Voorbij het BBP

Foto omschrijving: Jonge vrouw rijdt op omafiets over een dijk met windmolens.

Overkoepelend beeld Monitor Brede Welvaart & de Sustainable Development Goals 2020

Deze publicatie schetst de ontwikkeling van de brede welvaart en de SDG’s in Nederland in 2019. De grote invloed die COVID-19 en de daarmee verband houdende maatregelen op onze economie en de samenleving hebben, blijven in deze Monitor dan ook onbesproken. Dat betekent overigens niet dat het begrip brede welvaart niet van grote betekenis is wanneer wordt gekeken naar de maatschappelijke uitdagingen waarmee Nederland zich nu geconfronteerd ziet. Tal van aspecten die de kwaliteit van leven bepalen, worden meer dan voorheen in besluitvormingsprocedures betrokken. Het begrip brede welvaart en het behalen van de SDG’s blijken daardoor relevanter dan ooit.

Deze Monitor beschrijft de ontwikkeling van de brede welvaart in het ‘hier en nu’, de potentiële brede welvaart van komende generaties (‘later’) en het effect van ons handelen op de brede welvaart in andere landen (‘elders’). Dat wordt gedaan aan de hand van een gestructureerde set indicatoren die de vele aspecten van brede welvaart beschrijven. Naast economie en arbeid gaat het daarbij ook om zaken als gezondheid, onderwijs en leefomgeving. Hierbij wordt gekeken naar ontwikkelingen in het meest recente jaar, trends over de afgelopen acht jaren (de middellange termijn: 2012–2019) en, waar beschikbaar, langetermijnontwikkelingen vanaf 1995.noot1 Per indicator wordt ook gekeken naar de positie van Nederland binnen de Europese Unie (EU). Vervolgens wordt de verdeling van de huidige brede welvaart tussen verschillende groepen in de bevolking onder de loep genomen.

Tot slot wordt in deze publicatie gekeken naar de voortgang richting het behalen van de 17 Sustainable Development Goals (SDG’s) in Nederland, op basis van zowel de SDG- als brede-welvaartindicatoren (de SDGplus-indicatoren). De SDG’s zijn in 2015 opgesteld door de Verenigde Naties (VN) en door 193 landen ondertekend (VN, 2015). De SDG’s sluiten goed aan bij het streven naar een hogere brede welvaart. Onderliggende principes van de SDG-agenda zoals het uitgangspunt van ‘leave no one behind’, de aandacht voor onze voetafdruk en de vijf p’s (people, planet, peace, prosperity & partnership) zijn alle zeer relevant voor onze kwaliteit van leven en voor de toekomstbestendigheid van die levenskwaliteit.

Samenvattend beeld

In 2019 stond Nederland er economisch gezien sterk voor. In de woorden van Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank, kreeg de Nederlandse economie een 9 (Head Topics, 2020). Met ons bbp en de werkgelegenheid zat het in 2019 dus wel goed. De materiële welvaart was hoog en is sterk gestegen in de afgelopen jaren. Tegelijkertijd valt op dat niet alle brede-welvaartsaspecten de laatste jaren 1-op-1 zijn meegegroeid met het bbp. Dat geldt ook voor een aantal materiële aspecten. Zo steeg het volume van het bbp vanaf 1995 met meer dan 60 procent, maar namen het reëel beschikbaar inkomen en het volume van de consumptie van huishoudens met ruim 40 procent toe. En op een aantal immateriële punten zijn we achteruit­gegaan.

Nederland is kwetsbaar op het gebied van natuurlijk kapitaal. Vergeleken met andere EU-landen bevindt Nederland zich op veel onderdelen onderaan de ranglijst. Het stikstofoverschot behoort tot de hoogste in Europa en de capaciteit en het aandeel aan hernieuwbare energie behoren tot de laagste. Ook nemen, op één neutrale ontwikkeling na, alle biodiversiteits­indicatoren trendmatig af. Wel stijgt het areaal beheerde natuur en neemt de capaciteit aan hernieuwbare energie sterk toe.

Bij het thema gezondheid is het beeld wisselend. Vergeleken met andere EU-landen behoort Nederland op dit onderdeel tot de middengroep. De gezonde levensverwachting van vrouwen is relatief laag en het overgewicht onder de Nederlandse bevolking neemt al decennialang gestaag toe. Ook lijkt de samenleving iets drukker en meer gehaast te worden. De filedruk neemt toe, de tevredenheid met de vrije tijd neemt af, en in lijn daarmee daalt ook het percentage mensen dat vrijwilligerswerk doet en het aantal contacten met familie, vrienden of buren. Verder neemt de werkgerelateerde psychische vermoeidheid toe, en daalt het aandeel psychisch gezonden in de totale bevolking. Mogelijk is dit een keerzijde van de hoge en de laatste jaren sterk toegenomen arbeidsparticipatie. Ter relativering moet daarbij wel worden opgemerkt dat in Nederland vergeleken met andere EU-landen relatief veel vrijwilligerswerk wordt verricht en dat de tevredenheid met de vrije tijd nog altijd relatief hoog is vergeleken met andere landen.

Het is evenwel niet zo dat Nederland alleen in materieel opzicht vooruitgang heeft geboekt. Ook ons welzijn is de laatste jaren toegenomen en bevindt zich Europees gezien op een hoog niveau. Ditzelfde kan gezegd worden voor ons vertrouwen in de medemens en in instituties. Nederland is een ‘high-trust society’. Ook neemt de veiligheid verder toe. Dit is een goede basis voor brede welvaart, net als een solide economie. Bij die economie zijn anno 2019 enkele kanttekeningen te plaatsen. Allereerst heeft het feit dat de Nederland een handeldrijvende natie is zowel positieve als negatieve effecten. Die handelsrelatie werkt ook voor andere landen welvaartsverhogend. Maar Nederland onttrekt er ook veel grondstoffen mee, zowel uit andere landen als uit eigen land.

De verdeling van de brede welvaart is ook niet voor iedereen gelijk. Met name laagopgeleiden en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond kennen gemiddeld genomen een minder brede welvaart dan anderen. Vooral het opleidingsniveau is onderscheidend. Bij een lager opleidingsniveau is er een grote kans op een lage brede welvaart in tal van opzichten. Wat dat betreft is migratie­achtergrond als factor minder onderscheidend. Ook profiteert niet iedereen van de toenemende materiële welvaart, zoals blijkt uit een groeiende armoedekloof, een hoger aandeel huishoudens in langdurige armoede en een stijgend aantal daklozen. Wel staat Nederland er op het gebied van materiële welvaart en welzijn goed voor vergeleken met de andere landen in de EU. Bij de indicatoren behorend bij SDG 1 (Geen armoede) is een zelfde beeld zichtbaar. Ook daar bevindt ons land zich in de Europese kopgroep.

Brede welvaart in het hier en nu

De huidige brede welvaart in Nederland wordt getoond aan de hand van acht thema’s, te weten welzijn, materiële welvaart, gezondheid, arbeid en vrije tijd, wonen, samenleving, veiligheid en milieu.

Uitleg Brede-welvaarttrends (BWT)

De binnenste ring van de Brede-welvaarttrends (BWT) geeft informatie over de middellangetermijntrend (gebaseerd op beschikbare datapunten in de jaren 2012–2019). De buitenste ring geeft de gemiddelde mutatie in het laatste verslagjaar ten opzichte van het voorgaande jaar. Wijs in de figuur een indicator aan om te zien wat daar is gemeten. Doorklikken geeft meer informatie over de ontwikkeling in Nederland en de positie ten opzichte van de andere EU-landen. Waar mogelijk zijn tijdreeksen opgenomen vanaf 1995.

Voor trends en voor de meest recente jaarlijkse mutaties is de betekenis van kleuren: Voor posities is de betekenis van kleuren:
Groen Groen
de indicator beweegt in de richting die wordt geassocieerd met een stijging van de brede welvaart. Nederland staat in het bovenste kwartiel van de EU-ranglijst.
Grijs Grijs
de indicator stijgt of daalt niet significant. Nederland staat in het midden van de EU-ranglijst.
Rood Rood
de indicator beweegt in de richting die wordt geassocieerd met een daling van de brede welvaart. Nederland staat in het onderste kwartiel van de EU-ranglijst.
Brede-welvaarttrends (BWT): hier en nu
BredeWelvaartTrendsHier en Nu+1,1%Bruto binnenlandsproductPositie in EU in 2019Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20193e van 19PositiefNeutraalKlik voor meer informatie+1,6%ptWelzijnTevredenheid methet levenPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20191e van 16PositiefPositiefKlik voor meer informatie+1,2%ptWelzijnPersoonlijkewelzijnsindexMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-2019PositiefNeutraalKlik voor meer informatie-0,8%ptWelzijnErvaren regie overhet eigen levenPositie in EU in 2017Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2016-20184e van 28NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie+1,0%Materiële welvaartMediaan besteedbaarinkomenPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-20187e van 28PositiefNeutraalKlik voor meer informatie+0,8%Materiële welvaartIndividueleconsumptiePositie in EU in 2019Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20195e van 17PositiefNeutraalKlik voor meer informatie+1,0%GezondheidGezonde levensverwachtingmannenPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201916e van 28NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie+0,8%GezondheidGezonde levensverwachtingvrouwenPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201922e van 28NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie-0,1%ptGezondheidOvergewicht Positie in EU in 2016Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201910e van 28NegatiefNeutraalKlik voor meer informatie-0,4%ptArbeid en vrije tijdLangdurigewerkloosheidPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20198e van 28NeutraalPositiefKlik voor meer informatie+1,0%ptArbeid en vrije tijdNettoarbeidsparticipatie Positie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20193e van 28PositiefPositiefKlik voor meer informatie+0,8%ptArbeid en vrije tijdHoogopgeleidebevolkingPositie in EU in 2019Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201911e van 28PositiefPositiefKlik voor meer informatie+0,3%ptArbeid en vrije tijdTevredenheid metvrije tijdPositie in EU in 2013Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20193e van 28NegatiefNeutraalKlik voor meer informatie+4,5%Arbeid en vrije tijdTijdverlies door filesen vertragingMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-2018NegatiefNeutraalKlik voor meer informatie+1,3%ptArbeid en vrije tijdTevredenheid metwerk (werknemers)Positie in EU in 2017Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20197e van 28NeutraalPositiefKlik voor meer informatie+1,0%ptWonenKwaliteit vanwoningenPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201918e van 28NeutraalPositiefKlik voor meer informatie+1,0%ptWonenTevredenheid metwoningPositie in EU in 2017Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20199e van 28NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie-0,3%ptSamenlevingContact met familie,vrienden of burenPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20191e van 16NegatiefNeutraalKlik voor meer informatie+1,7%SamenlevingInspraak enverantwoordingsplichtPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-20184e van 28NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie+0,4%ptSamenlevingVertrouwen ininstitutiesPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20192e van 16PositiefNeutraalKlik voor meer informatie+0,1%ptSamenlevingVertrouwen inmensenPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20192e van 16PositiefNeutraalKlik voor meer informatie+4,5%ptSamenlevingOntwikkeling normenen waardenMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-2018NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie-0,9%ptSamenlevingVrijwilligerswerk Positie in EU in 2015Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20191e van 28NegatiefNeutraalKlik voor meer informatie0,0%ptVeiligheidVaak onveilig voelenin de buurtMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-2019PositiefPositiefKlik voor meer informatie-0,8%ptVeiligheidSlachtofferschap vanmisdaadPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-201911e van 16PositiefPositiefKlik voor meer informatie+0,3%ptMilieuBeheerde natuurin NNNMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-2018PositiefPositiefKlik voor meer informatie+1,2%ptMilieuKwaliteit vanzwemwater binnenwaterenPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201917e van 26PositiefNeutraalKlik voor meer informatie-0,7%MilieuFauna van zoetwateren moerasMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-2018NegatiefNegatiefKlik voor meer informatie-1,2%MilieuFauna vanhet landMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-2018NeutraalNegatiefKlik voor meer informatie+1,6%ptMilieuStikstofdepositie enlandnatuurMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-2018NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie+5,1%MilieuStedelijke blootstelling aanfijnstof (PM2,5)Positie in EU in 2017Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-20188e van 25PositiefNeutraalKlik voor meer informatie-1,0%ptMilieuMilieuproblemen Positie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201922e van 28NeutraalPositiefKlik voor meer informatie
Sluit dit thema
Wiel_Hier-en-Nu_Positie-EUPositie in EUDe balken geven de positie aan van Neder-land in de Europese Unie per indicator.Onderin EU-ranglijstBovenin EU-ranglijstMiddenpositieLegendaGeen databbpper hoofdbevolkingWelzijnMateriëleWelvaartWonenVeiligheidGezondheidArbeid en vrije tijdMilieuSamenleving02010304050607080910111214131516211718192022232425272628293031Stijging Brede WelvaartGeen veranderingDaling Brede WelvaartLangjarige trend (8 jaar)Mutatie (laatste jaar)Legenda

Welzijn. De mate waarin mensen tevreden zijn met hun leven bepaalt hun welzijn. In Nederland gaat het hiermee overwegend goed. Zowel de tevredenheid met het leven als het persoonlijke welzijn zijn de laatste acht jaar trendmatig toegenomen. De tevredenheid met het leven was sinds de start van de meting in 1997 niet eerder zo groot als in 2019. Voor indicatoren waarvoor bij dit thema een internationale vergelijking mogelijk is, valt op dat Nederland zeer hoog scoort. Er bestaan wel verschillen tussen bevolkingsgroepen. Zo zijn mensen in de leeftijd van 65 tot 75 jaar bovengemiddeld tevreden met het leven, terwijl personen tussen de 25 en 35 juist benedengemiddeld tevreden zijn. Ook hoogopgeleiden en mensen met een Nederlandse achtergrond zijn bovengemiddeld tevreden, terwijl laagopgeleiden en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond benedengemiddeld tevreden zijn.

Materiële welvaart. Deze wordt gemeten met het inkomen dat mensen te besteden hebben en de goederen en diensten die ze hiermee kunnen aanschaffen. De ontwikkeling en het niveau van de materiële welvaart zijn positief. Zowel het besteedbaar inkomen als de individuele consumptie neemt trendmatig toe. De individuele consumptie lag in 2019 op het hoogste niveau van de voorbije vijfentwintig jaar. Ook in vergelijking met andere EU-landen is onze materiële welvaart hoog. Wel bestaan er substantiële verschillen tussen bevolkingsgroepen. Die verschillen hangen zowel samen met leeftijd, opleidingsniveau en migratieachtergrond.

Gezondheid. Gezondheid is bepalend voor de kwaliteit van leven. Een ziekte of beperking belemmert iemands mogelijkheden om deel te nemen aan de samenleving. Qua gezondheid gaat Nederland er op veel aspecten niet op vooruit. Overgewicht, dat een negatief effect heeft op de gezondheid, komt ondertussen voor bij meer dan de helft van de personen van 20 jaar en ouder. En dit neemt trendmatig toe. Vanaf 1995 nam het aandeel mensen met overgewicht vrijwel onafgebroken toe en in 2014 lag het percentage voor het eerst boven de 50. Daarentegen nemen het aantal rokers en het alcoholgebruik verder af (SDG 3.5.2). Het percentage mannen met overgewicht is hoger dan dat van vrouwen. Ook hebben laagopgeleiden vaker overgewicht dan hoogopgeleiden. Verder neemt overgewicht tot en met de leeftijdsgroep van 65 tot 75 jaar toe met de leeftijd. Qua gezonde levensverwachting staan Nederlandse mannen in de Europese middengroep, maar bevinden Nederlandse vrouwen nog steeds zich in de Europese achterhoede.

Arbeid en vrije tijd. Brede welvaart hangt voor veel mensen sterk af van het hebben van passend en betaald werk. Daar staat tegenover dat ook vrije tijd meespeelt bij brede welvaart. Een goede opleiding is van groot belang voor de mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Qua arbeid en vrije tijd is het beeld gemengd. Zo neemt de nettoarbeidsparticipatie trendmatig toe, evenals het aandeel hoogopgeleiden in de bevolking. Beide lagen in 2019 op het hoogste niveau van de voorbije vijfentwintig jaar. Het tijdverlies door files nam tussen 2012 en 2019 echter weer toe. Tussen 2008 en 2012 namen de files onder invloed van de economische crisis juist af. De tevredenheid met de vrije tijd neemt trendmatig af. De meeste ontwikkelingen van 2018 op 2019 bij dit thema waren positief. Zo was de langdurige werkloosheid significant lager dan in 2018 en was er sprake van een duidelijke toename van de nettoarbeidsparticipatie, het aandeel hoogopgeleiden en de tevredenheid met het werk. In vergelijking met andere EU-landen staat Nederland op de meeste onderdelen hoog op de ranglijst. Er zijn wel verschillen tussen bevolkingsgroepen, bijvoorbeeld naar opleidingsniveau. Waar 82 procent van de hoogopgeleiden betaald werk heeft, geldt dit voor 72 procent van de middelbaar opgeleiden en de helft van de laagopgeleiden.

Wonen. Een goed dak boven het hoofd behoort tot de eerste levensbehoeften. Mensen geven dan ook een substantieel deel van hun inkomen uit aan hun huisvesting. Qua wonen gaat Nederland er niet veel op voor- of achteruit en bezet Nederland een middenpositie in de EU. In 2019 is de kwaliteit van de woningen significant verbeterd. Er zijn ook qua wonen significante verschillen tussen groepen in de bevolking. Zo rapporteren jongeren relatief vaak gebreken aan de woning en ouderen juist relatief weinig. Ook ervaren mensen met een niet-westerse achtergrond vaker gebreken aan de woning dan mensen met een Nederlandse achtergrond.

Samenleving. Een essentieel onderdeel van brede welvaart vormt een samenleving waaraan iedereen kan deelnemen en waarin mensen kunnen vertrouwen op elkaar en op instituties als de overheid en het rechtssysteem. Wat dit betreft is het beeld gemengd. Trendmatig is het percentage mensen dat georganiseerd vrijwilligerswerk verricht afgenomen. Ook qua contact met familie, vrienden of buren is sprake van een afnemende trend. Het vertrouwen in instituties en in andere mensen neemt daarentegen trendmatig toe. Op alle aspecten van de samenleving neemt Nederland in vergelijking met andere Europese landen een hoge positie in. Met name rond het hebben van vertrouwen in andere mensen zijn er echter wel verschillen naar geslacht, leeftijd, onderwijsniveau en migratieachtergrond. Waar minder dan de helft van de laag­opgeleiden vertrouwen heeft in anderen, is dat voor middelbaar opgeleiden 60 procent en voor hoogopgeleiden 80 procent.

Veiligheid. Misdaad kan ingrijpende gevolgen hebben voor de slachtoffers. Qua impact van het verschijnsel misdaad zijn zowel het feitelijke risico op slachtofferschap als het gevoel van (on)veiligheid van belang. Het beeld hieromtrent is positief. Het percentage mensen dat zich vaak onveilig voelt in de eigen buurt neemt trendmatig af. Tussen 2008 en 2013 nam het percentage nog wel toe, maar na 2014 is een dalende lijn ingezet. Ook het slachtofferschap van misdrijven daalt trendmatig. Beiden waren in 2019 significant lager dan in 2018. Qua aantal slachtoffers doet Nederland het Europees gezien gemiddeld. Hoogopgeleiden geven bovengemiddeld vaak aan slachtoffer te zijn geweest van (traditionele) criminaliteit, maar een benedengemiddeld aandeel van hen voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. Bij laagopgeleiden is dit andersom.

Milieu. Schone lucht, schoon water, gezonde natuur en een gezonde bodem zijn belangrijke levensbehoeften. Het beeld bij dit thema is gemengd. Hoewel meerdere trends positief zijn, zijn er in 2019 zowel veranderingen ten gunste als ten ongunste opgetreden. Het areaal beheerde natuur binnen Natuur Netwerk Nederland stijgt trendmatig. Dit is het netwerk van bestaande en nog aan te leggen natuur, en omvat zowel nationale parken als agrarisch natuurbeheer en terrein aangekocht voor natuurontwikkeling. Ook stijgt de kwaliteit van het zwemwater in binnenwateren en daalt de blootstelling aan fijnstof in de steden. Daarentegen dalen de soortenrijkdom en de populatie van dieren die typerend zijn voor zoetwater en moeras. De fauna van zoetwater en moeras nam tussen 1995 en 2008 toe, bleef vervolgens enkele jaren stabiel, en toont vanaf 2014 een achteruitgang. Daarnaast is sprake van een afname van stadsvogels en vogels van het boerenland en nam het aantal bedreigde soorten op de rode lijst toe (SDG 15.5.1). In 2019 was het percentage mensen dat milieuproblemen ervaart wel significant lager dan in 2018. Qua milieu staat Nederland er in vergelijking met andere EU-landen veelal slecht tot gemiddeld voor. Overigens kan niet voor alle indicatoren een vergelijking gemaakt worden.

Brede welvaart later

Brede welvaart ´later´ betreft de hulpbronnen die volgende generaties nodig hebben om eenzelfde niveau van welvaart te kunnen bereiken als hun ouders. Deze hulpbronnen worden hierbij aangeduid als ´kapitaal´. Uitgangspunt is dat de hoeveelheid kapitaal per inwoner voor de vier verschillende kapitaalvormen op zijn minst gelijk moet blijven, willen volgende generaties een zelfde niveau van welvaart kunnen genieten.

Brede-welvaarttrends (BWT): later
BredeWelvaartTrendsLater+1,1%Bruto binnenlandsproductPositie in EU in 2019Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20193e van 19PositiefNeutraalKlik voor meer informatie-0,7%Economisch kapitaalFysiekekapitaalgoederenvoorraadPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-20187e van 11NegatiefNeutraalKlik voor meer informatie-1,8%Economisch kapitaalKenniskapitaal-goederenvoorraadPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-20181e van 12PositiefNeutraalKlik voor meer informatie+0,4%Economisch kapitaalGemiddelde schuldper huishoudenPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-201823e van 25NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie+35,7%Economisch kapitaalMediaan vermogenvan huishoudensMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-2018NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie-10,8%Natuurlijk kapitaalFossieleenergiereservesPositie in EU in 2017Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20197e van 13NegatiefNegatiefKlik voor meer informatie+26,7%Natuurlijk kapitaalOpgesteld vermogenhernieuwbare elektriciteitPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201922e van 26PositiefNeutraalKlik voor meer informatie+0,3%ptNatuurlijk kapitaalBeheerde natuurin NNNMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-2018PositiefPositiefKlik voor meer informatie-32,3%Natuurlijk kapitaalFosforoverschot Positie in EU in 2017Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201910e van 16NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie-10,1%Natuurlijk kapitaalStikstofoverschot Positie in EU in 2017Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201917e van 17NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie-1,2%Natuurlijk kapitaalFauna vanhet landMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-2018NeutraalNegatiefKlik voor meer informatie-0,7%Natuurlijk kapitaalFauna van zoetwateren moerasMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-2018NegatiefNegatiefKlik voor meer informatie+1,6%Natuurlijk kapitaalOppervlakte- engrondwaterwinningPositie in EU in 2017Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-201811e van 14PositiefNeutraalKlik voor meer informatie+5,1%Natuurlijk kapitaalStedelijke blootstelling aanfijnstof (PM2,5)Positie in EU in 2017Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-20188e van 25PositiefNeutraalKlik voor meer informatie+0,3%Natuurlijk kapitaalCumulatieveCO₂-emissiesPositie in EU in 2014Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201913e van 17NegatiefNeutraalKlik voor meer informatie+1,3%Menselijk kapitaalGewerkteurenPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201919e van 28PositiefNeutraalKlik voor meer informatie+0,8%ptMenselijk kapitaalHoogopgeleidebevolkingPositie in EU in 2019Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201911e van 28PositiefPositiefKlik voor meer informatie+0,8%Menselijk kapitaalGezonde levensverwachtingvrouwenPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201922e van 28NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie+1,0%Menselijk kapitaalGezonde levensverwachtingmannenPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201916e van 28NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie+0,1%ptSociaal kapitaalVertrouwen inmensenPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20192e van 16PositiefNeutraalKlik voor meer informatie+0,6%ptSociaal kapitaalDiscriminatiegevoelens Positie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2016-201812e van 16NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie+0,4%ptSociaal kapitaalVertrouwen ininstitutiesPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20192e van 16PositiefNeutraalKlik voor meer informatie
Sluit dit thema
Wiel_Later_Positie-EUbbpper hoofdbevolkingPositie in EUDe balken geven de positie aan van Nederland in de Europese Unie per indicator.Onderin EU-ranglijstBovenin EU-ranglijstMiddenpositieLegendaGeen dataEconomischkapitaal02010304Natuurlijkkapitaal05060708091011121314Menselijkkapitaal15161718Sociaalkapitaal192021Stijging Brede Welvaart Geen veranderingDaling Brede WelvaartLangjarige trend (8 jaar)Mutatie (laatste jaar)Legenda

Economisch kapitaal. Nederlands fysieke kapitaalgoederenvoorraad daalt trendmatig, maar de kenniskapitaalgoederenvoorraad neemt wel toe. Qua kenniskapitaal staat Nederland bovenaan in de EU. De schulden van huishoudens, die in de context van brede welvaart als een negatief economisch kapitaal gezien worden, zijn echter relatief hoog.

Natuurlijk kapitaal. Qua natuurlijk kapitaal staat Nederland er – Europees gezien – zwak voor. Trendmatig zijn er zowel neerwaartse als opwaartse ontwikkelingen. De fossiele energie­reserves nemen trendmatig af, en de fauna van zoetwater en moeras gaat achteruit. Ook nemen de cumulatieve CO2-emissies trendmatig toe. Dit draagt bij aan een afname van de brede welvaart. Aan de andere kant neemt het opgestelde vermogen aan hernieuwbare energie trendmatig toe, evenals de omvang van het Natuur Netwerk Nederland. De hoeveelheid stedelijk fijnstof en de oppervlakte- en grondwaterwinning nemen trendmatig af. Deze factoren bewerkstelligen een toename van de brede welvaart. In de internationale vergelijking staat Nederland veelal in de achterhoede of in de middenmoot. Zo kent Nederland een groot stikstofoverschot per hectare cultuurgrond, en een relatief laag opgesteld vermogen aan hernieuwbare energie. Dat vermogen laat over de lange termijn bekeken overigens wel een zeer sterke toename zien.

Menselijk kapitaal. Qua menselijk kapitaal kent Nederland belangrijke opwaartse trends. Zo neemt het aantal gewerkte uren per inwoner trendmatig toe. Dit was de laatste vijfentwintig jaar nog niet zo hoog als in 2019. Het aandeel hoogopgeleiden op de totale bevolking stijgt trendmatig en was in 2019 significant hoger dan het jaar ervoor. In de voorbije vijfentwintig jaar nam dit aandeel vrijwel continu toe. Vergeleken met andere Europese landen neemt Nederland op veel terreinen een middenpositie in. Wel is de gezonde levensverwachting van vrouwen in Nederland vergeleken met die in de andere EU-landen laag.

Sociaal kapitaal. Het sociaal kapitaal van Nederland is redelijk groot en stijgend. Zowel het vertrouwen in instituties als het vertrouwen in andere mensen is groot vergeleken met andere landen in de EU. Bovendien nemen beide vormen van vertrouwen trendmatig toe. In vergelijking met andere EU-landen voelt echter een aanzienlijk deel van de bevolking zich behoren tot een gediscrimineerde groep. Dit aandeel heeft geen duidelijke op- of neerwaartse trend.

Brede welvaart elders

De Nederlandse samenleving heeft ook invloed op de rest van de wereld, wat weerspiegeld wordt in de brede welvaart ‘elders’. Centraal staan hierin de stromen van inkomens en hulpbronnen tussen Nederland en het buitenland. Binnen de brede welvaart ´elders´ worden de thema’s handel en hulp, en milieu en grondstoffen onderscheiden.

Brede-welvaarttrends (BWT): elders
BredeWelvaartTrendsElders+1,1%Bruto binnenlandsproductPositie in EU in 2019Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20193e van 19PositiefNeutraalKlik voor meer informatie+3,5%Handel en hulpInvoer vangoederen totaalMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-2019NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie+1,0%Handel en hulpInvoer van goederenuit EuropaMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-2019NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie+9,8%Handel en hulpInvoer van goederenuit AfrikaMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-2019NegatiefNeutraalKlik voor meer informatie+10,7%Handel en hulpInvoer van goederenuit AmerikaMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-2019NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie+6,7%Handel en hulpInvoer van goederenuit AziëMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-2019PositiefNeutraalKlik voor meer informatie+1,7%Handel en hulpInvoer van goederenuit OceaniëMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-2019PositiefNeutraalKlik voor meer informatie+1,8%Handel en hulpTotale invoeruit LDC'sPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-20192e van 28NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie+0,0%ptHandel en hulpOntwikkelingshulp Positie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-20186e van 25NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie+0,1%ptHandel en hulpOverdrachten Positie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2017-20184e van 28PositiefNeutraalKlik voor meer informatie-1,6%Milieu en grondstoffenInvoer fossieleenergiedragersPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201928e van 28NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie-13,6%Milieu en grondstoffenInvoer fossiele energiedragersuit LDC'sMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-2019PositiefNeutraalKlik voor meer informatie+7,1%Milieu en grondstoffenInvoermetalenPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201925e van 28NegatiefNeutraalKlik voor meer informatie+151,3%Milieu en grondstoffenInvoer metalenuit LDC'sMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-2019NegatiefNeutraalKlik voor meer informatie+4,2%Milieu en grondstoffenInvoer niet-metaalmineralenPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201926e van 28NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie-4,5%Milieu en grondstoffenInvoer niet-metaal mineralenuit LDC'sMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-2019NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie+2,7%Milieu en grondstoffenInvoerbiomassaPositie in EU in 2018Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-201928e van 28NegatiefNeutraalKlik voor meer informatie-2,7%Milieu en grondstoffenInvoer biomassauit LDC'sMiddellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-2019NeutraalNeutraalKlik voor meer informatie+3,5%Milieu en grondstoffenBroeikasgasvoetafdruk Middellangetermijntrend (2012-2019)Ontwikkeling in 2018-2019NeutraalNegatiefKlik voor meer informatie
Sluit dit thema
Wiel_Elders_Positie-EUPositie in EUDe balken geven de positie aan van Nederland in de Europese Unie per indicator.Onderin EU-ranglijstBovenin EU-ranglijstMiddenpositieLegendaGeen databbpper hoofdbevolkingHandel en hulp080709 Milieu en grondstoffen101112131514161817010203040605Stijging Brede Welvaart Geen veranderingDaling Brede Welvaart Langjarige trend (8 jaar)Mutatie (laatste jaar)Legenda

Handel en hulp. Qua handel en hulp zijn de trends overwegend neutraal of positief. Zo nam de waarde van de invoer van goederen uit Azië en Oceanië toe en was ook de trend bij de overdrachten opwaarts. Voor zowel de betreffende invoerstromen als de overdrachten geldt dat deze in 2019 het hoogst waren in vijfentwintig jaar. De trend van de goedereninvoer uit Afrika is neerwaarts, maar deze invoer was in 2019 wel significant hoger dan in 2018. Voor die indicatoren waarvoor een internationale vergelijking mogelijk is, staat Nederland hoog op de Europese ranglijst. Hierbij speelt de Rotterdamse haven een grote rol.

Milieu en grondstoffen Qua milieu en grondstoffen is het beeld minder positief. Zo stijgen de ingevoerde hoeveelheden biomassa en metalen trendmatig, net als de invoer van metalen uit de armste landen. Uit het oogpunt van het behoud van grondstoffen voor volgende generaties elders worden deze trends als negatief voor brede welvaart gezien. De totale invoer van metalen was het hoogste in vijfentwintig jaar. Ook de invoer van biomassa was nog niet eerder zo hoog. De invoer van de metalen uit de armste landen steeg in 2019 significant. Ook de broeikasgasvoetadruk laat een grote stijging zien van 2018 op 2019, maar de trend is nog steeds neutraal. De invoer van fossiele energiedragers uit de armste landen daalt wel trendmatig. Dit is de enige indicator bij dit thema die zich ontwikkelt in de richting van een toename van brede welvaart. Internationaal gezien staat Nederland bij dit thema in de achterhoede.

Verdeling van brede welvaart

De brede welvaart in het hier en nu is niet gelijk verdeeld. Er zijn bevolkingsgroepen die op veel indicatoren bovengemiddeld scoren, wat duidt op een hogere brede welvaart. Dat geldt vooral voor mensen zonder migratieachtergrond en voor mensen met een hoog onderwijsniveau. Aan de andere kant zijn er groepen die juist vaak een score onder het gemiddelde hebben. Dat geldt het meest voor de groepen met een westerse of niet-westerse migratieachtergrond en voor mensen met een laag opleidingsniveau. Naar leeftijd is de brede welvaart redelijk gelijkmatig verdeeld. Mannen en vrouwen hebben zelfs evenveel gunstige en ongunstige uitkomsten.

Verdeling van brede welvaart
Indicatoren waar bevolkingsgroepen een significant hogere (groen) of lagere (rood) welvaart hebben dan het nationaal gemiddelde (grijs).
Gesorteerd op kleur
Gesorteerd op indicator

Geslacht

Mannen, Overgewicht: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Mannen, Tevredenheid met vrije tijd: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Mannen, Contacten met familie, vrienden en buren: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Mannen, Vrijwilligerswerk: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Mannen, Slachtofferschap van criminaliteit: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Mannen, Tevredenheid met het leven: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Mannen, Hoogst behaald onderwijsniveau: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Mannen, Langdurige werkloosheid: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Mannen, Tevredenheid met werk: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Mannen, Tevredenheid met de reistijd woon-werk : welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Mannen, Kwaliteit van de woning: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Mannen, Tevredenheid met de woning: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Mannen, Vertrouwen in instituties: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Mannen, Last van milieuproblemen in woonomgeving: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Mannen, Persoonlijk welzijn: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Mannen, Ervaren gezondheid: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Mannen, Nettoarbeidsparticipatie: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Mannen, Vertrouwen in mensen: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Mannen, Onveiligheidsgevoelens in de buurt: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Mannen, Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Persoonlijk welzijn: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Ervaren gezondheid: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Nettoarbeidsparticipatie: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Vertrouwen in mensen: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Onveiligheidsgevoelens in de buurt: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Tevredenheid met het leven: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Hoogst behaald onderwijsniveau: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Langdurige werkloosheid: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Tevredenheid met werk: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Tevredenheid met de reistijd woon-werk : welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Kwaliteit van de woning: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Tevredenheid met de woning: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Vertrouwen in instituties: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Last van milieuproblemen in woonomgeving: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Overgewicht: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Tevredenheid met vrije tijd: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Contacten met familie, vrienden en buren: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Vrijwilligerswerk: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Slachtofferschap van criminaliteit: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Vrouwen, Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde

Leeftijd

Jonger dan 25, Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Hoogst behaald onderwijsniveau: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Nettoarbeidsparticipatie: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Tevredenheid met vrije tijd: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Kwaliteit van de woning: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Slachtofferschap van criminaliteit: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Tevredenheid met het leven: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Tevredenheid met werk: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Tevredenheid met de reistijd woon-werk : welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Tevredenheid met de woning: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Contacten met familie, vrienden en buren: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Vrijwilligerswerk: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Vertrouwen in mensen: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Onveiligheidsgevoelens in de buurt: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Persoonlijk welzijn: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Ervaren gezondheid: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Overgewicht: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Langdurige werkloosheid: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Vertrouwen in instituties: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Jonger dan 25, Last van milieuproblemen in woonomgeving: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Tevredenheid met het leven: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Tevredenheid met werk: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Tevredenheid met de reistijd woon-werk : lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Tevredenheid met vrije tijd: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Kwaliteit van de woning: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Tevredenheid met de woning: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Vrijwilligerswerk: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Slachtofferschap van criminaliteit: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Onveiligheidsgevoelens in de buurt: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Contacten met familie, vrienden en buren: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Last van milieuproblemen in woonomgeving: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Persoonlijk welzijn: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Ervaren gezondheid: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Overgewicht: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Hoogst behaald onderwijsniveau: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Nettoarbeidsparticipatie: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Langdurige werkloosheid: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Vertrouwen in mensen: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
25 tot 35, Vertrouwen in instituties: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Overgewicht: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Tevredenheid met vrije tijd: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Kwaliteit van de woning: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Tevredenheid met de woning: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Slachtofferschap van criminaliteit: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Tevredenheid met het leven: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Persoonlijk welzijn: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Ervaren gezondheid: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Tevredenheid met werk: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Tevredenheid met de reistijd woon-werk : welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Contacten met familie, vrienden en buren: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Onveiligheidsgevoelens in de buurt: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Last van milieuproblemen in woonomgeving: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Hoogst behaald onderwijsniveau: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Nettoarbeidsparticipatie: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Langdurige werkloosheid: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Vrijwilligerswerk: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Vertrouwen in mensen: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
35 tot 45, Vertrouwen in instituties: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Persoonlijk welzijn: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Ervaren gezondheid: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Overgewicht: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Tevredenheid met vrije tijd: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Contacten met familie, vrienden en buren: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Slachtofferschap van criminaliteit: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Tevredenheid met het leven: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Langdurige werkloosheid: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Tevredenheid met de reistijd woon-werk : welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Kwaliteit van de woning: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Tevredenheid met de woning: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Vertrouwen in instituties: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Onveiligheidsgevoelens in de buurt: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Last van milieuproblemen in woonomgeving: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Hoogst behaald onderwijsniveau: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Nettoarbeidsparticipatie: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Tevredenheid met werk: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Vrijwilligerswerk: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
45 tot 55, Vertrouwen in mensen: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Persoonlijk welzijn: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Ervaren gezondheid: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Overgewicht: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Hoogst behaald onderwijsniveau: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Langdurige werkloosheid: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Contacten met familie, vrienden en buren: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Vertrouwen in instituties: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Last van milieuproblemen in woonomgeving: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Tevredenheid met het leven: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Tevredenheid met werk: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Kwaliteit van de woning: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Vrijwilligerswerk: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Vertrouwen in mensen: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Onveiligheidsgevoelens in de buurt: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Nettoarbeidsparticipatie: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Tevredenheid met de reistijd woon-werk : hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Tevredenheid met vrije tijd: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Tevredenheid met de woning: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
55 tot 65, Slachtofferschap van criminaliteit: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Ervaren gezondheid: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Overgewicht: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Hoogst behaald onderwijsniveau: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Nettoarbeidsparticipatie: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Langdurige werkloosheid: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Vertrouwen in mensen: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Vertrouwen in instituties: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Last van milieuproblemen in woonomgeving: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Persoonlijk welzijn: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Tevredenheid met de reistijd woon-werk : welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Vrijwilligerswerk: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Tevredenheid met het leven: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Tevredenheid met werk: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Tevredenheid met vrije tijd: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Kwaliteit van de woning: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Tevredenheid met de woning: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Contacten met familie, vrienden en buren: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Slachtofferschap van criminaliteit: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
65 tot 75, Onveiligheidsgevoelens in de buurt: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Ervaren gezondheid: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Overgewicht: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Vrijwilligerswerk: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Vertrouwen in mensen: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Vertrouwen in instituties: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Tevredenheid met het leven: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Persoonlijk welzijn: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Tevredenheid met vrije tijd: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Kwaliteit van de woning: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Tevredenheid met de woning: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Contacten met familie, vrienden en buren: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Slachtofferschap van criminaliteit: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Onveiligheidsgevoelens in de buurt: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Last van milieuproblemen in woonomgeving: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Hoogst behaald onderwijsniveau: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Nettoarbeidsparticipatie: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Langdurige werkloosheid: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Tevredenheid met werk: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
75 en ouder, Tevredenheid met de reistijd woon-werk : lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde

Hoogst behaald onderwijsniveau

Laag, Tevredenheid met het leven: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Laag, Persoonlijk welzijn: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Laag, Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Laag, Ervaren gezondheid: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Laag, Overgewicht: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Laag, Nettoarbeidsparticipatie: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Laag, Langdurige werkloosheid: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Laag, Tevredenheid met werk: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Laag, Vrijwilligerswerk: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Laag, Vertrouwen in mensen: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Laag, Vertrouwen in instituties: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Laag, Onveiligheidsgevoelens in de buurt: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Laag, Kwaliteit van de woning: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Laag, Tevredenheid met de woning: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Laag, Contacten met familie, vrienden en buren: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Laag, Last van milieuproblemen in woonomgeving: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Laag, Tevredenheid met de reistijd woon-werk : hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Laag, Tevredenheid met vrije tijd: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Laag, Slachtofferschap van criminaliteit: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Laag, Hoogst behaald onderwijsniveau: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Persoonlijk welzijn: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Overgewicht: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Tevredenheid met werk: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Vertrouwen in mensen: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Vertrouwen in instituties: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Last van milieuproblemen in woonomgeving: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Tevredenheid met het leven: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Langdurige werkloosheid: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Tevredenheid met vrije tijd: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Kwaliteit van de woning: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Tevredenheid met de woning: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Contacten met familie, vrienden en buren: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Slachtofferschap van criminaliteit: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Onveiligheidsgevoelens in de buurt: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Ervaren gezondheid: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Nettoarbeidsparticipatie: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Tevredenheid met de reistijd woon-werk : hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Vrijwilligerswerk: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Middelbaar, Hoogst behaald onderwijsniveau: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Tevredenheid met de reistijd woon-werk : lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Tevredenheid met vrije tijd: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Contacten met familie, vrienden en buren: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Slachtofferschap van criminaliteit: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Tevredenheid met de woning: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Hoog, Last van milieuproblemen in woonomgeving: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Hoog, Tevredenheid met het leven: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Persoonlijk welzijn: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Ervaren gezondheid: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Overgewicht: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Nettoarbeidsparticipatie: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Langdurige werkloosheid: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Tevredenheid met werk: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Kwaliteit van de woning: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Vrijwilligerswerk: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Vertrouwen in mensen: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Vertrouwen in instituties: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Onveiligheidsgevoelens in de buurt: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Hoog, Hoogst behaald onderwijsniveau: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde

Migratieachtergrond

Nederlands, Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Nederlands, Vertrouwen in instituties: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Nederlands, Tevredenheid met het leven: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Persoonlijk welzijn: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Ervaren gezondheid: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Overgewicht: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Hoogst behaald onderwijsniveau: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Nettoarbeidsparticipatie: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Langdurige werkloosheid: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Tevredenheid met werk: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Tevredenheid met de reistijd woon-werk : hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Tevredenheid met vrije tijd: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Kwaliteit van de woning: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Tevredenheid met de woning: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Contacten met familie, vrienden en buren: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Vrijwilligerswerk: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Vertrouwen in mensen: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Slachtofferschap van criminaliteit: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Onveiligheidsgevoelens in de buurt: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Nederlands, Last van milieuproblemen in woonomgeving: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Westers, Persoonlijk welzijn: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Westers, Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Westers, Overgewicht: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Westers, Nettoarbeidsparticipatie: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Westers, Langdurige werkloosheid: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Westers, Tevredenheid met werk: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Westers, Tevredenheid met de reistijd woon-werk : lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Westers, Contacten met familie, vrienden en buren: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Westers, Vrijwilligerswerk: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Westers, Vertrouwen in mensen: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Westers, Slachtofferschap van criminaliteit: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Westers, Onveiligheidsgevoelens in de buurt: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Westers, Last van milieuproblemen in woonomgeving: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Westers, Tevredenheid met het leven: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Westers, Ervaren gezondheid: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Westers, Tevredenheid met vrije tijd: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Westers, Kwaliteit van de woning: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Westers, Tevredenheid met de woning: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Westers, Vertrouwen in instituties: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Westers, Hoogst behaald onderwijsniveau: hogere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Tevredenheid met het leven: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Persoonlijk welzijn: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Gestandaardiseerd besteedbaar inkomen: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Ervaren gezondheid: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Overgewicht: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Hoogst behaald onderwijsniveau: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Nettoarbeidsparticipatie: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Langdurige werkloosheid: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Tevredenheid met werk: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Tevredenheid met vrije tijd: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Kwaliteit van de woning: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Tevredenheid met de woning: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Vrijwilligerswerk: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Vertrouwen in mensen: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Slachtofferschap van criminaliteit: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Onveiligheidsgevoelens in de buurt: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Last van milieuproblemen in woonomgeving: lagere welvaart dan het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Tevredenheid met de reistijd woon-werk : welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Contacten met familie, vrienden en buren: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde
Niet-westers, Vertrouwen in instituties: welvaart wijkt niet af van het nationaal gemiddelde

Bij de verdeling van de brede welvaart over groepen zoals hierboven wordt uitgegaan van groepsgemiddelden of groepstotalen. Er kan echter ook op ander niveau worden gekeken: kent een groep veel individuen die op veel aspecten van brede welvaart negatief of juist positief scoren? Uit deze analyse blijkt dat migratieachtergrond minder bepalend is voor het stapelen van positieve of negatieve uitkomsten dan op basis van groepsgemiddelden verwacht mag worden. Stapeling van ongunstige uitkomsten komt wel wat vaker voor bij mensen met een westerse of niet-westerse migratieachtergrond dan bij mensen met een Nederlandse achtergrond. Dit ligt anders bij onderwijsniveau. Laag­opgeleiden hebben maar zelden een stapeling van gunstige uitkomsten, hoogopgeleiden maar zelden een stapeling van ongunstige uitkomsten. Daarnaast hebben relatief veel personen jonger dan 55 jaar veel gunstige uitkomsten, terwijl personen van 65 tot 75 jaar het vaakst aan de onderkant van de verdeling zitten. De verschillen tussen individuele mannen en vrouwen zijn niet groot, al zitten mannen net iets vaker aan de bovenkant van de verdeling dan vrouwen.

Stapeling van gunstige en ongunstige resultaten voor tien brede welvaartsindicatoren

Geslacht

11,4%
66,2%
22,3%
14,7%
65,2%
20,0%

Leeftijd

9,9%
66,8%
23,2%
9,6%
60,4%
30,0%
7,9%
64,1%
27,9%
11,5%
63,6%
24,9%
16,5%
62,7%
20,8%
23,9%
66,5%
9,6%
12,2%
84,1%
3,8%

Hoogst behaald onderwijsniveau

35,1%
61,7%
3,2%
7,7%
81,5%
10,8%
2,5%
49,6%
47,8%

Migratieachtergrond

11,5%
66,2%
22,3%
14,8%
66,0%
19,3%
22,6%
62,0%
15,4%

Sustainable Development Goals

De voortgang van Nederland ten aanzien van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen wordt in deze monitor gemeten aan de hand van bijna 250 verschillende indicatoren. Voor alle 17 doelen wordt gekeken naar de internationale positie van Nederland per indicator, in vergelijking met de andere EU-landen. Daarnaast is per SDG-doel voor alle indicatoren gekeken of er sprake is van een trend in de richting van het doel, een neutrale trend of een beweging verder van het doel af. De twee figuren hieronder vullen elkaar dus aan: de eerste figuur geeft informatie over de ontwikkelingen (Beweegt Nederland sinds 2012 de goede kant op?) en de tweede over de huidige stand in Nederland in vergelijking met die in andere landen (Hoe doet Nederland het in vergelijking met andere landen?). Het komt voor dat een indicator zich vanaf 2012 in de richting van het doel beweegt, maar dat Nederland desondanks een plek in de Europese achterhoede bezet. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het aandeel hernieuwbare energie. Maar het komt ook voor dat Nederland zich in de goede richting beweegt terwijl het internationaal al koploper is, zoals bij de nettoarbeidsparticipatie.

Voor wat betreft de trendmatige ontwikkeling tussen 2012 en 2019 laat Nederland bij meerdere SDG’s een overwegend positief beeld zien. Hier beweegt Nederland naar het doel toe. Dit is het geval voor SDG 5 (gendergelijkheid), SDG 6 (schoon water en sanitair), SDG 7 (betaalbare en duurzame energie), SDG 8 (waardig werk en economische groei: economie en productiefactoren) en SDG 11 (duurzame steden en gemeenschappen: leefomgeving).

Bij sommige SDG’s beweegt Nederland zich juist van het doel af: SDG 3 (goede gezondheid en welzijn), SDG 9 (industrie, innovatie en infrastructuur: mobiliteit), SDG 11 (duurzame steden en gemeenschappen: wonen), SDG 15 (leven op het land) en SDG 16.2 (vrede, justitie en sterke publieke diensten: instituties). Qua leefomgeving (SDG 11) is het beeld gemengd. Deze SDG heeft zowel veel trends in de richting van het doel als veel trends die duiden op verwijdering van het doel.

Vergeleken met andere EU-landen blijft Nederland koploper bij SDG 1 (geen armoede), SDG 9.3 (industrie, innovatie en infrastructuur: kennis en innovatie), SDG 10.1 (ongelijkheid ver­minderen: sociale samenhang en ongelijkheid), SDG 16.2 (vrede, justitie en sterke publieke diensten: instituties) en SDG 17 (partnerschap om doelstellingen te bereiken). Nederland blijft juist in de achterhoede bij SDG 7 (betaalbare en duurzame energie), SDG 13 (klimaatactie) en SDG 15 (leven op het land).

Trends in Nederland van de SDGplus-doelstellingen
Deze figuur toont per doelstelling het aandeel in het totale aantal gemeten indicatoren.
SDG 1: Geen armoede
40,0%
30,0%
30,0%
SDG 2: Geen honger
53,8%
38,5%
7,7%
SDG 3: Goede gezondheid en welzijn
13,3%
46,7%
40,0%
SDG 4: Kwaliteitsonderwijs
42,9%
35,7%
21,4%
SDG 5: Gendergelijkheid
61,5%
30,8%
7,7%
SDG 6: Schoon water en sanitair
66,7%
22,2%
11,1%
SDG 7: Betaalbare en duurzame energie
70,0%
10,0%
20,0%
SDG 8: Waardig werk en economische groei
78,6%
7,1%
14,3%
46,7%
40,0%
13,3%
SDG 9: Industrie, innovatie en infrastructuur
14,3%
50,0%
35,7%
41,7%
50,0%
8,3%
42,9%
50,0%
7,1%
SDG 10: Ongelijkheid verminderen
7,7%
69,2%
23,1%
28,6%
42,9%
28,6%
SDG 11: Duurzame steden en gemeenschappen
21,4%
42,9%
35,7%
55,6%
11,1%
33,3%
SDG 12: Verantwoorde consumptie en productie
38,5%
53,8%
7,7%
SDG 13: Klimaatactie
37,5%
50,0%
12,5%
SDG 14: Leven in het water
75,0%
25,0%
SDG 15: Leven op het land
8,3%
50,0%
41,7%
SDG 16: Vrede, justitie en sterke publieke diensten
28,6%
64,3%
7,1%
44,4%
22,2%
33,3%
SDG 17: Partnerschap om doelstellingen te bereiken
50,0%
50,0%
Positie van Nederland binnen de EU per SDGplus-doelstelling
Deze figuur toont per doelstelling het gemiddelde over de gemeten indicatoren.
Laatste in EU
Eerste in EU
0%
100%
SDG 1: Geen armoede
80%
80%
SDG 2: Geen honger
46%
46%
SDG 3: Goede gezondheid en welzijn
64%
64%
SDG 4: Kwaliteitsonderwijs
69%
69%
SDG 5: Gendergelijkheid
52%
52%
SDG 6: Schoon water en sanitair
37%
37%
SDG 7: Betaalbare en duurzame energie
32%
32%
SDG 8: Waardig werk en economische groei
70%
70%
71%
71%
SDG 9: Industrie, innovatie en infrastructuur
51%
51%
72%
72%
75%
75%
SDG 10: Ongelijkheid verminderen
79%
79%
47%
47%
SDG 11: Duurzame steden en gemeenschappen
49%
49%
43%
43%
SDG 12: Verantwoorde consumptie en productie
62%
62%
SDG 13: Klimaatactie
33%
33%
SDG 14: Leven in het water
32%
32%
SDG 15: Leven op het land
38%
38%
SDG 16: Vrede, justitie en sterke publieke diensten
55%
55%
80%
80%
SDG 17: Partnerschap om doelstellingen te bereiken
88%
88%

Literatuur

Open literatuurlijst

Noten

De langetermijnontwikkelingen zijn hier beschikbaar

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
Nihil
(Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2019–2020 2019 tot en met 2020
2019/2020 Het gemiddelde over de jaren 2019 tot en met 2020
2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2019 en eindigend in 2020
2017/’18–2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2017/’18 tot en met 2019/’20

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.