Jeugdzorg en criminaliteit

Vooralsnog hebben weinig studies de omvang van criminaliteits- en jeugdproblematiek onder Molukkers in kaart gebracht. Wel is bekend dat in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw binnen de Molukse gemeenschap steeds vaker groepen jongeren ontstonden die zich aan de rand van de samenleving bevonden (Straver, 2005). Jonge Molukkers kenden een hoog drank- en drugsgebruik en kwamen vanwege strafbare feiten regelmatig in aanraking met politie en justitie. Betrouwbare (recente) cijfers met betrekking tot de omvang van jeugdzorg en criminaliteit binnen de Molukse gemeenschap zijn voor zover bekend tot aan dit onderzoek niet beschikbaar.

In dit hoofdstuk wordt de positie beschreven die Molukkers innemen op gebied van jeugdzorg en criminaliteit ten opzichte van personen met een Nederlandse achtergrond. Het eerste deel heeft betrekking op het aandeel Molukse kinderen dat in 2018 jeugdhulp of jeugdbescherming heeft ontvangen. Vervolgens wordt gekeken in hoeverre personen met een Molukse achtergrond vaker worden verdacht van een misdrijf dan personen met een Nederlandse achtergrond. Tot slot wordt middels decompositieanalyse onderzocht in hoeverre Molukkers een evenredige positie innemen als personen met een Nederlandse achtergrond, wanneer er gecorrigeerd wordt voor relevante verschillen in achtergrondkenmerken tussen beide groepen.

Vaker jeugdbescherming Molukse jongeren

Molukse jongeren zijn procentueel meer vertegenwoordigd in de jeugdbescherming dan jongeren met een Nederlandse achtergrond. Van de ruim 15 duizend Molukse jongeren tot 18 jaar had 1,4 procent gedurende 2018 te maken met jeugdbescherming. Het aandeel Molukse jongeren met jeugdbescherming is daarmee wat hoger dan onder Nederlandse kinderen. Voor hen bedroeg dit aandeel 1,0 procent in 2018. Onder Molukse jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar lag het aandeel met ruim 1,6 procent het hoogst van alle leeftijdsgroepen.

5.1 Kinderen met jeugdbescherming, 2018 (%)
leeftijd Moluks Nederlands
12 tot 18 jaar 1,6 1,2
4 tot 12 jaar 1,4 1,1
0 tot 4 jaar 0,6 0,6
Totaal 1,4 1,0

Molukse jongeren ontvangen iets minder vaak jeugdhulp

Het aandeel Molukse jongeren dat in 2018 jeugdhulp ontving was in 2018 iets lager dan onder kinderen met een Nederlandse achtergrond: 11 procent om 11,5 procent. Voor zowel jongeren met een Molukse als Nederlandse achtergrond geldt dat zij vooral jeugdhulp ontvangen in de leeftijd 4 tot 12 jaar en 12 tot 18 jaar. Voor Molukse jongeren van 4 tot 12 jaar oud is het aandeel dat jeugdhulp ontvangt wel wat lager dan onder leeftijdsgenoten met een Nederlandse achtergrond: 12,5 om 14,1 procent. Molukse en Nederlandse jongeren van 0 tot 4 jaar en 12 tot 18 jaar oud ontvangen nagenoeg even vaak jeugdhulp.

5.2 Kinderen met jeugdhulp, 2018 (%)
leeftijd Moluks Nederlands
12 tot 18 jaar 12,8 13,1
4 tot 12 jaar 12,5 14,1
0 tot 4 jaar 2,8 3,0
Totaal 11,0 11,5

Wanneer het aantal Molukse grootouders van de Molukse jongeren in ogenschouw wordt genomen, valt op dat het aandeel dat jeugdhulp ontvangt lager is voor jongeren met 3 of 4 Molukse grootouders dan onder jongeren met 1 of 2 Molukse grootouders. Onder Molukse jongeren tot 18 jaar met 1 of 2 Molukse grootouders lag het aandeel dat jeugdhulp ontving in 2018 rond de 11 à 12 procent. Onder jongeren met 3 of 4 Molukse grootouders lag dat met 7,2 procent fors lager. Molukse jongeren die wonen in een gemeente met een Molukse wijk ontvangen ongeveer even vaak jeugdhulp als Molukse jongeren die niet wonen in een gemeente met een Molukse wijk. Molukse jongeren die wonen in een gemeente met een Molukse wijk ontvangen wel minder vaak jeugdbescherming dan Molukse jongeren die wonen in een gemeente zonder Molukse wijk. Vooral in de leeftijdscategorie 4 tot 12 is dit verschil groot. Het aandeel Molukse jongeren met jeugdbescherming ligt hier ruim de helft lager als onder Molukse jongeren die wonen in een gemeente zonder Molukse wijk (respectievelijk 1 en 2 procent).

5.3 Kinderen met jeugdhulp, 2018 (%)
Aantal Molukse grootouders Aandeel met Jeugdhulp
1 Molukse grootouder 11,8
2 Molukse grootouders 11,0
3 of 4 Molukse grootouders 7,2

Molukkers tot 2 keer vaker verdacht van een misdrijf

Voor alle leeftijdsgroepen geldt dat Molukkers in de periode 2014 tot en met 2018 vaker verdacht waren van een misdrijf dan personen met een Nederlandse achtergrond. Net zoals bij andere migratieachtergronden en de groep met een Nederlandse achtergrond het geval is, zijn Molukse jongeren en jongvolwassenen vaker verdacht van een misdrijf dan Molukkers van 25 jaar en ouder (De Mooij e.a., 2020). Onder Molukse 12- tot 18‑jarigen was het percentage dat in de periode 2014 tot en met 2018 verdacht werd van een misdrijf het hoogste: 10,7 procent. Onder personen met een Nederlandse achtergrond van dezelfde leeftijd was dit met 6,2 procent fors lager. Gemiddeld zijn personen van Molukse komaf bijna 2 keer zo vaak verdachte van een misdrijf als personen met een Nederlandse achtergrond. Dat komt deels omdat Molukkers gemiddeld jonger zijn dan de groep met een Nederlandse achtergrond. Wanneer de verdachtencijfers van personen met een Molukse en Nederlandse achtergrond per leeftijdsgroep worden vergeleken, liggen deze onder de groep met een Molukse achtergrond ongeveer 1,6 tot 1,8 keer zo hoog. Voor zowel Molukkers als personen met een Nederlandse achtergrond geldt dat het aandeel verdachten hoger ligt wanneer zij wonen in een gemeente met een Molukse wijk dan wanneer zij wonen in een gemeente zonder Molukse wijk.

Verdacht in een periode van 5 jaar

Vanwege de relatief kleine groep Molukkers die op 1 januari 2018 in Nederland woonden, is gekozen om gegevens over verdachten van een misdrijf voor de jaren 2014 tot en met 2018 te combineren. Dit levert hogere verdachtencijfers dan in publicaties die jaarcijfers hanteren. In een verslagperiode van 5 jaar wordt immers een groter aantal personen als verdachte van een misdrijf geregistreerd dan in een verslagperiode van 1 jaar. Doordat in dit onderzoek de som van de geregistreerde verdachten (recidives uitgezonderd) over de periode van 5 jaar wordt genomen in plaats van een jaargemiddelde, vallen deze cijfers hoger uit dan de cijfers in andere CBS-publicaties en StatLine. In dit onderzoek is ieder persoon als verdachte van een misdrijf beschouwd die in de periode 2014 tot en met 2018 ten minste één keer als zodanig is geregistreerd. Een persoon die binnen deze periode meer dan één keer is geregistreerd, wordt slechts één keer meegeteld in het totaal aantal verdachten.

Aandeel vrouwen in verdachtencijfers iets hoger onder Molukkers

Bekend is dat mannen gemiddeld vaker verdacht zijn van een misdrijf dan vrouwen (CBS, 2020). Dat geldt voor vrijwel alle migratieachtergronden en is voor Molukkers niet anders. Vooral jongens van 12 tot 18 jaar waren in de periode 2014 tot en met 2018 relatief vaak verdachte van een misdrijf: 15,5 procent, tegenover 9,4 procent onder jongens met een Nederlandse achtergrond. Wel is de man-vrouw verhouding voor Molukse personen wat lager dan onder personen met een Nederlandse achtergrond. Gemiddeld zijn Molukse mannen 3 keer zo vaak verdachte van een misdrijf dan Molukse vrouwen. Onder personen met een Nederlandse achtergrond zijn mannen 3,5 keer vaker verdacht van een misdrijf dan vrouwen. Vrouwen met een Molukse achtergrond hebben dus een relatief groter aandeel in de cijfers over verdachten dan vrouwen met een Nederlandse achtergrond.

Jongere generaties Molukkers binnen alle leeftijdscategorieën vaker verdacht dan oudere generaties

Kijkend naar de generaties Molukkers per leeftijdscategorieën, valt op dat de jongere generaties in 2014 tot en met 2018 in alle categorieën vaker verdachte zijn van een misdrijf dan de oudere generaties. Ondanks de afbakening in leeftijdscategorieën zouden leeftijdsverschillen bij 18‑plussers een rol kunnen spelen in de stijging van de verdachtencijfers onder de latere Molukse generaties. Voor de jongere generaties geldt ook binnen deze leeftijdscategorieën dat zij zich overwegend aan de ondergrens van de leeftijdscategorieën bevinden. Voor de oudere generaties geldt juist dat zij zich overwegend aan de bovengrens van de leeftijdscategorieën bevinden. Er zijn geen duidelijke patronen te constateren in verdachtencijfers wanneer de personen met een Molukse achtergrond binnen de leeftijdsgroeperingen worden afgezet naar het aantal Molukse grootouders die zij hebben.

5.4Verdachten van een misdrijf in de afgelopen 5 jaar, 20181)

Totaal 12 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 jaar en ouder
Moluks Nederlands Moluks Nederlands Moluks Nederlands Moluks Nederlands Moluks Nederlands
%
Totaal 6,1 3,1 10,7 6,2 10,1 6,1 7 3,8 2,7 1,7
 
Mannen 9,2 4,8 15,5 9,4 14,9 9,5 10,4 5,8 4,2 2,6
Vrouwen 3,1 1,4 5,8 2,9 5 2,5 3,4 1,7 1,3 0,8
 
Zeer sterk stedelijk 6,1 3,8 10,1 7,1 8,6 5,4 6,3 4,4 3,4 2,4
Sterk stedelijk 6,4 3,4 11,1 6,9 10,4 6,6 7,3 4,2 2,8 1,8
Matig stedelijk 6,2 2,9 10,9 6,1 11,8 6,4 7,5 3,6 2,4 1,5
Weinig of niet stedelijk 5,5 2,5 10,1 5,3 10,4 6 6,9 3,2 2,2 1,3
 
Gemeente met Molukse wijk 6,6 3,4 11,9 6,5 10,7 5,7 7,6 4,1 2,9 1,9
Gemeente zonder Molukse wijk 5,4 3 8,8 6,1 8,9 6,3 6 3,7 2,4 1,6
 
Molukse migranten 1,6
Moluks, kinderen 7,8 5,9 3,3
Moluks, kleinkinderen 10,9 10,5 8,4
 
1 Molukse grootouder 9,9 10,8 8
2 Molukse grootouders 10,9 10,1 7,1 3,3
3 of 4 Molukse grootouders 11,6 9,2 6,6 2,6

Bron:CBS

1)Is minimaal 1 keer verdachte geweest van een misdrijf in de jaren 2014 tot en met 2018.

Verschillen in verdachtencijfers verklaard

Uit de cijfers over het aandeel verdachten van een misdrijf blijkt dat Molukkers in de periode 2014 tot en met 2018 vaker verdacht waren van een misdrijf dan personen met een Nederlandse achtergrond. In deze paragraaf wordt onderzocht welk deel van deze verschillen in verdachtencijfers tussen personen met een Molukse en Nederlandse achtergrond kan worden verklaard door verschillen in achtergrondkenmerken. Hierbij wordt onder meer rekening gehouden met verschillen in leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, sociaaleconomische positie en gezins- en woonkenmerken.

Decompositieanalyse verdachten

Omdat het bij de verdachtencijfers om slechts kleine aantallen gaat, kan geen uitsplitsing worden gemaakt naar de verschillende generaties Molukkers. In plaats daarvan is gekozen om de decompositieanalyse apart uit te voeren voor diverse leeftijdsgroepen. De achtergrondkenmerken waarvoor wordt gecorrigeerd verschillen echter per leeftijdsgroep. Bekend is dat jongeren, mannen, laagopgeleiden, personen zonder partner of kinderen, personen die wonen in stedelijk gebied en personen met een laag inkomen vaker worden verdacht van een misdrijf (Huijnk & Andriessen, 2016). In dit onderzoek wordt daarom gecorrigeerd binnen alle leeftijdsgroepen voor de achtergrondkenmerken leeftijd, geslacht, huishoudinkomen, leeftijd van de moeder bij geboorte, stedelijkheid van de woonomgeving en woonachtig in de vier grootste gemeenten in Nederland (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam of Utrecht). Ook wordt voor alle leeftijdsgroepen gecorrigeerd of personen woonachtig zijn in een gemeente met een Molukse wijk. Daarnaast wordt per leeftijdscategorie voor de volgende achtergrondkenmerken gecorrigeerd:

  • 12 tot 18 jaar: Ouderlijke structuur en opleidingsniveau (hoogst gevolgd);
  • 18 tot 25 jaar: Ouderlijke structuur, opleidingsniveau (hoogst gevolgd) en sociaaleconomische categorie;
  • 25 tot 45 jaar: Sociaaleconomische categorie, opleidingsniveau (hoogst behaald), heeft een partner in relationele sfeer en heeft thuiswonende kinderen;
  • 45 jaar en ouder: Sociaaleconomische categorie, opleidingsniveau (hoogst behaald), heeft een partner in relationele sfeer en heeft thuiswonende kinderen.

In dit onderzoek wordt per leeftijdsgroep voor verschillende achtergrondkenmerken gecorrigeerd. Als gevolg hiervan kan niet voor de totale groep Molukkers in Nederland worden bepaald wat het gecorrigeerde verschil in verdachtencijfers ten opzichte van de groep met een Nederlandse achtergrond bedraagt.

Verschillen verdachtencijfers jonge en jongvolwassen Molukkers grotendeels onverklaard

Voor de leeftijdscategorieën 12 tot 18 jaar en 18 tot 25 jaar geldt dat het grootste deel van het verschil in verdachtenpercentages tussen Molukkers en personen met een Nederlandse achtergrond onverklaard blijft. Gecorrigeerd voor achtergrondkenmerken zijn Molukkers gemiddeld nog steeds vaker verdacht van een misdrijf dan personen met een Nederlandse achtergrond. Met name onder jongere Molukkers blijft het verschil in aandeel verdachten met personen met een Nederlandse achtergrond na correctie groot. Onder Molukse jongeren van 12 tot 18 jaar blijft 67 procent van het verschil onverklaard. Daarmee daalt het gecorrigeerde verschil voor deze leeftijdscategorie van 4,5 procentpunt naar 3,0 procentpunt. Voor jongvolwassen Molukkers tussen 18 en 25 jaar is het deel dat onverklaard blijft met 72 procent het grootst. Het gecorrigeerd verschil bedraagt voor deze groep met 2,9 procentpunt ongeveer even veel als voor jonge Molukkers tussen 12 en 18 jaar. Voor personen van 25 tot 45 jaar bedraagt het gecorrigeerde verschil ongeveer de helft van het feitelijke verschil in verdachtenpercentages.

Voor personen in de leeftijd van 45 jaar en ouder was het verschil tussen personen met een Nederlandse en Molukse komaf met 1 procentpunt relatief klein. Wel wordt het grootste deel van het verschil in verdachtenpercentages verklaard door de gebruikte achtergrondkenmerken: 67 procent. Het aandeel verdachten voor deze leeftijdsgroep zou daarmee nog 2 procent bedragen, slechts 0,3 procentpunt hoger dan onder de groep met een Nederlandse achtergrond.

5.5 Verschil in geregistreerde verdachten, 2014 tot en met 2018 (procentpunten)
leeftijd Feitelijk Gecorrigeerd
12 tot 18 jaar 4,5 3,0
18 tot 25 jaar 4,0 2,9
25 tot 45 jaar 3,2 1,6
45 jaar en ouder 1,0 0,3

Verklaard verschil voor groot deel door lager opleidingsniveau Molukkers

Het verschil in verdachtenpercentages tussen Molukkers en personen met een Nederlandse achtergrond dat met de decompositieanalyse kan worden verklaard, heeft voor een belangrijk deel te maken met verschillen in opleidingsniveau. Alleen voor de oudste groep van 45 jaar en ouder speelt opleiding een beperkte rol in het verschil in aandeel verdachten van een misdrijf. Doordat Molukkers vaker een opleiding hebben gevolgd of behaald op een lager niveau dan personen met een Nederlandse achtergrond, ligt hun verdachtenpercentage gemiddeld iets hoger. Voor Molukkers van 12 tot 45 jaar oud ligt het aandeel verdachten door hun lagere opleidingsniveau ongeveer 0,5 tot 0,6 procentpunt hoger.

Behalve verschillen in opleiding spelen ook gezinskenmerken van Molukkers een rol in de verschillen in verdachtenpercentages. Zo wonen Molukkers van 12 tot 18 jaar oud vaker in een eenoudergezin dan hun leeftijdsgenoten met een Nederlandse achtergrond. Hierdoor ligt het aandeel verdachten voor deze groep gemiddeld 0,6 procentpunt hoger. Voor Molukkers van 25 tot 45 jaar en 45 jaar en ouder geldt dat zij minder vaak een partner hebben dan personen met een Nederlandse achtergrond. Voor beide gezinssituaties levert dit een iets hoger aandeel verdachten van een misdrijf op dan voor stabielere gezinssituaties. Voor Molukkers van 45 jaar en ouder spelen bovendien ook verschillen in leeftijd een rol. Doordat in deze leeftijdsgroep Molukkers gemiddeld jonger zijn dan personen met een Nederlandse achtergrond, zijn zij ook iets vaker verdachte van een misdrijf. Het gegeven dat Molukkers van alle leeftijdsgroepen gemiddeld vaker wonen in een gemeente met een Molukse wijk draagt nauwelijks bij aan het verschil in verdachtenpercentages. Hetzelfde geldt voor woonachtig in de G4 en – voor de oudere leeftijdsgroepen – de aanwezigheid van thuiswonende kinderen in het huishouden.

Conclusie

Studies naar de Molukse gemeenschap wezen uit dat eind jaren 1990 steeds meer Molukse jongeren in aanraking kwamen met politie en justitie (Straver, 2005). Dit hoofdstuk laat zien dat deze problematiek nog steeds aanwezig is. Binnen alle onderzochte leeftijdsgroepen worden Molukkers vaker verdacht van misdrijf dan hun leeftijdsgenoten met een Nederlandse achtergrond. Jongere Molukse generaties zijn binnen alle leeftijdscategorieën vaker verdacht van een misdrijf dan hun leeftijdsgenoten van oudere Molukse generaties. Op gebied van jeugdzorg is een wisselender beeld te zien. Waar Molukse jongeren iets minder vaak gebruik maken van jeugdhulp als jongeren met een Nederlandse achtergrond, zijn zij wel vaker vertegenwoordigd binnen de jeugdbescherming. Hun aandeel ligt ongeveer even hoog als hun leeftijdsgenoten met een westerse migratieachtergrond en wat lager dan onder leeftijdsgenoten met een niet-westerse migratieachtergrond.

Met betrekking tot de verdachtenpercentages is onderzocht in hoeverre deze verschillen kunnen worden verklaard door verschillen in achtergrondkenmerken met de populatie met een Nederlandse achtergrond. Voor de jongere leeftijdscategorieën is dit slechts voor een klein deel het geval. Onder Molukse jongeren tot 25 jaar blijft meer dan twee derde van het verschil ondanks correctie voor achtergrondkenmerken onverklaard. Voor Molukkers van 25 tot 45 jaar wordt ongeveer de helft van de verschillen in verdachtencijfers verklaard door verschillen in achtergrondkenmerken. De verschillen in verdachtenpercentages die wel kunnen worden verklaard, komen vooral doordat Molukkers gemiddeld lager opgeleid zijn dan hun leeftijdsgenoten met een Nederlandse achtergrond, en omdat Molukkers vaker minder gunstige gezinssituaties kennen.

Voor de Molukkers van 45 jaar en ouder leveren de achtergrondkenmerken wel een belangrijke bijdrage aan het verschil in verdachtencijfers ten opzichte van hun leeftijdsgenoten met een Nederlandse achtergrond. Ondanks dat het ongecorrigeerde verschil voor deze leeftijdsgroep al klein was, wordt het verschil na correctie voor achtergrondkenmerken teruggebracht tot 0,3 procentpunt. Molukkers uit deze leeftijdscategorie zijn vooral vaker verdacht van een misdrijf omdat zij minder vaak een partner hebben en gemiddeld jonger zijn dan personen met een Nederlandse achtergrond.

Colofon

Deze website is ontwikkeld door het CBS in samenwerking met Textcetera Den Haag.
Heb je een vraag of opmerking over deze website, neem dan contact op met het CBS.

Disclaimer en copyright

Cookies

CBS maakt op deze website gebruik van functionele cookies om de site goed te laten werken. Deze cookies bevatten geen persoonsgegevens en hebben nauwelijks gevolgen voor de privacy. Daarnaast gebruiken wij ook analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden. Bijvoorbeeld hoe vaak pagina's worden bezocht, welke onderwerpen gebruikers naar op zoek zijn en hoe bezoekers op onze site komen. Het doel hiervan is om inzicht te krijgen in het functioneren van de website om zo de gebruikerservaring voor u te kunnen verbeteren. De herleidbaarheid van bezoekers aan onze website beperken wij zo veel mogelijk door de laatste cijfergroep (octet) van ieder IP-adres te anonimiseren. Deze gegevens worden niet gedeeld met andere partijen. CBS gebruikt geen trackingcookies. Trackingcookies zijn cookies die bezoekers tijdens het surfen over andere websites kunnen volgen.

De geplaatste functionele en analytische cookies maken geen of weinig inbreuk op uw privacy. Volgens de regels mogen deze zonder toestemming geplaatst worden.

Meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/telecommunicatie/vraag-en-antwoord/mag-een-website-ongevraagd-cookies-plaatsen

Leeswijzer

Verklaring van tekens

. Gegevens ontbreken
* Voorlopig cijfer
** Nader voorlopig cijfer
x Geheim
Nihil
(Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met
0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid
Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
2019–2020 2019 tot en met 2020
2019/2020 Het gemiddelde over de jaren 2019 tot en met 2020
2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2019 en eindigend in 2020
2017/’18–2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2017/’18 tot en met 2019/’20

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Over het CBS

De wettelijke taak van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is om officiële statistieken te maken en de uitkomsten daarvan openbaar te maken. Het CBS publiceert betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die het deelt met andere overheden, burgers, politiek, wetenschap, media en bedrijfsleven. Zo zorgt het CBS ervoor dat maatschappelijke debatten gevoerd kunnen worden op basis van betrouwbare statistische informatie.

Het CBS maakt inzichtelijk wat er feitelijk gebeurt. De informatie die het CBS publiceert, gaat daarom over onderwerpen die de mensen in Nederland raken. Bijvoorbeeld economische groei en consumentenprijzen, maar ook criminaliteit en vrije tijd.

Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken. Dit betreft het grootste deel van het werkprogramma.

Voor meer informatie over de taken, organisatie en publicaties van het CBS, zie cbs.nl.

Contact

Met vragen kunt u contact opnemen met het CBS.

Medewerkers

Auteurs

Katja Chkalova

Dion Dieleman

Carel Harmsen

Vincent de Heij

Niels Kooiman

Martine de Mooij

Han Nicolaas

Lenny Stoeldraijer

Redactie

Martine de Mooij

Dion Dieleman

Sabrina de Regt

Opmaak figuren

Karolien van Wijk

Erratum

Datum: 5 februari 2021

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, zijn er achteraf enkele onvolkomenheden geconstateerd. Onze excuses hiervoor. In figuren 3.1, 3.2, 3.3, 4.7 en 4.8 werden de verkeerde labels getoond. In figuren 4.2, 4.4, 4.7 en 4.8 werden de verkeerde cijfers getoond.