging van de winstbelasting in de VS (Tax Cuts and Jobs Act 2017), voorgenomen maatregelen tegen investeringen van brievenbusfirma’s in Nederland en een aanscherping van de expat-regeling zouden een verklaring kunnen zijn voor de lagere Amerikaanse investeringen in Nederland (CBS, 2019; Driessen, 2018; NOS, 2018; Van Mersbergen, 2018).

Wat betreft de inkomende investeringen valt op dat er enkele landen van relatief beperkte economische omvang bij zitten, zoals Luxemburg, Ierland, Bermuda, Zwitserland, België en Curaçao. Dit heeft te maken met investeringen via Bijzondere Financiële Instellingen (BFI’s). BFI’s zijn in Nederland gevestigde dochtermaatschappijen van buitenlandse ondernemingen die fungeren als financieel intermediair tussen diverse onderdelen van het concern waar ze deel uitmaken. Zij verrichten zeer omvangrijke inkomens- en vermogenstransacties die in geen verhouding staan tot hun productieve activiteit in Nederland.

Investeringen in bank- en verzekeringswezen dominant

De belangrijke rol van BFI’s is ook terug te zien in de verdeling van de inkomende investeringen per (ontvangende) Nederlandse bedrijfstak, zie figuur 7.2.3. Het aandeel van de buitenlandse investeringen in het Nederlandse bank- en verzekeringswezen vormde in 2018 namelijk 80 procent van de totale inkomende investeringen, al is dit aandeel licht afgenomen sinds 2011, toen het nog 84 procent bedroeg. Staatssecretaris Snel wil afrekenen met het imago dat Nederland een doorsluisparadijs is voor grote multinationals die hun belastingdruk willen verlagen. Daarom heeft hij verschillende beleidswijzigingen voorgesteld die Nederland minder aantrekkelijk moeten maken voor dergelijke activiteiten (CBS, 2018a).

Als deze investeringsstroom buiten beschouwing wordt gelaten, dan is te zien dat de meeste inkomende investeringen in de Nederlandse delfstoffenwinning, aardolie en chemie worden gedaan, gevolgd door de voedings- en genotmiddelenindustrie. In totaal nemen deze investeringsstromen (exclusief de bedragen die naar het bank- en verzekeringswezen gaan) in de loop van de jaren stevig toe: van 483 miljard euro in 2011 naar 915 miljard euro in 2018.

Een opvallende stijger wat betreft de inkomende investeringen sinds 2016 is het Verenigd Koninkrijk. Het is zelfs zo dat dit land in 2018 de voornaamste investeerder in Nederland was. Dat is helemaal opmerkelijk aangezien de bilaterale investeringen tussen het Verenigd Koninkrijk en de gehele Europese Unie sinds juni 2016, de maand van het Brexit-referendum, zijn afgenomen (DNBulletin, 2019). De cijfers in figuur 7.2.4 suggereren dus dat, ondanks het negatieve effect van aangekondigde Brexit op de bilaterale investeringspositie van het Verenigd Koninkrijk met de EU, Nederland juist profiteert van hogere inkomende investeringen vanuit dat land. Dit bevestigt het beeld dat vaak geschetst wordt in de media dat Britse bedrijven vanwege de onzekerheid over de Brexit hun activiteiten naar Nederland verplaatsen (Homan, 2019; Bremmer, 2019; van Velzen, 2019).

De infographic op de volgende pagina zoomt in op de laatste jaren van de investeringsrelatie tussen Nederland en het VK, specifiek de jaren na het Brexit-referendum. Hieruit blijkt duidelijk dat de investeringen van het VK in de afgelopen drie jaar, elk jaar ruim zijn verdubbeld. In 2018 waren de investeringen vanuit het VK in Nederland zelfs op het hoogste niveau in acht jaar tijd. Omgekeerd halveerden de investeringen van Nederland in het VK tussen 2016 en 2017. In 2018 was er zelfs sprake van terugtrekking van Nederlandse investeringen uit het VK, ter waarde van 11 miljard euro.

11 miljard euro aan Nederlandse investeringen teruggetrokken uit het VK in 2018 Buitenvorm Binnenvorm
H7 2 0 2016 2017 2018 €50 mld €24 mld –€11 mld Sinds het Brexit-referendum… 0 Stijgen de investeringen van het VK in Nederland fors… 2016 2017 2018 €14 mld €35 mld €80 mld

7.3Multinationals in Nederland

De macrocijfers van DNB geven een overzicht van de totale waarde van de bilaterale directe buitenlandse investeringen. Een tastbaardere meting van deze investeringen en de impact hiervan op het Nederlandse bedrijfsleven is het aantal multinationals dat in Nederland actief is, het gedeelte van de internationale handel dat zij voor hun rekening nemen en het aantal werknemers bij deze bedrijven. Uit eerder onderzoek van CBS blijkt dat multinationals in 2016 verantwoordelijk zijn voor 30 procent van de totale 635 miljard euro aan toegevoegde waarde binnen Nederland (CBS, 2018b). Het merendeel hiervan, zo’n 113 miljard, is toe te schrijven aan buitenlandse multinationals die verder ook relatief veel geld spenderen aan innovatie, onderzoek en ontwikkeling. In dit onderdeel bekijken we het Nederlandse landschap van de multinationals.

Ruim 23 duizend multinationals in Nederlandse bedrijfsleven

In 2016, het laatste jaar met beschikbare data, waren er 23 145 multinationals actief in het Nederlandse bedrijfsleven, wat neerkomt op 2 procent van de totale bedrijvenpopulatie. Circa 43 procent daarvan stond onder Nederlandse zeggenschap. Dat aandeel is afgenomen sinds 2010, toen nog 56 procent van de multinationals actief in Nederland onder Nederlands zeggenschap viel. Ondanks de afname in het aantal Nederlandse multinationals is het aantal werkzame personen bij deze bedrijven in Nederland wel gestaag toegenomen. Dit geeft aan dat, ondanks de teruglopende aantallen, de Nederlandse multinationals wel per saldo gegroeid zijn wat betreft werkgelegenheid. In totaal boden multinationals – de buitenlandse en de Nederlandse samen – werk aan ruim 2,1 miljoen mensen in Nederland in 2016. De werkgelegenheid bij multinationals is met ruim 15 procent gegroeid vergeleken met 2010. In het gehele Nederlandse bedrijfsleven – inclusief de niet-multinationals – groeide het aantal werkzame personen met 5,3 procent tussen 2010 en 2016.

Amerikaanse bedrijven in Nederland bouwden hun voorsprong verder uit

Net als in de totale inkomende investeringspositie (figuur 7.2.2) is de VS ook onze voornaamste investeringspartner als het gaat om het aantal multinationals die actief zijn in Nederland, zie figuur 7.3.3. Nederland telde in 2016 circa 2 820 bedrijven onder Amerikaanse zeggenschap. Daarnaast is dit aantal ook nog eens stevig toegenomen tussen 2013 en 2016 (+260).

Ook Duitse (2 150) en Britse (1 310) multinationals hebben veel dochterbedrijven in Nederland. Verder valt op dat zowel bedrijven onder Belgisch als Chinees bewind in aantal gegroeid zijn sinds 2013. Zo is het aantal Chinese multinationals met bijna de helft gegroeid, van 315 naar 465. Ongeveer de helft van de bedrijven onder Chinese zeggenschap is actief in de Nederlandse groot- en detailhandel. Ook in de opslag en dienstverlening voor vervoer, IT-dienstverlening en onder holdings en managementadviesbureaus is het aantal Chinese bedrijven gegroeid. Ten slotte maakte het aantal werknemers dat voor een Japans moederbedrijf werkt een grote groei door in 2016. Dit had met name te maken met de overname van een groot Nederlands bedrijf.

Singaporese en Maleisische bedrijven in opmars

Ook het aantal bedrijven onder zeggenschap van verder weg gelegen landen is in de afgelopen jaren toegenomen. In 2013 stonden ongeveer 105 Nederlandse bedrijven onder zeggenschap van een ASEAN-5noot2 land; in 2016 waren dit er al 145. Vooral Singaporese en Maleisische bedrijven hebben hun invloed in Nederland iets vergroot. Het aantal Nederlandse bedrijven onder zeggenschap van landen in de Golf-regionoot3 is tussen 2013 en 2016 licht gegroeid, van 65 naar 85. De Verenigde Arabische Emiraten zijn verantwoordelijk voor bijna de helft van deze bedrijvigheid, gevolgd door Saoedi-Arabië (15) en Koeweit (10). Helaas ontbreekt informatie over het totaal aantal werkzame personen bij deze bedrijven. Bedrijven onder zeggenschap van Noord-Afrikaanse landen staan vrijwel altijd onder Egyptische zeggenschap. Alleen in Iran en Polen zien we een (lichte) daling in het aantal bedrijven, waarbij het aantal bedrijven onder Iraanse zeggenschap in 2016 uitkwam op 0.

Meeste multinationals actief in groot- en detailhandel

De meeste multinationals (buitenlandse én Nederlandse samen) zijn actief in de groot- en detailhandel (8 425), en in mindere mate in de specialistische zakelijke dienstverlening (3 990) en in de industrie (3 520), zie figuur 7.3.5. Er zijn subtiele verschillen tussen Nederlandse en buitenlandse multinationals. Zo zijn buitenlandse multinationals – behalve in de groot- en detailhandel – ook vaker dan Nederlandse multinationals actief in de informatie- en communicatiesector. In de bouw, industrie en specialistische zakelijke dienstverlening zijn Nederlandse multinationals beter vertegenwoordigd. Deze verhoudingen zijn tussen de twee groepen multinationals maar ook tussen 2010 en 2016 vrij constant gebleven.

Ondanks dat de meeste multinationals – zowel de Nederlandse als de buitenlandse – actief zijn in de groot- en detailhandel, wordt deze bedrijfstak niet door multinationals gedomineerd. Multinationals vormden circa 3 procent van de ruim 250 duizend bedrijven in deze bedrijfstak in 2016. Ook in de specialistische zakelijke dienstverlening vormden de bijna 4 duizend multinationals ongeveer 1 procent van alle bedrijven. In de industrie, energievoorziening, en water- en afvalbeheer ligt het aandeel multinationals met circa 5–10 procent wat hoger. De sector delfstoffenwinning had in 2016, met 26 procent van het totaal aantal bedrijven, het grootste aandeel multinationals, zie figuur 7.3.6.

Grote buitenlandse multinationals in de horeca

In 2016 waren de multinationals goed voor 38 procent van de totale werkgelegenheid in Nederland. Dat is sinds 2010 met 4 procent punt gestegen, toen het totaal nog 34 procent bedroeg. Wat betreft de Nederlandse werkgelegenheid die wordt gecreëerd door multinationals, zijn er grotere verschillen tussen Nederlandse en buitenlandse multinationals. Vooral Nederlandse multinationals in de verhuur en overig zakelijke dienstverlening zijn grote werkgevers, zie figuur 7.3.7; een derde van alle werkzame personen bij Nederlandse multinationals was actief in deze bedrijfstak (arbeidsbemiddeling en uitzendbureaus). Ook is dit aandeel ten opzichte van 2010 flink toegenomen. Daarnaast is een kwart van de werkzame personen van Nederlandse multinationals werkzaam in de groot- en detailhandel, en 1 op de 7 in de industrie. Ondanks dat circa 41 procent van de buitenlandse multinationals actief is in de groot- en detailhandel, is ongeveer 31 procent van hun personeelsbestand dat ook. Daarmee is de doorsnee buitenlandse multinational in deze sector qua gemiddeld aantal werkzame personen kleiner dan de doorsnee Nederlandse multinational in de groot- en detailhandel. Het omgekeerde geldt voor de horeca en de industrie: hier zijn de buitenlandse multinationals relatief grotere werkgevers dan de Nederlandse.

Circa 55 procent van de werkgelegenheid in de industrie is bij multinationals

Niet alleen zijn werkzame personen bij Nederlandse multinationals vaak actief in de sector verhuur en overig zakelijke diensten, ook vormen zij een aanzienlijk deel van de totale werkgelegenheid in deze (grote) bedrijfstak. Van de ruim één miljoen werkzame personen in deze bedrijfstak is ruim een derde in dienst van een Nederlandse multinational. Eén op de acht is werkzaam voor een buitenlandse multinational. In de bedrijfstak energievoorziening hebben Nederlandse multinationals qua werkgelegenheid het overwicht, zie figuur 7.3.8; bijna 43 procent van alle werkzame personen in deze branche werkt voor zo’n type multinational. Buitenlandse multinationals hebben het grootste aandeel in de werkgelegenheid van de (relatief kleine) sector delfstoffenwinning en in de industrie. Werkgelegenheid door multinationals komt het minst vaak voor in de reparatie van consumentenartikelen en in de verhuur en handel in onroerend goed.

Multinationals zijn betrokken bij 80–90 procent van de internationale handel in goederen en diensten

Naast de relatief grote rol van multinationals in de Nederlandse werkgelegenheid, nemen zij ook een groot deel van de internationale handel voor hun rekening. Terwijl de multinationals namelijk maar zo’n 2 procent van het totale bedrijfsleven vormen, waren zij in 2017 wel verantwoordelijk voor 81 procent van de invoer en 82 procent van de uitvoer van goederen, zie figuur 7.3.9. Daarvan nemen de buitenlandse multinationals het merendeel voor hun rekening, aangezien zij verantwoordelijk zijn voor 56 procent van de totale invoer en 53 procent van de totale uitvoer van goederen tegenover 25 procent en 29 procent bij de Nederlandse multinationals. Dit patroon is nog sterker aanwezig bij de internationale handel in diensten, aangezien multinationals daar in totaal 90 procent van de invoer en 88 procent van de uitvoer van diensten voor hun rekening namen in 2017. Het merendeel komt wederom op rekening van de buitenlandse multinationals, die 70 en 62 procent van de totale invoer en uitvoer van diensten verzorgen.

7.4Activiteiten van Nederlandse multinationals in het buitenland

Eén van de vier actielijnen in de handelsagenda ‘Investeren in Perspectief’, van het ministerie van Buitenlandse Zaken, richt zich op het openen van deuren en uitbreiden van economische aanwezigheid in geselecteerde regio’s en landen, bijvoorbeeld door handelsmissies of ondersteuning vanuit het handelsinstrumentarium. Het is de ambitie van het ministerie om de relaties met gevestigde markten, zoals Duitsland, de VS of het VK verder te consolideren en verdiepen. Ook worden de relaties met opkomende markten zoals China, ASEAN-5, India of Brazilië assertiever onderhouden (BHOS, 2018a en 2018b). In deze paragraaf komt aan bod in welke landen Nederlandse bedrijven actief zijn, welke activiteiten ze daar ontplooien en hoeveel werkgelegenheid er wordt gecreëerd. Uiteraard is het niet mogelijk om alle landen en regio's tot in detail te belichten. Meer informatie en cijfers op dit gebied zijn te vinden in de tabellenset van hoofdstuk 7, te vinden op de landingspagina van deze publicatie.

Meeste Nederlandse dochterondernemingen in Duitsland

Nederlandse multinationals investeren ook in het buitenland, bijvoorbeeld door een belang in een buitenlandse onderneming te verwerven of een dochteronderneming te starten. Vooral in Duitsland, Frankrijk, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk bevinden zich veel bedrijven die onder Nederlandse zeggenschap staan, zie figuur 7.4.1. Daarbij hebben met name Duitsland en Frankrijk hun voorsprong uitgebouwd tussen 2010 en 2016, met respectievelijk 542 en 296 nieuwe dochterondernemingen. In België, Polen en China is in diezelfde periode juist een daling te zien van respectievelijk 134, 111 en 100 buitenlandse dochterondernemingen. In China sloten vooral Nederlandse bedrijven in de bedrijfstak vervoer en opslag hun deuren (of werden zij overgenomen door andere multinationals), gevolgd door industriële bedrijven en financiële instellingen. In België daalde in vrijwel alle bedrijfstakken het aantal Nederlandse dochterondernemingen, met uitzondering van de industrie.

Singapore aantrekkelijk voor Nederlandse multinationals

In de ASEAN-5 regio investeren Nederlandse multinationals vooral in Singapore, gevolgd door Maleisië en Indonesië. Van de 810 bedrijven onder Nederlandse zeggenschap in deze regio was in 2016 bijna de helft in Singapore gevestigd. In 2010 waren er 670 Nederlandse bedrijven actief in ASEAN-5. Vooral het aantal Nederlandse bedrijven in Singapore is flink gegroeid, namelijk van 275 in 2010 naar 375 in 2016. Deze bedrijven zijn vooral actief in advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening, alsook in vervoer en opslag, en groot- en detailhandel. Het aantal Nederlandse bedrijven in Thailand is in de onderzochte periode gedaald, van 105 naar 90. Dit betrof bedrijven in de groot- en detailhandel, industrie en vervoer en opslag. Hier was veel werkgelegenheid mee gemoeid, zoals blijkt uit figuur 7.4.3.

VAE dominant in aantrekken Nederlandse bedrijvigheid in Golfregio

In de Golfregio zijn vooral de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) een interessante partner voor Nederlandse multinationals om te investeren. Van de circa 280 bedrijven onder Nederlandse zeggenschap in de Golfregio waren in 2016 gevestigd in de VAE. Ook is het aantal Nederlandse bedrijven in de VAE – met 130 – flink gegroeid. Nederlandse bedrijven in de VAE zijn vooral actief in de industrie, advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening en in de groot- en detailhandel. In Bahrein, Oman en Koeweit daalde het aantal Nederlandse bedrijven; in Qatar en Saoedi-Arabië groeide – het relatief beperkte aantal Nederlandse bedrijven – licht in de onderzochte periode.

Aantal Nederlandse dochterondernemingen in Noord-Afrika stabiel

Marokko was in 2016 in Noord-Afrika het land met de meeste Nederlandse dochterondernemingen. Van de 95 Nederlandse bedrijven in deze regio stonden er 40 in Marokko. Tunesië en Egypte telden er beide 25, Algerije circa 5. In 2010 was Tunesië nog het land met de meeste Nederlandse ondernemingen (35), maar dit aantal is in de jaren daarna afgenomen. Als de vier landen samen bekeken worden, is het aantal Nederlandse ondernemingen tussen 2010 en 2016 gelijk gebleven.

Wat betreft de buitenlandse bedrijfstakken waar Nederlandse multinationals in investeren, is er een redelijk gelijke verdeling tussen de industrie, de groothandel, financiële instellingen en advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening, zoals blijkt uit figuur 7.4.2. Deze verhoudingen, zowel bij de landen als wat betreft de betrokken bedrijfstakken, zijn sinds 2010 niet veel veranderd.

In totaal waren er in 2016 13 282 Nederlandse dochterondernemingen in het buitenland. Daar werkten in totaal zo’n 1,4 miljoen werkzame personen. In 2010 waren dit er nog 1,6 miljoen, wat neerkomt op een afname van 187 duizend personen in 6 jaar.

Bij dochterondernemingen in Duitsland werkten in 2016 de meeste mensen, namelijk 331 duizend, zie figuur 7.4.3. De top-3 wordt verder gecompleteerd door de Verenigde Staten (266 duizend)noot4 en het Verenigd Koninkrijk (182 duizend). Wat verder opvalt, is het relatief hoge aantal werkzame personen per dochteronderneming in België: met 84 duizend werkzame personen bij 85 Nederlandse dochterondernemingen is dit bijna duizend mensen per onderneming. Dit is 3,5 keer zo hoog als bij Nederlandse bedrijven in Mexico, de tweede op die lijst. Deze bedrijven in Mexico telden gemiddeld 275 werkzame personen in 2016. Ter vergelijking: Duitsland heeft gemiddeld ‘maar’ 86 werkzame personen per onderneming. Andere ontwikkelingen die eruit springen zijn de relatieve toenames in Vietnam (+67 procent), Maleisië (+38 procent) en Indië (+26 procent) en afnames in Thailand (–52 procent) en Australië (–40 procent). Deze verschillen in omvang en ontwikkeling hebben te maken met de economische activiteiten die Nederlandse multinationals in het buitenland ontplooien alsook met de economische situatie en conjunctuur ter plaatse.

7.5Literatuur

Open literatuurlijst

Literatuur

BHOS (2018a). Handelsagenda bij de nota ‘Investeren in perspectief’. Geraadpleegd op https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brieven/2018/10/05/handelsagenda-bij-de-nota-investeren-in-perspectief

BHOS (2018b). Beleidsnota Investeren in Perspectief. Geraadpleegd op https://www.rijksoverheid.nl/documenten/beleidsnota-s/2018/05/18/pdf-beleidsnota-investeren-in-perspectie

Bremmer, D. (2019, 1 februari). ‘Brexit-paniek: een op de drie Britse bedrijven verplaatst personeel naar Europa’. Algemeen Dagblad. Geraadpleegd van https://www.ad.nl/economie/brexit-paniek-een-op-de-drie-britse-bedrijven-verplaatst-personeel-naar-europa~aa39639b/ op 19 juni, 2019.

CBS (2018a). CBS Internationaliseringsmonitor 2018, vierde kwartaal: Financiële globalisering. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.

CBS (2018b). Multinationals en niet-multinationals in de Nederlandse economie. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.

CBS (2019). CBS Internationaliseringsmonitor 2019, eerste kwartaal: Verenigde Staten. Centraal Bureau voor de Statistiek: Heerlen/Den Haag/Bonaire.

DNB (2018, 21 september). SNB: Overschot lopende rekening tweede kwartaal hoger dan een jaar geleden. Geraadpleegd van https://www.dnb.nl/nieuws/nieuwsoverzicht-en-archief/Statistischnieuws2018/dnb378918.jsp op 18 juni, 2019.

DNB (2019, 2 mei). DNBulletin: Buitenlandse investeringen van en naar het VK duiken in de min. Geraadpleegd van https://www.dnb.nl/nieuws/nieuwsoverzicht-en-archief/DNBulletin2019/dnb383730.jsp op 18 juni, 2019.

Driessen, C. (2018). NRC checkt: 'VS investeren 70 miljard minder door maatregelen kabinet. Geraadpleegd op https://www.nrc.nl/nieuws/2018/08/23/70-miljard-lagere-investeringen-uit-vs-veroorzaakt-door-maatregelen-kabinetnrc-checkt-a1613943

Forbes (2017). Best Countries for Business, The List. Geraadpleegd van https://www.forbes.com/best-countries-for-business/list op 7 November, 2018.

Homan, M. (2019, 24 januari). Brexit-buit: 250 bedrijven willen zich vestigen in Nederland. RTL Z. Geraadpleegd van https://www.rtlz.nl/algemeen/buitenland/artikel/4585746/brexit-verplaatsen-bedrijven-nederland-250-plannen op 19 juni, 2019.

NOS (2018). Amerikaanse ondernemingen keren Nederland de rug toe. Geraadpeegd op https://nos.nl/artikel/2244820-amerikaanse-ondernemingen-keren-nederland-de-rug-toe.html

Mersbergen, Van, S. (2018), Amerikaanse bedrijven laten Nederland steeds vaker links liggen. Geraadpleegd op https://www.ad.nl/economie/amerikaanse-bedrijven-laten-nederland-steeds-vaker-links-liggen-ad501ccd/

Van Velzen, J. (2019, 1 februari). Al 18 procent Britse bedrijven verplaatsten banen vanwege Brexit. Trouw. Geraadpleegd van https://www.trouw.nl/nieuws/al-18-procent-britse-bedrijven-verplaatsten-banen-vanwege-brexit~b764382f/ op 18 juni, 2019.

World Economic Forum (2018). Global Competitiveness Report 2018. Geraadpleegd van https://www.weforum.org/reports/the-global-competitveness-report-2018 op 1 november, 2018.

UNCTAD (2018). World Investment Report. Investment and new Industrial Policies. Geraadpleegd van https://unctad.org/en/PublicationsLibrary/wir2018_en.pdf op 1 november, 2018.

Noten

Zie hoofdstuk 2 van de Internationaliseringsmonitor (CBS, 2019) voor een uitgebreide analyse van de bilaterale investeringsrelatie tussen Nederland en de Verenigde Staten.

De ASEAN-5 landen bestaan uit Indonesië, Maleisië, Singapore, Thailand en Vietnam.

De Golf-regio bestaat uit Bahrein, Koeweit, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten.

De hier genoemde 266 duizend Amerikaanse werknemers bij bedrijven onder Nederlandse zeggenschap in de VS wijkt af van de genoemde aantallen Amerikaanse werknemers in hoofdstuk 5 van de Internationaliseringsmonitor 2019, thema VS (CBS, 2019). Dat heeft te maken met het feit dat de cijfers in de Internationaliseringsmonitor afkomstig zijn van het Bureau of Economic Analysis, dat een andere definitie van multinationale activiteit hanteert dan het CBS. Het CBS hanteert het begrip ‘UCI’ of ‘ultimate controlling institute’ om te bepalen onder welke vlag een bedrijf opereert, conform de verordeningen van de FATS-statistieken. Dan wordt de werkgelegenheid toegekend aan het land waar de daadwerkelijke beslissingen en zeggenschap over het hele concern zetelt. Het BEA hanteert het begrip ‘UBO’ of ‘Ultimate Beneficial Owner’, wat meer in de richting van eigendom (juridisch) zit dan in de richting van controle. Zie: https://unstats.un.org/unsd/trade/events/2013/foc/recommendations/7a%20-%20Eurostat%20FATS%20Manual%20-%202009.PDF.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
Nihil
(Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2018–2019 2018 tot en met 2019
2018/2019 Het gemiddelde over de jaren 2018 tot en met 2019
2018/’19 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2018 en eindigend in 2019
2016/’17–2018/’19 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2016/’17 tot en met 2018/’19

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Linda Bruls

Loe Franssen

Marjolijn Jaarsma

Alex Lammertsma

Tom Notten

Pascal Ramaekers

Khee Fung Wong

Redactie

Marjolijn Jaarsma

Alex Lammertsma

Pascal Ramaekers

Eindredactie

Marjolijn Jaarsma

Alex Lammertsma

Dankwoord

We danken de volgende collega’s voor hun constructieve bijdrage aan deze editie

van Nederland Handelsland:

Elijah Cats

Dennis Cremers

Frans Duijsings

Richard Jollie

Carla Sebo-Ros

Roos Smit

Sandra Vasconcellos

Roger Voncken

Hendrik Zuidhoek

Vertaalbureau CBS

We danken ook de volgende medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor hun feedback op een eerdere versie van Nederland Handelsland:

Klaas Bouman

Tom Beerling

Laurens den Hartog

Marga Veeneman