Inleiding
Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft het CBS onderzoek gedaan naar de sociaaleconomische positie van Molukkers in Nederland. De meest recente (kwantitatieve) onderzoeken naar de integratie van Molukkers in Nederland dateren van begin jaren 2000, Hierdoor is er weinig actuele informatie over de huidige positie die de Molukkers in Nederland innemen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het CBS daarom gevraagd om een nieuw onderzoek naar de positie van Molukkers.
Voor de Molukkers in Nederland geldt dat zij zich al geruime tijd in Nederland hebben gevestigd. De basis van de Molukse gemeenschap werd in 1951 gelegd toen circa 3 500 Molukse militairen op dienstbevel naar Nederland werden overgebracht. Deze militairen hadden in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) gediend en voor Nederland gevochten tegen Indonesiërs die een onafhankelijkheidsstrijd voerden tegen de Nederlandse overheersing. Inclusief de familieleden die deze KNIL-militairen mochten vergezellen en enkele tientallen mariniers, politierekruten en burgers ging het om zo’n 12 500 personen. In 1962, bij de overdracht van Nederlands-Nieuw-Guinea aan Indonesië, kwam nog een kleine groep Molukkers naar Nederland (Steijlen, 2015).
Uniek aan de Molukse gemeenschap in Nederland is dat zij binnen een tijdsbestek van enkele jaren een omvangrijke migrantengroep in Nederland vormen, terwijl dit bij andere migrantengroepen een meer geleidelijk proces is. Omdat deze groep al langer geleden naar Nederland is gekomen en omdat het CBS deze groep via een specifiek statistisch proces min of meer compleet heeft kunnen traceren in de Basisregistratie Personen (BRP)noot1, was dit een unieke mogelijkheid om niet alleen de integratie van Molukse migranten, maar ook van hun kinderen en kleinkinderen te onderzoeken. Dit onderzoek richt zich op deze Molukse migranten, hun kinderen en kleinkinderen die op 1 januari 2018 geregistreerd stonden in de Basisregistratie Personen (BRP).
Eerder onderzoek naar de (sociaaleconomische) positie van Molukkers in Nederland was noodgedwongen uitgevoerd op basis van enquêtes (zie ook Straver, 2005). Met de huidige dataset is het mogelijk om integraal – dus voor iedereen uit de populatie Molukkers – onderzoek te doen naar de positie van verschillende generaties Molukkers in diverse domeinen. In deze publicatie is inzichtelijk gemaakt wat de positie is van mensen met een Molukse achtergrond in vergelijking met mensen met een Nederlandse achtergrond, op het gebied van demografie, wonen, onderwijs, werk en inkomen, criminaliteit en gezondheid.
In dit onderzoek zijn verschillende generaties Molukkers onderscheiden: niet alleen de Molukse migranten zelf, maar ook de kinderen en kleinkinderen van de Molukse migranten. Waar mogelijk is inzichtelijk gemaakt of verschillen tussen mensen met een Molukse en Nederlandse achtergrond bij elke volgende generatie afgenomen zijn. De grote verschillen in gemiddelde leeftijd leiden er echter toe dat dit niet voor alle leeftijdsgroepen kan worden bepaald. Omdat de kinderen en kleinkinderen van Molukse migranten vooral binnen de jongere leeftijdsklassen vertegenwoordigd zijn, zijn de analyses met betrekking tot intergenerationele verschillen van personen van Molukse komaf ten opzichte van personen met een Nederlandse achtergrond voornamelijk op jongeren gericht.
Het ministerie van SZW heeft ook gevraagd om binnen de verschillende generaties Molukkers te onderzoeken in hoeverre er verschillen zijn tussen mensen met een cultureel gemengde achtergrond hebben (1 of 2 Molukse grootouders) of juist een homogene Molukse achtergrond (3 of 4 Molukse grootouders. Omdat er binnen de generaties Molukkers niet zoveel diversiteit is in het aantal Molukse grootouders, was dit echter niet altijd mogelijk.
Populatie
De populatie in dit onderzoek bestaat uit alle Molukse migranten, hun kinderen en kleinkinderen, en mensen met een Nederlandse achtergrond die op 1 januari 2018 geregistreerd stonden in de Basisregistratie Personen (BRP). In dit onderzoek worden alle Molukse migranten die voor 1963 naar Nederland zijn gekomen en hun nageslacht als ‘Molukker’ gedefinieerd. Personen met een Molukse naam die zich in 1963 of later in Nederland vestigden en hun afstammelingen zijn in deze analyse buiten beschouwing gelaten.
In dit onderzoek zijn drie groepen/generaties Molukkers onderscheiden:
- Personen die voor 1963 naar Nederland zijn gekomen en een als Moluks geïdentificeerde achternaam hebben. Zij zijn nagenoeg allemaal geboren in Indonesië, Nederlands-Indië en Nederlands-Nieuw-Guinea (Molukse migranten);
- De kinderen van de Molukse migranten;
- De kleinkinderen van Molukse migranten.
Opgemerkt dient te worden dat de kleinkinderen van Molukse migranten volgens de reguliere definitie van migratieachtergrond die door het CBS wordt gehanteerd als personen met een Nederlandse achtergrond worden getypeerd, indien hun beide ouders in Nederland zijn geboren. Ten behoeve van dit onderzoek wordt ook deze groep als personen met een Molukse achtergrond beschouwd.noot2
Leeswijzer
In deze rapportage worden achtereenvolgens de terreinen demografie, wonen, onderwijs, werk en inkomen, criminaliteit en gezondheid beschreven. Naast beschrijvende analyses is er ook aandacht voor decompositieanalyses om te bepalen in hoeverre verschillen tussen de Molukse generaties en personen met een Nederlandse achtergrond kunnen worden verklaard door verschillen in achtergrondkenmerken. Voor ieder thema wordt waar mogelijk de situatie van Molukse migranten, hun kinderen en kleinkinderen vergeleken met die van leeftijdsgenoten met een Nederlandse achtergrond.
Hoofdstuk 1 geeft een demografisch overzicht van de populatie Molukkers in Nederland, waarbij gekeken wordt naar de omvang van de verschillende generaties, gemengde relaties, leeftijdsopbouw, vruchtbaarheid en levensverwachting.
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de spreiding van Molukkers binnen Nederland, het wonen in gemeenten met een Molukse wijk en het woningbezit onder Molukkers.
Hoofdstuk 3 behandelt de onderwijsprestaties van Molukse jongeren. De nadruk ligt hier op het voortijdig schoolverlaten, de hoogst behaalde opleiding en het niveau van voortgezet onderwijs in leerjaar 3.
Hoofdstuk 4 over werk en inkomen geeft inzicht in de arbeidsdeelname van Molukkers, de belangrijkste bron van inkomen, het soort baan dat een werknemer heeft, de arbeidsduur en het (gestandaardiseerd) inkomen.
In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op het aandeel verdachten van een misdrijf.
In hoofdstuk 6 over gezondheid worden de verstrekking van geneesmiddelen, de zorgkosten en het beroep op jeugdhulp en jeugdbescherming behandeld.
Tot slot wordt in een apart hoofdstuk de gehanteerde methodologie bij de diverse analyses uiteengezet en wordt een overzicht gegeven van de geraadpleegde literatuur.
Noten
Zie voor een beschrijving van dit proces de Afbakening onderzoekspopulatie in hoofdstuk 7 Methodebeschrijving.
Zie hoofdstuk Methodebeschrijving voor een uitgebreide toelichting over de populatieafbakening en generatieafleiding van Molukkers in Nederland.